donderdag 4 augustus 2022

ZEEBRAAR

 Ik ben bij het oogziekenhuis geweest. Slenter  naar metrostation Beurs. Als ik de Westblaak wil oversteken is daar iemand bezig gekkigheid uit te halen. Is hij een toneelspeler? Is hij niet goed bij zijn hoofd? of allebei? Keer op keer steekt de kleine, gespierde man (een Spanjool?) met ontbloot bovenlijf, het zebrapad op de Westblaak over. Dan gaat hij gelijk weer terug. Blijft midden op de zebra  staan, houdt het voetgangerslicht goed in de gaten en vlak voordat het op rood springt loopt hij met grote stappen weer terug naar het trottoir. Ik heb hem dat tien keer achter elkaar zien doen. Hijgend staat hij daar met bezwete, glimmende borstkas te wachten tot het voetgangerslicht weer op groen staat. Snelt dan de zebra op, keert zoals gebruikelijk ook weer om en blijft halverwege de oversteekplaats stokstijf staan.

Na elf keer ben ik het wel zat. Ik ga verder. Richting Beurs. Maar wat gebeurt er?! De zebraloper grijpt mij vast. Hij omklemt me met zijn armen, tilt me op, sjokt met mij de zebra over en keert weer om. Natuurlijk probeer ik me los te vechten maar dat lukt niet. Hij is beresterk. Ik kan alleen om hulp roepen. ‘Hulp, hulp’ Maar het lijkt of niemand mij hoort. Is er dan niemand, die het raar vindt, dat deze man mij in bedwang houdt? Blijkbaar niet. Vlak voor dat het voetgangerslicht op groen springt neemt hij weer grote passen naar het trottoir. Daar zet hij me neer en houdt me met zijn grote harige hand stevig vast. Ik roep wèèr vergeefs om hulp. ‘Hulp, Hulp’ Het voetgangerslicht springt weer op groen. Hij gaat en trekt me mee. Het autoverkeer daagt ie weer uit midden op de zebra. Op het nippertje loopt hij door. Net op tijd voor hemzelf. Maar net te laat voor mij. Ik word aangereden door een bestelbusje. Geen voetganger die reageert, alsof hun neus bloedt. De automobilisten doen net of ze gek zijn, behalve de chauffeur van het bestelbusje.  Die komt uit zijn auto en begint tegen me te vloeken ‘fukking eshool!’. Ik brenh het verkeer en mezelf in gevaar. Hij belt 112. Dat wel. Snel komt de politie en een ziekenwagen. Ze zien gelijk dat ik mijn knie en mijn schouder gebroken heb. Ik zal geopereerd moeten worden. Tegen de politie en de ambulancebroeders vertel ik nog dat Spanjool (?) mij, tegen mijn zin, die zebra op gesleurd heeft. Ik kon geen kant op. Hij was veel sterker dan ik. ‘Ja, ja, dat zal wel’, was de reactie van zowel de politie en de ambulancers. Alsof ik het expres en voor de lol deed. Het bestelbusje was ondertussen al weggereden. Er is niemand, die mij gelooft. Ik had ook geen getuigen of een alibi.

Mijn knie en schouder doen verrot veel pijn. Mijn jas en mijn broek zijn gescheurd ... precies zoals jongelui hun broeken expres scheuren of die broeken kant en klaar met scheuren in de winkel kopen. Maar ik ben 49 jaar, op die leeftijd ga ik toch geen gescheurde kleren meer kopen?!

Bij aankomst in het ziekenhuis, staan ze  me in mijn gezicht hard uit te lachen: ‘Nou meneer, voorlopig is er hier geen plek voor u, hoor. Er zijn nog 40 wachtenden op een knie-operatie en 53 op een schouderoperatie.’ Er wordt een taxi voor me gebeld. Ik krijg wel bericht thuis als ze me kunnen helpen. ‘ Ze komen echt  niet meer bij, daar.

Waar moet die taxi me in hemelsnaam naar toe brengen … voor zover ik weet heb ik helemaal geen thuis, toch?.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten