zondag 25 juni 2023

VERKOUDEN.

 Tsja, is het zulk prachtig weer word ik ziek. Gisteren was ik dat ook al maar vandaag voel ik me echt klote. Mijn temperatuur vandaag is 39,5 en gisteren  39. Het stelt allemaal niet zo veel voor: ik heb alleen maar hoofdpijn, kriebelhoest  en last van benauwdheid. Kougolven trekken over mijn rug; af en toe is mijn lijf één groot kippenvel. Ik snuit me een ongeluk. Dat schijnt een goed teken te zijn. Mijn moeder zei altijd al: ’Dan komt de verkoudheid goed los.’

Dit is de eerste verkoudheid, waarbij ik geen ouderwetse boerenzakdoek gebruik maar uitsluitend de papieren van het merk  Tempo. Het scheelt nogal, zo’n boerenzakdoek of zo’n papieren Tempootje. In zo’n rode boerenzakdoek snoot ik gemiddeld tien keer meer, voordat ik er een pot thee van trok …. nee, nee, grapje ….. voordat ik hem in de wasmand deed. In zo’n Tempo-pakje zitten tien papieren zakdoekjes, die je elk maar één keer kunt gebruiken en … zo  is mijn ervaring tenminste, dan zit het meeste snot nog aan je vingers ook. Ik ben wel blij dat mijn snot tot op heden helder is. Misschien komt het nog, maar persoonlijk vind ik de taaiere groenige snotkwakjes er vooral voor anderen onsmakelijk uitzien. In die boerenzakdoeken is dat simpel weg te proppen maar zo’n Tempootje blijft ongegeneerd aan je vingers kleven.

Vanmorgen ben ik op de sportschool, ja want zo ben ik nou ook wel weer, de sportschool gaat gewoon door, verkouden of niet. Ik ben aan het spinnen en ja, hoor, ik  moet niesen. Aan weerskanten van mij spinnen dames. Bijzonder fraaie afgetrainde sportdames. Dan kies ik ervoor om gewoon recht op mijn fiets te blijven zitten en te niesen. Ik heb alleen mijn hand om voor mijn mond te houden, ben te laat om mijn handdoek te pakken. Het is echter een buitengewone nies, die zowel naar links als naar rechts krachtig wegsprietst. Geheel in stereo laten de fraaie sportdames mij weten dat ik een gore ouwe viezerik ben. Dat vind ik wel een erg hard oordeel maar een beet je gelijk hebben ze toch wel. Ik excuseer me bij de dames. Ze pakken mij mijn handdoek af en vegen daarmee hun armen en gezicht schoon.  ‘Niet meer doen hè, ouwe?’

Van kriebelhoestjes krijg ik het een beetje benauwd. Het zijn van die korte hoestjes heel vlug achter elkaar, die van vrij hoog in de longen komen. Is er wat aan te doen? Gelukkig wel. Kruidvat heeft Daro Droge Hoestsiroop. Een dikke suikersiroop creëert een beschermend filmlaagje in je keel .

Daarnaast verkoopt een grote snoepzaak in de buurt een verrukkelijke honingdrop, die de kriebelhoest tot een minimum beperkt. Met die drop, de hoestsiroop en een rode boerenzakdoek (Zeeman) kom ik deze verkoudheid wel door.

zaterdag 24 juni 2023

ONNODIG KWETSEN.

 Mijn vriendin zei dat ze een avondje is wezen stappen. Ik lig in die periode net met een zware longontsteking in het ziekenhuis.

 ’Wezen stappen? Met wie dan?’

‘Wat? …  Met wie dan?’

‘Nou, gewoon, met wie ben je dan wezen stappen?

‘Dat ga ik jou niet aan je neus hangen …’ Nee, ik vind het onnodig kwetsend zowel voor hem als voor jou. Ik denk dat het voor jou echt niet goed zou voelen als ik je over al mijn kleine verliefdheden zou gaan vertellen.’

‘Al je kleine verliefdheden? …….. zijn het er zo veel dan?’

‘Ik weet niet precies hoeveel, hoor, maar het gaat altijd wel weer snel over.  En het gebeurt alleen maar in mij hoofd, hè. Die ander weet nergens van. Ze zijn meestal van op mijn werk. Soms heb ik wel eens twee verschillende op een dag. Het gebeurt ook dat ik een maand lang één kleine verliefdheid heb. Heb jij dan nooit zoiets?’

‘Ehhh, om je de waarheid te zeggen …. Ja …… ik heb bijvoorbeeld zo’n kleine verliefdheid met …’

‘Nee stop! dat wil ik niet horen. Wat jij met een ander hebt of wil hebben of denkt te hebben, dat hoef ik niet te weten, hoef ik niet te horen.’

‘Van zo’n kleine verliefdheid heb jij meestal geen last hoor, schatje, nee, want ik doe meestal toch niks met zo’n kleine verliefdheid.’

‘Meestal doe je niks met zo’n kleine verliefdheid? …  meestal?’

‘Nou ja ik bedoel niet helemaal niks natuurlijk: ik haal wel eens een kop koffie voor hem, of geef hem een boterham van mij als hij trek heeft, ik lach vriendelijk naar hem als ik hem in de metro tegenkom. Met sommigen doe ik inderdaad helemaal niks: dan kijk ik stuurs voor me uit als hij naast me zit. Wat ik wil zeggen is dat jij heus niet bang hoeft te zijn dat je iets te kort komt, hoor. Want het is allemaal even vluchtig even luchtig; het is meestal zo weer over. Een heel enkele keer wordt die kleine verliefdheid wel eens wat heftiger …’

‘Ja, zo had ik laatst een tamelijk heftige kleine verliefdheid met Loreena,’

‘Hè dat had je nou niet moeten zeggen, wat zei  je nou? …… Loreena ……. wat, die stagiaire bij jou op de afdeling werk?  Wat heb jij daar mee gehad? Die is toch veel te jong voor jou?’

‘We zijn na het werk wat gaan drinken in die Irish pub tegenover ons werk. Aan de bar gezeten, gedronken, gepraat,  gelachen, gestreeld, ik heb Loreena toen even met de auto naar huis gebracht. We hebben gezoend. ‘And that‘s all!’

‘Zo’, dus jullie hebben gezoend? Getongzoend soms? Nee, dat zal wel niet hè?’

‘Nee, Loreena en ik hebben elkaar een zoen op de mond gegeven. Met gesloten mond. En maak je er nou alsjeblieft niet onnodig druk over, want dit stelt allemaal niks voor, Loreena heeft een heel leuk vriendje en ik heb een leuke vriendin en dat willen we allebei zou houden, toch?’

‘Oh, als bij mij een kleine verliefdheid eens wat heftiger wordt, dan kan het wel eens gebeuren, dat mijn fantasie een beetje op hol slaat …dan haal ik me allerlei spannende dingen in mijn hoofd … maar dat is op zich heel onschuldig.’

‘Okee, en met wie heb je nu die heftige kleine verliefdheid? ….. o nee dat mag ik niet weten, hè? ….. dat zou me toch alleen maar onnodig kwetsen????

vrijdag 23 juni 2023

VOGELS

Ik had er opeens schoon genoeg van, van  al  die kwieke vogeltjes op mijn balkon. Natuurlijk, het is hartstikke leuk als je vanuit de kamer die op het balkon uitkomt, het komen en gaan kan bekijken van onze gevederde vriendjes. Soms ben ik  getuige van een vechtpartijtje  tussen wat ongedurige spreeuwen. Waarom die spreeuwen op mijn balkon komen is omdat ik daar lekkere en voedzame dingen voor de vogeltjes heb opgehangen. Helaas blijft deze voederplek voor vogels geen geheim voor spreeuwen alleen. De vogel tamtam werkt uitstekend. Na de spreeuwen melden zich de koolmeesjes, die een soort lijnverbinding lijken te hebben met mijn balkon. Vooral op de inhoud van de pot pindakaas zijn ze dol. Dat potje is precies groot genoeg voor een koolmees, trouwens ook voor de pimpelmees maar die zien ik zelden. Voor spreeuwen is die pindakaaspot niks. Ze pletteren die pot steeds op de grond. Gelukkig zijn die behoorlijk stevig. Ze breken echt nooit. Vogels van alle soorten, maten en kleuren vertonen zich op mijn balkonnetje. Terwijl ik alleen maar een stuk of vijftig pinda’s in de schil aan een touwtje rijg en ophang aan de waslijn. Die gebruiken ik toch haast nooit. Een groot succes, vooral bij de mezen, zijn (logisch eigenlijk wel)  de mezenballen. In alle standen peuzelen ze de ballen op.  Ook eksters willen er wel wat van eten maar zij geven er de voorkeur aan om een hele bal of een deel er van mee te nemen. Met hun angstaanjagend gekras slagen ze er in om veel kleine lieve vogeltjes de stuipen op het lijf te jagen. Eigenlijk is het balkon een soort mini restaurantje voor lieve kleine vogeltjes. Maar  ja, ze zijn moeilijk tegen te houden, die relatief grote vogels: de duiven, de halsbandparkieten, de eksters en gaaien hoewel die gaaien nog zo erg niet zijn. Ik had eens een keer een appel in het gietijzeren balkonhek vastgezet. Binnen de kortst mogelijke tijd zie ik een halsbandparkiet er met die hele appel vandoor gaan.

Die gaaien daarentegen zijn eerder te lief! Afgelopen zomer hoorde ik een hels kabaal op het binnenterrein; twee gaaien gingen woedend te keer tegen een paar kraaien die het gaaiennestje hadden leeggeroofd. Toen ik even later op het binnenterrein was zag ik drie kleine gaaienlijkjes liggen. Triest. Die kraaien hadden niet eens de moeite genomen dit lekkere hapje op te peuzelen

Al die kleine vogeltjes zijn echt leuk: roodborstjes, vinkjes, mussen, en ook de wat grotere: merels en lijsters.

Het vervelende van de grotere vogels is dat ze kleinere verjagen. Maar vreemd genoeg: van de grootste van die vogels, de duif is vrijwel geen klein vogeltje bang. Ja, als de duif met zijn vleugels klapt dat vliegen er wel wat kleintjes op maar die zijn ook zo weer terug op hun ouwe stek.

Opeens had ik er dus schoon genoeg van, van al die stront op mijn balkonnetje.  Laatst ging mijn visite op het balkonnetje staan kijken naar het vuurwerk voor het een of ander. In een mum van tijd was alle vogelpoep mijn huis in gelopen. En vorige week wilde ik wat glaswerk weggooien in mijn eigen glasbak gleed ik uit over die verraderlijk gladde kakkederrie … lag ik in een spagaat op mijn balkonnetje. Dat was voor mij de limit. Ik heb al het vogelvoer dat ik nog in voorraad had op het binnenterrein opgehangen.

Sindsdien is het een stuk rustiger bij mij op het balkonnetje en schoner.

donderdag 22 juni 2023

DE POPPENDOKTER.

Via internet koop ik een kadootje voor mijn kleinzoon. Hij is bijna jarig. Ik zit achter mijn pc, tik op Google ‘Wheelybug Tiger’ in, dat is wat hij wil hebben. Ik krijg een stuk of tien verkoopadressen. Nu alleen nog de zaak kiezen met de laagste prijs- en verzendkosten. De volgende dag bezorgt Post NL het al. Makkelijk, zó een kadootje kopen maar je moet er wel een pc voor hebben natuurlijk. Anders ben je aangewezen op een reisje naar het stadscentrum want in negen van de tien Rotterdamse wijken zijn geen speelgoedwinkels meer. Voor winkels als Toys, Intertoy en Bart Smit moet je echt in het centrum wezen.

In de vijftiger jaren woon ik in Spangen. Uit de verhalen van mijn moeder weet ik, dat er in die tijd in Spangen twee speelgoedzaken zijn: de Poppendokter en ’t Hart. Die laatste zaak is wat groter, heeft meer speelgoed in voorraad en is ook wat moderner, overzichtelijker, netter. De Poppendokter is een rommeltje. Die zaak heet de Poppendokter omdat de eigenaar speelgoed repareert. Zijn specialiteit is poppen. Mijn moeder koopt liever niet bij die zaak. Ze krijgt sowieso al de kriebels van het hoge stemmetje van hem en behalve dat hangt er bij de Poppendokter een penetrante pislucht, alsof de dokter gewend is om, achter de toonbank zijn kleine boodschap te doen.

Mijn oudste zus heeft een pop, die gekleed is als non. Die pop is door een ongelukje beschadigd. Zij heeft een gat in haar wang. Diep treurig is mijn zus. Het is haar lievelingspop. Jammer, maar de mooiigheid is er nu vanaf.

Een zus van mama is echt een non. In een Brabants klooster. Die pop is precies zo gekleed als onze tante. Daarom is mijn zus zo gehecht aan die pop. Mama brengt de pop, stilletjes naar de poppendokter. Die kapotte wang laat ze daar ‘helen’.  Ze wil mijn zus verrassen  en  haar de ‘genezen’ pop   voor haar verjaardag geven. Als mijn zus vraagt waar haar zusterspop is, zegt mama, dat ze de pop haar heeft weggedaan, omdat ze zo’n lelijk wangetje heeft  en dat het toch nooit vanzelf meer mooi zal worden. Tegelijk met dat mama dat zegt, geeft ze een knipoogje naar mij. Dat vindt ik wel leuk (ik was echt een moederskindje).

Het loopt precies zoals mama het wil. Wat is mijn zus blij! Ze moet er zelfs een beetje van huilen, want ze dacht echt dat ze haar lievelingspop nooit meer zou zien. (Had mama haar even gefopt!) Mijn zus vindt dat de poppendokter het wangetje mooi hersteld heeft. Ik vind het foeilelijk. Het wanggat is gestopt, zoals mama  een gat in een ouwe rooie wollen sok zou stoppen. Haar ene wang is nu knalrood en haar andere roze. Voor mij is de poppendokter een klungel. Maar goed, het is mijn pop niet.

Ik ga zo eens googlen op ‘poppendokter’. Zouden ze er nog wezen? Mijn barbie Ken heeft zijn beentje gebroken. Hij is helemaal zielig. Ik ben benieuwd of ik vandaag nog ergens met hem terecht kan.

woensdag 21 juni 2023

GEEN HOTEL.

Vanmorgen vraagt mijn vriendin zich af, hoe vaak ze me nog moet vragen om de koelkast eens te ontdooien en wat te doen aan die verstopte wastafel.

‘Geen idee,’ ik heb werkelijk geen idee wanneer ik daar tijd voor heb. Ik kan me trouwens ook niet  herinneren dat ze het mij ooit gevraagd heeft. Dat hoeft ook helemaal niet want  het zijn gewoon mijn taken. Ik ga ze dit jaar heus nog wel een keer doen.

Dan vindt ze het nodig om mij op luide, verontwaardigde toon, duidelijk te maken dat het hier (daarmee bedoelt ze ons huis)  geen ‘hotel’ is.

Alsof ik dat zelf niet weet. Ik zeem in dit huis de ramen en maak het houtwerk  gelijk schoon. Ik kook drie keer per week, doe alle dagen de vaatwas (zij droogt af), koop op zaterdagochtend de wat zwaardere boodschappen, ik koop voor zes weken tegelijk kattenbaksteentjes; maandelijks verschoon en ververs ik de kattenbak, wekelijks breng ik de volle vuilniszakken en onze papierbak naar het afvalverzamelpunt in de straat; één keer per maand leeg ik onze glasbak in die van de gemeente, een paar straten verderop. Verder doe ik de donkere, witte en gekleurde was … hang die op, haal die af en ruim die op. Dit laatste doe ik samen met mijn vriendin, dat zal zo’n beetje neer komen op fifty/fifty. Aan al dat soort  werkjes zou ik  absoluut niet beginnen als ik in een hotel zou zitten. Zo gek ben ik nou ook weer niet.

‘Overigens’, vraag ik haar nu op mijn beurt, ‘een paar maanden terug,  ben ik  twee à drie weken bezig geweest met  het schoonmaken en witten van het plafond. Het zou niet bij me opkomen daar aan te beginnen als ik het idee had in een hotel te wonen: dan laat je daar iemand voor komen’. Ik ben niet ingehuurd en toch lekker aan de gang gegaan als lenteschilder. Betalen hoefde  je me niet want net als jij wóón ik hier. Vreemd  vond ik wel, dat er geen schouderklopje af kon voor mijn schilderwerk.

‘Aha, een pluimpje! Dààr was het meneer dus om te doen. Het ging jou niet om de schilderklus. Het ging er jou om een pluimpje van mij te krijgen.’

‘Nou ja, ik bedoel, dat ik het nogal vreemd vond, dat jij niet wilde zien dat ons huis gewit werd. En …. of je daar nou iets goeds of iets kwaads over gezegd zou hebben, dat zou me nou echt geen reet kunnen schelen. Het leek haast wel of je bewust negeerde wat ik aan het doen was.’

Moe en dorstig van al dit slap gezeik, ga ik een glas Spa Rood in schenken.

‘Doe voor mij ook gelijk een Spaatje Rood?’ vraagt mijn vriendin.

‘Ja, daaaaag’, zeg ik, ’het is hier geen hotel!’


dinsdag 20 juni 2023

EEN DESILLUSIE

 Lezers die allergisch zijn voor erotisch getinte tekst kunnen dit verhaal beter overslaan.

 

We ontmoeten elkaar. Ik versier haar. We zitten allebei nog op school, ik op de toneelschool; zij op de kunstacademie.  We kennen elkaar pas twee weken als ze bij me op bezoek komt in Utrecht. Mijn hospita ziet ons aankomen. Die heks komt gelijk op hoge poten naar ons toe: we mogen niet in haar huis blijven slapen.  Tot laat in die avond zitten we te chillen, beetje blowen, beetje vrijen, beetje muziek luisteren … staat opeens die hysterica  in mijn kamer. Als door een wesp gestoken krijst ze: ‘Weg wezen jullie en wel meteen!’ Terwijl die kut (shakend) hinderlijk in de weg blijft staan, pak ik op mijn dooie gemak mijn spulletjes bij elkaar. Ze heeft nog een maand huur, honderd 100 euro,  van me tegoed. Daar kan ze mooi naar fluiten. 

Ik ben nu dakloos. Maar ik kan terecht in het grote kraakpand op het Wilhelminaplein. Een aantal klasgenoten van me zit daar. Zijn we altijd welkom. Er is een mooie kamer vrij. Midden in de kamer ligt een tweepersoonsmatras met een hagelwit hoeslaken.

We gaan eerst samen naar een heerlijk feest, dansen daar wild en worden dronken. Het is veertien februari. Ik weet niet precies hoe zij zich voelt maar ik ben zo geil als boter. We kunnen niet van elkaar afblijven op weg naar het kraakpand, we maken grapjes, lachen, bijten en zoenen.

Godverdomme!  Ze gebruikt de pil niet.  Was ik vergeten. Jezus!!  Het is al tegen middernacht … kom nu nooit meer aan condooms.

We hebben het alle twee nog nooit gedaan. Zowel opgewonden, vooral ik … als nerveus, vooral zij, zijn we. Zonder condoom wil ze er niet aan. Van een prikkelend voorspel kan nu geen sprake meer zijn. Ze pakt pen en papier en begint druk te rekenen. Voor mij valt er weinig te rekenen: mijn pik is nu een stuk kleiner dan tien minuten geleden. Het rekenen heeft haar niet de zekerheid gegeven waar ze naar zocht. Haar eitje springt waarschijnlijk pas morgen … ze besluit het er op te wagen:

‘Laten we het in godsnaam dan maar doen. Kom maar op!’

Mijn pik staat snel weer fier overeind, dat wel, maar  voor het lekkere en het mooie kom ik veel te vroeg klaar. Zij totaal niet.

Wèl zijn we nu alle twee in één keer ontmaagd. Dat kan maar gebeurd zijn. Een  bloedvlek, ter grootte van een pioenroos, zó ontiegelijk mooi rood, prijkt in het hagelwitte laken.

Ze is niet klaar gekomen … haar ontmaagding deed pijn. Ook naderhand nog. We zijn niet blij. Hadden het beter nog niet kunnen doen. Gedesillusioneerd liggen we naast elkaar. Ik sla mijn arm om haar heen. Haar handpalmen legt ze zo laag mogelijk op haar buik. Het lijkt of ze nog steeds ligt te rekenen.

‘Je bent als al die andere mannen, anticonceptie denk je niet aan, dat is iets voor vrouwen, nietwaar?’  

maandag 19 juni 2023

EEN DAGJE AAN HET STRAND.

Het moest er ééns van komen.  Wij, van Sonja’s wandelclub (met voorop Rob),lopen al wekenlang aan Sonja’s hoofd te zeuren: ‘Wanneer gaan we nou eindelijk eens naar Hoek van Holland’. Met de metro natuurlijk, want na jarenlang zweten en zwoegen was de ideale verbinding met Rotterdam gerealiseerd.  Vandaag 19 juni 2023 gaan we op pad: lunchen en badderen in de Hoek. En wie schittert tot onze grote verbazing door zijn afwezigheid? Precies: Rob, onze onvolprezen metrospecialist, de man die hier het meeste om heeft lopen jengelen.

Met negen wandelaars, acht dames en een heer,  hebben we om elf uur afgesproken op station Prinsenlaan.  Alleen Janny kon niet op ons wachten; zij heeft, heel flauw eigenlijk,  een metro eerder genomen. Ze wilde er als eerste zijn om even in haar uppie ‘pootje baaien’.

Om elf uur is het zwaar bewolkt en nog niet echt warm. Sommigen van ons hebben dan nog een vestje of een licht jasje aan.

Nog voordat we een halte verder zijn zit de stemming er al goed in. Vergelijk het maar met de schoolreisjessfeer. Heerlijk die positieve spanning. Het is een omgeving waarin het makkelijk babbelen en lachen is. Dat is wat je wil zien en horen als je  een uitstapje als dit regelt, hè Carla?

Ik mag naast Elisabeth zitten (de enige plaats, die nog open is) en we hebben een klik. Normaliter zijn we niet van die praters. Maar onze monden staan geen moment stil. Ik weet zeker dat ik, vanavond, wanneer ik thuis zit te borrelen, blij ben dat ik naast Elisabeth gezeten heb op de heenweg. Na al die weken weet ik nu  dat Elisabeth een leuke meid is. En Elisabeth weet wat voor vlees ze met mij in de kuip heeft; althans dat denkt ze … want eerlijk gezegd ben ik niet zo’n open boek. Zeker niet voor alleenstaande vrouwen; bij ons clubje zijn alle vrouwen alleen behalve Ans en Janny.   

Carla heeft in Hoek van Holland gereserveerd bij een voor mij onbekende strandtent. Ik dacht dat de lunch-locatie een verrassing voor de groep moest blijven, maar ik hoorde onderweg van iemand dat ze thuis al wat gekozen had uit de menukaart. Toen had ik er wel een beetje de pest over in, dat ik van niks wist, want ik had gisteravond thuis ook best willen weten of ze daar bruin brood met zalm en salade zouden verkopen.

Om half een zitten we op een terras in de schaduw van een kunstmatig bladerdek, met uitzicht op strand en zee te smikkelen en te smullen van een heerlijke lunch. Mijn gewenste broodje zalm staat gelukkig ook op de kaart. Naast me zit Sonja, te zwoegen achter een enorme berg salade en zachte geitenkaas, haar ogen waren kennelijk groter dan haar maag. Ze wil nog wel wat sla aan mij kwijt maar daar pas ik voor. Moet ze maar niet zo veel hooi op haar vork nemen. Elisabeth, ze zit weer naast me, probeert amechtig haar gisteravond thuis uitgekozen kipsateetje en patatjes binnen te houden.

Ik zit aan het hoofd van de tafel, dus ik kan niet precies zien wat er zo al gegeten wordt. Van een afstandje kan ik zo wel zien dat, Marijke, Trudie, Marga, Janny, Carla zitten te genieten van hun lunch.

Maar … en … we zijn hier niet alleen om te eten, we moeten ook nog wat calorieën wegwerken. Dus gaan we het strand op, sommigen (zoals ik) gaan zelfs de zee in, tot halverwege de kuiten.  (Leuke foto van mij Marga!) Volgens de stappenteller werken we slechts vijf kilometer weg … veel te weinig om het aantal verbruikte calorieën te kunnen weergeven.

De piepkleine metro terug naar Rotterdam zit propvol en is adembenemend benauwd. Weer zit ik naast Elisabeth; dat kan haast geen toeval meer zijn. Ze fluistert zachtjes in mij oor dat ze niet zo lekker gegeten heeft. ‘De patatjes waren een beetje droog.’  Dat hoeft ze mij niet te vertellen.

Kwart over vier komt er een eind aan ons uitstapje. Dan volgt het nagenieten: een sessie van een uur fotootjes uitwisselen , bewonderen en bedanken.

WAT EEN MOOIE DAG! Daar doen we het allemaal voor, toch?! Bedankt Carla!!