Bijna acht jaar huurt, Henk een woning aan de Maaskade. Het is een tweekamerwoning met uitzicht op de Maas. Hij woont daar met veel plezier. Er was, zeg maar, sprake van zoiets als ‘duurzaam woongenot’. Henk woont op de derde verdieping, die bereikbaar is via een trappenhuis, waar ook nog dertien andere woningen op uitkomen. Er zijn daar twee verschillende type woningen: acht tweekamer woningen (elk geschikt voor bewoning door één persoon) en zes vierkamer woningen (elk geschikt voor maximaal zes personen). Met zó veel personen op één trap wonen en het toch leefbaar houden, is een opgave waar de bewoners met elkaar al die jaren glansrijk in zijn geslaagd.
Niet zo gezellig maar wel erg makkelijk zijn buren, die je niet of nauwelijks hoort
of ziet. Henk heeft zijn bovenbuurvrouw, in zeven jaar tijd, hooguit drie keer
gezien en alle drie de keren was het in de lift en alle drie de keren was het
heel koud en dat zeiden ze dan ook tegen elkaar: ’wat is het koud, hè?! ’Een
jaar terug is ze plotseling overleden … kanker.
Karel, huurder van een tweekamerwoning, heeft haar gevonden … Karel en
zij waren zo’n beetje met elkaar bevriend, niks bijzonders verder, gewoon sociaal,
bevriend … die dag ging Karel naar de Jumbo voor haar … en toen hij terugkwam
met de boodschappen stond haar voordeur op een kiertje…. heeft ze
waarschijnlijk expres gedaan … hoefde er geen deur geforceerd te worden.
Karel was, logisch, nogal verdrietig vanwege het verlies van
zijn beste en enige vriendin in het
trappenhuis; eenzaam was hij ook sindsdien. Vroeger was er een
soort vriendenclubje in het
trappenhuis. Een vriendenclubje van drie
vrijgezellen: Helma, die nu dus dood is, Karel en Carla, die woonde tegenover
Helma. Die drie aten en kookten zeer geregeld met elkaar. Ook keken ze wel eens
bij elkaar tv. Maar omdat Carla het gevoel had dat zij als enige veel energie in
het clubje stopte, is ze ermee opgehouden. Sindsdien gaat ze veel met Henk om. Carla
is net zo’n felle als Henk. Samen maken zij het de woningbouwvereniging
bijzonder lastig, met acties tegen de huurverhoging en hoge stookkosten; niet
alleen zij natuurlijk, ook andere huurders in de stad voeren actie.
Carla is niet alleen fel maar ook moedig. Waar andere mensen
er voor kiezen om een andere kant op te kijken, trekt zij haar mond juist open.
Zo zat er eens in de trein een dame loeihard te bellen. Op de gezichten van
menige treinreiziger was de ergernis daarover af te lezen. Niemand deed iets
maar Carla stond op en vroeg beleefd aan de luidruchtige dame of ze wat zachter
wilde praten, omdat ze nu zichzelf niet kon verstaan. De dame reageerde als
door een wesp gestoken.
‘Bemoei je daar niet
mee, trut! Dat maak ik zelf wel uit.’ Maar toen puntje bij paaltje kwam, ging ‘de
dame’ toch mooi steeds iets minder luid praten.
Moedig, die Carla!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten