zondag 1 april 2012

Pap in de benen

Al een paar jaar maak ik mensen, die vanuit het buitenland in Rotterdam komen wonen enigszins wegwijs in hun nieuwe woonplaats. Zowel de nieuwe als de oude Rotterdammers melden zich bij de organisatie Welkom in Rotterdam (WIR). WIR organiseert kennismakingsbijeenkomsten met als doel een match te krijgen tussen een oude en nieuwe Rotterdammer.  Als ze een match hebben, maakt het duo binnen drie maanden  minimaal drie afspraken in Rotterdam en omstreken. De voertaal is dan altijd Nederlands. WIR geeft voor die drie bijeenkomsten iedere deelnemer 12,50 euro onkostenvergoeding. De match is na drie uitjes over en beiden  kunnen zich dan weer opgeven voor een nieuwe kennismakingsbijeenkomst.

Met de Spanjaard Julio met een driedubbele achternaam heb ik mijn eerste match. Waarom we matchten? Hij leek me een leuke sportieve vent en net als ik is hij fan van voetbalclub Barcelona en van film regisseur Pedro Almodovar
 Hij was naar de matchbijeenkomst gekomen met zijn vriendin, die net zo goed zijn moeder had kunnen zijn. Een aantrekkelijke, welgevormde vrouw, die Eva,  daar niet van, maar zeker vijftien jaartjes ouder dan de vijfentwintig jarige Julio. We spreken af om als eerste activiteit een middagje samen te gaan fietsen. Het zou korte broekenweer worden die vrijdag. Langs de IJssel fietsen richting Gouda is het plan. Ik ben een fervente fietser; hij, minder maar is toch akkoord.  We spreken af bij de Brienenoordbrug. Drie kwartier na afspraak is Julio er nog steeds niet. Eva beantwoordt mijn telefoontje:
‘Hij is al ruim een uur geleden hier weggefietst.’
Op een krakende,  hinderlijk doortrappende opoefiets, zonder versnelling maar mèt terugtraprem, arriveert Julio, een uur te laat, bij de Brienenoordbrug. Totaal bezweet. Zeiknat is zijn spijkerbroek; zeiknat zijn zwarte t-shirt.  Daar staan we dan aan de start: een uitzonderlijk koppel. Ik, nog helemaal okselfris, met mijn nieuwe Gitane mountain bike, maandje oud pas, ontelbaar versnellingen en Julio, die het door die ouwe rotbrik, in feite nu al helemaal gehad heeft met fietsen.    
Meteen doorknallen richting Gouda, besluiten we desalniettemin. Er is al tijd genoeg verloren gegaan! Julio komt nauwelijks vooruit op die kutfiets, dus stel ik na een kwartiertje maar voor om even van fiets te wisselen. Dat voorstel was niet aan dovemansoren gezegd.  Na een korte instructie aan Julio over mijn fietsje,  racet hij richting Gouda. Die instructie had hij echt niet nodig gehad. Met de vingers in zijn neus komt hij in Gouda aan.
Ik, daarentegen, kom met het snot  voor mijn ogen bij de brug bij Gouda aan. Als ik met mijn eigen fietsje in de boter rijd ben ik er, zeker weten, in drie kwartier.  Nu,  met die kloterige opoefiets van Julio, heb ik na een kwartier al pap in de benen en doe ik over zo’n lullig ritje drie en een half uur.

Dan vindt Julio het nodig om mij een beetje te gaan lopen dollen, daar bij die brug over de Gouwe bij Gouda.  Meneer weigert me mijn fietssleutel terug te geven. Daar komt een beetje lacherig stoeien van en er ontstaat een onschuldig woordenwisselingetje zo van:
‘Non, desea en su moto a Rotterdam.’ Wat zoveel zal betekenen als dat hij op mijn fiets naar Rotterdam terug wil. Ik zeg dan:
‘Hé joh, kom op nou man, doe niet zo lullig man, geef dat sleuteltje nou terug, Julio.’ Een heel ultralicht zetje geef ik hem dan, waardoor hij, ongelukkig,  achterover in het gras van het talud langs de Gouwe tuimelt. Ter nauwer nood weet hij te voorkomen dat hij het riviertje in rolt. Gelukkig vat hij het allemaal heel sportief op. Lachend geeft hij mij mijn sleuteltje terug.
‘Sólo era broma.’ zegt hij in goed Rotterdams. (‘Was maar een geintje.’)

‘Julio, ik weet niet wat jij doet,’ zei ik, ’maar ik kan geen deuk meer in een pakkie boter rijden. Ik pak de trein terug naar Rotterdam.’  Van dat pakkie boter snapt hij natuurlijk niks maar dat ‘met de trein terug’’ snapt hij uitstekend en daar is hij het van harte mee eens.
Met een sierlijke boog gooit Julio zijn afgeragde opoefiets de Gouwe in.
‘Adios koetefietsa.'  
Julio belt zijn vrouw en zegt haar dat hij met de trein onderweg is naar Rotterdam CS. Ik heb van te voren al de benodigde kaartjes gekocht (voor mij en de fiets). Zo ben ik dus op de eerste de beste afspraak al door die twaalf en een halve euro onkostenvergoeding heen. Julio geeft er de voorkeur aan om in de trein een kaartje te kopen. Hij zwijnt, want er komt geen controle.
Op het perron staat Eva. Ze heet ons welkom in Rotterdam.      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten