Dit keer een verhaaltje dat nergens over gaat. Raar maar waar: het valt niet mee om nergens over te schrijven. Zodra ik de eerste zin van een stukje heb geschreven, gaat het eigenlijk al niet nergens meer over. In dit blog, dat op zich nergens op slaat en dus nergens over gaat, moet u vele malen nergens lezen. Waar? Hier!
‘Nergens te vinden, nergens te koop’, gaat hier over een
boekje. Al jarenlang zoekt een oom van me, een ouwe Maoïst, zich overal en
nergens, suf naar een exemplaar van de eerste druk van het Rode Boekje van Mao,
een vroegere president van China. Hij gaat nergens anders heen op vakantie dan
naar China; altijd speurend naar dat ene boekje. Tot nu toe heeft hij het boekje niet kunnen
scoren. Oom is een die-hard, een bijtertje. Hij blijft zoeken.
Als jonge gast, ver
voordat oom zijn heil bij Mao zocht, was
hij al te karakteriseren als een doordouwer ‘pur sang’. Nergens anders vind je
zo’n superindividualist als oom. Hij bemoeide zich als jonge vent al nergens
mee èn hij trok zich nergens maar dan ook nergens iets van aan.
Een neef, kocht in Bern (!) exact voor 50 euro het Rode
Boekje, dat oom zocht. Het lijkt veel geld, 50 euro voor zo’n klein rood
boekje. Als het nergens anders te vinden is dan heb je het er graag voor over.
Bovendien is dat bedrag voor oom Mao een habbekrats. Hij geniet een ruim
pensioen en hoeft absoluut nergens om verlegen te zitten.
Oom liet, helemaal trots, zijn Rode Boekje zien op de
Mao-club afdeling Bleiswijk. Daar zagen ze al gauw dat er met het boekje
geknoeid was. Het bleek niet de eerste druk maar de elfde druk te zijn. Elf was slordig veranderd in één; die
vervalsing leek helemaal nergens naar. Oom Mao schaamde zich dood. Hij kon wel
door de grond zakken. Voor de rest van
de avond was hij, die altijd het hoogste woord had daar in Bleiswijk, helemaal nergens meer.
Aan de tweede tegenvaller die avond had oom part nog deel:
de nergens anders zo pittige Chinese Loempia’s van de al even pittige Jenny
Ho-La smaakten dit keer jammer genoeg nergens naar. Leuke vrouw, die Jenny, zolang je maar
nergens aan komt. Voor 20 euro nam Jenny dat elfde drukje van oom over. Oom
blij; Jenny blij.
De oude Mao fan ging nog wel even verhaal halen bij zijn neef.
Oom moest en zou weten van wie, waar en waarom neef dat rode boekje gekocht
heeft maar neef wilde nergens meer over praten. Hij vond dat hij zijn best had
gedaan, hoefde zich nergens voor te schamen. Dat sloeg toch nergens op. Het
adres van de verkoper had hij oom toch op zijn minst kunnen geven.
Aan het begin van dit stukje waarschuwde ik al, dat dit
stukje nergens over zou gaan. Een doodzonde is dat natuurlijk ook weer niet
want er staat nergens geschreven dat stukkies niet nergens over mogen gaan.
Awel deze blog is overduidelijk een shitblog geworden. Geef
ik grif toe. Het ergste is, dat ik er
nog niet eens mee zit ook. Want eerlijk gezegd zit ik nóóit nergens mee, thuis
niet, op mijn werk niet, nèrgens niet!