woensdag 13 maart 2024

TRANSITIE.

Ik schat hem op een jaar of zestig. Hij loopt op knalrode pumps, met zwarte netkousen over zijn iets te dunne benen. Hij heeft een leren minirok aan en een zwart jack waarop vele medailles en insignes zijn gespeld. Om zijn nek is slordig een boerenzakdoek geknoopt. Met een ouderwetse opoe-fiets in zijn handen staat hij luidkeels over koetjes en kalfjes te kwetteren tegen een jonge Surinaamse moeder.

Hij is echt wat je noemt een relnicht. Ook de minder vrolijke zaken bespaart hij zijn medereizigers niet. Iedereen in de metro mag horen, dat hij op bezoek gaat bij zijn terminale vriend. Die zit in het Rose Land net even buiten Capelle. Daarom heeft hij zijn fiets ook meegenomen, want hij moet straks, na het eindpunt nog een kwartiertje fietsen. De Surinaamse vrouw heeft absoluut geen interesse in zijn gekakel. Haar dochtertje wipt onrustig op haar schoot: ‘Mama, ik ben een beetje bang’ en ze werpt een blik op die tetterende man.


Zonder blikken of blozen vertelt hij nog in die volle metrowagon aan de Surinaamse, dat zijn vriend pas vijfendertig is. Anderhalf jaar terug heeft hen een transitie ondergaan. Een paar maanden terug traden er complicaties op. Niet zo zeer van de transitie zelf. Die ging volgens het boekje. Het duurt nu al veel te lang. Het kwam doordat de al aanwezige kankercellen ongecontroleerd begonnen te woekeren. Hij durft het haast niet te zeggen. Maar hij is echt bang. Zijn vriend is zo kwetsbaar.


Hij praatte maar door. Het was hem niet eens opgevallen dat de Surinaamse en haar dochtertje al bij de vorige halte waren uitgestapt. Meerdere passagiers stappen uit. Zij kunnen of willen dit smartelijke relaas niet meer aanhoren. Zijn vriend is onderhand vel over been. Hoe langer het duurt des te onwaarschijnlijker het wordt dat hen het gaat redden.


Het eindpunt van de metro is bereikt ... in tranen loopt hij met zijn opoe-fiets het perron op. Langzaam verliest hij de grip op zijn fiets. Hij gaat onderuit. De pet valt van zijn hoofd, een rode pump vliegt van zijn voet, zijn panty scheurt: ‘Blijf maar rustig liggen, meneer. Doe uw ogen maar dicht. Komt goed …’ hoort hij nog. 

dinsdag 12 maart 2024

TWEE GANZEN,

Twee ganzen, een witte en een bonte, staan op voet van oorlog. Ze zwemmen in de sloot, op een metertje afstand van elkaar. Al geruime tijd trekken ze, luidkeels gakkend, de aandacht van het echtpaar dat woont tegenover de sloot. Af en toe zwemmen de vogels iets dichter naar elkaar. Dreigen ze elkaar aan te vallen. Maar daar komt het nog niet van.


De vitrage in de woonkamer van het echtpaar is wat opengeschoven. In de opening zijn, dicht bij elkaar, achter het raam, de licht gespannen, grijze koppies te zien van het stel. Gekker zal het toch niet worden. Zo wordt daar binnen gedacht. Langzaam gaat de vitrage weer toe.


Aan de waterkant waggelt onrustig een geheel witte moedergans. Ze volgt gespannen de strijd in het water. Met acht nerveus piepende kuikentjes achter zich aan. Dat is geen makkie. Eén van de vechtersbazen, die witte, met die gekke snavel, is zeker en vast haar partner en … de vader van die acht kleine schatjes van kuikens. Iedere stilte die de vechtjassen laten vallen wordt door moeder gans benut. Met een hartverscheurende ‘gaksound’ betuigt ze haar liefje steun. De piepkleine gansjes doen stuk voor stuk zichtbaar hun stinkende best om papa te steunen, maar daar is helemaal niks van te horen.


Eén ogenblik is het doodstil. Het lijkt alsof alle omgevingsgeluiden, even wegvallen. De bekende stilte voor de storm? De witte slaakt dan een afschuwwekkende ’aanvalsgak’. Gesmoord, afgeknepen klinkt de doodskreet van de bonte. Heel kort maar, want met alle kracht wordt die bonte onder water gehouden. Tevergeefs probeert hij nog een paar keer uit de wurgende greep van zijn aanvaller te komen. In nog geen drie minuten komt er een eind aan de lijdensweg van de bonte. Verzopen! De witte zwemt trots naar de kant om zich door zijn partner en kroost te laten fêteren.


Achter het raam, tussen de weer opengeschoven vitrage, verschijnen die grijze koppies weer. Deels opgelucht. Zo lijkt het. Ontspannen toch wel. Deze keer zijn ze nog de dans ontsprongen. Ze zijn er absoluut van overtuigd dat het steeds dichterbij komt.

maandag 11 maart 2024

STATIEGELD.

Het litteken ontsiert mijn bovenbeen sinds 1959, het jaar waarin Sparta kampioen werd. Ik werd dat jaar negen. Elke maandag na een thuiswedstrijd van Sparta, gingen mijn vriend Anton en ik naar het Kasteel. We klommen een hek over om ònder de ere-tribune, lege flessies te verzamelen. Voor het statiegeld. Die maandag, de dag na Sparta – Feijenoord, nam ik een stel grote boodschappentassen mee. Helemaal op mijn gemak voelde ik me niet. Het was toch jatten van Sparta. Onder het hoge, houten, schuin oplopende dak van die tribune was het akelig donker. Elke keer als Anton een flesje lawaaierig in een tas gooide, hoopte ik dat niemand het zou horen.



Alle tassen waren vol. Bij elkaar hadden we nu zeker tien gulden. We vonden een goeie plek om het Kasteel weer uit te komen. Over een gevaarlijk hek. Anton klom er makkelijk overheen.
“Geef die tassen maar aan mij en kom dan zelf’, zei Anton. ‘Ik vang je wel op.” Naar boven, geen probleem. Maar halverwege de afdaling verloor ik mijn grip op het hek. Een halve meter viel ik naar beneden. Met de binnenkant van mijn dijbeen bleef ik in een grote scherpe punt van dat hek hangen. Een metertje boven de grond. Gelukkig kon ik voorkomen, dat ik achterover op straat zou kukelen. Mezelf omhoog trekken lukte niet. Ik stierf van de pijn. Het lukte Anton niet om mij van het hek af te tillen. Met de tassen vol flessen rende hij weg en riep: ‘Ik ga hulp halen’.


Lange tijd hing ik daar te jammeren. Geen Anton te zien.
Daar kwam iemand mijn kant op: de man met te korte armpjes en beentjes. Het mikpunt van de pestapies uit de buurt. We riepen ‘kippenpoot’ naar hem en renden laf weg, als hij boos achter ons aankwam.
“Waarom nou net hij?” dacht ik.
"Wat zit jij daar nou te jammeren?
“Help me alstublieft,’ kermde ik.
Hij beet me toe: “Blijf maar lekker zitten! Je zit daar goed, vuile pestaap!” Driftig beende hij weg.


Maar hij bedacht zich. Kwam weer naar me toe. Met zijn korte, stevige armpjes tilde hij me van de punt. Met zijn sjaal bond hij de hevig bloedende wond af en bracht me naar mijn huisarts. Die hechtte de wond. De kippenpoot leverde me thuis af. Hij aaide me even over mijn hoofd en liet me alleen.


Anton heeft me gewoon laten stikken. Heel lullig. Toen ik voor het eerst weer op school was, kwam hij naar me toe: “Hier, hebbie een gulden … van die flessies nog”.

“Steek die gulden maar in je reet, klootzak!”

zondag 10 maart 2024

DE VIER VAN DE HOEK. (5) THERÈSE. SLOT.

Ze hebben me door, die vier. Ik ga weg bij de ’Stranddance’. Haast me over de duinen in de richting van het strand. De andere vier bleven in ‘freeze’ achter. Niet alleen An en Fritsje zijn gefilmd. Ook Bram en Harm. Waar die twee mannen nog geen flauw benul van hebben is, dat ze, ongecensureerd, door miljoenen You Tubers gevolgd zullen worden. Vanaf nu is het voor mij klaar met filmen. Goed gecast ... dat viertal. Voorspelbare, meegaande types. Geknipt voor dit duinspel. Happig zullen mijn volgers zijn. Ik ga met mijn filmbeelden binnen lopen. De zee, ik ruik haar maar ze is nog niet in zicht. De vier, die ik achterliet in de ‘Stranddance’, zijn nog buiten beeld. Ik schiet, buiten adem, een gecamoufleerde bunker in. Pikkedonker. Heel even ben ik daar voor twee dingen. Één: veiligstellen van de film. Twéé: de camera vermorzelen. Het viertal nadert met rasse schreden. Snel verlaat ik de bunker … stel me verdekt op. De vier gaan de bunker in. Op zoek naar mij. Dan knal ik, met mijn superpower, de bunker hermetisch dicht. Dag Fritsje, dag Harm, dag Bram en dag An, geniet er samen van. Ik slinger me over duinpaadjes en door duinpannetjes richting strand. Schoenen vol met zand. Zeemeeuwen die me krijsend spotten.

Sporadisch neem ik gas terug. Die hitte! Don't panic. De vier zitten muurvast. Het is een feit, ik ben ze kwijt, ik ben ze kwijt. Onze ‘sterrencast’. Die zien we nooit meer terug. Mijn camera ligt daar aan diggelen in de bunker. Geheel onverwachts word ik door ‘politie-stillen’ aangehouden. (Ik speel de verbaasde onschuld). Waarom? Wat heb ik misdaan? Ik begrijp het niet.
Uit de bunker in de Hoek klinken aarzelend, nog iele geluidjes op, alleen hoorbaar voor nabije meeuwen, ratten, muizen en ook bromvliegen. De hittegolf regeert en vereist spoedig absolute stilte.

De vier van de Hoek (Naschrift).

Wanneer in 2028, ruim drie jaar later, bunkers moeten worden gesloopt ten behoeve van de bouw van peperdure bungalows, worden de lichamen van de vier, in verregaande staat van ontbinding aangetroffen. Bij de identificatie van de stoffelijke overschotten werd An herkend aan haar hazenlip. Vrijwel onherkenbaar, werd de rose stretchy Mr. Marvis pantalon van Harm, vreemd genoeg aangetroffen op het lichaam van Bram.
In duinen van Hoek van Holland zal voor het viertal een monument worden opgericht.

Tot op de dag van vandaag kunnen vlogs van ‘de vier van de Hoek’ nog gevolgd worden op sociale media. Dat gebeurt massaal: zo’n drie miljoen volgers op jaarbasis.

zaterdag 9 maart 2024

DE VIER VAN DE HOEK. (4) FRITSJE.

An kan gewoon niet van me afblijven. Ze kletst me ook nog de oren van het hoofd. ‘Hèbben jullie nou wat met elkaar of niet?’ ‘Gek word ik er van. Dat gezeik van Bram en Harm steeds! Die flikker loopt mij en Ans vrijwel constant kwijlend aan te staren. Zou die misschien iets met ons samen willen? Neen? Rot dan op! Therèse en Bram lopen gearmd. Harm helemaal voorop in z’n rose strakke broek. An moet straks in de pauze gewoon haar mond houden over mij. Ik stalk niet! Er worden (gesmolten) Snickers uitgedeeld. Ieder krijgt er twee. Bram en Harm hebben pech.



Therèse houdt vanaf nu haar mond. Ze mag haar borsten wel eens insmeren … haar tepels zeker, die verbranden in een mum van tijd. Ze blijft vooral An en mij filmen. An en ik begluren elkaar van achter bomen en struiken … in duinpannetjes ook. An kijkt gefocust naar mij vanachter een dikke eik, wanneer ik in een duinpannetje op me gemakkie sta te … je-weet-welle. Ik moet van Therèse dan uit mijn linker ooghoek naar An kijken als ze een plasje gaat zitten doen in het prikkende helmgras . Wat origineel hè?? Dat is Therèse nou, op en top. Zo gaat het naar You Tube. Door naar de volgers. Het door haar bedachte spelletje.


Harm en Bram weten van officieel nog van niks maar beginnen wel argwaan te krijgen.


Therèse blijft alles filmen. An en ik zijn ‘de dupe’ … en in zekere zin de andere mannen ook. Wij zijn alle vier simpele figuranten in haar meesterwerk. Alleen An en ik hebben er voor getekend dat zij alle rechten behoudt. Kosteloos! Stom. Maar er is geen weg meer terug. An en ik moeten blijven spelen. Van die twee mannen filmt Therèse hun ontspannen wandelmomenten in het zinderend hete duinlandschap. De camera ‘pakt’ An en mij juist steeds op kwetsbare momenten. Op onze ontblote of half ontblote lijven wordt ingezoomd. Niet per sé bij seks-scenes dus, want die zijn er überhaupt nauwelijks, maar volop bij pies- en poepscenes. Die zijn inmiddels duizenden keren op sociale media gevolgd. De hoogste kijkcijfers tot nu toe kreeg het insmeren van mijn heftig verbrande nek en benen met Dr. Hauschka After Sun Lotion: bijna een miljoen volgers. Misschien omdat ik het zo uitgilde van de pijn.


Wij vieren worden ons er steeds meer van bewust dat Therèse ons misbruikt en daar flink beter van wordt. Ik rammel onderhand. Ben vast niet de enige. Een paar lekkere Wasa Sesam knäckertjes met Rotterdamsche Oude Kaas 55 weken gerijpt, bijvoorbeeld en dan nog twee Wasa Volkoren knäckertjes met Bonne Maman Aardbeien Minder Suiker. Die gaan er in als koek. Zeker weten.

DE VIER VAN DE HOEK. (3) BRAM

Therèse, altijd maar in de weer met die camera en die stinkpeuken. Zelfs op deze 8e maart. Internationale vrouwendag. Ze port mij en Harm: ’Hé, wat denken jullie? Is er een romance tussen Fritsje en An?  Kijk toch eens hoe frivool …., babbelen, lachen ... ze kunnen niet van elkaar afblijven … de tortelduifjes.  Ik houd mijn mond  over wat ik voel voor Harm. D’r is zo weer een nieuwe roddel geboren. Wat een bloedhitte. Ik drijf. Mijn Happy Earth deo spray is uitgewerkt en op ook.

Verdomd als het niet waar is, ik had niks door van een romance.  An, die toch al een pesthekel heeft aan Therèse, wil dat ze ‘ontmiddellijkt stop met dat ‘Story’-gelul’. Ze belt er gelijk over met haar.  Therèse loopt bij mij voorop. Ze vroeg me of ik ‘de Stranddance’ gereserveerd had voor vijf personen. Voor de koffie en de vergadering over het probleemgeval Fritsje.  Helemaal vergeten! Stom, stom, stom!  Ik hoor An vreselijk te keer gaan aan de andere kant van de ‘lijn’. Uit Therèse’s mobiel hoor ik tot vervelens toe het woord ‘romance’. Ze klikt het gesprek weg en gaat zich, waar ik bij sta uitkleden. Topless, in haar H&M Triangelbikinibroekje,  wandelt ze gewoon verder in de duinen. Staat haar prima overigens. Maar haar tieten zijn helemaal niet zo dik. Daar loog ze vanmorgen over. Ik word er in ieder geval niet warm of koud van.   

Fritsje dagdroomt. Geen flauw idee wat hem te wachten staat. Hij houdt van vlinders (in zijn buik zeker). Want in maart zijn d’r nog niet zo veel in de natuur. In de duinen zeker niet … nergens niet in heel Nederland niet. Die komen in mei pas. Alle vogels leggen dan een ei pas. Vlinderlarfjes … zijn dan lekkere hapjes voor jonge vogels. Zou me niets verbazen als Fritsje zonnesteek heeft. Zonder Nike petje, zonder zonnebril en ook zonder Salt & Stone SP Factor 50 crème . Van mij mocht hij die Ray-Ban, mijn reserve bril, wel ff lenen … niet nodig vond het eigenwijze mannetje.   

An wil met me dansen.  Ga ik doen. Ik ben wel geen John Travolta, maar dat maak niet uit. Ik zie d’r verzorgd uit (doe een andere broek aan)… heb humor, een mooie, lage stem … goed ritmegevoel ... alleen die deo, hè … shit. Maar eigenlijk heeft ze weinig keus … Fritsje is te stram en Harm is een flikker . Hoewel … ze zeggen dat alle mannelijke dansers homo zijn. Dat is natuurlijk niet waar. Homo’s zijn over het algemeen wèl dol op dansen. Zelf ben ik er nog steeds niet uit of ik nou wel of geen homo ben. Maakt verder ook niet uit. Ik ben blij dat ik mijn Werner Kerns heb meegenomen. Die dansen me toch lekker!

donderdag 7 maart 2024

DE VIER VAN DE HOEK. (2) AN

Na een jaar kent ik Harm zijn smoesjes onderhand wel. Ik smeert nog effe vet Tom Ford Lip Color in Scarlet Rouge op me lippen. Doet ie net of zijn neus bloedt. Zegt ie expres niks van me dikke rooie hazenlip. Loopt op z’n elf-en-dertigst, die homo. Hij stopt bij de bramenstruik om te pissen of … statie daar wat anders te doen? Neen, hij state pissen. Z’n Calvin Klein boxershort op z’n schoenen, z'n plasser in z’n hand. ‘Die Harm …hmm … een leuke gosert, mooi lijf, beetje smalletjes, dat wel, maar ja, je kennie alles hebbe, toch? Wat gatie nou daar staan doen? Ik ziet hem bezig … hij mij ook? Ik blijft kijken .... shit hij ziet me, shit, shit! Stoptie hem vingersvlug terug in z’n broek.’ ‘Moet je je handen niet effe wassen, knul?’ ‘Hoezo?’ ‘Omdat je heb staan zeiken natuurlijk en ... weet ik veel … wat verder. Maar daar heeft ik het nou niet over. Hier … een papieren zakdoekie. Droogt je handen nou maar!’



Dat slappe lulletje moet me lopen beloeren, stalken. Dat is het spel. Moet er niet te dik boven op leggen! Op een verborgen duinpaadje staat hij minutenlang ‘over me te fantaseren,’ lijk wel.’ Ik smeert hem … ’t blijft een eng mannetje.


Alleen ik, Therèse en Fritsje kennen het spelletje. ’Is Therèse wel goed bij d’r hoofd, als ze dreigt Fritsje uit de groep te gooien? Hij is de hoofdrol samen met mij. Ze dolt die andere twee. Voor Bram geen denken aan. ‘Waar is Therèse? Bram zijn broek zakt tot op zijn enkels. Hij is witheet. Harm gaat voor hem staan, met zijn fragile lijfje. ‘Rustig Bram’. Harm geeft hem per abuis een zetje. Hij kukelt met z’n reet in de blub.
‘Effe rustig luisteren jullie. Iedereen moet het nu onder de hand wel weten. Ik en Fritsje spelen onze rollen met verve. Ik laat hem niet de groep uitflikkeren. Ik hebt gehoord dat hij over mijn hebt lopen lullen. Slappe koetjes. Kalfjes ook. Dat ik eenenzestig bent, een sappig lichaam heeft en opgewonden. Dat hebt ik gehoord. Jaaa, dat kwam uit Fritsjes mond. Maar … moet hij daarom weg? Therèse, die kettingrookt (Marlboro) en alles filmt (Canon XF605), steekt haar duim omhoog. Hij kijkt beteuterd. Wat gebeurd is, is dat nou ech zo errug? Zo benne we lekker bezig met mekaar. Dat is geen stalken maar spelen? Ik smeer met liefde wat Garnier Ambre Solaire Beschermende Zonnemelk faktor 30 op Fritsjes verbrande nek en beentjes. Harm en Bram zijn uit het lood geslagen. Harm is stilletjes. Hij heeft niet zo veel op met dat ‘damesgluren’. Zijn geaardheid zeker.