Ik ben nog net geen 11 jaar. Mam doet de laatste tijd zowat
niks meer. Daarom geef ik mijn kleine broertje, Léon maar de fles en verschoon ik hem. Zijn poep ruikt echt goor ... maar wie zijn poep is nou wel lekker? Léon is heel lief, hij huilt weinig, hij is
een echte lachebek. Als alle mongooltjes zo zijn mogen we niet mopperen, vind
ik. Mam is duidelijk nog steeds niet de oude. Ze huilt veel, ligt meestal in
bed en zegt tegen mij dat ik haar werk maar moet doen. Dat kan ik echt niet
allemaal in m’n eentje doen. Mijn zusjes en pap zouden ook wel eens wat kunnen doen.
Maar mijn zusjes weigeren boodschappen te doen en pap valt na zijn werk altijd gelijk
voor de tv in slaap. Dus móét ik gewoon wel alles doen. De allervervelendste
taken vind ik bedden verschonen (die
piesbedden elke dag!), stofzuigen en eten klaarmaken.
De grote zoon van onze buren komt steeds bij mam op bezoek.
Hij is een grappige man. Heel groot en
dik. Ik weet niet precies hoe oud hij is, misschien wel 25. Als hij bij mam is
hoor ik haar vaak hard lachen. Soms blijft hij wel van 11 uur ’s morgens tot
vlak voordat pap uit zijn werk komt. Dan gaat hij naar de zaak, zegt hij. Hij
is kok in een restaurant. Tegen mij heeft hij wel eens gezegd wat hij kan maken … allemaal heel moeilijke namen …
Franse namen … binnenkort gaat hij voor ons eten klaar maken. Dat vind ik een
goed idee want dan hoef ik tenminste niet te koken.
Toevallig hoor ik mam en pap praten. De deur van mams
slaapkamer staat op een kier. Pap zit op de rand van hun bed. Mam is aan het
praten: ‘…… dus zit er niks anders op, dan dat we uit elkaar gaan’. Pap, die
zijn stinkende werkgoed nog aan heeft, laat zich languit vallen op het bed en
barst in huilen uit. Het is de tweede keer dat ik hem hoor huilen. De eerste
keer was bij het voetballen; toen werd er een bal hard op pap zijn zak
geschoten …. dat deed hem erg pijn …. maar
nu heeft hij meer verdríét.
Pap loopt nu al zeker drie weken te huilen. Niet de hele dag
gelukkig. Hij loopt gebogen met zijn rug.
Met zijn gezicht naar de grond. Als een
zwak, zielig mannetje, zo ziet hij er nu uit. Hij gaat ook al een poos niet
naar zijn werk … pap zegt: ’ik kan het niet opbrengen.’
Mam wordt gelukkig weer wat vrolijker en actiever. Dan kan
ik tenminste weer eens wat voor mezelf doen. Weet je wat ik stom vind? Dat zij
vrolijker wordt en pap steeds verdrietiger.
Pap zit droef in zijn
stoel voor zich uit te kijken. Ik vind het heel zielig voor hem. Hij was af en
toe wel bozig en schreeuwerig tegen mij en hij stonk ook meestal wel zuur maar
hij werkte wel heel hard op de schoolmelkwagen, voor centjes voor ons allemaal.
Vandaag woont pap voor de laatste dag bij ons. Ik moet daarom
ook huilen. Pap ook. Mam niet. De zoon van de buurman komt vandaag koken voor ons allemaal. Omdat pap weggaat.
Hij maakt Coq au vin; kip in rode wijn, met allerlei groentes en patatjes. (De
zoon van de buurman heeft me geleerd hoe je coq au vin moet schrijven, want
eerst schreef ik, helemaal fout: ’kokko
vèn’ .)
Pap heeft duidelijk geen trek. Hij zit alleen maar een
beetje met zijn patatjes te spelen.
Na het eten brengt de zoon van de buurman, met z’n auto, pap
naar zijn nieuwe huisje, een half uurtje rijden hier vandaan. Als pap weg is
zegt mam tegen mij, mijn zusjes en Léon, dat we voortaan pap mogen zeggen tegen
de zoon van de buurman. Dat ga ik denk ik niet doen.
Hij blijft voortaan ook bij ons slapen. Bij mam in bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten