Geen smaak, geen geur.
Theun ruikt niks meer. Een paar weken geleden is hij van
zijn fiets gevallen. Met hoge snelheid reed hij een helling af, moest
plotseling remmen voor een aanstormende auto en verloor zijn evenwicht. Viel op
zijn achterhoofd. In het begin had hij het zelf nog niet eens zo in de gaten.
Zijn vrouw Ada wèl. Het viel haar op dat hij slechter (minder) ging eten. Niet alleen
avondeten maar ook ontbijt en lunch. Hij at nog maar de helft van z’n normale
portie. Theun kon haar alleen maar gelijk geven: het smaakte hem allemaal niet meer zo.
Ada raadde hem aan om eens wat lekkers te kopen voor op brood:
zalm bijvoorbeeld, want ze wist dat hij daar dol op was. En … hij moest zichzelf (en haar natuurlijk ook) eens trakteren
op zijn lievelingsmaaltijd: Caribische pompoensoep. Theun moest die soep wel
zelf maken want zo lekker als hij kon niemand het. Maar hij dacht dat het zo’n vaart niet liep.
’t Is vanzelf gekomen, ’t gaat vanzelf ook wel weer over en dat minder eten
kwam hem eigenlijk wel goed uit want hij moest hoognodig een paar kilootjes
afvallen. De laatste tijd had hij iets te scheutig Belgische biertjes gezopen
met als gevolg dat hij vijf kilo te zwaar was geworden. Hij hield het nu op één
wodkaatje per dag, voor het naar bed gaan, want hij slaapt er zo lekker op.
Toen, zo vlak voor het naar bed gaan, viel het hem ineens op: de wodka is smakeloos, als of er een
slokje water over zijn tong naar binnen gleed. Voor het slapen maakte het verder
niks uit … als een roos.
De volgende dag vertelde Theun zijn wodka-ervaring aan Ada,
die nog in haar pyjama de ochtendkrant zat te lezen. ‘Zou dat ook iets te maken
kunnen hebben met het feit dat je de laatste tijd steeds met lange tanden zit
te eten, Theun? Want als je de sterke smaak van wodka al niet meer proeft, dan verbaast
het me niks dat je van de laffe smaak van andijvie, witlof, krootjes of
aardappelen helemaal niks meer proeven.’
Ada legde de krant weg om een sjekkie te draaien. Ze is een
kettingrookster, een pakje per dag gaat er makkelijk doorheen. Menthol-shag
rookt ze. Hun hele huis was vergeven van de shaglucht. Eigenlijk alleen als ze
het sjekkie nèt opgestoken heeft, is de enigszins frisse mentholgeur te merkbaar.
‘Verrek,’ zei Theun, ’ik ruik dat hele sjekkie van jou niet,
niet de sjek zelf maar ook de menthol niet en dat is wel heel raar, zo’n sterke
geur. Doen mijn neus en mijn tong het ineens niet meer! Ik denk dat ik de
huisarts er maar eens naar ga vragen, want dit bevalt me niks zo’.
‘Ho, ho, wacht nou maar even jongen, ik ga eerst wel even googlen’.
‘Ja! Dat moet het zijn. Toen je een paar weken terug van je
fiets viel, heb je een hersenschudding opgelopen. Daar komt dat smaak- en
geurverlies van (anosmie heet dat). Alleen
zoet, bitter, zuur en pittig moet je een klein beetje kunnen proeven. We zullen
dus wat pittiger moeten koken dan voorheen. Ruiken kan je voorlopig wel
vergeten. Heb je even geen last van mijn gepaf en die andere onaangename geuren,
hè schat? Maar maak je geen zorgen Theun, over een paar maanden proef en ruik
je weer alles.’