‘Wat is dat voor een briefje?’ vroeg Els. ‘Geen idee’, zei ik, ik haal het net uit de brievenbus. Het is een gevouwen a-4-tje. Géén enveloppe er om heen. ’t Is een kopie van een brief geschreven in hanenpoten. Het is één grote verzameling taalfouten. Gericht aan alle bewoners van de flat. Ik zal een poging doen om de brief voor te lezen?‘ ‘Ja, goed, doe maar’.
aan al mein bure,
misgien ken u mij niet ik u ook misgien niet maar ik bent Ria van nummer 134 op de derde en er
worden lelijke dingen over mijn gesegt in de flet dat kompt omdat ik al jaare
lang last hep fan mij beneedebuuren op 94 wand die maake feel lawaaj met rusie
maake, telefisie kijken sodat ik zelf mijn ijge telefisie niet ken ferstaan
niet alleen ik maar ook mijn hontje wort er erg senewagtug fan sij eet de laatste teit steets slegter se
is al erg vermagert en se is niet mir het lefenslustige beesje fan froeger ik freest egt voor haar lefen ik bent al een
paar kir naar beneden gegaan om te sechen dat ik soon last van se hep dan segge
se dat se nooit ruusie hebbe en dat se hun teelefiesi alteit sagjes aan hebbe
staan maar dat is egt niewaar als hun teefee
wir eens hart staat of ze maake ruusie dan stampt ik hart op de gront en
somps doen se dan efen wat rustugger aan maar dat is fan korte duur so
langsamerhant bent ik het sat ik komt uren slaaptekort door hun geluitsoferlast
ik pik het nau niet mir de irstfolgende keer
sal ik late sien dat ik niet met me laat spotte fanmiddag was ut wir so fer
ik pak de stofsuicherstang en gaa met de lift naar beneede ik bel aan bij 94
hij van beneede doet oope en ik seg niks maar sla hem fier kir op sein kaanis
so dat is je ferdiende loon met je rotherrie hij bloede as een runt dan gaat ik
weer naar booven naar mei ijge huis korte teit
later staan er drie poolisieoutoos voor de deur se neeme me mee naar het
pooliesiebuuro so dan weet u presies wat er geburt is aan mein lagt het in ider
gefal niet friendelukke groeten fan u buurfrou Ria.
‘Zo dat is niet mis,’ zei Els. ‘Ik heb van die heibel
helemaal niks mee gekregen. Heb jij een idee wie die Ria is?’ ‘Ja, ik heb wel
een vermoeden. Ik heb een paar keer met een pinnige oude dame in de lift
gestaan, dat hondje was trouwens ook akelig pinnig. Die vrouw begon gelijk
tegen me te kijven dat de flat zo achteruit ging: geluidsoverlast, rotzooi in
de hal, in de lift, op de trap. Ik denk dat dat Ria was’.
‘Inmiddels is ze haar huis uitgezet. Ze heeft in een andere
wijk een woning gekregen. Onlangs was in het AD de kop te lezen: ‘Ria (80) trekt
overlast van buurman niet en valt hem aan met ijzeren pijp.’ Dit ging dus over
de rechtszaak tegen die Ria. Ze werd veroordeeld tot een voorwaardelijke
gevangenisstraf van twee weken en kreeg het advies om hulp te zoeken voor haar
stressklachten.