In november 2011 kreeg buurman
Joop de zak. Ik maak zo af en toe een praatje met hem bij de bushalte. Augustus
sprak ik hem voor het laatst. Toen vertelde hij me, dat het niet zo goed ging op
zijn werk. Vanaf april 2011 kreeg het drukkerijtje waar Joop zijn geld verdient
nog maar weinig orders. Toch was dat geen reden voor Joop om zich zorgen over
te maken. Dat deed hij nooit en waarom nou wel? Altijd optimistisch, altijd
lachen, altijd vriendelijk. Volgens Joop komt alles altijd wel weer goed.
Joop is licht gehandicapt.
Tegenwoordig noemen we dat: ´hij heeft een vlekje.´
Loopt beetje moeilijk: als
hij loopt, schuren zijn bovenbenen en klutsen zijn knieën tegen elkaar. Sjokkend
beweegt hij zich voort, hij lijkt wel een telganger en wanneer hij wat zegt zou
je denken: ‘die heeft te veel gezopen’.
Hij is om de donder niet
dom. Wel secundair en ook behoorlijk naïef . Tekort aan zuurstof zou hij hebben
gehad toen zijn moeder van hem beviel. Althans
dat zeggen 'ze' over hem.…..en dat zou best nog wel eens waar
kunnen zijn ook.
Joop zit in de WAO en er
zal dus een geschikte werkplek voor hem gevonden moeten worden: dat is dus die
drukkerij geworden Hij werkt er al meer dan tien jaar. Manusje van alles is hij daar. Alle niet
geautomatiseerde processen en alle niet zo ingewikkelde storingen krijgt hij
daar op zijn bordje. Met z’n tienen werken ze daar. Allemaal WAO´ers,
uitgezonderd de meewerkend voorman, directeur-eigenaar is van die zaak.
27 oktober 2011 kreeg het
voltallige personeel van de directeur te horen, dat de drukkerij failliet was.
28 oktober kon iedereen al thuisblijven. De jongere collega´s van Joop, vonden
al snel weer ander werk. Niet zo onlogisch want de in lichte mate verstandelijk of geestelijk gehandicapte wao-er is doorgaans een
goede en goedkope arbeidkracht is. Bovendien keert de uitkeringsinstantie, het UWV, ook nog eens een lucratieve premie uit, aan de
werkgever, die een werkloze WAO´er, beneden de 40, voor een jaar in dienst
neemt. Deze premie komt neer op de helft van het bruto loon gedurende het eerste jaar van het dienstverband! Joop echter was en bleef ´de lul´: hij is 58, dus hij zal van ze lang
zal ze leven nooit meer aan de slag komen. Dat weet hij zelf ook wel, want ook al
heeft hij dat vlekje, achterlijk is hij beslist niet. Flegmatiek eerder. Druk
kan hij zich er niet om maken, dat hij wordt uitgesloten van zo´n premie, alleen
maar omdat hij ouder is dan 40 jaar.
Tegen beter weten in
houdt het UWV Joop scherp, middels de sollicitatieplicht. Elke
week vier sollicitatiebrieven schrijven; verplicht! Voor veel baantjes is Joop niet of niet
meer geschikt. Hij solliciteert naar functies als autowasser, reinigingsmedewerker, schoonmaker,
hoveniersassistent, behanger, lijstenmaker en tramrailreiniger. De meeste bedrijven vinden Joop echter te oud en zonder die UWV-premie kan hij het helemaal wel vergeten.
In de maand november is het gedwongen niets doen
wel overkomelijk voor Joop. Zijn vrouw, Halina, laat hem allerlei klusjes opknappen, die
al jarenlang liggen te wachten. Ze doen samen de boodschappen en om beurten
koken ze wat lekkers voor elkaar. Toen Joop nog werkte, zorgde Halina er altijd
voor dat het avondeten voor hem klaar stond als hij thuis kwam. Niet meer dan normaal wanneer je zelf niet
buitenshuis werkt, vindt ze. Ze doet het huishouden en voor iemand als zij is
dat een giga-klus. Ze heeft uitgerekte longen. Wat inhoudt, dat ze van een
wandelingetje van hun balkon vòòr naar hun balkon àchter, enige tijd buiten adem is. Hulp wil ze
niet. Hoewel….. wil ze niet….als de eigen bijdrage voor de thuishulp wat lager zou zijn……misschien zouden Jopie en zij het dan in overweging nemen. Bruintje kan
dat echt niet meer trekken nu hun zorgkosten hoger zijn opgelopen dan alle woonlasten bij elkaar. Maar wat voor Halina ook meespeelt om geen
thuishulp te nemen is het besef dat het beter is om zelf actief te blijven,
ondanks benauwdheid, traagheid en pijn. De gedachte geheel afhankelijk te
worden van anderen is haar een gruwel.
In de feestmaand december
verveelt Joop zich geen moment. Net als in bijna elk ander gezinnetje is het in
die decembermaand een drukte van belang. Halina kon zich niet voorstellen dat
ze het de voorgaande jaren in december zonder Joop had afgekund. Voorheen werkte
Joop immers en was hij slechts een luttel aantal uurtjes beschikbaar voor haar als huishoudelijke hulp.
Na het hollen in december
kwam was er de stilstand in januari en de lol om thuis te zitten ging er voor
Joop al snel af. Daarom ging hij eens praten bij ‘De
Zonsverduistering’, een verpleeg- en verzorgingshuis bij hem in de buurt en
daar bleken ze al enige tijd op zoek te zijn naar een vriendelijk, geduldig,
behulpzaam persoon, die ook nog eens een beetje handig was. Ze haalden hem daar maar wat graag binnen en Joop ging enthousiast als vrijwilliger aan de slag in een job, die met het voortschrijden van de tijd steeds gevarieerder werd. Zo moest hij nu eens een dementerende dame naar de kapper
brengen, alwaar ze werd voorzien van het inmiddels gepatendeerde blauwgrijze oude-dametjes-permanent.
Dan weer wordt hij ingezet om schilderijen of gordijnen op te hangen. Zelfs is
hij gevraagd om op de woensdagavonden mee
te doen aan het diner-dansant: aan heren is momenteel immers in elk verpleeg- en
verzorgingshuis een nijpend gebrek.
Vanaf half januari 2011
is Joop is een populaire vrijwilliger in ‘De Zonsverduistering’. Zowel
werkers als bewoners lopen met hem weg. Hijzelf is ook bijzonder in zijn nopjes.
Net als bij de drukkerij is hij dagelijks van acht tot vijf in touw. Vijf dagen
in de week. Tot half april gaat dat allemaal goed.
Dan ontvangt Joop, ofwel
de heer J. Dekerse , want zo heet Joop nu eenmaal officieel, een brief van het UWV:
1.Het UWV ontvangt sedert 15 januari 2011 uw verplichte sollicitatiebrieven
niet meer.
2.Uw vaste telefoon wordt steevast
opgenomen door mevróúw Dekerse, die slechts
weet te melden, dan u de hond uitlaat. Altijd net als het UWV u wil spreken.
3.Van een anonieme informant verneemt het UWV, dat u sedert half januari 2011
vrijwilligerswerk verricht in ‘De Zonsverduistering’.
4.Het UWV verwijt u ten eerste, dat u geen permissie
heeft om dit werk te doen en ten tweede
dat u, tot op heden, nog nooit op een urenverantwoordingsformulieren melding heeft gemaakt van dit vrijwilligerswerk.
5.Ook al is dat werk zinvol, is er veel behoefte aan en staat er voor u geen
beloning tegenover, feitelijk, zo betoogt het UWV, bent u daardoor niet beschikbaar geweest voor de arbeidsmarkt in de periode half januari tot half april 2011.
6.Daarom
daagt het UWV u voor het gerecht en eist van u de restitutie van drie duizend euro, zijnde drie maanden aan hem betaalde WW-uitkering.
Uiteindelijk bleek het
UWV toch nog enige clementie te hebben betracht met Joop, zo bleek bij de rechtszitting: door niet het werkelijke
totaal van drie maanden maar slechts twee maanden uitkering terug te eisen. Dit
gezien Joops persoonlijke omstandigheden.
Afgelopen woensdagmiddag 16 mei kwam de zaak voor. Die middag kwam ik
Joop tegen bij het hondenpoepveldje. De zitting was nog maar net achter de rug. Toen
hoorde ik eigenlijk voor het eerst dit hele verhaal.
De adrenaline gierde al
snel door mijn lijf: wat een bureaucratische klootzakken, mierenneukers. Wat een tenenkrommende onrechtvaardigheid
en dat alles omdat Joop, een eenvoudige,
bijzonder sociale man, onvrijwillig werkloos, zich geheel op eigen initiatief nuttig
maakt voor de samenleving en hoeft er helemaal niks voor te hebben. Die kut-informant
en die UWV-klootzak zou ik, met het grootst mogelijke plezier, tergend langzaam willen wurgen.
En Joop? Hoe reageert Joop
hierop? Ogenschijnlijk relaxed vertelt
hij zijn verhaal. Lachend, schaapachtig lijkt het haast wel. Apathisch.
´Misschien heb ik wel wat
fout gedaan. Precies snap ik het allemaal ook niet, hoor. Ja, het is wel heel jammer, dat wel, want ik
vond het werk erg leuk in ‘De Zonsverduistering.’ zei hij schouderophalend.
´Maar stel je nou eens
voor dat je de zaak verliest, man,´ zei ik, ´ je kan toch niet zomaar in één
klap tweeduizend euro missen.´
´Neen, dat kan ik zeker niet, was het maar waar, dan was ik een rijk man. Ach, ik maak me niet druk,
hoor, want in dit land kan je bij zo veel instanties aankloppen, als je niks
meer te besteden hebt. Je wordt altijd wel weer gered,´ aldus Joop, ´want de overheid wil het liefst voorkómen dat je uit stelen gaat.’
Op 9 juni a.s. doet de
rechtbank uitspraak. Ik beloof hem dat
ik dan met hem mee zal gaan. ‘Ga eens langs bij de ‘De Zonsverduistering’ en doe daar je verhaal.
Er zullen best wel ex-collegae zijn die er de 9e juni ook bij willen
zijn en stampij willen komen maken als de uitspraak slecht voor je uitvalt.
Jij moet in dat geval zeker hoger beroep aantekenen,’
zei ik hem.
‘Bruuuuuutus!. Hier!’ zijn
hond rende braaf naar hem toe. Joop deed Brutus aan de lijn; knikte hij me glimlachend
toe, knipoogde zelfs naar me en zei:
‘Ach, ja. Wie dàn leeft,
wie dàn zorgt.’
Brutus heeft schoon genoeg van
zijn uitje. De bouvier heeft haast, het beest ruikt zijn gevulde voederbak al thuis. Joop moet nu
echt naar een hogere versnelling overschakelen om zijn hongerige viervoeter te kunnen bijbenen.