vrijdag 5 augustus 2011

Liegbeest

Zonder theatraal te willen zijn, mag ik de periode die ik nu doormaak, wel een dal noemen. Het woordje ‘diep’ laat ik dan, om het verwijt van overdrijving te voorkomen, nog maar even achterwege. Nergens heb ik zin in. Niet alleen heb ik geen zìn in dingen doen; ik zie ook nog eens huizenhoog op, tegen allerlei zaken, die ik normaal gesproken zo even tussendoor afhandel. Zoals het boren van een gaatje in een betonmuur voor een plugje voor een haakje  voor een schilderijtje. Huizenhoog…….tegen zo iets lulligs. Dat zijn toch niet bepaald de moeilijkste zaken te noemen, zou ik zeggen. Nee, als ik lekker in mijn lijf zit zo gepiept en nu wordt zo’n gaatje alsmaar groter……... en uitgebreid ga ik lopen dubben of ik het klusje misschien toch beter morgen dan vandaag kan gaan doen, ook in verband met het weer en of ik het eerst met mijn eigen boormachine zal proberen of dat ik gelijk die supersterke betonboor (Hilti) van buurman Otto zal gaan vragen. Om kort te gaan, leidt al dat prakkiseren tot uitstel van de klus. Sterker: dit karweitje wordt zo op de lange baan geschoven.
Het gaat in deze dip natuurlijk toch niet alléén maar over het boren van gaatjes! Ik ben tenslotte geen tandarts.
Eigenlijk zit ik ook met al mijn sociale activiteiten in dat dal. Nooit last mee gehad. Nu kan ik haast niks meer aan. Klaverjassen, ballet, politiek, op verjaardagsvisite……..alleen al bij het horen van de woorden krimp ik ineen.
Geen enkel probleem heb ik met een wandeling, in mijn eentje door het park.  Ik hoop dan altijd maar geen bekenden tegen het lijf te lopen, die me vragen, hoe het met me is of hoe ik het maak of hoe dat ook gevraagd kan worden. Heel goed bedoeld natuurlijk maar een waarheidsgetrouw antwoord krijgen ze toch niet van mij. Het is namelijk noch zus noch zo met mij. Hoe ik het maak houd ik voor me. Geheel onwillekeurig komt dan mijn liegbeest in actie. Echt. Na dergelijke vragen produceer ik alleen maar leugens. Zo ontmoette ik gisteren in het park oud-collega Reinier. Nou ja, hij vraagt natuurlijk hoe het er mee is en dat zeg ik:
‘Geweldig, ik heb net een super vakantie achter de rug. Heerlijk gewandeld op de Veluwe nabij Epe. Gebivakkeerd in een Nivon vakantiehuis. Er was daar ook een zangkoor. Heel gezellig. Elke avond zingen. Kan ik helemaal niet!. Maar ik mocht toch mee doen. We zingen socialistische strijdliederen zoals ‘Morgenrood’ en de ‘de Internationale’….en als ik wilde mocht ik ook wel met dat koor…….’
‘Nou,’ onderbreekt  Reinier mijn verhaal, ’leuk je weer eens gezien te hebben, goser. Hé, eh, Ik ga weer verder............... nou hè.............tot gauw weer...........heb zo een afspraak.’
Kijk, wat ik dan zo vertel, zou best eens waar kunnen zijn, daar niet van. Het klinkt dan uit mijn mond ook best aannemelijk. Alleen: het ìs niet waar. Er is helemaal niks van waar. Ik wil het niet maar het liegbeest laat zich het zwijgen niet opleggen. Ik heb dan helemaal niks meer te willen.
En dan is, wat ik tegen Reinier vertelde, nog maar peanuts. Tegen ex-buurvrouw Beb, die ik in het Bos tegen het lijf loop vertel ik, dat ik zo verdrietig ben omdat mijn vrouw,  me verlaten heeft. Ze is smoorverliefd op de student, die bij ons op de trap woont. Vijftien jaar jonger, is die student!
 Beb heeft echt met me te doen. Ze neemt me mee naar haar knusse huisje. We eten een boterhammetje en drinken kopjes groene thee. Ze aait over mijn bolletje en zegt dat ik wel een paar daagjes bij haar mag blijven slapen. 
‘Nou, Beb,’ zeg ik, ‘niets liever eigenlijk, dan dat.’ Maar ik vertel haar gelijk eerlijk dat dat toch echt  niet zal gaan omdat mijn moeder vanavond al spinazie (ijzer!) voor me maakt. Daarna ga ik met mam nog een paar potjes sjoelen. Eten en sjoelen met mam; daar heb ik nou nog nooit tegenop gezien, gek hè?  Misschien omdat ik met sjoelen toch altijd win en winnen doet me krabbelen uit dat dal. Echt waar.  

maandag 1 augustus 2011

Recreatiefietsweer

Juli 2011 was twee graden kouder dan normaal en twee keer zo nat en ja, er was ook twee keer zo weinig zon als gewoonlijk. Maar vandaag 1 augustus 2011 is het dan eindelijk een beetje lekker. Het is weer om relaxed een eindje te recreatie-fietsen samen met mijn geliefde echtgenote. Echt recreatiefietsweer: niet te vergelijken met in de verzengende bloedhitte de aller steilste Franse cols beklimmen, neen, lekker recreatiefietsen in de polder.
Carola, mijn vrouw en ik hebben gisteren stiekem al op weerradar gekeken en toen gezien dat het in onze omgeving mooi weer zou worden en niet alleen vandaag. Dinsdag en woensdag ook. We besloten een tochtje te maken van ongeveer vijfendertig kilometer. Niet om op te scheppen, hoor maar voor mij stelt dat niks voor. Voor C. is dat peaken. Diezelfde zondagavond besloten we ook dat onze fietstocht zou gaan in de richting van  Barendrecht, Zwijndrecht. Dan met het pontje over naar Puttershoek; vervolgens weer terug naar Barendrecht en uiteindelijk weer naar Rotterdam; naar huis dus.

Ik ben elke dag om 07.00 uur wakker. Dat is vroeg, Dat komt omdat ik ook vroeg naar bed ga. Zo rond middernacht. C. gaat altijd na 04.00 uur ’s nachts naar bed.  Als alle griezel- en dierenfilms op de treurbuis voorbij zijn. Gewoonlijk is ze dan tussen 11.00 en 12.00 uur weer wakker. Voor ons fietsplan van vandaag zou dat veel te laat zijn. Dus we spreken af dat ik haar om 9.00 uur zal wekken.
Tussen 7.00 en 9.00 uur lees ik vandaag de ochtendkrant, terwijl ik ontbijt en maak voor ons een lunch klaar: broodjes met kaas en schijfjes komkommer, voor ieder een appel en een banaan en twee flesjes appelsap. Ik doe het eten samen met twee koelelementen in de koeltas.
C. is om 9.15 uur al haar bed uit en na de gebruikelijk vijf koppen koffie en tien sjekkies vindt ze dat het tijd wordt om zich te gaan poedelen. C. heeft zolang ik haar ken niet gedaan aan ontbijten; ook heeft ze nooit tijd besteed aan zich opmaken. Dus dat doet ze nu ook niet. Dat scheelt tijd. Ze is nog wel een kwartiertje bezig te zoeken naar een geschikte zonnebril, die er niet is. Naar een zonneklep, die er ook niet is en tenslotte zoekt ze naar iets waarvan ze vergeten is wat het is. Pas  als we bijna de deur uitstappen, weet het ze het ineens weer: een etuitje met wat pleisters en betadine voor het geval dat een van ons onderuit gaat. Maar dat etuitje ligt niet op de plek waar die zou moeten liggen. Dan gaan we gewoon maar niet onderuit. Om 10.30 uur vertrekken we.

Langs de Oude Maas is het mooi fietsen. Hoewel het nog niet zo warm is, wordt er toch gezonnebaad op het iele strandje langs de rivier. Sommigen wagen zich zelfs in het water. Vanaf de grote vrachtschepen klinkt getoeter als ze de zwemmers passeren. Zijn dit waarschuwingen of is de stuurman een beetje uitgelaten? De zwemmers bij het strandje hadden de boten heus wel gezien en reageren eerst verschrikt op het getoeter maar al gauw wordt er gelachen en zwaaien ze uitbundig naar de bootslui.

Opgeschoten jongelui hebben zich het ponton van het pontje Zwijndrecht-Puttershoek toegeëigend als strandje. Tussen de vele handdoeken die liggen te drogen op het ponton is net plaats genoeg voor de fietser en zijn fiets om aan boord van het pontje te gaan. Voordat de pont aanmeerde, doken de jongens, even vlug, één voor één op de golven veroorzaakt door een zojuist gepasseerde vrachtboot. De pontschipper schijnt de aanwezigheid van de jongelui op het ponton helemaal geaccepteerd te hebben. Hij schakelt ze in bij het vastleggen en losmaken van de pont.   

Puttershoek heeft een paar leuke huisjes naast het haventje en een leuk minikerkje maar veel meer ook niet (zie foto). 

















 Langs de Oude Maas heeft zich een klein meertje gevormd. Brandganzen, futen en eenden leven daar. Rond het meertje groeien vele bomen, struiken en verschillende soorten riet. Midden in het meertje staan tientallen dooie bomen. Echt midden in het meertje. Alle stammen zijn afgekloven. Wit. Kijk de foto’s (gemaakt door C.) maar eens. Een soort spookmeertje….lijkt het zo wel……..hoe zal dat ’s nachts zijn? Luguber misschien wel?  We hebben desalniettemin smakelijk geluncht bij deze dooie bomen in het meer. C. vindt dat wel spannend.

Na de lunch gaan we op weg naar de Heinenoordtunnel. Per ongeluk komen we terecht bij de plek waar vroeger de oude brug over de Oude Maas van Barendrecht naar ‘De Eilanden’ lag. Dit was de brug van de ‘Moordenaar’ de bijnaam van de tram die Rotterdam verbond met ‘De Eilanden’ en zijn vele kleurrijke dorpjes. In de eerste helft van de vorige eeuw maakt deze tram nogal wat slachtoffers onder voetgangers en fietsers; het langzame verkeer was nog niet opgewassen tegen deze tram, die  vaak onverwacht snel in straten opdook.
Ik leun nu tegen de reling, die staat op de plek waar de ‘Moordenaar’ vanuit Barendrecht over die brug ‘De Eilanden’ op denderde en kijk een tiental meters de diepte in, op het snel stromende licht kolkende water van de rivier. Aan de overkant in Barendrecht zie ik mensen precies het zelfde doen.

We beginnen aan het laatste deel van de rit van vandaag: naar Rotterdam via  Barendrecht en de Heinenoord(fiets)tunnel. Die tunnel is gigantisch steil èn vreselijk koud. Ik had de hele dag probleemloos in een t-shirtje gefietst maar voor alleen zo’n t-shirtje is het hier echt te koud.  Jammer genoeg zit mijn jasje bij C. in de fietstas en zij rijdt deze keer een paar honderd meter vòòr mij uit. Dan maar kou lijden. Er zit niks anders op.

In Rotterdam kopen we nog wat voor het avondeten en rond vier uur zijn we dan weer thuis. C. was wel een beetje moe maar niet zo erg. Ze had in ieder geval voldoende energie om een nog  maaltijd te maken: venkel, camembert, macaroni en een rukola salade met olijven. Zowel Carola als ik vonden dat het niet te vreten was.  


zaterdag 23 juli 2011

Hee, hallo!

Gevonden! Hier zullen 
na 1 augustus 2011
de nieuwe 
stukkies van Jee 
verschijnen.


Bye,
Jee