Het móét wel, het kan
helaas niet anders: elke ochtend en avond het ritueel van begeleid aankleden,
uitkleden en douchen. Ik ben er hartstikke blij mee, daar niet van, want er zit
momenteel zó weinig rek en buigzaamheid in mijn lijf dat het me zonder hulp absoluut
niet zou lukken. Het is wel vreemd … ik, samen met die zorgthuisdame … in mijn blootje in me eigen badkamer … nou ja, vreemd … alleen
ín het begin was het eigenlijk maar vreemd … toen voelde ik me wel héél erg in
mij nakie staan. Op den duur worden we goede maatjes, ik en de zorgthuisdames
Brenda, Marja, Linda en Thea. (Er komt er natuurlijk steeds maar één tegelijk
bij me langs.) ‘s Ochtends zijn ze meestal
een beetje aan de late kant en ’s avonds
juist weer een beetje te vroeg: steeds om en nabij half tien. Gemiddeld zijn ze
zo’n 15 tot 20 minuten met me bezig. Behalve aan- en uitkleden, doen ze ook
tandpasta op mijn tandenborstel, knijpen ze zalf voor mijn eczeem uit de tube (smeren
doe ik zelf wel!) en ze doen een of ander stom klusje, dat ik nu zelf niet kan zoals
de deksel van een jampot losdraaien.
Een van de dames, Thea was
het, vindt het maar raar, dat ik ’s nachts geen onderbroek draag. Ik vertel
haar, dat ik dat doe, omdat ik niet met een onderbroek met urineresten van de
hele dag wil slapen. ‘Nou,’ zegt Thea, het bijdehandje, ‘dan vind ik het niet
kloppen, dat u de hele week in dezelfde pyjamabroek leg te stinken!’ (Thea was
brutaal!)
Er komt een dame van de
Gemeente Rotterdam bij me langs die Vervoer op Maat en thuishulp (voor de
schoonmaak van mijn huis) voor me kan regelen. (WMO). Het is nu half december
en jammer genoeg zal het begin volgend jaar pas echt geregeld zijn. Maar goed …
het is in gang gezet.
Ondertussen verrek ik nog
steeds van de pijn. Niet aan mijn arm of schouder, daarmee gaat het, geloof ik,
wel de goede kant op. Maar mijn rechterhand, waar ik dus he-le-maal niks mee
kan, is wel minstens twee keer zo dik als normaal. Ik ben bang dat ie nog eens
explodeert.
Bij die val in oktober is
ook een zenuwcentrum geraakt en beschadigd. Dat zenuwcentrum stuurde mijn rechterarm
en hand aan maar doet nu volgens mij helemaal niks meer.
Ik ben er speciaal nog eens
extra voor naar het Franciscusziekenhuis geweest. Met een zelf betaalde taxi
(35 euro heen, 33 euro terug).
Ik zeg daar tegen de
chirurg dat ik bang ben voor een openbarstende hand … daar moet ze een beetje
om lachen:
Nee’, meneer Mastwijk,
daar hoeft u niet bang voor te zijn maar u moet er wel rekening mee houden, dat
het herstel van die zenuwen heel lang gaat duren. Die zenuwbanen herstellen namelijk maar één millimeter per
dag. Gaat u maar na, uw arm is ongeveer 55 à 60 centimeter lang, het herstel
zal dus om en nabij de 600 dagen, bijna twee jaar dus, duren.’
Dat was nog eens bemoedigende
informatie.
Gelukkig is december 2015 een
lentemaand. Geen gladdigheid. Bij gladde wegen was ik absoluut niet naar buiten
gegaan. Maar ook bij heftige wind waag ik me niet buiten. Ik voel me niet in evenwicht
met die arm in het verband en die soms wild wapperende lege mouw van mijn
winterjas. Ik zie me zo omver geblazen worden.
Nog meer kwetsuren oplopen voor de feestdagen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten