vrijdag 8 september 2023

TIEN DAGEN IN PORTO (4)

 

Porto: dag 4.

De foto’s van vandaag zijn wel duidelijk. Deze donderdag heb ik afgesproken om met mijn Portugese vriend, Nederlandse taalleerling Luis, naar de ‘fabriek’ van Sandeman-port te gaan. Luis zijn broer Antonio gaat ook mee om ons te rijden. Het hele portgebeuren is vanuit het centrum van Porto gezien geconcentreerd aan de overzijde van de Douro .Er zijn daar vele duizendenliters port in vaten opgeslagen. We hebben een rondleiding gehad door een van de magazijnen. De inmiddels gepensioneerde broer van Luis heeft  vele jaren bij Sandeman gewerkt en wordt geregeld hartelijk begroet door zijn oud collega’s. Mij kennen ze daar natuurlijk niet dus ik word niet begroet, laat staan hartelijk. Luis ook niet trouwens. Aan het eind van de rondleiding  krijgen we drie soorten port te proeven  Drie glaasjes voor driekwart gevuld met de door velen geliefde drank. We kregen de soorten ruby, tawny en vintage. Tawny vond ik veruit het lekkerst .. niet zo mierzoet..  Eerlijk gezegd vond ik deze port-activiteit op zich wel leuk en aardig om eens te ervaren maar een echte port drinker zal ik nooit worden. Net als Luis trouwens. Wij zijn doorgewinterde bier en whiskey drinkers.

Na afloop van het port-gebeuren volgde een klein bierfestijn, helaas niet voor Antonio, want die moest nog rijden.  Luis en ik rijden deze dag niet want we moeten nog drinken.  Bij het bier eten we een Portugese specialiteit: de fransesinha.

De francesinha is een soort tosti die zelfs in de ’top tien broodjes van de wereld’ staat. Het gerecht wordt gemaakt van twee geroosterde boterhammen en allerlei soorten vlees zoals ham, worst en biefstuk. Vervolgens wordt alles bedekt met gesmolten kaas en een pittige wijn-bier saus. Een francesinha speciaal heeft ook nog een ei bovenop de tosti, en wordt soms geserveerd met grote garnalen. Dit eten ligt zwaar op de maag, dus een of meerdere koud Portugees biertjes smaken prima bij dit gerecht. Die francesinha doet me een beetje denken aan onze kapsalon.

Tot mijn stomme verbazing willen de broers niet dat ik ook maar één eurocent meebetaal aan dit eet- en drinkfestijn. ‘Nee,’ zegt Luis, bij wijze van grap, ‘we weten dat de Hollander nogal gierig is, dus hiermee hopen we jou een groot plezier te doen. Je hebt er van genoten, Jos en dat vinden wij heel fijn.’

Om vier uur ’s middags zetten ze me bij mijn hotel af.‘ Jammer genoeg zal ik  Luis niet meer in Porto treffen. Hij heeft andere dingen te doen. We gaan elkaar dus pas weer zien bij de ‘taaleducatie’ in Rotterdam, half oktober waarschijnlijk of misschien iets later omdat ik op 4 oktober een nieuwe schouder krijg. Ik weet niet precies hoe lang ik daarvan last zal houden. Misschien wordt het wel november. Maar dit heeft helemaal niets met vakantie te maken.

In de lift van het hotel loop ik een oude man tegen het lijf, een tachtiger, denk ik,  die vraagt waar ik vandaan kom. ‘Uit Nederland, Rotterdam’ zeg ik eerlijk, waarop hij zegt dat hij een paar keer in Rotterdam geweest is en ook in veel andere Europese steden. Hij is voetballer geweest. ‘Zohoo,’ zeg ik….’Ja,’ zegt hij dan,’ profvoetballer, ik heb bij Benfica  gevoetbald, eind zeventiger en tachtiger jaren. 0nder andere met  Eusebio’. Hij kon zich de wedstrijden tegen Feijenoord nog goed herinneren. ‘In Rotterdam met 3 – 0 verloren. In Lissabon met 3 – 0 gewonnen en de beslissingswedstrijd met 5 – 1 gewonnen’. Hij lachte triomfantelijk. .De naam van die Benfica-voetballer? António Simoes, tachtig jaar inmiddels.

Nu ben ik verdorie nog helemaal vergeten te schrijven over Amalia. Geen tijd meer voor ook. Nou ja, morgen dan maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten