Eindelijk ben ik dan
geopereerd. Ik lig in het ziekenhuisbed.
Mijn rechterarm en –schouder stevig ingepakt en tegen mijn lijf gebonden … geen
gips. Bel de verpleegkundige, omdat ik lig te sterven van de pijn. Ze komt … maar
alleen om me te zeggen dat ik geen pijnstillers meer krijg: ‘U heeft al meer
dan genoeg morfine gehad.’
Van de pijn kruip ik door
mijn bed en dool ik door mijn kamer. Slapen kan ik die eerste nacht na de operatie
niet. Toch sta ik opeens plompverloren op een voor mij onbekende plek … ik
herken niks maar in de verte hoor ik wel stemmen. Daar loop ik op af.
‘Maar meneer Mastwijk, wat
doet u hier ?’ Het is een verpleegkundige, die ik niet ken.’ We waren u al
kwijt! Ik zal u weer snel naar uw bed brengen?’ Heb ik toch blijkbaar even
geslapen en ben in mijn slaap gaan wandelen. De tweede nacht ook: volop pijn en vrijwel zonder slaap … vrijwel … want ik heb wèèr geslaapwandeld en ik word dwalend
op een mij totaal onbekende afdeling van ziekenhuis wakker, bij een verbaasde
zuster, die meteen met me op zoek gaat naar mijn bed.
Op de derde dag hoor ik
dat ik al naar huis moet. Ze weten dat ik met mijn rechterarm en -hand helemaal
niks kan en dat ik alleen in een flatje woon, dus zullen ze de nodige hulptroepen
voor me moeten laten aanrukken.
De familie doet
boodschappen, maakt de boel enigszins ‘aan kant’ en komt zo af en toe koken. Er
wordt professionele hulp geregeld om me
aan- en uit te kleden, te douchen en mijn huis schoon te maken. Voor de inwendige mens ben ik verder
afhankelijk van kant-en-klaar maaltijden van de Jumbo en een goedkoop buurtrestaurantje,
waar ik (van maandag tot en met donderdag) voor 4,50 euro een lekkere maaltijd
kan scoren en als ik er een soepje bij wil kost dat een euro extra; ook nog een
toetje d’r bij? … dan wèèr een euro extra.
De eerste nacht thuis. Ik
val meteen in slaap. Prima! Maar toch gaat het fout: … (dat hadden ze bij dat
ziekenhuis toch ook kunnen bedenken gvd) … ergens, ik vermoed midden in de
nacht, word ik, op een half uur lopen van mijn huis, wakker … in de regen, in
mijn pyjama, op mijn sokken, met mijn verse operatiewonden in dat nu natte
verband … heb ik godverdomme wèèr geslaapwandeld. Ik weet gelukkig wel waar ik
ben en ga terug naar het flatgebouw waar
ik woon. Ik heb geen sleutel van het flatgebouw bij me. Dus ik kan er niet in.
Brutaalweg bel ik maar aan bij een van de twee buurvrouwen die ik ken. Ja, wat
moet ik anders … ik vraag of ze wil opendoen, ik heb geen sleutel bij me, zeg
ik.
‘Weet je wel hoe laat het
is’, krijst ze haast door de intercom. ’Geen idee,’ zeg ik eerlijk.
‘Vijf uur!!’
‘Ja, ik vind het ook klote
… wilt u alstublieft toch opendoen, ik heb het zo koud.’
Ze doet open en ik mag bij
haar binnen komen.
Ze hoort mijn verhaal tollend van de slaap aan. Vindt het maar raar.
Het is ook raar.
Via haar balkon wil ik op mijn balkon zien te komen en via mijn
niet afgesloten balkondeur mijn huis binnengaan.
‘Je doet maar’, zegt de
buurvrouw… Met mijn gewonde lijf klauter ik over het balkon .. het gaat
Godzijdank allemaal goed. Als ik mijn huis binnenloop, zie ik dat mijn voordeur
open staat. Ik ben verdomme gewoon slapend mijn huis uitgelopen, zonder de deur
achter me dicht te doen. Ik woon vier hoog … geen idee of ik lopend of met de
lift naar beneden ben gegaan … er is geloof ik geen vreemde binnen geweest … half
zes is het inmiddels ……. Ik durf niet meer te gaan slapen ... misschien ga ik dan
wel weer op stap ….om negen uur bel ik
mijn zus Manda … vertel haar wat er
gebeurd is … ze komt zo snel mogelijk naar me toe …we gaan naar de dokter … die
verhoogt mijn slaapmedicatie en zij (de
dokter) vindt het een goed idee als er de eerste paar nachten elke nacht een broer of zus bij me komt waken
om zo te voorkomen dat ik slapend mijn huis uit piep.
Dit heeft tot gevolg dat
ik heel licht slaap maar wel per abuisl ineens in mijn eigen slaapkamer ga staan te zeiken. Dat met die broers en zussen (Lidy, Herman en
Manda) als wakers is geen oplossing. Ze hebben allemaal hun eigen gezin, moeten
naar hun werk. Dit moest professioneel opgelost worden. Samen met mijn psych
wordt er een professionele oplossing gevonden: ik word opgenomen in een
verpleeginrichting voor ouderen (BAVO Binnenweg). Nog één keer slaapwandel ik en
nog één keer pies ik daar de boel onder. Bij de BAVO hebben ze al snel het
vermoeden dat het slaapwandelen (en het piesen) veroorzaakt wordt door de grote
hoeveelheid morfine in mijn lijf. Morfine wordt bij de BAVO tot hele kleine
proporties teruggebracht. Voor de zekerheid heeft BAVO me nog vier weken
gehouden om er zeker van te zijn dat er niet
stiekem nog wat anders speelt. (Dementie
of zo)
Twee december mag ik van
de BAVO weer naar mijn eigen appartementje. Alle hulptroepen konden weer aanrukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten