Mijn volkstuin is een
oase van groen en rust in het drukke Rotterdam. Toch stond ik er versteld van.
Ik had die tuin nog maar net, dus het moet nu toch zeker tien jaar geleden zijn dat die kutkikker opeens voor mijn neus stond. Het liep al tegen de avond; het
schemerde iets. Op kwaaie toon begon hij gelijk tegen mij aan te kwaken:
‘Je hebt nu godverdomme al
vijftien kids van me afgemaakt, lul, met die grasmaaier van je, klootzak dat je
er bent! En nou is het afgelopen! Zorg maar voor een plek waar wij ons behoorlijk kunnen voorplanten, vriend, een
plek waar mijn kroost een beetje veilig
en in alle rust kan opgroeien, een plek zoals we die hier altijd gewend zijn geweest.’
Hij keek me tijdens zijn
kwaaie gekwaak zo dreigend aan, met die bolle uit zijn kop stekende oogballen; die dikke onderkin van hem ging zo snel op en neer dat ik er zowat kippenvel van
kreeg.
‘O jee, ik doe wat fout? Maar
wat?’ vroeg ik me af. ‘Was ik nu in enen zo klein geworden? Of was die kikker werkelijk
zo groot?’ Hoe dan ook: ik stond letterlijk oog in oog met die eisende
reuzenkikvors.
‘Je bent gewaarschuwd, vriend,
want als je zo doorgaat, gaat je tuintje
er aan. Ook je woonhuis weten we te vinden. Ik heb heel goede contacten in de weekdieren-
en insectenwereld.’ Verder zei hij geen woord meer, die reuzenkikker. Hij deed
twee sprongen achterwaarts, sprong op het dak van mijn tuinhuisje en verdween.
Misschien had het wel wat
te maken met mijn vijver. Het is een
vijver met een bijzondere geschiedenis. Van oorsprong zeker al veertig jaar
oud; gegraven door een van de vorige huurders van deze tuin. Na diens
vertrek stond de tuin, van vierhonderd vierkante meter, bijna tien jaar te huur.
Twaalf jaar terug nam ik de
zwaar verwaarloosde tuin over, totaal overwoekerd door het meest gevreesde
onkruid onder de onkruiden: heermoes oftewel kattenstaart, met een bouwvallig, compleet vermolmd
tuinhuisje, het geraamte van een kas en, waar eens een fraaie vijver moet zijn
geweest, zat nu gewoon een gat in de grond van acht meter lang, anderhalve
meter breed en een meter diep, met een
beetje blubber op de bodem. Wat mij vooral heel erg boeide aan die tuin en daarom nam
ik hem ook waren de acht grote mooie sterke en gezonde bomen die er op stonden!
Afgaande op de verhalen
van de oudere tuinders hier op het complex, moet die vijver een juweeltje geweest zijn. Zo een met tuinkabouters en een grote
waterspuwende kikker. De vijver had twee tuinkabouters: de ene zat langs de kant te vissen en
de andere stond met zijn poten in de blubber te pissen. Ik zag het al helemaal voor me: het was dus een
originele kutvijver. Maar ja, ieder zijn smaak natuurlijk. Er zaten toen ook
echte kikkers en salamanders in en
rondom die vijver. Nou, dat vond ik dan weer erg leuk om te horen.
Zo lag die vijver er de
pakweg eerste twintig jaar dus bij. Toen ik 12 jaar geleden in die tuin
begon, was daar dus helemaal niks van al
dat fraais te bespeuren. Het was alsof er een bom ontploft was. Van alle hierboven genoemde vijvertruttigheid
was geen spoor te bekennen. Zelfs het 12
volts pompje voor de fonteinkikker en de
bodembedekking waren ruw weggesloopt. Naar alle waarschijnlijkheid door
schijnheilige medetuinders.
Die nu verder nutteloze
kuil, benutte ik, door al het tuinafval er in te dumpen. Ik gooide er tuinaarde
overheen en zaaide er het graszaad over voor het aldaar te oogsten gazonnetje.
Zonnen op de sloop ….alleen het idee beviel me wel! Dat ging zo twee jaar goed,
nou ja goed…. ik heb er in mij naïviteit veel slachtoffertjes gemaakt onder de
kikkerpopulatie. Vooral dat heel klèìne grut was minder snel dan ik met mijn grasmaaier.
Honderden kikkertjes in de vorm van kikkerdril, kikkervisjes en kleuterkikkertjes heb ik zo vermalen.
Ik liet de stoffelijke resten maar op de grasmat liggen want het gazon groeide als kool en kleurde een fraai soort donkergroen met al die kikkermest.
Tja, tot het moment dat
die brutale rakker van een kikker verhaal kwam halen bij mij. Ze misten hun oude voortplantingsgebiedje en -rituelen natuurlijk en ze benutten elke oneffenheid in mijn gazonnetje en in de
borders met de bekende rampzalige gevolgen. Wisten die kikkerpaartjes veel?!
Vandaag de dag heb ik dus weer
een flinke vijver in mijn tuin met zo’n 8 kuub water. Ik heb alles naar ‘grof vuil’ gebracht en
pomp dat leeggekomen gat, met een 12 volts-pompje, vol met water uit de belendende
singel. Onophoudelijk moet het pompje pompen want de vijver is nog steeds zo
lek als een mandje sinds de bodembedekking is gesnaaid.
Vissen zitten er niet in,
tenminste ik heb er nog nooit een gezien en dat kan ook eigenlijk niet want daar
staat het water soms veel te laag voor. Wel springen er de laatste jaren weer kikkertjes
dartel in het rond, zien ik zo af en toe een salamandertje schichtig wegschieten onder het gebladerte en heeft zelfs een ietwat plomp eendenstel onze
vijver en omgeving uitgezocht als broedplek. Leuk hoor al dat leven in deze
tuin; leven dat stukje bij beetje weer helemaal aan het terugkomen is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten