Posts tonen met het label allergisch. Alle posts tonen
Posts tonen met het label allergisch. Alle posts tonen

vrijdag 5 januari 2024

IDEALE MAN.

Het schiet Henk ineens te binnen, dat Sis, zijn prettig gestoorde vriendin, vanavond naar Porto vliegt. Dan is ie impulsief. Gaat ie naar Katendrecht haar een supertoffe vakantie wensen. Raar? Beetje wel, ja. Ze is dan natuurlijk razend druk met pakken .. of het bijwerken van haar bikinilijn … alles altijd last minute bij haar. Net als die vliegreis zelf.  Maar … zéker niet raar, bij Sis is hij altijd welkom.

Ze is alleen. Dochter ’t huis uit. Gescheiden. Pittige meid … radicaal, uitdagend. Ja, daar houdt ie van. Zo is tie zelf ook eigenlijk wel. 

Zegt ie tegen haar: ‘Zit je haar leuk, Sis! Hebbie het zelf geknipt?’  Kan ze goed hebben, hoor.  Ze is alleen allergisch voor opmerkingen ( vooral van hem) over haar gewicht: ‘Ben je nou ineens zo dik geworden, Sis’. Ja, daar is hij heel direct in, misschien wel tè ... dan moet ie even uit haar buurt blijven. Jammer wel. Maar zien ze elkaar later weer dan is ze toch een paar pondjes kwijt. Dat dan weer wel.

Sis is wel blij met zijn gezelschap. Ruim twintig jaar jonger is ze. Maak niet uit. Ze komt ook bij hem over de vloer. Onverwachts meestal. Bellen doet ze nooit. Ze tikt op zijn keukenraam. Is tie er niet, dan gaat ze naar d’r moeder een paar deuren verder.

Sis is een pestkop. Henk wisselt nog al eens van stemming. Nu eens is hij ‘himmelhoch jauchzend’ dan weer ‘zum tode betrübt’. Vandaag is hij somber … voelt hij zich alleen. Zelden gaat Sis daarin mee. Met een sarcastisch lachje zegt ze: ’Hou toch op Henk, een schizofreen  is nooit alleen!’ Sta tie haast weer te lachen als ze dat zegt. Gek eigenlijk wel, toch?

Sis heeft in plaats van een partner een gezellige hond, Bobbie. Die sleept ze overal mee naar toe. Leuk beest . Henk wordt gek van zijn geblaf. Die kloterige teef van zijn buren gaat dan een paar octaven hoger mee lopen keffen. Zet Henk zijn  versterkers  wat harder.

Laatst komen ze elkaar tegen in het Kralingse Bos. Sis en Henk. Liep ze met haar fiets aan haar ene hand en die grote Bobbie aan haar andere hand. Fietsen in het bos wilde ze. Maar nadat ‘haar schatje’ haar omver getrokken had, was ze verder maar gaan lopen.

Sis heeft liever een hond dan een vent. Bobbie rookt niet, drinkt niet, hoeft geen foebele te kijken, houdt van wandelen … bijna alles wat ze samen kunnen doen, vindt hij leuk … en ’s nachts kruipt hij bij haar in bed … komt ie ‘lepeltje liggen. Ideaal’   

‘Aan dat geblaf van Bobbie wen je wel Henk, als je hem straks tien dagen in huis hebt.’

‘Tien dagen bij mij in huis?’

‘Ja, als ik in Porto zit, kan hij toch wel even bij jou, schat? Het is zo’n scheet!

dinsdag 20 juni 2023

EEN DESILLUSIE

 Lezers die allergisch zijn voor erotisch getinte tekst kunnen dit verhaal beter overslaan.

 

We ontmoeten elkaar. Ik versier haar. We zitten allebei nog op school, ik op de toneelschool; zij op de kunstacademie.  We kennen elkaar pas twee weken als ze bij me op bezoek komt in Utrecht. Mijn hospita ziet ons aankomen. Die heks komt gelijk op hoge poten naar ons toe: we mogen niet in haar huis blijven slapen.  Tot laat in die avond zitten we te chillen, beetje blowen, beetje vrijen, beetje muziek luisteren … staat opeens die hysterica  in mijn kamer. Als door een wesp gestoken krijst ze: ‘Weg wezen jullie en wel meteen!’ Terwijl die kut (shakend) hinderlijk in de weg blijft staan, pak ik op mijn dooie gemak mijn spulletjes bij elkaar. Ze heeft nog een maand huur, honderd 100 euro,  van me tegoed. Daar kan ze mooi naar fluiten. 

Ik ben nu dakloos. Maar ik kan terecht in het grote kraakpand op het Wilhelminaplein. Een aantal klasgenoten van me zit daar. Zijn we altijd welkom. Er is een mooie kamer vrij. Midden in de kamer ligt een tweepersoonsmatras met een hagelwit hoeslaken.

We gaan eerst samen naar een heerlijk feest, dansen daar wild en worden dronken. Het is veertien februari. Ik weet niet precies hoe zij zich voelt maar ik ben zo geil als boter. We kunnen niet van elkaar afblijven op weg naar het kraakpand, we maken grapjes, lachen, bijten en zoenen.

Godverdomme!  Ze gebruikt de pil niet.  Was ik vergeten. Jezus!!  Het is al tegen middernacht … kom nu nooit meer aan condooms.

We hebben het alle twee nog nooit gedaan. Zowel opgewonden, vooral ik … als nerveus, vooral zij, zijn we. Zonder condoom wil ze er niet aan. Van een prikkelend voorspel kan nu geen sprake meer zijn. Ze pakt pen en papier en begint druk te rekenen. Voor mij valt er weinig te rekenen: mijn pik is nu een stuk kleiner dan tien minuten geleden. Het rekenen heeft haar niet de zekerheid gegeven waar ze naar zocht. Haar eitje springt waarschijnlijk pas morgen … ze besluit het er op te wagen:

‘Laten we het in godsnaam dan maar doen. Kom maar op!’

Mijn pik staat snel weer fier overeind, dat wel, maar  voor het lekkere en het mooie kom ik veel te vroeg klaar. Zij totaal niet.

Wèl zijn we nu alle twee in één keer ontmaagd. Dat kan maar gebeurd zijn. Een  bloedvlek, ter grootte van een pioenroos, zó ontiegelijk mooi rood, prijkt in het hagelwitte laken.

Ze is niet klaar gekomen … haar ontmaagding deed pijn. Ook naderhand nog. We zijn niet blij. Hadden het beter nog niet kunnen doen. Gedesillusioneerd liggen we naast elkaar. Ik sla mijn arm om haar heen. Haar handpalmen legt ze zo laag mogelijk op haar buik. Het lijkt of ze nog steeds ligt te rekenen.

‘Je bent als al die andere mannen, anticonceptie denk je niet aan, dat is iets voor vrouwen, nietwaar?’