Posts tonen met het label alcoholconsumpties. Alle posts tonen
Posts tonen met het label alcoholconsumpties. Alle posts tonen

donderdag 16 februari 2023

BEHOEFTE AAN IETS WARMS.

Ik heb dorst en loop toevallig net voorbij café Melief-Bender op de Oude Binnenweg in Rotterdam. 1 + 1 = 2. Dus ik stap die kroeg in om een tonic te drinken, ja, echt waar een tonic. Ik hoef even geen alcohol meer, want voor ik er erg in heb ben ik alcoholist. Ik heb de afgelopen weken, twee à drie alcoholconsumpties per dag genomen … dat is toch echt niet veel denk ik dan.  Maar het is wel zo dat ik geen dag meer zonder kan en dat is geen zuivere koffie.  En dan de kwestie van mijn neus hè, ja, die wordt veel te rood naar mijn zin. Mijn moeder noemde zo’n neus als ik nu heb een drankneus en zoiets wil ik echt niet. Nu hoop ik maar dat wanneer ik helemaal stop met alcohol en voldoende tonic (en melk) drink, ik langzamerhand weer een normaal vleeskleurig neusje krijg. Ik had er onlangs  nog over met mijn buurvrouw, zij vond ook wel dat mijn neus wat roder was dan anders maar zij dacht dat dat van de kou kwam. Dat kan natuurlijk net zo goed. Net als mijn vingers, die worden ook rood (bijna blauw) van de kou. Ik hoop maar dat het van de kou komt.

Het is druk in het café. Alle barkrukken bezet, alle tafeltjes bezet er stáán zelfs nog flink wat, mannen allemaal, te babbelen en te ‘hijsen’. Aan een tweepersoonstafeltje zit een man alleen. Zo te zien een Surinamer, maar ik noem donker gekleurde mensen altijd veel te makkelijk Surinamers. Ik ga vragen of ik bij hem aan het tafeltje mag aanschuiven. Hij zit te bellen als ik het hem vraag, dat had ik niet in de gaten, maar hij kijkt me vriendelijk lachend aan en knikt ja.  Hij zit met zijn ijsmuts op achter z’n cappuccino.

Als ik nog maar net zit komt al gelijk iemand langs om mijn bestelling op te nemen. Ik besluit om toch geen tonic te nemen maar ik doe een kopje thee, Earl Grey. Ik heb behoefte aan iets warms, vandaar. Heel koud is het niet vandaag … waterkoud zou ik het eerder willen noemen.

‘Fijn dat ik bij u aan het tafeltje mag zitten,’ zeg ik tegen de Surinamer.

‘Ja, natuurlijk … is normaal toch. Woont u hier in de buurt?’ vraagt hij. 

‘Nee, ik woon helemaal aan de andere kant van Rotterdam. ’

‘Ik woon in Dordrecht,’ zegt mijn tafelgenoot ’ik ben vandaag wezen klussen bij mijn dochter. Ze woont hier in het centrum. Ik heb vroeger ook in Rotterdam gewoond; in Noord. Ik woon nu al bijna 10 jaar in Dordrecht.’

 Hij blijkt een grage prater. Na zijn pensionering heeft hij nog als zzp’er (lasser) doorgewerkt. Geëmotioneerd vertelde hij verder dat hij daar anderhalf jaar geleden abrupt mee is gestopt. Zijn vrouw overleed plotseling op negenenvijftig jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Daarmee verdween voor hem de motivatie om nog door te werken. Triest. Ik legde mijn hand even op zijn arm: ‘Sterkte man’, zei ik.

‘Ik vertel hem dat ik naar het centrum gekomen ben om wat kadootjes te kopen voor mijn kleinzoontjes van vijf en negen en hun ouders.  Ik ga aanstaande zaterdag bij hen op bezoek. Daar verheug ik me echt op. ’Zij wonen toevallig ook in Dordrecht’.

Ik had m’n thee inmiddels op en rekende aan de bar mijn thee en ook de cappuccino van mijn tafelgenoot af. Hij bedankte me met  een lach, een handdruk en wenste me veel plezier zaterdag.