Arina staat bij de oversteekplaats, auto’s stromen onophoudelijk voorbij. Nog steeds zijn hier geen stoplichten geplaatst. Het aantal ongelukken en bijna ongelukken hier is niet meer bij te houden. Linda, Arina’s vriendin staat nu al zeker al een kwartier aan de overkant op haar te wachten. Ze zijn op weg naar boekhandel Krokant om de boekenbon die Arina van een neef voor haar verjaardag heeft gekregen te verzilveren. Gelukkig is het weer goed. Van de grote hoeveelheid uitlaatgassen krijgt Arina het benauwd. Ze is vanaf haar geboorte astma-patiënt. Haar ouders hebben heel wat met haar te stellen gehad. Vooral als ze zich druk maakte, doorgaans over futiliteiten, kon ze driftaanvallen krijgen, die overgingen in hoestbuien, waardoor haar ademhaling enkele seconden, soms tientallen, stokte. Je kan gerust stellen dat ze dan zowat op apegapen lag. Door op haar ruggetje te kloppen kwam Arina dan weer bij. Maar de schrik zat er goed in, bij haar moeder vooral. Haar vader haalde doorgaans zijn weinig imponerende schouders op over haar gedrag. Aanstelleritus noemde hij het.
Ondertussen was er eindelijk een eind gekomen aan de stroom
auto’s. Linda is aan de overkant in gesprek geraakt met een manspersoon. Zij
poseert inmiddels voor hem in allerlei standjes. Hij moet fotograaf zijn. Als Arina helemaal is
overgestoken laat hij er geen gras over groeien en vraagt aan Arina of zij ook
voor hem wil poseren. Dat is het laatste waar zij zin in heeft. Er is toch al
zo veel tijd verloren gegaan aan dat wachten voor die oversteekplaats. Maar Harry
laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Als een paparazzi schiet hij
brutaal enige foto’s van de fotogenieke welgevormde Arina. Ze besluit niet tegen hem te ageren; troont haar vriendin mee naar Boekhandel Krokant
om haar boekenbon te verzilveren.
Aanvankelijk is ze van plan het nieuwe boek te kopen van
Lucinda Riley: ‘Zon’, het zesde deel van de ‘Zeven zussen serie’. Er lagen vijftien
exemplaren op een tafeltje. In de luttele minuten dat Arina lukraak wat
passages in ‘Zon’ aan het lezen is, worden door gretige klanten zomaar zes
boeken van de Lucinda Riley-stapel gegrist.
Linda ziet niks of niemand, ze is geheel en al verdiept in haar
favoriete strip ‘Vrouwen in het wit’, waarvan ze er thuis al dertien heeft
liggen.
Arine raakt niet echt geboeid door ‘Zon’. Dat komt mede, doordat
uit een boekenkast rechts van haar een vrij dik boek met een opvallend felgekleurde
rug haar aandacht trekt. Ze legt Lucinda
Riley terug op de stapel.
Er gaat een aanzuigende werking op haar uit van dat andere boek.
Als ze op oogafstand staat ziet ze dat het boek is getiteld ‘de Profeet’. Ze leest wat poëtisch-
futuristische passages, die ondersteund worden door kleurrijk bewerkte illustratieve
foto’s. Met haar boekenbon kan ze een boek van 40 euro kopen maar voor dit boek legt ze er graag een
tientje bij.
‘O’, zegt Linda, als ze ziet wie ‘de Profeet’ geschreven
heeft, ‘zo heet die kerel die me bij die oversteekplaats fotografeerde toevallig
ook’.