zondag 11 juni 2023

VROUWEN ZIJN STERKER DAN MANNEN.

Wie is het sterke geslacht? Als je denkt dat mannen sterker zijn dan vrouwen, dan heb je het mis. Natuurlijk hebben mannen meer spierkracht, maar dat is niet het enige wat telt. Op vrijwel alle andere gebieden zijn vrouwen sterker dan mannen. Ze leven langer, ze herstellen sneller van ziektes en ze kunnen beter omgaan met trauma’s. Wetenschappers hebben dit aangetoond met talloze studies en statistieken.

Vrouwen hebben een hogere levensverwachting dan mannen. Over de hele wereld en zover als de data teruggaan, leven vrouwen vijf tot zes jaar langer dan mannen. Van de 43 mensen op aarde die ouder zijn dan 110, zijn er 42 vrouw. Hoe komt dat? Een mogelijke verklaring is dat vrouwen een sterker immuunsysteem hebben dan mannen. Vrouwen kunnen beter en vaker herstellen van ernstige infecties. Hun vrouwelijke hormonen, zoals oestrogeen en progesteron, zouden hen beschermen tegen allerlei aandoeningen. Ook hebben vrouwen minder last van hart- en vaatziekten, die bij mannen eerder en heftiger optreden.

Vrouwen zijn ook sterker op mentaal vlak. Ze kunnen beter omgaan met stress, pijn en verdriet. Ze hebben meer veerkracht en kunnen zich beter aanpassen aan veranderingen. Ze hebben meer sociale steun en kunnen hun emoties beter uiten. Dit helpt hen om trauma’s te verwerken en te overwinnen. Mannen daarentegen hebben meer kans om depressief te worden, verslaafd te raken of zelfmoord te plegen.

Natuurlijk zijn er ook factoren die niets met biologie te maken hebben, maar met gedrag en cultuur. Vrouwen gaan misschien eerder naar de dokter, hebben een gezonder dieet en doen minder vaak gevaarlijk werk. Maar dit neemt niet weg dat vrouwen van nature robuuster zijn dan mannen. Ze zijn gemaakt om te overleven, om voor hun kinderen te zorgen, om het leven door te geven. Mannen zijn misschien sneller en sterker, maar vrouwen zijn duurzamer en betrouwbaarder.

Dus de volgende keer dat iemand je het zwakke geslacht noemt, denk dan aan al deze feiten. Vrouwen zijn sterker dan mannen, op alle manieren die ertoe doen.

 

N.B. Bovenstaand tekst is niet door mij geschreven maar door een computer. (Bing;  kunstmatige intelligentie). Ik vroeg aan computer  Bing: ‘Schrijf een stukje van maximaal 400 woorden over: ‘vrouwen zijn sterker dan mannen’.

Ik kan het wel eens zijn met dit stukje. Veel beter zou ik het niet doen.

Morgen weer een origineel stukje van mij.

vrijdag 9 juni 2023

KLINKT GOED.

Vandaag is mijn jongste zoon Ralf jarig. Hij wordt 43 jaar. Het is de eerste keer in acht jaar tijd dat ik uitgenodigd ben op zijn verjaardagsfeestje, vanmiddag van half drie tot half zes. Ik heb absoluut geen zin om te gaan zitten zeuren over hoe erg ik het vind dat ik al die jaren buitenspel heb gestaan. Ik ben vooral dolblij dat ik uitgenodigd ben. Sinds een paar weken ga ik weer normaal met Ralf en mijn schoondochter Ilona om en ben ik gewoon weer ‘opa Jos’ voor mijn twee kleinzonen Markus en Bent. Die zie ik dus morgen weer.  Ik vind het hartstikke leuk om Bent en Markus zo af en toe weer te zien maar ik moet eerlijk zeggen (schrijven) dat ik het niet echt makkelijk vind om de opa-rol weer op te pakken.

Waarschijnlijk zal ik vanmiddag meer mensen zien die ik lange tijd niet gezien heb. Beetje spannend vind ik het. De ouders en de zus van Ilona en niet te vergeten mijn ex, Winny,  de moeder van Ralf en onze oudste zoon Freek. Van Freek hoorde ik dat het niet zo goed gaat met Winny. Ze heeft veel last van haar longen (COPD?). Weinig energie. Ze kan maar kleine stukjes lopen. 

Freek en zijn vrouw Sarah (ze zijn in december jl. getrouwd), zullen er ook wel zijn. Hun heb ik de laatste jaren wel regelmatig gezien.

Misschien heeft Ralf ook nog vrienden uitgenodigd uit zijn muziekverleden. Roman bijvoorbeeld die zou ik wel weer eens willen ontmoeten. Hij was drummer  in een paar bandjes waarin Ralf gitarist was. Misschien zijn Roman zijn ouders er ook, daar ging Ralf ook heel vriendschappelijk mee om; ze kwamen destijds ook op zijn verjaardag.

Ralf is in april jl. begonnen met een nieuw  muziekproject: liedjes schrijven en zingen over Rotterdam. Hij begeleidt zichzelf op gitaar. Dat project  doet hij onder zijn artiestennaam: ‘Klinkt Goed’. Hij wil in totaal tien Rotterdam-songs maken. Hij heeft er nu vier uitgebracht. Die zijn alle vier te horen op Spotify  en Youtube. Zoek maar op: ‘Klinkt Goed’. Elke laatste vrijdag van de maand brengt hij, in zijn groene kostuum, een nieuw nummer uit. Ter gelegenheid van het landskampioenschap van Feyenoord heeft hij een extra nummer gemaakt.

Ik zit nu alleen nog te piekeren over wat ik hem voor zijn verjaardag zal geven. Kort geleden vond ik een cd-rom met tientallen foto’s van een studiereis van Ralf (in 2007) naar Mongolië. Ik weet niet of hij die foto’s zelf ook nog heeft. Dat geef ik hem in ieder geval. Verder besluit ik om  vijftig euro aan hem over te maken (is dat niet wat weinig?). Kan hij zelf iets uitzoeken.

donderdag 8 juni 2023

SARCO POD.

Ik had net nog even mijn computer aangezet om mijn e-mail te lezen.  Veel opdringerige reclames van reisorganisaties, kledingverkopers en goede doelenclubs. Maar mijn oog viel op een mededeling van de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor een vrijwillig Levenseinde. Er was iets te lezen over de presentatie van de Sarco Pod, een apparaat dat een zachte, vredige dood zou bieden. Met een rode knop wordt het proces gestart, waarbij stikstof wordt toegevoegd aan de luchtdichte machine. Binnen de 5 à 10 minuten zou je leven vredig beëindigd zijn. Het ding is  te zien in Hilversum. En je kan er in gaan liggen als je wilt, gewoon op proef natuurlijk, de Sarco Pod helpt je niet meteen naar de andere wereld. Het is net een soort bobslee waar je plat in kan gaan liggen en die je dan kan afsluiten.

Dat leek me wel wat. Op naar de Gooilandzalen in Hilversum. Er staat en lange wachtrij om proef te gaan liggen. Het is best spannend, want ik ben ook nog eens een beetje claustrofobisch. Ik  lag nog geen tien seconden of ik moest er hals-over-kop al weer uit.

Hoewel ik me nú nog prima voel, ben ik toch al bezig met de naderende dood. Aftakelen lijkt me afschuwelijk. Ik wil zelf bepalen wanneer ik dood ga. Met mijn huisarts heb ik het er al jaren terug over gehad. Er zit al een brief in mijn dossier bij hem waarin ik geschreven heb wanneer ik het welletjes vind en dus ‘er uit’ wil stappen.

Ik ben een vertegenwoordiger van de babyboomers en die generatie wil een levenseinde in eigen regie. Vrienden, familieleden, buren heb ik op een vreselijke manier zien sterven en dat wil ik voorkómen. Ik heb van nabij meegemaakt hoe iemand eens stopte met eten en drinken; dat is afgrijselijk. Dat kan een paar weken duren.

De uitvinder van de Sarco, Philip Nitschke, kreeg als commentaar op zijn vondst dat niemand in Europa een apparaat zou accepteren, dat mensen dood maakt door middel van gas … gezien de associatie met de Holocaust. Maar dat blijkt wel mee te vallen. Dagelijks krijgt hij vanuit de hele wereld, ook vanuit Europa dus,  verzoeken om het apparaat te mogen gebruiken. De software van de Sarco wordt gratis online gezet. Die uitvinder hoeft er niks aan te verdienen.

Het overlijden  op deze manier lijkt op het wegvallen van de cabinedruk in een vliegtuig, wanneer je het zuurstofmasker niet snel genoeg pakt. ‘Het geeft een beetje euforisch en verward gevoel. Het voelt niet als stikken, je valt gewoon weg.

In Nederland geldt nog steeds een verbod op hulp bij zelfdoding. Als ik t.z.t. gebruik wil maken van de Sarco bobslee, moet ik drie vragen(goed) beantwoorden: Wie ben ik? Waar ben ik? Weet ik wat er gebeurt als ik de rode knop in druk?

Voor sommige mensen, die geen toestemming krijgen van de artsen voor euthanasie en niet willen overgaan op allerlei gruwelijke methoden, is dit een mooie oplossing. Het is pijnloos, er zijn geen , lastige procedures en je hoeft anderen er niet mee lastig te vallen en … je moet geen last hebben van claustrofobie. Tenslotte moet je alleen nog uit de ‘bobslee Sarco’ getild worden.

 

 

woensdag 7 juni 2023

UIT ELKAAR.

Ik ben nog net geen 11 jaar. Mam doet de laatste tijd zowat niks meer. Daarom geef ik mijn kleine broertje, Léon maar de fles en verschoon ik hem. Zijn poep ruikt echt goor ... maar wie zijn poep is nou wel lekker?  Léon is heel lief, hij huilt weinig, hij is een echte lachebek. Als alle mongooltjes zo zijn mogen we niet mopperen, vind ik. Mam is duidelijk nog steeds niet de oude. Ze huilt veel, ligt meestal in bed en zegt tegen mij dat ik haar werk maar moet doen. Dat kan ik echt niet allemaal in m’n eentje doen. Mijn zusjes en pap zouden ook wel eens wat kunnen doen. Maar mijn zusjes weigeren boodschappen te doen en pap valt na zijn werk altijd gelijk voor de tv in slaap. Dus móét ik gewoon wel alles doen. De allervervelendste taken vind ik  bedden verschonen (die piesbedden elke dag!), stofzuigen en eten klaarmaken.

De grote zoon van onze buren komt steeds bij mam op bezoek. Hij is een grappige man. Heel  groot en dik. Ik weet niet precies hoe oud hij is, misschien wel 25. Als hij bij mam is hoor ik haar vaak hard lachen. Soms blijft hij wel van 11 uur ’s morgens tot vlak voordat pap uit zijn werk komt. Dan gaat hij naar de zaak, zegt hij. Hij is kok in een restaurant. Tegen mij heeft hij wel eens gezegd wat hij  kan maken … allemaal heel moeilijke namen … Franse namen …  binnenkort gaat hij  voor ons eten klaar maken. Dat vind ik een goed idee want dan hoef ik tenminste niet te koken.

Toevallig hoor ik mam en pap praten. De deur van mams slaapkamer staat op een kier. Pap zit op de rand van hun bed. Mam is aan het praten: ‘…… dus zit er niks anders op, dan dat we uit elkaar gaan’. Pap, die zijn stinkende werkgoed nog aan heeft, laat zich languit vallen op het bed en barst in huilen uit. Het is de tweede keer dat ik hem hoor huilen. De eerste keer was bij het voetballen; toen werd er een bal hard op pap zijn zak geschoten …. dat deed hem erg pijn ….  maar nu heeft hij meer verdríét.

Pap loopt nu al zeker drie weken te huilen. Niet de hele dag gelukkig. Hij loopt  gebogen met zijn rug. Met zijn gezicht naar de grond.  Als een zwak, zielig mannetje, zo ziet hij er nu uit. Hij gaat ook al een poos niet naar zijn werk … pap zegt: ’ik kan het niet opbrengen.’

Mam wordt gelukkig weer wat vrolijker en actiever. Dan kan ik tenminste weer eens wat voor mezelf doen. Weet je wat ik stom vind? Dat zij vrolijker wordt en pap steeds verdrietiger.

 Pap zit droef in zijn stoel voor zich uit te kijken. Ik vind het heel zielig voor hem. Hij was af en toe wel bozig en schreeuwerig tegen mij en hij stonk ook meestal wel zuur maar hij werkte wel heel hard op de schoolmelkwagen, voor centjes voor ons allemaal.

Vandaag woont pap voor de laatste dag bij ons. Ik moet daarom ook huilen. Pap ook. Mam niet. De zoon van de buurman komt vandaag  koken voor ons allemaal. Omdat pap weggaat. Hij maakt Coq au vin; kip in rode wijn, met allerlei groentes en patatjes. (De zoon van de buurman heeft me geleerd hoe je coq au vin moet schrijven, want eerst schreef ik, helemaal fout:  ’kokko vèn’ .)

Pap heeft duidelijk geen trek. Hij zit alleen maar een beetje met zijn patatjes te spelen.

Na het eten brengt de zoon van de buurman, met z’n auto, pap naar zijn nieuwe huisje, een half uurtje rijden hier vandaan. Als pap weg is zegt mam tegen mij, mijn zusjes en Léon, dat we voortaan pap mogen zeggen tegen de zoon van de buurman. Dat ga ik denk ik niet doen.

Hij blijft voortaan ook bij ons slapen. Bij mam in bed.


dinsdag 6 juni 2023

LOVE.

 

Sinds een week is de lucht weer geklaard in de relatie tussen mij en mijn vriendin. Na een zeker twee maanden durende periode van elkaar haten, met scherp sarcasme,  schelden, geniepige acties, verwijten, valse beschuldigingen, kwetsende onthullingen, huilen, zwijgen, schreeuwen, elkaar ontlopen,  treiteren,  wantrouwen, elkaar afsnauwen, maar leuk en gezellig doen tegen vrienden, vriendinnen en familie, elkaar voor leugenaar uitmaken, elkaar lelijk zitten aankijken, niet tegenover elkaar zitten met eten, alleen je eigen kleren wassen, koffie of thee alleen voor jezelf maken, alleen de ‘troep’ van jezelf opruimen, geen ‘hallo’ zeggen bij het thuiskomen, geen ‘dag’ zeggen bij het weggaan, niet zeggen wat je gaat doen of wat je gedaan hebt, alleen leuke dingen doen met vrienden of vriendinnen, maar niet meer met elkaar, geen overleg over te bekijken muziek of tv programma’s: geen rekening houden met elkaars voorkeur, niks vertellen over wat je beleefd hebt, geen ‘goede morgen’  of  ‘welterusten’ zeggen, met de deuren slaan als je weet dat de ander al slaapt en als er bezoek is, huichelen, alsof er niks aan de hand is. Gelukkig ben ik me er in onze diepste crisis ooit, steeds van bewust geweest, dat haat en liefde ontiegelijk dicht bij elkaar liggen. Ik kon niet bij mijn liefde, zij kon niet bij die van haar maar we wisten, dat die er wel degelijk was. Anders houd je het natuurlijk nooit bij elkaar uit.

Sinds een week zijn we weer ‘on speaking terms’ en zelfs meer dan dat. Zij dreigde al een tijdje onze relatie te beëindigen maar tot op heden kwam het er nog niet van. Dat bleef als het ware ‘in de lucht hangen’. Begin vorige week wilde ik wel eens duidelijkheid van haar.  Onomwonden vroeg ik haar wanneer ze nu eindelijk eens naar een advocaat zou stappen; ik wilde wel eens weten waar ik aan toe was.  Ik voegde daar wel aan toe dat ik het doodzonde vond.  ’Zo lang hebben we lief en leed gedeeld! Moeten we het dan nu voor die laatste paar jaar, laten ploffen?’

‘Ik weet, dat ik  je een hoop ellende heb bezorgd door zo af en toe expres mijn medicijnen niet te slikken. Sorry, sorry, sorry daarvoor. Dat was echt stom. Ik wil wel, dat je weet, dat ik nog steeds veel van je houd..’

‘Ik heb natuurlijk net zo goed stomme fouten gemaakt; kleine, grote fouten,’ zei m’n vriendin ootmoedig. ‘Ook sorry daarvoor,’ … ze stond op, boog zich naar me toe en zei: ’Zullen we  dan voortaan maar weer normaal tegen mekaar doen?’

‘Hartstikke graag en liefst ook een stuk warmer dan het de laatste tijd geweest is graag.’

Ik stond ook op en we hielden elkaar innig vast. Best nog lang eigenlijk. Zij kon haar tranen niet bedwingen. Ik zei nogmaals ‘sorry’ voor mijn stomme gehannes met die pillen.

‘Nu pas kan ik je dat vergeven, lange tijd heeft dat onze relatie verstoord.’

En … sindsdien strelen we elkaar weer, zoenen we (alleen nog geen tongen), praten we elkaar weer de oren van het hoofd,  lachen we weer en doen we weer leuke dingen, vragen we weer aan elkaar wat we willen drinken of  eten, kortom sindsdien doen we weer bijna alles met en voor elkaar wat mensen die van elkaar houden ook met en voor elkaar doen. 

maandag 5 juni 2023

DE PROFEET.

 Arina staat bij de oversteekplaats, auto’s stromen onophoudelijk voorbij. Nog steeds zijn hier geen stoplichten geplaatst. Het aantal ongelukken en bijna ongelukken hier is  niet meer bij te houden. Linda, Arina’s vriendin staat nu al zeker al een kwartier aan de overkant op haar te wachten. Ze zijn op weg naar boekhandel Krokant om de boekenbon die Arina van een neef voor haar verjaardag heeft gekregen te verzilveren. Gelukkig is het weer goed. Van de grote hoeveelheid uitlaatgassen krijgt Arina het benauwd.  Ze is vanaf haar geboorte astma-patiënt. Haar ouders hebben heel wat met haar te stellen gehad. Vooral als ze zich druk maakte, doorgaans over futiliteiten, kon ze driftaanvallen krijgen, die overgingen in hoestbuien, waardoor haar ademhaling enkele seconden, soms tientallen, stokte. Je kan gerust stellen dat ze dan zowat op apegapen lag. Door op haar ruggetje te kloppen kwam Arina dan weer bij. Maar de schrik zat er goed in, bij haar moeder vooral. Haar vader haalde doorgaans zijn weinig imponerende schouders op over haar gedrag. Aanstelleritus noemde hij het.   

Ondertussen was er eindelijk een eind gekomen aan de stroom auto’s. Linda is aan de overkant in gesprek geraakt met een manspersoon. Zij poseert inmiddels voor hem in allerlei standjes. Hij moet  fotograaf zijn. Als Arina helemaal is overgestoken laat hij er geen gras over groeien en vraagt aan Arina of zij ook voor hem wil poseren. Dat is het laatste waar zij zin in heeft. Er is toch al zo veel tijd verloren gegaan aan dat wachten voor die oversteekplaats. Maar Harry laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Als een paparazzi schiet hij brutaal enige foto’s van de fotogenieke welgevormde Arina.  Ze besluit niet tegen hem te ageren;  troont haar vriendin mee naar Boekhandel Krokant om haar boekenbon te verzilveren.

Aanvankelijk is ze van plan het nieuwe boek te kopen van Lucinda Riley: ‘Zon’, het zesde deel van de ‘Zeven zussen serie’. Er lagen vijftien exemplaren op een tafeltje. In de luttele minuten dat Arina lukraak wat passages in ‘Zon’ aan het lezen is, worden door gretige klanten zomaar zes boeken van de Lucinda Riley-stapel gegrist.

Linda ziet niks of niemand, ze is geheel en al verdiept in haar favoriete strip ‘Vrouwen in het wit’, waarvan ze er thuis al dertien heeft liggen.

Arine raakt niet echt geboeid door ‘Zon’. Dat komt mede, doordat uit een boekenkast rechts van haar een vrij dik boek met een opvallend felgekleurde  rug haar aandacht trekt. Ze legt Lucinda Riley terug op de stapel.

Er gaat een aanzuigende werking op haar uit van dat andere boek. Als ze op oogafstand staat ziet ze dat het boek  is getiteld ‘de Profeet’. Ze leest wat poëtisch- futuristische passages, die ondersteund worden door kleurrijk bewerkte illustratieve foto’s. Met haar boekenbon kan ze een boek van 40 euro  kopen maar voor dit boek legt ze er graag een tientje bij.

‘O’, zegt Linda, als ze ziet wie ‘de Profeet’ geschreven heeft, ‘zo heet die kerel die me bij die oversteekplaats fotografeerde toevallig ook’.   

  

zondag 4 juni 2023

DE DWARSLIGGER.

Aldo zit met z’n rug naar de zee, alleen, op een linnen ligstoel op het strand. Het is absolùùt geen strandweer. De wind is aanlandig en straf. Het zand kurkdroog. Zandkorrels striemen zijn kale hoofd. Hij heeft een rood gewatteerd jack en een spijkerbroek aan. Af en toe bedekt hij met zijn handen zijn grote vlezige oren tegen het hem pijnigende zand. Naast zijn strandstoel staan rechts zijn groene kaplaarzen, maat 46,  waar hij zijn geitenwollensokken in heeft gestopt. Links ligt de badtas met zijn standspullen en mondvoorraad. Zijn blik focust op de hoogste  duintop  waar met onregelmatige tussenpozen een donkere ongeklede dagrecreant te zien is. De recreant staat daar met zijn blote billen gericht naar de zee te springen, te heupwiegen en met zijn uitgestrekte  armen, te zwaaien naar het land.

Aldo blijft zitten waar hij zit en zoekt met zijn linkerhand zijn badtas. Die zet hij op zijn schoot, opent hem en haalt er stapeltje kranten uit, oude kranten, want hij maakt tot lezen geen aanstalten. Hij legt het stapeltje kranten op zijn ligstoel en gaat er op zitten.

Hij pakt met een gehaaide beweging een krantje onder zijn benen vandaan en versnippert de krant in piepkleine stukjes. Alle zakken van zijn jack en broek vult hij met de snippertjes. Ook de kaplaarzen en zijn geitenwollensokken stopt hij er mee vol.

De donkere duintopswinger laat zich opeens weer even zien, alsof hij onheil verwacht en het binnenland daar voor waarschuwen wil. Maar zo, draaiend met zijn blote bruine billen naar het strand, is hij niet meer dan een roepende sukkel in de woestijn. Meer dan verdwijnen achter het duintopje kan hij niet.

Duidelijk wordt nu wat Aldo met krantensnippers voor heeft. Hij pakt, handje voor handje de snippers en gooit ze in de lucht, alwaar ze, onder zijn hysterisch gelach, gegrepen worden door de snoeiharde zeewind, richting de duinen. Een gigantische wolk van duizenden snippers wordt over de duinenrij gedreven en komt boven het land tot uitbarsting. Aldo buldert zijn hysterische lach, wanneer hij de donkere man, geheel beplakt met natte snippers, paniekerig over de duintoppen ziet zwabberen.

Als de hoosbui tot bedaren is gekomen begint hij aan zijn twaalfuurtje. Rabarber deze keer. Hij houdt van die groente. Rabarber moet koud zijn en goed zuur. Het smaakt hem het best na reuring zoals zoëven.

Terwijl hij smult van zijn gezonde hapje staat daar als een donderslag bij heldere hemel, een dwarsligger tegen zijn ligstoel. Telkens als Aldo hier recreëert wordt hij gedwarsboomd door de Knutselaar. Nu eens wordt hij ‘kopje onder’ geduwd, dan weer begraven onder het zand (behalve zijn hoofd dan) of …  hem wordt zand in de ogen gestrooid.  De Knutselaar heeft voor vandaag een dwarsligger gefabriceerd.  Aldo kan geen kant op. De dwarsligger gaat alleen tegen betaling opzij. Hij heeft nog een bakje rabarber in zijn badtas. Voor een bakje rabarber wil de Knutselaar met zijn dwarsligger wel wijken. ‘Eerst opzijgaan jij’, gebaart Aldo, dan krijg jij je rabarber pas. Dat doet de Knutselaar braaf, die niet kan weten dat de rabarber zo zuur is. Maar dat zal Aldo worst wezen. Zolang hij maar geen last meer heeft van die geniepige Knutselaar met zijn dwarsligger.

Aldo doet zijn sokken en laarzen aan, hangt zijn badtasje over zijn schouder, klapt zijn ligstoel in, neemt hem op en loopt op zijn dooie akkertje naar het nog maar net in gebruik genomen metrostation Hoek van Holland Strand. Tevreden grinnikend kijkt hij nog even achterom naar de over de duintoppen stuntelende donkere recreant.