Posts tonen met het label zweetlucht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zweetlucht. Alle posts tonen

vrijdag 22 juli 2022

GRATIE VERLEEND

Het is al heel wat jaartjes geleden dat ik in café Boudewijn op de Nieuwe Binnenweg was. Met mijn vriend Bert stap ik daar vanmiddag binnen, na een bezoek aan het Dépôt (spreek uit: deepoo, of in plat Rotterdams: De Pot). Dat is die schilderijenopslagplaats van Museum Boymans van-Beuningen. We sterven van de dorst na al dat trappenlopen in die penetrante zweetlucht. Het is bijna 30 graden.

De deur van Boudewijn staat wagenwijd open. De airco staat op zijn hoogst. Lekker milieuvriendelijk, meneer Boudewijn! Bert zegt dat er helemaal geen meneer Boudewijn bestaat. De eigenaar van deze zaak zelf is een tot 9 jaar gevangenisstraf veroordeelde drugscrimineel, een aan lager wal geraakte leraar Frans. Hij zit nu al 7 weer jaar vast dus hij zal binnenkort wel gratie krijgen, net als quizmaster annex drugsdealer Frank Masmeier. Die is immers ook veroordeeld tot 9 jaar en krijgt al na  7,5 jaar gratie. Hoezo? Daar heeft het klootjesvolk niks mee nodig!  Het is zomaar een positief signaal naar adspirant drugsdealers.

‘Twee maal een kopstoot’ roep ik naar Marlies. Ik ken haar niet maar ze heeft een button met haar naam op haar borst. Ziet er leuk uit.

‘Een kopstoot?’ vraagt ze.

‘Ja, een kopstoot!  Weet je niet wat dat is? Werk je hier nog maar net soms?’

‘ Ja ik ben nieuw hier, vanmiddag begonnen. Kom uit het onderwijs; daar werd ik gillend gek. Dus als je me even wil zeggen wat je met die kopstoot bedoelt?’

 ‘Dat is een glaasje jonge jenever en een pilsje.’ Dat heeft ze snel door. Binnen de minuut slaan we de kopstoot achterover.

 ‘Marlies: doe er nog maar twee. Zoveel alcohol binnen vijf minuten naar binnen klokken geeft de gewenste boost.

Bert moet nu al weer pissen. Hij is net nog in het Dépôt geweest. Tegenwoordig moet hij  drie keer per uur, die zeikerd. Maar goed, maakt niet uit. Beter dan dat ie het in zijn broek doet. Ik kijk es even rond of ik nog oude bekenden zie. Jaren terug was ‘Boudewijn’ onze stamkroeg.

Zie ik ineens Theo binnen komen. Mooie kop met haar nog … wel helemaal grijs … mooi grijs, wit bijna. Hij gaat aan de bar staan. ‘

‘Meneer, mag ik u wat vragen? zeg ik.

‘Ja natuurlijk ,’ zegt hij en hij kijkt me aan met zo’n gezicht van: kom maar op met je vraag.

‘Bent u misschien Theo Weins’

 Natuurlijk zegt hij ‘ja’ want ik vroeg  naar de bekende weg.

‘ Maar wie ben jij dan?’

 ‘Leo Spieringshoek, we hebben hier nog  in deze wijk gewerkt. Aan de Stadsvernieuwing in de wijk Cool.  Ik was daar bouwkundige en jij maatschappelijk werker.

‘Ja, Leo, als ik aan die vreselijke Bouman-familie denk …  die terroriseerde echt de buurt. Wij, werkers, waren allemaal als de dood voor ze,’ zegt Theo terwijl zijn gezicht wit wegtrekt.

‘Marlies, doe me nog maar een kopstoot en geef meneer hier er ook maar een op mijn rekening, dat kan hij nu wel gebruiken.’

‘Ja, meneer, voor u ook? vraagt ze lachend aan Theo.

‘Doe maar voor ‘n keertje.’

Daar komt Bert aanzwalken. Die kan het beter bij koffie houden.

‘Marlies, doe Bert een cappuccino maar die betaalt hij zelf … Bert, dit is Theo, een oud collega; Theo, dit is mijn vriend Bert. Zeg Theo, ben je nog steeds getrouwd met ónze  collega uit Cool … Irina was het toch?’

 ‘Neen, Leo, drie jaar geleden gescheiden na een huwelijk van ruim dertig jaar ... ik ben nu met Marlies, die hier achter de bar staat.’