dinsdag 26 januari 2016

MORFINE

Eindelijk ben ik dan geopereerd.  Ik lig in het ziekenhuisbed. Mijn rechterarm en –schouder stevig ingepakt en tegen mijn lijf gebonden … geen gips. Bel de verpleegkundige, omdat ik lig te sterven van de pijn. Ze komt … maar alleen om me te zeggen dat ik geen pijnstillers meer krijg: ‘U heeft al meer dan genoeg morfine gehad.’
Van de pijn kruip ik door mijn bed en dool ik door mijn kamer. Slapen kan ik die eerste nacht na de operatie niet. Toch sta ik opeens plompverloren op een voor mij onbekende plek … ik herken niks maar in de verte hoor ik wel stemmen. Daar loop ik op af.
‘Maar meneer Mastwijk, wat doet u hier ?’ Het is een verpleegkundige, die ik niet ken.’ We waren u al kwijt! Ik zal u weer snel naar uw bed brengen?’ Heb ik toch blijkbaar even geslapen en ben in mijn slaap gaan wandelen. De tweede nacht ook:  volop  pijn en vrijwel zonder slaap … vrijwel …  want ik heb wèèr geslaapwandeld en ik word dwalend op een mij totaal onbekende afdeling van ziekenhuis wakker, bij een verbaasde zuster, die meteen met me op zoek gaat naar mijn bed.
Op de derde dag hoor ik dat ik al naar huis moet. Ze weten dat ik met mijn rechterarm en -hand helemaal niks kan en dat ik alleen in een flatje woon, dus zullen ze de nodige hulptroepen voor me moeten laten aanrukken.
De familie doet boodschappen, maakt de boel enigszins  ‘aan kant’ en komt zo af en toe koken. Er wordt professionele hulp geregeld om  me aan- en uit te kleden, te douchen en mijn huis schoon te maken.  Voor de inwendige mens ben ik verder afhankelijk van kant-en-klaar maaltijden van de Jumbo en een goedkoop buurtrestaurantje, waar ik (van maandag tot en met donderdag) voor 4,50 euro een lekkere maaltijd kan scoren en als ik er een soepje bij wil kost dat een euro extra; ook nog een toetje d’r bij?  … dan wèèr een euro extra.
De eerste nacht thuis. Ik val meteen in slaap. Prima! Maar toch gaat het fout: … (dat hadden ze bij dat ziekenhuis toch ook kunnen bedenken gvd) … ergens, ik vermoed midden in de nacht, word ik, op een half uur lopen van mijn huis, wakker … in de regen, in mijn pyjama, op mijn sokken, met mijn verse operatiewonden in dat nu natte verband … heb ik godverdomme wèèr geslaapwandeld. Ik weet gelukkig wel waar ik ben en ga  terug naar het flatgebouw waar ik woon. Ik heb geen sleutel van het flatgebouw bij me. Dus ik kan er niet in. Brutaalweg bel ik maar aan bij een van de twee buurvrouwen die ik ken. Ja, wat moet ik anders … ik vraag of ze wil opendoen, ik heb geen sleutel bij me, zeg ik.
‘Weet je wel hoe laat het is’, krijst ze haast door de intercom. ’Geen idee,’ zeg ik eerlijk.
‘Vijf uur!!’
‘Ja, ik vind het ook klote … wilt u alstublieft toch opendoen, ik heb het zo koud.’
Ze doet open en ik mag bij haar binnen komen.
Ze hoort mijn verhaal  tollend van de slaap aan. Vindt het maar raar. Het is ook raar.
Via haar balkon  wil ik op mijn balkon zien te komen en via mijn niet afgesloten balkondeur mijn huis binnengaan.
‘Je doet maar’, zegt de buurvrouw… Met mijn gewonde lijf klauter ik over het balkon .. het gaat Godzijdank allemaal goed. Als ik mijn huis binnenloop, zie ik dat mijn voordeur open staat. Ik ben verdomme gewoon slapend mijn huis uitgelopen, zonder de deur achter me dicht te doen. Ik woon vier hoog … geen idee of ik lopend of met de lift naar beneden ben gegaan … er is geloof ik geen vreemde binnen geweest … half zes is het inmiddels ……. Ik durf niet meer te gaan slapen ... misschien ga ik dan wel weer op stap ….om negen uur bel  ik mijn zus Manda … vertel  haar wat er gebeurd is … ze komt zo snel mogelijk naar me toe …we gaan naar de dokter … die verhoogt mijn  slaapmedicatie en zij (de dokter) vindt het een goed idee als er de eerste paar nachten  elke nacht een broer of zus bij me komt waken om zo te voorkomen dat ik slapend mijn huis uit piep.
Dit heeft tot gevolg dat ik heel licht slaap maar wel per abuisl ineens in  mijn eigen slaapkamer ga staan te zeiken.  Dat met die broers en zussen (Lidy, Herman en Manda) als wakers is geen oplossing. Ze hebben allemaal hun eigen gezin, moeten naar hun werk. Dit moest professioneel opgelost worden. Samen met mijn psych wordt er een professionele oplossing gevonden: ik word opgenomen in een verpleeginrichting voor ouderen (BAVO Binnenweg). Nog één keer slaapwandel ik en nog één keer pies ik daar de boel onder. Bij de BAVO hebben ze al snel het vermoeden dat het slaapwandelen (en het piesen) veroorzaakt wordt door de grote hoeveelheid morfine in mijn lijf. Morfine wordt bij de BAVO tot hele kleine proporties teruggebracht. Voor de zekerheid heeft BAVO me nog vier weken gehouden om er zeker van te  zijn dat er niet stiekem  nog wat anders speelt. (Dementie of zo)

Twee december mag ik van de BAVO weer naar mijn eigen appartementje. Alle hulptroepen konden weer aanrukken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten