Dat Toon niets wilde horen, niets wilde zeggen over zijn
tijd bij de BVD zal ongetwijfeld te maken hebben met een ìn en ìn trieste
gebeurtenis, die moet hebben plaats gevonden in het najaar van 1933.
Betrouwbare (Amerikaanse) bronnen meldden aan de BVD dat forse hoeveelheden
informatie uit Nederland weglekte naar met name Rusland en Italië. Ook naar
Japan was bedoeling maar dat lek kon snel worden gedicht.
Vrijwel dezelfde betrouwbare (USA-)bronnen weten in die
tijd, onomstotelijk aan te tonen dat een dertiental in Nederlandse dierentuinen
levende pinguïns geprepareerd zijn om
belangrijke informatie op te vangen en naar tussenpersonen in de genoemde
buitenlanden door te seinen.
Zonder een moment van aarzeling is toen de operatie ‘PinEx’
gestart met als doel het ruimen van alle
driehondervierendertig in Nederlandse dierentuinen levende pinguïns. Gezien de
snelheid waarmee moest worden gehandeld, is het nooit een optie geweest uit te
zoeken wèlke dertien beestjes effectief de spionageactiviteiten uitvoerden. Verzorgers,
die van de ene op de andere dag geconfronteerd werden met lege
pinguïnverblijven, laten zich, geheel verbouwereerd, heel simpel met een kluitje in het riet
sturen.
In 1935 dan, wordt
Drunen opgeschrikt. Spelende kinderen, 10, 11 jaar, vinden nabij de Drunense Duinen een dode, al
gedeeltelijk vergane pinguïn. Deze
vondst doet daar nogal wat stof (en zand) opwaaien. Met behulp van soldaten uit
de nabij gelegen kazernes worden binnen veertien dagen maar liefst
driehonderddrieëndertig pinguïns opgegraven.
Schrijnend was de constatering dat na onderzoek bleek dat
alle pinguïnslachtoffers van de operatie ‘PinEx’ zijn afgemaakt volgens de makkelijke methode:
’Zand er over.’ Pas onlangs kwam het
schokkende nieuws dat drieëntwintig pinguïns, merendeels de wat jongere
exemplaren, kort voor hun einde nog anaal zijn verkracht. DNA-onderzoek, dat nu
nog loopt, levert ongetwijfeld aanwijzingen op, die leiden naar de mogelijke
dader(s).
Vrijwilliger Bas van het buurtcentrum komt met een goed
‘rode draad’- idee: ‘We schaffen een groot pinguïnpak aan en laten Toon in dat
pak, rondstruinen in onze buurt … de
hele dag zwaaiend, zwierend, springend, handjes gevend en iedereen, die het maar wil gaat met de
pinguin op de foto.’
Het idee van Bas kwam duidelijk niet lekker aan bij Toon.
Hij trok wit weg. Hij was immers ten tijde van het pinguïnincident in de
dertiger jaren actief BVD’er. Toon haalde een paar keer diep adem en ging
glimlachend met Bas zijn idee akkoord. Het pak werd geregeld en op de dag van
Supertof staat Toon om elf uur ‘s
ochtends paraat als pinguïn. Om de twee
uur moet hij zich even melden in het buurthuis … úit dat warme pak, afkoelen en
goed drinken.
Morgen deel 3.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten