Acht jaar is Karina (49) mijn buurvrouw en nu opeens blijkt zij meer te zijn dan ‘alleen maar’ een buurvrouw. Tot voor kort maakten we op straat zo af en toe een praatje. Nu eens zagen we elkaar drie keer per week dan weer één keer per maand.
We voerden beslist geen ‘small talks’: onze gesprekken
duurden lang; telkens bijna een uur. Het
ging meestal ook ergens over. We hadden het
over onze jeugd: zij was van jongs af
aan al een brutaaltje dat niet tegen onrecht kon en opkwam voor kwetsbare klasgenootjes.
Ze was en is een ‘stevige’ tante. Later als moeder ook.
Ik ben nooit zo’n held geweest, dus dat soort verhalen had
ik niet te vertellen. Sportief ben ik altijd geweest en nu nog: voetballen, fitness,
fietsen, wandelen. Dat had zij dan weer niet.
Ik ben, net als zij, altijd met kunst bezig geweest: theater, literatuur,
film, beeldende kunst. Daar hebben we het ook over.
Allebei zijn we getrouwd geweest; hebben ieder twee kinderen.
We wonen nu alleen. Ik heb twee zonen, veertigers, zij een zoon en een dochter
twintigers, die al lang de deur uit zijn. Mijn zonen hebben allebei
universiteit net als haar dochter … haar zoon, die bovengemiddeld intelligent
is heeft geen interesse in studie; hij is ict-deskundige … autodidact.
We hebben elkaar telkens veel te vertellen. De volgende keer
als we elkaar tegenkomen spreken we wat af voor een kopje koffie bij een van
ons thuis. Goed idee.
We hebben gezamenlijke mooie herinneringen aan de
oer-Rotterdamse wijken Crooswijk en het Oude Noorden. We ventileren onze
boosheid over de sloop van vele goede en betaalbare woningen in Crooswijk (Wandeloordstraat,
Boezemlaan) het Oude Noorden (Zwaanshals). Alleen woningen van boven de 1200
euro komen er voor in de plaats. Onbetaalbaar voor de autochtone bewoners. De
arbeiders uit deze wijken moeten dus maar verhuizen naar wijken als Lombardijen,
IJsselmonde en sommige delen van Zevenkamp. Yuppen en Expats zijn nu de nieuwe
bewoners van ‘onze’ oude wijken. Daar mopperen we over.
Nu heb ik nog steeds niet geschreven waarom Karina méér is
dan gewoon maar een buurvrouw. Vorige week ontdekte ik namelijk dat ze
Varendaal van haar achternaam heet en Varendaal is de naam van de familie waar
ik met mijn ouders, broers en zussen in de jaren zestig naast heb gewoond op Zuid. Er zijn natuurlijk
meer hondjes die Fikkie heten, dus vroeg ik haar of haar familie ook daar in
die straat op Zuid had gewoond. En … ja, niet moeilijk te raden: dat was ook zo!
Karina is de dochter van Siem, mijn drie jaar oudere buurjongen van
toen, die met die Puch! Gelijk hebben we
het nog over mijn buren, die nu Karina’s familie is. Over Ruud bijvoorbeeld, Karina’s
oom Ruud, één jaar ouder dan ik, met wie ik voetbalde, ondanks zijn beenblessure. Ruud is getrouwd met een vriendin van mijn
oudste zus. Over de te vroeg overleden (tante) Bea en (oom)Martin.
Over (tante) Maria ook, die een paar deuren verder woonde en
trouwde met (oom) Frank, de oudste zoon van de Varendaals. Maria was destijds,
eind zestiger jaren, tegelijk zwanger met mijn moeder. Maria wilde graag een
jongen maar kreeg een meisje. Mijn moeder baarde een jongen. Maria wilde oorspronkelijk
met haar ruilen, totdat ze zag dat die jongen, mijn jongste broertje, een
mongooltje was.
Bijna een uur staan we nu al te kletsen buiten en we hebben
elkaar vast nog meer te vertellen, daarom spreken we af om aanstaande zondag
een bakkie te doen bij haar thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten