dinsdag 24 februari 2015

PIS

In de Islamitische Staat, I.S., wordt nu in het grootste geheim, maar wel volop,  gewerkt aan het binnenhalen van de perenoogst in het kader van het projekt Peren van de Islamitische Staat (kortweg: P.I.S.).  Naar verluid zijn ook vanuit Nederland afgereisde jeugdige  jihadisten hierbij ingeschakeld. Het leeuwendeel van deze peren zal door de jeugdige Hollandse aanhangers van de Islamitische Staat zelf naar Nederland worden getransporteerd. De peren zullen gewoon verkocht worden onder de soortnaam Saint Rémie. Deze vrucht is in het Kalifaat geïnfecteerd met het AC-virus  (het Anti  Christ-virus). Zoals de naam al zegt richt het virus zich uitsluitend tegen christenen. Het virus detecteert in het menselijk lichaam christelijke sporen en slaat dan ogenblikkelijk toe. In eerste instantie is het niet de bedoeling om christenen meteen te doden. Het gaat er eerder om ze erg vervelend letsel toe te brengen. De kruisvaarders, zoals de christenen ook wel genoemd worden door de heldhaftige strijders van de Islamitische Staat, zullen voor het mooie vooral langdurig moeten lijden. Het AC- virus kan het beste gezien worden als een bommetje, dat zich heel precies richt op een lichaamsdeel of een belangrijke lichaamsfunctie en vervolgens vernietigend toeslaat.  Zeg nooit dat ze dom zijn die strijders … Binnen 1 tot 3 weken slaat het virus dan toe en wordt de schade voor de arme kruisvaarder zichtbaar. Zo kan er één vinger verloren gaan maar, net zo goed alle tien. Eén arm, één been, één oor (dit kan alleen bij jonge kinderen en demente ouderen), één oog, de neus, de nieren, de lever, de prostaat, één borst, één eierstok, één teelbal, de penis het kan allemaal zomaar vernietigd worden …. Als Allah het wil
Wàt precies door het virus vernietigd gaat worden is gewoon niet  te voorspellen … Maar … is het niet knap?.... I.S. heeft er dit keer voor gekozen om ook eens iets aan de creativiteit van dit bij uitstek toch starre jihadistische virus over te laten.
Overigens: er is helemaal niets tegen te doen … heb je je peertje eenmaal verorberd dan kan je er op wachten tot er iets van je lichaam uitvalt…. Hoe krijgen ze het voor elkaar??....
Preventieve maatregelen bieden geen soelaas om de simpele reden, dat er van de buitenkant niets bijzonders aan de vrucht valt waar te nemen. Ja, het beste is eigenlijk  de komende  zomer in het geheel geen peertjes te eten. Maar wie doet dat? En bovendien … van een P.I.S.-dreiging is dan nog niemand op de hoogte!
Jeugdige Hollandse Jihadisten staan tegen het einde van de P.I.S.-campagne in steden en dorpen klaar om mensen met de duidelijk zichtbare P.I.S.-verschijnselen zogenaamd hun hulp aan te bieden maar in werkelijkheid worden de gewonden in veewagens  gegooid en op transport gezet naar het Kalifaat. Daar zullen zij in het stadion van de voetbalclub RQQ uit Raqq uit hun lijden verlost worden (lees: onthoofd worden) ...  Als Allah het wil ….
Het ligt in de bedoeling deze onthoofdingen, in augustus 2015, rechtstreeks te vertonen op de Nederlandse televisie en wel in de rust van de allereerste interland voetbalwedstrijd tussen het Kalifaat en het Nederlands Elftal. De NPS heeft hiervoor de uitzendrechten al verworven. Het stadion van Raqq zal naar alle waarschijnlijkheid tot de laatste plaats bezet zijn. Ditmaal niet alleen met uitzinnige Kalifaatbewoners maar nu ook met familieleden en andere nabestaanden van de te onthoofden personen. Natuurlijk zal ook een groot aantal Oranje-supporters hun helden toejuichen. … Als Allah het wil…

Het entreegeld bedraagt per persoon slechts 100,= euro.  I.S.-leider Abu Bakr al-Baghdadi heeft toegezegd dat de totale som van de entreegelden ten goede zal komen aan Vroeg Dementerende Jihadisten. Deze beweging bouwt overal in het Kalifaat centra voor heldhaftige ex-I.S.-strijders … Als Allah het wil…

zondag 22 februari 2015

TRANEN

Naarmate mijn vader ouder werd, 65 plusser bedoel ik, kwamen zijn tranen steeds sneller. Had hij  een leuk cadeautje gekregen, een onverwacht uitstapje gemaakt of eens lekker met zijn familie gegeten, dan brabbelde hij zijn dank in een onverstaanbaar taaltje, waarbij hij zijn tranen vaak de vrije loop liet.

Toen de Rotterdamse voetbalclub Sparta, een aantal jaren geleden nog in de eredivisie speelde, ging ik regelmatig kijken op het Kasteel, het stadion van Sparta in Spangen. Ik schrijf dat omdat ik bij elke thuiswedstrijd stond te janken. Toen was ik pas 60! Voor aanvang van de wedstrijd werd dan de Sparta-mars gespeeld en zo’n kleine tienduizend Sparta-fans zong dan uit volle borst mee. Beluister de link: https://www.google.nl/?gws_rd=ssl#q=sparta+mars+tekst:

Rood-wit is onze glorie

Rood-wit zit ons in’t bloed
Bij neerlaag of victorie
Bij voor- of tegenspoed
Rood-wit gaat nooit verloren
En jaren nog hierna
Zullen wij laten horen SP-AR-TA
Zullen wij laten horen SP-AR-TA

Deez’ vlag zij is ons heilig
Reeds honderd jaren lang
Bij rood-wit zijn wij veilig
Zijn wij voor niemand bang
Wij zweren bij die kleuren
En zingen hoe ’t ook ga
Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA
Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA

Het gebeurde meestal halverwege het eerste couplet al, de tranen stroomden en ik zong zoals mijn vader brabbelde … met dat vreemde piepstemmetje. Maar waarom?  Ik woonde vanaf mijn derde jaar, in Spangen, schuin tegenover het Sparta-Kasteel. Vanaf mijn zevende ging ik onregelmatig met mijn vader kijken. We stonden dan op de jongenstribune en eigenlijk heb ik alleen maar leuke herinneringen. Ook toen werd voor aanvang van de wedstrijd de Sparta mars gespeeld en gezongen. Het is mij een raadsel, die tranen. Zou het zo zijn dat ik veel meer emotioneel betrokken was bij het Sparta uit mijn jeugd en dat de tranen vloeien bij die oudere man, die die betrokkenheid uit zijn jeugd node mist?

Vanmiddag las ik in het nieuwe nummer van Hard Gras (een voetbalblad voor lezers) een verhaal van een lezer. Hij beschrijft dat hij tijdens een autorit op het nieuws hoorde dat Abe Lenstra dood was. Een van de grootste voetballers van Nederland. De grote drie: Cruijff, Lenstra, Wilkes. De man hoort het bericht, zet zijn auto op de vluchtstrook en zit daar zo’n twintig minuten te huilen. Hij huilt en ziet weergaloze acties van Abe Lenstra voorbij komen als voetballer van Heerenveen en het Nederlands elftal. Ook ziet hij het beeld dat Abe vrij snel na zijn voetbalcarrière  wordt getroffen door een beroerte. Abe is vanaf dat moment invalide en moet zich voortbewegen in een rolstoel.
De man die zit te huilen in zijn auto droogt zijn tranen en neemt zich voor  om voorafgaand aan zijn seniorenwedstrijd van de komende zondag één minuut stilte voor de legende die Abe is te organiseren. De scheidsrechter is akkoord, de tegenstander is accoord. Daar staan ze: die 22 oude voetballers, een scheidsrechter en twee grensrechters … in de striemende regen … gierende wind … en een kou waar je hoofdpijn van krijgt. Een minuut voor Abe … toen ik dat las moest ik huilen … niet zo heel erg hard, maar toch, 64 ben ik nu … ik ga echt mijn vader achterna.





zaterdag 21 februari 2015

HEFTIG

Hij had het benauwd. Daar werd hij wakker van. Van zijn eigen gekuch. Het was nog donker … nacht. Hij wilde het schemerlampje op zijn nachtkastje aan doen maar zowel zijn arm als zijn rug kreeg hij zowat niet in beweging.
‘Alice,’ riep hij, ‘help me eens ik stik er zowat in … Alice.’ Alice reageerde niet. Heel voorzichtig probeerde hij zijn rug in beweging te krijgen. Met veel pijn en moeite lukte het hem om bij de schakelaar van de schemerlamp te komen. Hij moest alsmaar erg hoesten en schrok erg toen hij zag dat door zijn gehoest bloedspetters op de lamp vlogen. Er zat volop bloed in zijn mond. Zijn armen waren flink opgezet, blauwig; er zaten verschillende diepe bloederige krabbels in. Hij stierf van de koppijn. Bovenop zijn kop, daar waar nog een beetje haar zat, was een plakkerige bloedende wond. Op zijn rug kon hij niet kijken het voelde of er een paar ribben gebroken waren.
‘Alice, Alice,’ roept hij,’ geen reactie,’Alice!’ Als hij het dekbed van Alice openslaat  schrikt hij zich rot. Haar laken is besmeurd met bloed en naast haar bed ligt een kapotte fles wijn. Er gaat een bloedspoor naar de slaapkamerdeur. Alles doet hem vreselijk pijn. Maar hij moet naar Alice.
Het bloedspoor gaat naar de badkamer. Daar ligt, aan flarden gescheurd, de pyjama van Alice. De douche staat nog aan. Naar de kamers van de kinderen nu … het spoor gaat door …. de kinderen, Arjan en Tomas zijn godzijdank nog in diepe slaap. Naar beneden. Daar, tussen de salontafel en de driezitsbank ligt Alice. Het lijkt alsof hier in de woonkamer, in alle hoekjes en gaatjes, ergens naar gezocht is. Letterlijk alles is overhoop gehaald.  Hij snelt zich naar Alice; schreeuwt haar naam en probeert haar wakker te schudden.  Ze is dood. Ze is hard op haar gezicht geslagen …  op haar schedel ook. Op de tafel staat een 25 kilo halter van zijn fitness … besmeurd met bloed. Dan pakt hij de halter en beukt in op Alice’s lijf, krampachtig wreedaardig, van boven naar beneden. Ook pijnigt hij zichzelf met de halter, vooral zijn hoofd. Er begint hem weer iets te dagen. Hij loopt weer naar boven naar de slaapkamer van de jongens; beukt zichzelf op zijn ribbenkast; gaat hun slaapkamer in. Ze slapen nog steeds lekker. Zelfs slapen ze door als hij ineens hard begint te huilen en naar de badkamer gaat. Hij zet de  hevig bloedende Alice onder de kokend hete douche. Rukt de pyjama van haar lijf. Gillend van de pijn rent ze de trap af naar de woonkamer. Hij rent achter haar aan en dondert in zijn haast van de trap.

Hij en Alice liggen in bed; drinken een wijntje. Ze praten gezellig maar krijgen opeens heftig ruzie. Hij weet niet meer waarover. Sex? Geld? Kinderen? Hij slaat haar in haar gezicht. Alice krabbelt hem in zijn armen, tot bloedens toe. Woedend is hij. De fles wijn staat aan Alice’s kant van hun bed. Daar loopt hij heen. Hij slaat de fles kapot op Alice’s hoofd. Dan vlucht ze de slaapkamer uit, naar de douche. Hij gaat achter haar aan.

donderdag 19 februari 2015

TE VOET

Vanochtend ben ik om acht uur opgestaan. Vroeg voor mijn doen, tegenwoordig. Ik moet de wekker zetten want uit mezelf word ik niet wakker om die tijd. Zeven uurtjes slaap heb ik dan gehad. Ik heb om tien uur een afspraak met de Poolse Anita. Ze krijgt Nederlandse les van mij in de bibliotheek. Voorlopig moet ik eerst nog even ontbijten. Ik eet mijn zelfgebakken boterhammetjes, met banaan en  honing. En een kop thee. Ja, tegenwoordig drink ik thee. Sinds een week of zes heb ik de koffie afgezworen. Ik las in ergens op internet een artikel, dat koffie heel slecht is voor de lever en dat geloofde ik zomaar. (Google maar op ‘koffie’ en ‘lever’ als je hierover meer wilt weten.) Aangezien ik zogenaamd ‘voor mijn gezondheid’ al genoeg pillen moet slikken die slecht zijn voor mijn lever, dacht ik: ‘koffie, weg ermee!’. 
Thee is ook goed binnen te houden: een heerlijk dampende pot Earl Grey thee is niet te versmaden.
Bij een goed ontbijtje hoort voor mij ook een goede ochtendkrant. Na een slechte bezorgperiode rond de jaarwisseling, ligt die krant nu elke ochtend weer keurig netjes op tijd in de bus. Wat me in de krant van vanochtend vooral opvalt is de hopeloze triestheid van Oost-Oekraïne. Zowel van de Oekraïnse militairen als van de burgers in dat kleine dorpje Debaltseve. Als ratten zitten ze in de val. Ze worden bestookt door separatisten en door Rusland gesteunde milities. Nota bene is drie dagen geleden een bestand afgekondigd. ‘Maar over Debaltseve zijn geen afspraken gemaakt,’ huichelt Poetin. Die Russische president gaat over lijken.

Ik heb zin om te wandelen dus ik ga te voet naar de bibliotheek. Het is niet zo’n sensationele wandeling. Er valt niet veel over te zeggen. Behalve dan misschien over slagerij de Groene Weg waar ik langs loop. Dit is de duurste en meest élitaire slagerij van Rotterdam. Voor slechts 25 euro koop je maar liefst drie ons biologisch dynamisch rundgehakt koopt en voor nog geen 5 euro heb je al een onsje paardenrookvlees. Maar goed … ik ben te voet op weg naar de bieb.
De afspraak is om tien uur. Anita is er nog niet. Als ze er om kwart over tien nog niet is, ga ik twijfelen aan onze afspraak. Ik ben zo stom geweest om mijn mobieltje weer eens thuis te laten dus ik weet niet of zij iets gesmst heeft. Ik kan ook geen contact opnemen met haar. Om de tijd te overbruggen tussen nu en mijn volgende afspraak, besluit in wat te gaan lezen in de bieb. Ik ben hier nu toch.
Ik pak een boek van een onbekende schrijfster, een francaise, die een Franse prijs heeft gewonnen voor schrijfsters onder de 25 jaar. Ik neem me voor om  dit boek, ondanks alles, te blijven lezen tot ik weg moest naar de volgende afspraak.
Het boek speelt zich af in Zürich en gaat over een kapper, die de belangrijke taak heeft, ervoor te zorgen, dat de president er goed geknipt en geschoren uit ziet. Hij is zowel zijn kapper als zijn schoonheidsspecialist. Ook zijn neus- en oorharen knipt hij en gezien de sterke baardgroei van de president moet hij zeker twee keer per dag geschoren worden.
Op een dag dringen twee terroristen de kapsalon van het presidentieel paleis binnen. De terroristen knevelen en blinddoeken de kapper en de president en voeren ze in een gereedstaande auto naar een hoger gelegen gebied.
Wat ben ik blij, dat ik niet verder hoef te lezen in dit boek. Ik ben inmiddels al drie keer in slaap gevallen.
Het is nu half één, tijd om, te voet,  naar de Libyer, Abdul, te gaan om hem Nederlandse les te geven. Om één uur heb ik met hem afgesproken bij hem thuis op de Schiekade.
Ik ben heel erg benieuwd waarom Anita vanmorgen niet is komen opdagen … ik denk dat ze me wel gesmst zal hebben.



woensdag 18 februari 2015

NEE ZEGGEN

KARIN
Mijn vrouw was met haar vriendin Martha een paar dagjes de stad uit. Ik zou voor  de kinderen zorgen en wilde mijn donkere kamer in gebruik nemen. Tja, alle benodigdheden om foto’s af te drukken had ik in huis, een vergrotingsapparaat, vloeistof, bakjes, papier, rode lamp, pincetten, droger … ik weet mijn god niet wat nog meer. Het tijdperk van de digitale foto was nog erg ver weg.
De jongens, ze waren toen nog respectievelijk 4 en 6 jaar, lagen tussen half acht en acht uur in bed. Ik verduisterde de badkamer, want daar ging het allemaal plaats vinden. Ik had een rolletje laten ontwikkelen met wat vakantiefoto’s van ons gezinnetje op Texel.
 Stond ik net met die rode lamp aan in de badkamer,  ging de bel. Het is natuurlijk geen verplichting om de deur open te doen als de bel gaat. Maar van erg heftig op die bel drukken, worden de jongens misschien wel wakker. Dus alles maar weer goed afdekken in de badkamer en kijken wie daar aan de deur is.
Bleek het Karin te zijn, mijn studiegenoot op de Nutsacademie. We deden Sociale Agogiek; zaten in het tweede jaar. Samen waren we bezig aan een werkstuk ‘Sociale begeleiding in de Stadsvernieuwing’. Karin had een deel af, dat kwam ze brengen. Ze wilde het alvast door mij laten lezen. Ik zei, dat ik nu geen tijd had om het door te lezen en er over te praten.
‘Ik heb net alles klaar gezet om foto’s af te gaan drukken, Karin, dus ….’
‘O, leuk, Jee, mag ik met je mee kijken hoe je dat doet?’
Nu pas viel het me op dat Karin er anders dan anders uitzag. Vooropgesteld: Karin was absoluut mijn type niet. Ze had iets te dikke, heel erg witte benen, nauwelijks kont, nauwelijks tiet, een wit spichtig gezichtje met veel sproeten ….. maar het aller …allerergste vond ik, dat ze onophoudelijk wauwelde ... naast me op  de fiets … op het schoolbankje…..in de kantine.
Wel had ze prachtig lang zwart haar dat reikte tot op haar billen. Deze avond had ze vlechten gemaakt; zoals Pippi Langkous. Stond haar leuk. Ze had haar bril afgelaten en haar hinderlijk besproete gezichtje, bepoederd. Haar ogen opgemaakt. Zo, met haar korte zwarte corduroy rokje en haar zwarte maillot, zag ze er zelfs een beetje sexy uit.
‘Heb je gehoord wat ik vroeg, Jee, ik zou het leuk vinden, om met je mee te kijken hoe je die foto’s gaat afdrukken.’ Zoals ze nu tegen me sprak, sprak ze nooit tegen me: met een warme, zwoele stem. Ze rook ook lekker. Zou ze gehoord hebben dat ik vanavond alleen thuis ben? Maar van wie dan?
Ik heb altijd al moeilijk nee kunnen zeggen, dus Karin mocht bij mij in de donkere badkamer mee komen kijken naar hoe ik de vakantiefoto’s ontwikkelde.
Over mijn afdrukwerk was Karin zeer enthousiast. Ze raakte me, zo in die donkere badkamer  steeds lichtjes met haar handen aan. Per ongeluk (?) ging ze met haar armen, buik en benen langs me heen. Karin was zo anders. Zo zwoel en fysiek had ik haar nog nooit meegemaakt. Ze wauwelde zelfs niet.
Normaal gesproken kan ik nooit zo makkelijk ‘neen’ zeggen maar dit keer kostte het me wel heel erg veel moeite.
We hebben nog wel samen een mooie foto afgedrukt van mijn vrouw en de jongens op het Texelse strand. Hij hangt nu nog bij ons op de fotowand.



THIJS

Met onze kater, Thijs gaat het een beetje beter. Hij kan zijn koppie al weer wat hoger houden. Kalium doet dus zijn werk. Hij eet ook iets meer. Dus wie weet komt Thijs er wel boven op. Duimen!

dinsdag 17 februari 2015

ALLERBELABBERDST

Thijs
De dierenarts heeft onze kater Thijs, die zijn koppie niet meer kan oprichten onderzocht. Wij dachten dat hij een tia had gehad. De dokter, die hem afgelopen maandag grondig onderzocht, constateerde: zijn hartje is onregelmatig en zwak, hij heeft ondergewicht en verhaart erg: grote plukken van zijn vacht vinden we door ons hele huis. Kortom zijn conditie is allerbelabberdst.
De dokter wil een bloedonderzoek laten doen om te weten te komen of de nieren van onze kater goed zijn, of hij suikerziekte heeft en of hij voldoende kalium in zijn lijf heeft. Kaliumgebrek kan er volgens haar de oorzaak van zijn dat Thijs zijn kop niet meer omhoog kan houden.
Vanmiddag rond half vijf belde de dokter met de uitslag van het bloed onderzoek: de nieren zijn goed, hij heeft geen suiker maar wel een groot gebrek aan kalium. We denken dat de dokter het goed gezien heeft, dat kaliumgebrek de oorzaak is van zijn slap hangende kopje. Ik heb internet nog es geraadpleegd daar staat een verhaal over de ziekte van Thijs, hypolalaemie met een foto precies zoals onze kater nu is. Voor wie het wil bekijken, hier is de link:
De dierenarts vertelt dat we bij haar kaliumpoeder (Tumil-K) kunnen kopen. Eén keer per dag moet er een half theelepeltje over Thijs zijn eten worden gestrooid; het is te hopen dat hij zijn eten dan nog wil opeten.
De dokter wil geen valse hoop wekken: Thijs is er überhaupt gewoon slecht aan toe; dat kaliumgebrek kan dan wel een beetje worden weggewerkt maar aan zijn zwakke hartje is weinig meer te doen.

Saskia
Saskia is een leuke, sportieve vrouw. Ze is lid van de atletiekvereniging PAC,  eigenlijk alleen maar voor het (recreatief)trainen van de vijftien kilometer. In een gemengde groep loopt ze, met zo’n 20 mannen en 10 vrouwen.
Ze werkt bij de Stichting Jeugdzorg in Schiedam; 32 uur per week als juridisch medewerker. Aan twee medewerkers geeft ze leiding.
Twee keer in de week loopt ze bij PAC door het Kralingse Bos. Als ze dat niet had dan zou ze al lang gestrest thuis zitten. Het lopen is echt een uitlaatklep en tegelijkertijd een oppepper van jewelste.
Toen ze begon met haar werk in Schiedam kon ze het gemakkelijk alleen aan. Nu doet ze in haar eentje het werk van twee. Er is gewoon geen geld voor uitbreiding.
Thuis gaat het allerbelabberdst. Haar man Peter werkt bij de politie. Grea en Hester, ze schelen een jaar, zitten op het vwo en gooien er met de pet naar; dat wordt blijven zitten dit jaar.
Door Peters onregelmatige diensten en Saskia’s bezigheden zien ze elkaar niet of nauwelijks. Of ze is aan het rennen bij PAC of ze ligt uitgeteld in bed als Peter thuis komt en bij haar in bed stapt.
Ze voelt wel dat Peter haar borsten, haar buik, haar billen streelt en zij voelt zijn opwinding ook wel maar ze doet alsof ze slaapt. Peter kan haar al jaren niet meer bekoren.
Niet dat ze helemaal geen behoefte heeft. Integendeel! Noem haar allesbehalve frigide. Wat haar ontbreekt is moed.

Saskia voelt onder het hardlopen, dat Eric, een leuke vent, belangstelling voor haar heeft. Ze durft er alleen niet op in te gaan.