vrijdag 11 oktober 2019

HOLLE BOOM


Dus als ik het goed begrijp is het allemaal bij elkaar gelogen?
Nou….gelogen, gelogen…zo erg is het nou ook weer niet.
Gisteren hoorde ik anders een zelfde soort verhaal maar dan toch wel enigszins anders. In dat verhaal, dat van gisteren, speelden huisdieren een prominente rol, huisdieren en ongedierte als zieke duiven, ratten,  dikke spinnen. De hiervoor genoemde dieren woonden in hun eigen gat in de grond, heel ongezellig. De enigen die in het verhaal van vandaag nog figureerden waren magere muizen, fruitvliegjes, schreeuwende meeuwen en loopse hondjes en die hadden tenminste nog wat met elkaar. ….die zieke duiven, ratten en dikke spinnen konden elkaar niet luchten of zien en ze bleven dus zo ver mogelijk uit elkaars buurt……dat wil zeggen ze beloerden elkaar wel en als ze ook maar een heel klein kansje kregen deden ze toch iets vervelends bij elkaar. Maar het liefst bleven ze wel uit elkaars buurt.
De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loops hondjes konden het goed met elkaar vinden….ze woonden ook in dezelfde boom, dezelfde holle boom, en ze woonden gewoon door elkaar heen en deden elkaar geen greintje kwaad.  Ze hadden het er met elkaar wel eens over hoe vreemd  de andere dieren zich gedroegen (je weet wel: de zieke duiven en dergelijke) Een zieke duif maakte er een sport van om als het donker werd de andere dieren op hun kop te schijten. De holle boombewoners moesten daar wel erg om lachen maar ze konden het toch niet goed begrijpen dat zo’n zieke duif daar plezier in had en verder begrepen ze niet dat de andere gatenbewoners zich dat zomaar lieten welgevallen. En elke avond tegen dat het donker werd gebeurde het opnieuw en steeds hadden de andere dieren een heidens karwei aan het schoonpoetsen van hun vol gepoepte hoofd.
Nee, de holle boombewoners hadden wel wat beters te doen dan elkaar weg te pesten. Tegen de tijd dat het donker werd gingen ze slapen maar daarvoor maakten ze het zich zo gezellig mogelijk. 
De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loopse hondjes gebruikten gezamenlijk de avondmaaltijd die meestal bestond uit zieke duiven, ratten en dikke spinnen….maar dat waren hele andere beesten dan die in de buurtgaten woonden. De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loops hondjes wisten niet dat de vieze duiven, de ratten en de dikke spinnen, vieze duiven, ratten en dikke spinnen heetten. Ze aten gewoon wat ze lekker vonden. En de fruitvliegjes aten het liefst dikke spinnen, de schreeuwende meeuwen smulden het liefst van zieke duiven  en de loopse hondjes en de magere muizen aten het liefst de ratten op …..en daarna gingen ze allemaal lekker tegen elkaar aan liggen  en heerlijk slapen.
Jammer voor de gatendieren dat ze de hele nacht wakker moesten blijven om hun kop schoon te maken alleen die ene zieke duif sliep natuurlijk want die was niet op zijn kop gescheten. Als de koppen van de andere gatendieren  schoon waren moesten ze alweer hun gat uit op zoek naar voedsel net als de holle boombewoners maar die hadden tenminste nog  lekker gegeten en geslapen.

woensdag 9 oktober 2019

IN VUUR EN VLAM


Toen ik de deur opende schrok ik me rot
Ja, dat heb ik ook wel eens maar eh ………. hoezo schrok je je dan rot
Er stond een grote vuilnisbak te fikken voor mijn deur….
Een grote vuilnisbak, vlak voor je deur? Dat kan niet per ongeluk wezen, dat moet iemand expres gedaan hebben…..met voorbedachte rade zou ik haast zeggen
Door het vuur en de rook die uit de grote vuilnisbak sloeg werd ik zowat verblind en stikte ik bijna. Ik moest een paar stappen achteruit doen om die vlammen en die rook te kunnen vermijden. Maar nou komt het merkwaardige…..toen ik zo’n vijf stappen achteruit had gemaakt werd ik opgevangen door de grote schep van een landbouwtractor, die me omhoog tilde zodat ik over de brandende vuilnisbak kon kijken en tot mijn grote schrik stonden daar vijf paarden, tien koeien, acht varkens, twintig kippen ……..en ……er was nog meer maar ik werd alweer naar beneden gezwiept door de landbouwtractor bestuurder (het zal wel een boer geweest zijn). Ik vroeg vriendelijk aan de boer of hij me weer omhoog wilde tillen omdat ik graan alles wilde zien wat er was. Dat deed hij. Toen zag ik nog zeven konijnen, elf geiten, twee schapen, dertien lama’s en een giraf. Nog verderop stond ook een landbouwtractor met z’n schep omhoog ik kon niet goed zien wie er daar omhoog getild was, het leek eigenlijk wel een klein nijlpaardje maar dan met een slurfje. Een nog tamelijk jong beestje.
Dat zijn toch eigenlijk niet  de dieren die je in deze omgeving verwacht ja, die koeien, geiten, schapen, konijnen, ratten, muizen, paarden, a l die zie je hier wel meer maar zo’n giraf, een klein nijlpaardje met een slurfje, die zie je in deze streken toch een stuk minder als in het Verre Oosten en Verre Zuiden.  Opvallend vind ik wel hier een vertegenwoordiger van het Verre Noorden geheel en al ontbreken.
Als ik me niet vergis dan hoor ik daar vanuit het noorden wel een brandweerwagen aankomen. Wie zou die gebeld hebben Jij soms?
Nee, ik heb geen telefoon bij me. Hoe zou ik dat moeten doen. Misschien heeft een van die boeren op de trekkers de brandweer gealarmeerd. Hoewel die ene achter me als een luiwammes onderuitgezakt zit met een uitdrukking op zijn gezicht van ‘mij interesseert het geen lor wat hier gebeurt’ De boer op die andere trekker (met dat kleine neushoorntje met dat slurfje) die staat te ver van hem dus kan ik  niet zien of hij een telefoon heeft.
 Intussen wordt het geluid van brandweerwagen (of zijn het er meerdere) steeds luider. Het vuur, de vlammen en de rook wordt allengs steeds minder. De plastic vuilnisbak zakt steeds verder in. Het kleine neushoorntje met het slurfje bleek geen slurfje te hebben. Er lag op de schep van de trekker nog een klein ólifantje onder het kleine neushoorntje en dat slurfje van dat  olifantje zagen we voor het slurfje van het neushoorntje aan. Ondertussen was de Brandweer gearriveerd, het vuur gedoofd en alle in- en uitheemse dieren waren alle kanten op weggespurt  en de beide trekkers hadden rechtsomkeert gemaakt en wij konden alleen nog maar tegen elkaar zeggen:  ‘wat was dat nou voor raar verhaal?!’

zaterdag 5 oktober 2019

METRO


Het is al weer een paar weken zo ver dat de Rotterdamse Metro, Hoek van Holland Haven als nieuw station erbij heeft gekregen. Nog twee jaartjes wachten en de Metro rijdt helemaal naar Hoek van Holland Strand. Er wordt daarvoor een gloednieuw station gebouwd.  Dan kunnen we vanuit Capelle Ommoord , Alexanderpolder, Nesselande in een ruk naar het Strand daar tuffen.
Ik ben van plan om vóór 2022 ook al vast een keertje te gaan  naar de zee.. Ik stel me dan zo voor om te gaan lopen van Hoek van Holland Haven naar Hoek van Holland Strand.  Het moet dan wel een beetje lekker weer zijn. Want als het een beetje slecht weer is kan het daar behoorlijk spoken en dan bedoel ik: wild regenen, knalhard waaien en dan heb ik het nog niet eens over vriezen en sneeuwen. Misschien komt het er in de  maand oktober nog wel van. Het is de laatste jaren in oktober best lekker weer geweest zo af en toe….dan kon het nog wel eens rond de twintig graden zijn en dan was het heerlijk buiten toeven. 
Ik stap dan op bij de halte Prinsenlaan in Prinsenland en denk dat ik dan binnen een uurtje in Hoek van Holland Haven ben. Dan is het nog een half uurtje lopen naar het strand en dan kunnen we vanaf de duinen de zee zien golven. Het zal wel veel drukker zijn dan normaal nu het strand bereikbaar is met de metro.  Zullen er werkelijk minder mensen met de auto gaan? Want dat was altijd op de route van Rotterdam naar de zee altijd zo ellendig, die urenlange files. Al die mensen zullen nu toch wel met de metro gaan. Of vergis ik me daar in. Zijn de mensen te verknocht aan hun auto? Ik zelf heb natuurlijk geen auto. Dus sta  ik niet voor die keuze.  Mijn vriendin en ik  lopen als het in oktober mooi weer is met onze blote voeten over het warme zand (want het zonnetje schijnt immers lekker). We lopen tot aan de branding en  ik rol mijn broek een stukje op en samen waden we door het koude water, maar dat is nu niet zo erg want dadelijk, als we weer op het zand lopen, worden onze voeten vanzelf weer warm. We lopen niet zo  veel door het water; misschien 150 meter dan lopen we het strand weer op en halverwege de branding en de duinen gaan we op het strand zitten om onze meegebrachte koeken op te peuzelen. Maar eerst vegen we het zand van onze voeten. Dat kan makkelijk want onze voeten zijn al heel snel opgedroogd.
‘Er is geen wolkje aan de lucht’, zegt mijn vriendin, ze ziet wel heel veel meeuwen en verder op zee grote boten varen die in de richting van de Rotterdamse haven opstomen. We hebben ons de koek laten smaken en het wordt zo langzamerhand tijd om op huis aan te geen. We weten niet precies hoe laat de metro gaat bij Hoek van Holland Haven maar we vermoeden dat ie eens in het half uur rijdt.
Het was best leuk om dit eens mee te maken.

vrijdag 4 oktober 2019

DOODSKOPZWEEFVLIEG


Nu het al weer een tijdje herfst is beginnen bladeren en insecten problemen op te leveren.  Alhoewel ,moeten we gevallen bladeren wel als problematisch beschouwen. En insecten, zouden wij daar nu zoveel last van hebben. Het is misschien handig en ook wel noodzakelijk om eens te bekijken of we zowel van bladeren als van insecten profijt kunnen hebben. Allereerst moeten we natuurlijk verschil maken tussen gebladerte op een harde, stenen, asfalt, ondergrond of op een zachte, poreuze ondergrond zoals aarde (tuin, bos) of grasland. Hetzelfde geldt voor de insecten. Het maakt nog al wat uit of de ondergrond hard of zacht is. Over het algemeen kan gezegd worden dat de zachte ondergrond in het algemeen gediend is bij een stevig bladerdek ….er woekert van alles tussen en onder de bladeren  zelf ontstaat een warme deken voor de plantjes, die straks in de lente weer gaan pogen naar het daglicht te groeien.
Wat de insecten doen is van allerlei soort. De ene soort ligt op de loer naar voorbijkomend voedsel  weer andere insecten hebben het voorzien op onderdelen van grotere dieren als mollen, muizen, ratten, poezen, honden, koeien, paarden, schapen, geiten, kamelen, konijnen en zelfs ook mensen. Natuurlijk kan de insect niet in een keer een hond oppeuzelen . Maar een hond kan wel degelijk goed geraakt worden door een beet van een wesp in herfst-retraite. Zo is er ook de ‘afvalvlieg’ die in zijn eentje op een poes afvliegt , die daar vervolgens het bewustzijn door verliest, waarna uit de herfstdeken honderden vliegenmaatjes onder de deken vandaan komen om in razend tempo (zoals piranha’s dat kunnen) de poes opvreten……het is in nog geen vijf minuten gebeurd. Mollen, zou je denken, hebben een reinigende functie in het geheel tussen insecten en gebladerte. Maar integendeel ze zijn juist uitermate kwetsbaar omdat ze zoals bekend blind zijn. Het komt elke winter verscheidene malen voor dat een willekeurige mol boven de grond komt gekrabbeld midden in een nest ‘doodskopzweefvliegen’ die met een honderdtal tegelijk de mol een lift geven en hem in de lucht houden en daar, ja daar (!) opeten…….van die mol blijft letterlijk niets over. Vaak zitten er op de grond op het gebladerte tientallen ‘zweefvliegen’ te wachten op wat overblijft van de mol maar dat is tevergeefs…de mol gaat schoon op. De ‘doodskopzweefvlieg’, die makkelijk 10 tot 20 mollen per herfst verorberen kan (en dat ook doet), wordt daardoor zo’n krachtige speler in het herfsttij  dat ‘de doodskopvlieg’ zijn terrein ook verlegt naar de harde ondergrond waar veel grotere en niet blinde slachtoffers te vinden zijn. Bijvoorbeeld de niets vermoedende mens die uit miljeu-vriendelijk oogpunt een bladerdeken op het  balkon laat liggen. Dat is bij uitstek  de plek voor de bijna volgevreten ‘doodskopzweefvlieg’, die nog wel trek heeft in een hapje.   In een niets vermoedende peuter bijvoorbeeld die enthousiast bladeren omhoog gaat lopen gooien op het balkon en voor dat pappa , mamma, broertjes en zusjes het in de gaten hebben is kleine broertje helemaal opgepeuzeld door ‘de doodskopzweefvlieg’ en is niets meer van hem terug te vinden op het balkon.

zondag 29 september 2019

DISCO


Het was een leuke dancing daar in Zomerland, een tamelijke nieuwbouwwijk van Rotterdam. Die dancing was in een kerk, de Heilige Antoniuskerk. Bij Heilige Antonius moet ik altijd denken aan als ik iets kwijt ben, dan moesten we altijd van onze moeder zeggen: Heilige Antonius Beste Vrind maak dat ik mijn hijskraan (bijvoorbeeld) weer Vind (als ik die kwijt zou zijn bijvoorbeeld; maar het  lijkt me sterk dat ik die kwijt zou zijn).
Die dancing deed het goed. Zo in de zestiger jaren van de vorige eeuw (deze eeuw heeft toch nog geen zestiger jaren gehad?) liep die disco elk weekend helemaal vol. Allemaal jongens en meisjes van 16 tot zo’n 20 jaar die dansten op de muziek van The Rolling Stones, The Beatles, Rob de Nijs, Willeke Alberti en ga zo maar door.
Het was er heel gezellig maar bier of wijn was er niet te krijgen. Er werd voornamelijk Cola en Seven Up gedronken uit een flesje met een rietje. En het duurde meestal van half acht tot elf uur. Zo halverwege de avond ging de disc jockey slijpnummers draaien zoals ‘A wither shade of pale’ van ‘Procul Harum’  of ‘The sun ain’t gonna shine anymore’ van de Walker Brothers en niet te vergeten ‘Nights in white satin’ van de ‘The moody Blues’’. Toen die slijpnummers eenmaal gedraaid waren kwam het nooit meer goed in de Antonius. Alle vlotte nummer werden weggehoond …..men wilde alleen nog maar slijpen. Tot het einde van de avond aan toe. En als het laatste nummer gedraaid werd, dat was altijd ‘Twist en shout’ van de Beatles deed iedereen ineens demonstratief mee met de snelle muziek dan om nog het gevoel te hebben dat er nog wat gedaan was op het laatst van de avond. Voor de rest had iedereen toch maar een beetje zitten vrijen met elkaar en natuurlijk was dat wel smakelijk want daar was je uiteindelijk  voor gekomen.
Awel, er waren flink was stelletjes gevormd. Nu was het nog de kunst om een goeie plek buiten te vinden om het lekker met elkaar te doen. In Zomerland was in feite plek zat voor een lekker vrijplek. Ik weet me bijvoorbeeld nog goed te herinneren dat Helga en ik , wij waren destijds een koppeltje voor één avondje, een prachtige hoek met struiken vonden op de Dwarse van Beveren –Stolkstraat.  Helga was niet zo mooi maar dat vond ik voor deze gelegenheid niet zo erg. Ik had voornamelijk zin en daar ging het om. Helga had als de wiedeweerga haar slipje in haar tasje gepropt en zij probeerde fanatiek mijn nog slappe piemel in haar natte poes te stoppen . maar helaas het lukte niet. Mijn piemel liet zich door Helga niet betoveren en na tien minuten hard proberen stopten we er maar mee. Helga deed haar slip weer aan en ik stopte mijn piemel weer terug in mijn broek. En we gingen op huis aan. Op haar hui aan, want ik had beloofd haar thuis te brengen

zaterdag 28 september 2019

GLADIOLEN

Het is zaterdag dus moet ik boodschappen doen. Mijn vriendin gaat om elf uur naar haar vriendin in het winkelcentrum Oosterflank om daar met haar koffie te drinken ,gebak te eten en eventueel spulletjes te kopen zoals bloesjes, broeken en schoenen en zoals vorige week een smartphone. Maar dat is verder haar zaak.
Ik moet naar de Jumbo om mijn wekelijkse boodschappen te doen. Het zijn de normale boodschappen ….ik ken ze zowat uit mijn hoofd…..alleen vandaag staat er wat bijzonders op mijn boodschappenbriefje: ik ga namelijk hachée met  rode kool maken dus heb ik wat extra spulletjes nodig als, laurierblad, kruidnagels en natuurlijk rundvlees. Binnen een half uur heb ik mijn boodschappen in mijn wagentje geladen en aangezien ik mijn boodschappen scan ben ik ook aan de kassa nog eens gauw klaar. Ik had deze keer controle van de kassière……. Of ik alles wel netjes gescand had. Dan controleert ze willekeurig in mijn karretje 6 producten en als die allemaal netjes gescand zijn dan krijg ik een zegeltje voor een stroopwafelkaart. Tien zegeltjes op een kaart en je krijgt een pak met tien overheerlijke stroopwafels. We (mijn vriendin en ik )zijn zo al aan ons vierde pak stroopwafels toegekomen. Ik reken af en ga op huis aan.
Niet langs de kortste weg maar door het winkelcentrum. Want langs die andere weg waait zo’n enorme wind dat mijn boodschappenwagentje gaat kapseizen en ik er dan nog bij ook. Langs die weg staat de windveroorzaker,  een gebouw van 22 verdiepingen hoog, en als je aan die kant uit de winkel komt loop je aan de noord-oostelijke kant van dat hoge gebouw en daar kan het vreselijk spoken. Mijn vriendin heef zich eens aan mijn broek moeten vasthouden om niet om te vallen. Dus vandaar liever de terugweg via het winkelcentrum.
Op zaterdag staat altijd de bloemenman daar. Een goeie bloemenman. Tenminste: ik heb tot nu toe in 4 jaar 3 bossen bloemen bij hem gekocht en daar had ik niets dan lof over. Alle drie de keren dat ik bloemen kocht waren het gladiolen. En ik kreeg nu weer de onnavolgbare aandrang om het weer te doe. ‘Nee, doe nou niet’ zei ik tegen mezelf, ’neem nou eens wat anders, ….. altijd maar die zelfde bloemsoort’. Dus ging ik maar een tijdje besluiteloos stil staan voor de bloemenwagen.
 ‘Zal ik fresia’s nemen? Neen, die zijn te iel……zonnebloemen, nee, dat kan nu niks meer zijn.’ Voordat ik er erg in had flapte ik er uit:
 ‘Doe mij maar een bos gladiolen, die paarse  alstublieft.. Wat kosten ze ?’  ‘Drie vijftig zei de bloemenman’ en dat vond ik wel een goede prijs.
Tevreden wandelde ik naar huis met de zware gladiolen op mijn boodschappenwagentje . Ik zou niet weten hoie ik ze anders zou moeten meenemen. Bij mijn flat aangekomen liep ik mijn naaste buurvrouw tegen het lijf. Ze had een tip voor me waardoor de gladiolen langer zouden meegaan:
 ‘Je moet de allerbovenste bloem uit elke tak knijpen , dan komen alle bloemen uit.’
Nou dat heb ik gedaan en het werkte alle bloemen kwamen uit. Maar wat ik alleen nog nooit heb meegemaakt is dat na 4 dagen de gladiolen op waren en de vorige jaren stonden ze zeker 10 dagen

vrijdag 27 september 2019

KROKODIL


De kater had het naar zijn  zin deze nacht. Hij had vannacht al twee keer een lekker nummertje gemaakt met een schoon poesje en dat gebeurt tegenwoordig niet zo veel meer . De meeste leuke poesjes worden angstvallig door hun baasjes binnengehouden.
Het was ook echt aan hem te zien dat hij het lekker gehad had…..hij liep er helemaal naar….en als je hem zo zag, straalde hij uit: kom maar op nummer drie.  En er kwam wel een nummer drie maar niet zo’n poesje als hij zich wenste. Met een rauwe kreet en gekraak van takken stortte zich een grote krokodil bovenop de kater, die gelijk buiten westen was en een smakelijke prooi was voor de uit de boom gesprongen krokodil. De krokodil kon rustig zijn hapje oppeuzelen hier in deze rustige wijk: er was geen verkeer en er was geen enkel mens  te bespeuren. Trouwens van mensen had de krokodil toch nauwelijks iets te  duchten Als mensen hem zagen dan zetten ze het al op een lopen vanaf honderd meter afstand. Op zich zou dat geen moeite zijn om een hardlopend mens in te halen. Krokodillen lopen nu eenmaal sneller dan mensen maar dat weten mensen niet.
Voorlopig was de krokodil nog bezig met de kater. Die pluizige haren op de huid van de kater bevielen hem alleen niet. Het kostte hem nogal wat moeite om die harige huid er af te stropen. Maar toen hem dat gelukt was kon hij heerlijk van het katerlijfje genieten. Er zat ondertussen geen greintje leven meer in de kater. Voor de krokodil was dit een feestmaal. In de dierentuin, waar die vandaan kwam kreeg hij dagelijks alleen maar een magere portie zielige kuikentjes, die nog dood waren ook.
Hij had er al zo’n vermoeden van dat er buiten de dierentuin meer lekkers te halen viel. Zo….. het was op ….. hij likte zin poten en zijn bek schoon en ging op weg ………. op zoek naar een leuk plekkie waar hij eens lekker kon spelen. Midden op een groot plein, waar dagelijks zeker wel duizenden auto’s kunnen rijden, bevond zich een grote fontein. Spekkie voor het bekkie voor de krokodil. Het was een fantastische gewaarwording voor  hem om zo in dat water te kunnen spartelen en het water zo van heel  hoog op hem te laten neer kletteren. Hij probeerde zo hoog mogelijk tegen de waterstralen in te springen en wat hij ook deed van de kant van het ronde bassin afspringen, het water in.  Af en toe vond hij het wel jammer dat hij helemaal alleen was. Want bij zijn ontsnapping uit de dierentuin kon hij niemand meenemen. Dan was er vast wel alarm geslagen. 
Hij zag dat er weer auto’s kwamen en mensen, het werd ook lichter….het werd dag. De krokodil ging vlug de fontein uit en hij kuierde wat naar een partij struiken langs een gebouw waar allemaal jonge mensjes vrolijk stonden te doen. Het water liep onze krokodil al meteen in de mond. Een klein mensje stond dichtbij de struiken een appeltje te eten. De krokodil had ook wel  trek in zo’n lekker hapje alleen nam hij niet de appel doch het jongetje. In één hap had hij hem te pakken, sleurde hem de bosjes in en verslond het mensje.