Zondagochtend word ik wakker met een kurkdroge mond. Ik heb vast de hele nacht gesnurkt. Mijn vriendin, Cora ligt tenminste niet meer naast me. Zij vlucht naar een andere slaapplaats als ik lig te snurken. Mijn droge mond kan ook komen van het zuipen van gisteravond bij de Drie Ballons, mijn stamkroeg. Dàt kan ik me nog goed herinneren. Ik weet niet meer wanneer ik daar ben weggegaan; ook niet dat ik thuis gekomen ben. Blijkbaar bèn ik wèl thuisgekomen, want ik lig hier in mijn eigen bed.
Nu ik wat wakkerder word zie ik wat braaksel liggen … op
mijn hoofdkussen, het hoeslaken, het dekbed …
ik zal er ook wel in gelegen hebben ... inderdaad zit er wat aan mijn
wang en in mijn haar. Ik ga douchen en gooi dat vieze beddengoed in de was ...
dzjiezus … koppijn! ‘Eigen schuld dikke bult,’ ….
Meestal knap ik niet
erg op van onze klote douche: eentje die doet wat ie wil. Nu eens sproeit ie
kokend heet water dan ineens weer ijskoud. Ook nu weer. Gek word ik er van. Met
nòg meer hoofdpijn kom ik onder de douche vandaan. Maar die zurige stank is weg
en mijn mond is weer vochtig genoeg.
Omdat mijn huid snel uitdroogt, smeer ik er vandaag eens een
lekker lotionnetje van Cora op. Ik
schiet mijn roze badjas aan. Die staat
me echt goed, al zeg ik het zelf. Voor alle zekerheid kijk ik nog even in de
grote spiegel. Kan ik me van top tot teen bekijken. Inderdaad prima die badjas.
Alleen die onuitgeslapen kop en die harige witte benen, dat is geen porum. Aan
mijn gezicht valt wat te doen: ik trek mijn mondhoeken omhoog en wrijf mijn
ogen goed uit. Aan die witte harige benen zit ik gewoon vast.
Ik vind het zelf ook raar, maar wanneer ik flink gezopen heb, ben ik de
andere dag opgewonden. Zeg maar gerust bere-geil. Ik schrijf maar op, zoals het
is, het is niet anders. Ik ga dus maar eens kijken of ik Cora er toe kan
verleiden om met haar behoeftige vriendje een nummertje te maken.
Dan zal ik haar toch eerst
ergens in huis moeten vinden. Ze zal wel liggen te slapen op de
driezitsbank in de woonkamer. Daar ligt ze. Alleen het kijken naar haar
contouren, onder het dekbed met
‘lieve-kleine-diertjes-motief’, windt me al op. Ze is nog zó diep in slaap.
Dit vindt ze lekker, zeker weten: ik streel over het dekbed,
haar schouders, armen, rug, benen … en als ik haar billen wil gaan strelen,
draait ze zich als door een wesp gestoken om:
‘Blijf verdomme van me af klootzak, gore zuiplap. Ik heb
vannacht zowat geen oog dicht gedaan. Dankzij jou! Lul, dat je d’r bent.’
Zo snel als mijn opwinding kwam, is ie ook weer verdwenen. Ik
loop naar de werkkamer, start de pc op en ga naar www.sudokunet.nl om de puzzel
van de dag op te lossen.