Posts tonen met het label bananenschil-gele afvalbak. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bananenschil-gele afvalbak. Alle posts tonen

donderdag 12 mei 2022

BANANENPRAKKER

Hé ma, dat is toch die bananenprakker?’

‘Sssssst, niet zo hard jongen, dat vindt die man vast niet leuk als je het zó hard roept, dat iedereen het kan horen.’‘Maar dat is toch helemaal niet erg, geprakte banaan is juist erg lekker, mmmm.’‘Het ís ook lekker jongen, mama vindt het ook lekker en een heleboel andere mensen ook, dat weet ik wel zeker. Maar wat ik òòk zeker weet is dat die man zich er een beetje voor schaamt dat ie bananen moet prakken om zijn centjes te verdienen. Ook al zal hij er best aardig wat mee verdienen. Diep in zijn hart zou hij, denk ik, liever, vorkheftruckchauffeur, boekhouder of schoenmaker zijn geweest. Gewoon, een normaal beroep dus … en dan had jij gerust kunnen roepen: ‘kijk eens, mam, daar gaat die boekhouder of die schoenmaker. Dan kijkt hij waarschijnlijk trots om. Hij lacht naar je en geniet van de blikken van de mensen om hem heen. Ik zie hem ineenkrimpen, als je roept: ‘Hé ma, dat is toch de bananenprakker?’

Hij zit altijd naast C&A in het centrum, met twee of drie van die grote langwerpige bananendozen …honderd bananen misschien wel. Schuin achter hem staat een grote rode Dirck-tas met wegwerpbordjes, lepels vorken en servetten. Hij begint  niet eerder met het pellen van de banaan, dan wanneer iemand wat bestelt. Dat is wel zo hygiënisch.

Gezeten op zijn klapstoeltje doet hij zijn werk, aan het praktafeltje. Daarop liggen enkele ongepelde bananen, wat wegwerkbestek, een teiltje met een afwassopje en een theedoek, die, dat moet gezegd worden,  niet meer 100% spic en span is. Naast de tafel staat een fraaie bananenschil-gele afvalbak. Het geld van de verkopen stopt hij in de zak van zijn jas, die over het klapstoeltje hangt.

In het begin, als de handel nog niet zo lekker loopt, krijgt hij het idee, dat hij misschien meer verkoopt als hij zich als banaan vermomt. Maar dat bleek qua omzet uiteindelijk geen enkel effect te sorteren. Daar is hij snel mee gestopt. Hij is er erg blij om, want binnen drie weken is al duidelijk dat zijn rug behoorlijk te lijden heeft onder het gekromde keurslijf van het bananenpak.

Een enkele keer neemt hij wel eens grote pot hagelslag mee naar zijn werk. Sommige kinderen, vooral de iets grotere, hebben toch iets liever een héle banaan, dan een geprakte. De banaan pelt hij zelf. Dan mogen de kinderen naar keuze, het bovenste òf het onderste deel van de banaan, in een bak water dopen. Vervolgens kan dan met het natte deel van de banaan, in de pot hagelslag geroerd worden. Het effect zal duidelijk zijn: het bovenste (of onderste) gedeelte van de banaan is helemaal beplakt met hagelslagkorrels. Verder heeft hij voor de aardigheid nog wat doosjes rozijntjes ingekocht. De creatieve kinderen kunnen dan met die rozijntjes nog  ’oogje, mondje, neusje,’ op de banaan maken. Maar eigenlijk is dat maar een gedoe; vaak breekt de banaan dan. Met huilende kinderen en teleurgestelde ouders tot gevolg. Zeker, als het duidelijk wordt, dat voor een tweede banaan toch ook weer de volle mep betaald zal moeten worden.

Neen, hij houdt het toch het liefst bij het prakken van de banaan. Per verkochte banaan maakt hij een winstje van een halve euro. Bij goed weer houdt hij zo’n 100 euro per dag over bij slecht weer 30 tot 50 euro. Met een gemiddelde netto-opbrengst van 2000 euro per maand kan hij goed rond komen.

Geprakte banaan: een gat in de markt.