Ik lag daar op stoeprand
te kermen van de pijn … te gillen om hulp. Kan me nauwelijks verroeren. Zag wel
dat er een fietser gewoon doorreed, net of tie niks gehoord of gezien had. Weldra
stopte er een vrouw op een fiets en nog een op een scooter. Een van hen vroeg
of ik een mobieltje bij me had. Dat had ik en daarmee ging ze 1-1-2- bellen.
Het duurde een eeuwigheid eer die ambulance kwam … ze legden wat over me heen …
tegen de kou … tegen de regen. Er werd
gevraagd hoe oud of ik was, waar ik woonde, waar ik vandaan kwam, wie ze
moesten waarschuwen en naar welk ziekenhuis ik wou .. op de meeste vragen wist
ik het antwoord niet ...nou ja, ik zei dat ik wel naar het Franciscusziekenhuis
wilde, omdat dat ziekenhuis dichtbij mijn huis was, dacht ik. Maar inmiddels
woonde ik alweer zes weken niet meer in Noord. Ik was na mijn scheiding in
Ommoord gaan wonen. Het IJssellandziekenhuis was dus eigenlijk beter geweest ...
dichter bij huis. Hoewel ik bij mij in de buurt al had horen fluisteren dat het
IJssellandziekenhuis niet zo best was.
Het eerste wat ze gingen
doen in Franciscus was mijn rechterarm weer in de kom rammen. Ja rammen! Want zo agressief werd dat gedaan. Een bullebak en
een manwijf (allebei van de verpleging, dat wel) stapten ieder op een stoel,
stopten een groot blauw laken onder mijn oksel en begonnen als bezetenen met
dat laken mijn arm omhoog te rukken, terwijl ze mij ondertussen, luid
schreeuwend, verweten, dat ik niet mee werkte en dat het zo wel eens de hele
nacht zou kunnen gaan duren … en het was nog niet eens middernacht. Toen ik op
den duur het geruk aan mijn arm niet meer voelde bleek ie weer in zijn kom te
zitten.
Nu moesten de
röntgenfoto’s en scans gemaakt worden. Het resultaat is inmiddels bekend.
’Het is maar heel zelden, dat we dergelijke
breuken zien; wat heeft u in Godsnaam gedaan?’ vroeg een verbaasde
verpleegkundige.
‘Alleen maar op een
stoeprandje gevallen,’ antwoordde ik. Met de pijn valt het nu eigenlijk wel mee,
dacht ik. Ik had alleen niet in de gaten gehad, dat er inmiddels flink wat
pijnstillers (o.a. morfine) in mijn lijf gespoten was.
De volgende dag, vrijdag
dus zou ik al geopereerd worden …. Schroeven voor de bovenarm en een plaatje
met bouten, moeren en schroeven voor de schouder. Ik werd in verband geperst en
in een mitella gehesen en was dermate verdoofd, dat ik snel in slaap viel.
Die vrijdag hoorde ik dat de
operatie na het weekend zou plaats vinden … eerst zou het maandag zijn, toen werd
het weer dinsdag maar er gebeurde uiteindelijk helemaal niks. Een week later,
het was dus wèèr donderdag was er nog steeds niet geopereerd .. en nu hadden ze
ineens mijn bed nodig … dus ik moest daar weg uit Franciscus.
Ik kan (en mag) absoluut
niet alleen zijn, dus moest ik een paar dagen in het huis van Carole, mijn ex (de enige contactpersoon, die me desgevraagd
te binnen schoot) verblijven. Precies dertien dagen na mijn val zou dan toch eindelijk
de operatie volgen … Ik kon me moeilijk voorstellen dat die periode bevorderlijk
geweest is voor mij herstel.
Bij mijn vertrek vanuit
haar huis naar Franciscus maakte Carole, mijn ex dus, mij op niet mis te
verstane wijze duidelijk dat ze absoluut geen contactpersoon meer voor me wilde
zijn. Ze overhandigde me stilzwijgend een briefje met de titel: ‘contactpersonen’.
Daarop had ze de namen en telefoonnummers van enkele van mijn broers en zussen geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten