zondag 21 mei 2023

RENAULT-4

 De toestand tussen slapen en waken is vaak zo vreemd, zo verwarrend. Vannacht stapte ik uit mijn bed in een auto. Een blauwe Renault 4. Dat dacht ik tenminste maar ik vond mezelf in mijn blote kont terug op het kouwe zeil naast mijn bed. Half drie lag ik daar op de grond.

Raar toch?! Want ik heb niet eens een auto.  Ja, dertig, vijfendertig jaar terug had ik wèl een auto, toevallig ook een blauwe Renault 4. Zo’n auto met  een soort parapluhandvat als versnellingspook …  ja, ja, net als die lelijke eendjes. 

Heel raar, want ik ga tegenwoordig nóóit meer in mijn blote kont naar bed.  Zeker al zo’n jaar of dertig niet meer.  Veel te koud. Kouwe billen. Zelfs ’s zomers.  Dus wat is er in godsnaam gebeurd tussen tien uur ’s avonds en tien voor half vier ‘s nachts? Waar is die auto ... waar is mijn pyjamabroek èn waar ging ik naar toe? Dat zou ik wel eens willen weten.                           

Ik moet plassen. Dat doe ik maar eerst. Vreselijk plassen. Dat zeg ik nou wel  en zo voel ik het nu ook, maar na  hooguit een borrelglaasje vol, ben ik uitgeplast. Ouwemannenkwaal. Prostaat. Ik denk af en toe, dat ik een nog jonge meid ben maar die gedachte verdwijnt al gauw als ik met dat borrelglaasje in de weer ben.

Zondagavond. Ik zit naar Studio Voetbal te kijken met mijn bord kapucijners op schoot, lees daarna  nog even in het boek, ‘Vernietigen’ van Michel Houellebecq, en dan, als een donderslag bij heldere hemel val ik in slaap. Een geluk nog dat ik dat bord kapucijners net had weggezet. Als ik boven een boek in slaap val móét ik echt naar bed of ik wil of niet. Kwart voor tien is het pas!  Ik heb geeneens fut om mijn tanden te poetsen. Ruk gedachteloos mijn broek, boxershort, sokken en pantoffels van mijn lijf. Gooi mijn truitjes op de klerenhoop op het zeil. Pyjama, vlug-vlug aan. Licht uit, onder het dekbed en dan ... dan lig ik nog niet eens drie seconden met mijn hoofd op mijn kussen, met die gore kapucijnersmaak nog in mijn mond, of Fientje, die leuke vriendin van mijn broer staat ineens met haar half ontblote lichaam, zo vlak voor mijn neus, verleidelijk te swingen. Ze ontdoet me van mijn pyjamabroek, lacht me toe, knielt voor me neer met verfijnd raffinement en masseert me waar en hoe ik maar wil, terwijl ik nergens om gevraagd heb. Ze doet gewoon allerlei dingen, die ik hier niet eens durf op te schrijven. Maar ik geniet er met volle teugen van. Met supervolle teugen, want als vanouds kom ik klaar voordat ik háár lekker heb kunnen laten genieten. Ik moet gelijk in slaap zijn gevallen na de zaadlozing, want ik heb er niet eens erg in gehad om die Renault 4 weg te zetten en mijn pyjamabroek weer aan te trekken.

Als die ochtend, om zeven uur de wekker gaat, voel ik dat ik op mijn opgepropte pyjamabroek lig. Ik heb alleen geen  idee waar die Renault-4 gebleven is.

zaterdag 20 mei 2023

LASEREN.

Vanmiddag zijn de spataderen in mijn linkerbeen weggelaserd (lees: weggelezerd). Om half één moest ik daarvoor in het ziekenhuis wezen. Een half uurtje later zou ik op de poli van de afdeling  flebologie geholpen worden. Volgens een kennis, die het al had laten doen, was het een fluitje van een cent.

Het deed me denken aan jaren geleden, toen ik  kennis maakte met laseren. Een keel- neus- en oorarts zou, geheel pijnloos, mijn snurkprobleem oplossen. De arts laserde mijn zachte gehemelte met een laserapparaatje, dat ik bij hem moest kopen voor de lieve som van 1500 gulden, waarvan de verzekering geen cent vergoedde.

Zelden in mijn leven heb ik zo’n pijn gehad als tijdens dat gelaser in mijn keel (‘iets te weinig verdoving gebruikt….sorry meneer,’ zei de arts, terwijl ik zat te kermen,‘het was voor mij de eerste keer’.) Ik heb een week niet kunnen slikken. Maar over snurken heb ik nooit klachten meer gehad

Twee maanden geleden kreeg ik speciaal voor die spatader-ingreep steunkousen aangemeten. Ik moest ze, op de dag van behandeling, meenemen om direct na de operatie aan te trekken. Ik legde de kousen daarom gisteravond keurig klaar op mijn nachtkastje.

Na de gebruikelijke ochtendrituelen, ging ik eerst even naar de sportschool om te spinnen. Dat ik wilde ik persé even doen omdat ik na vandaag veertien dagen niet meer mag sporten.

Ik ben gestrest. Realiseer me als ik in de tram zit naar het ziekenhuis, dat ik die steunkousen niet heb meegenomen. Leg ik goddomme die steunkousen klaar en nog vergeet ik ze! Er zit niks anders op: terug naar huis maar weer. Het wordt de laatste tijd steeds erger met m’n vergeetachtigheid.

Weer zit ik in de tram, nu mèt mijn steunkousen in een plastic Jumbo-tasje.  Om tien voor half een stop de tram voor het ziekenhuis.  Precies op tijd … denk ik … maar dan merk ik, dat ik, ja, je gelooft het niet, het plastic Jumbo-tasje met die steunkousen niet meer in mijn hand heb … nee hè!? … in de tram laten liggen! Het heeft nu geen enkele zin meer om die kousen nog  achterna te gaan  rennen maar godzijdank, ook zonder mijn eigen steunkousen kan ik geholpen worden. Ze hebben in het ziekenhuis nog wel wat liggen. Alleen even aanmeten. Daar wordt niet moeilijk over gedaan. Een geluk bij een ongeluk.

Het laseren gaat wel goed. Alleen sterf ik van de pijn van de zes gemene verdovingsprikken in mijn bovenbeen, die nodig waren om de laserdraad pijnloos door mijn spataderen  te voeren. Nu zit ik met de napijn in mijn been; De voorspelling is dat de pijn de komende dagen heftiger wordt. Elke vier uur moet ik tegen de pijn 500 mg paracetamol slikken.

Of die spataderen nu echt weg zijn, zie ik pas over een week, wanneer die steunkous ’s nachts uit mag. Volgens de dokter is de operatie geslaagd. Deze kleinzerige patiënt is in ieder geval nog in leven.

Zou er trouwens al een laserbehandeling zijn tegen geheugenfalen?  

vrijdag 19 mei 2023

DE VUILNISBAKZAK.

Wat zou er in ’s hemelsnaam in die vuilnisbakzak zitten? De oude Chinees helt helemaal naar links over; de vuilnisbakzak sleept net niet over de grond. Op enkele stappen achter de man loopt een vrouw, waarschijnlijk zíjn vrouw … ze is ook oud en ook Chinees. Ze zijn beiden sjofel gekleed. Rommelmarktkleding …. duidelijk aan vervanging toe. De pantalon is de man een paar maten te groot. De lange gewatteerde winterjas van de vrouw zit haar veel te ruim. Ze lopen in de richting van de rivier.

De  vuilnisbakzak is nog niet voor de helft gevuld … en dan toch al zo zwaar… stenen kunnen het niet zijn gezien de vorm die de zak heeft aangenomen.

Nat zand, natte aarde of een mengsel daarvan kan ook niet; dan ziet zo’n zak er toch weer heel anders uit; dan wordt die strak naar beneden getrokken en zijn er niet allerlei uitstulpingen te zien aan de buitenkant van de zak. Lege flessen zou wel weer kunnen, hoewel … nee, eigenlijk ook weer niet, want dan zou die veel voller moeten zitten; lege flessen zijn niet immers niet zo zwaar en bovendien, zou dan, bij elke stap, die de Chinees zet, wel wat gerinkel hoorbaar moeten zijn.

Nat wasgoed, ja dat zou kunnen. Kletsnat wasgoed …. een paar handdoeken, theedoeken, onderbroeken, sokken, lakens, pyjama’s,  een badjas. Hun wasmachine begaf het vlak voor het centrifugeerprogramma moest beginnen en nu zijn ze op weg naar familie om daar hun was droog te laten zwieren.

Zakken met vlees, dat zou ook wel kunnen. Vlees, vis, garnalen of rijst … ingevroren … natuurlijk, ze hebben waarschijnlijk, een restaurantje hier in de buurt en hebben gisteravond thuis wat voorwerk gedaan voor enkele gerechten en sjouwen die ingrediënten nu naar hun eethuisje.

Ze lopen nu in de richting van het steile bruggetje over de rivier. Halverwege het bruggetje zet de man zijn zware last op de grond. Hij wacht even op de vrouw. Ze bespreken wat met elkaar en knikken dan. Gezamenlijk tillen ze dan de vuilniszak heel langzaam op en zetten hem op de brugleuning. Beiden houden de onderkant van de zak vast … ieder een punt … de man geef een zet tegen de zak zodat de inhoud in de rivier plonst. Waterhoentjes, eenden en meeuwen  storten zich op deze onverwachte Chinese maaltijd: stukken kip, hompen vis, lappen vlees, garnalen, langoustines en  een grote hoeveelheid rijst en bami. Zeker nog over van een feestje van gisteren.

Glimlachend bekijkt het Chinese stel hoe de vogels zich te goed doen aan dit copieuze maal. Uit alle richtingen komen dan steeds meer meeuwen aangevlogen. Zoals gewoonlijk gunnen de meeuwen de andere hongerige vogels niks. Sterker nog: oorverdovend bevechten ze ook elkaar om elke garnaal. Binnen drie minuten is de inhoud van de vuilniszak opgegeten, op wat kruimeltjes hier en daar na. Dat vinden de meeuwen blijkbaar niet meer de moeite waard. Zo hebben de andere vogels toch ook nog wat … zelfs om die paar lullige kruimels ontstaan nog heftige gevechten tussen waterhoentjes en eenden.

De Chinees schudt nog wat achtergebleven kruimels rijst uit de zak en verfrommelt hem. De man loopt de brug af op enkele passen gevolgd door de vrouw. Hij gooit de verfrommelde zak in een afvalbak en wacht tot zijn vrouw weer bij hem is. Ze geeft hem een arm en samen vervolgen zij hun weg. 

donderdag 18 mei 2023

EEN BIJZONDERE BUURVROUW.

 Acht jaar is Karina (49) mijn buurvrouw en nu opeens blijkt zij meer te zijn dan ‘alleen maar’ een buurvrouw. Tot voor kort maakten we op straat zo af en toe een praatje. Nu eens zagen we elkaar drie keer per week dan weer één keer per maand.

We voerden beslist geen ‘small talks’: onze gesprekken duurden lang;  telkens bijna een uur. Het ging meestal ook ergens over.  We hadden het over  onze jeugd: zij was van jongs af aan al een brutaaltje dat niet tegen onrecht kon en opkwam voor kwetsbare klasgenootjes. Ze was en is een ‘stevige’ tante. Later als moeder ook.

Ik ben nooit zo’n held geweest, dus dat soort verhalen had ik niet te vertellen. Sportief ben ik altijd geweest en nu nog: voetballen, fitness, fietsen, wandelen. Dat had zij dan weer niet.  Ik ben, net als zij, altijd met kunst bezig geweest: theater, literatuur, film, beeldende kunst. Daar hebben we het ook over.

Allebei zijn we getrouwd geweest; hebben ieder twee kinderen. We wonen nu alleen. Ik heb twee zonen, veertigers, zij een zoon en een dochter twintigers, die al lang de deur uit zijn. Mijn zonen hebben allebei universiteit net als haar dochter … haar zoon, die bovengemiddeld intelligent is heeft geen interesse in studie; hij is ict-deskundige … autodidact.

We hebben elkaar telkens veel te vertellen. De volgende keer als we elkaar tegenkomen spreken we wat af voor een kopje koffie bij een van ons thuis. Goed idee.

We hebben gezamenlijke mooie herinneringen aan de oer-Rotterdamse wijken Crooswijk en het Oude Noorden. We ventileren onze boosheid over de sloop van vele goede en betaalbare woningen in Crooswijk (Wandeloordstraat, Boezemlaan) het Oude Noorden (Zwaanshals). Alleen woningen van boven de 1200 euro komen er voor in de plaats. Onbetaalbaar voor de autochtone bewoners. De arbeiders uit deze wijken moeten dus  maar verhuizen naar wijken als Lombardijen, IJsselmonde en sommige delen van Zevenkamp. Yuppen en Expats zijn nu de nieuwe bewoners van ‘onze’ oude wijken. Daar mopperen we over.

Nu heb ik nog steeds niet geschreven waarom Karina méér is dan gewoon maar een buurvrouw. Vorige week ontdekte ik namelijk dat ze Varendaal van haar achternaam heet en Varendaal is de naam van de familie waar ik met mijn ouders, broers en zussen in de jaren zestig  naast heb gewoond op Zuid. Er zijn natuurlijk meer hondjes die Fikkie heten, dus vroeg ik haar of haar familie ook daar in die straat op Zuid had gewoond. En … ja, niet moeilijk te raden: dat was ook zo!

Karina is de dochter  van Siem, mijn drie jaar oudere buurjongen van toen, die met die Puch! Gelijk  hebben we het nog over mijn buren, die nu Karina’s familie is. Over Ruud bijvoorbeeld, Karina’s oom Ruud, één jaar ouder dan ik, met wie ik voetbalde, ondanks zijn beenblessure.  Ruud is getrouwd met een vriendin van mijn oudste zus. Over de te vroeg overleden (tante) Bea en (oom)Martin.   

Over (tante) Maria ook, die een paar deuren verder woonde en trouwde met (oom) Frank, de oudste zoon van de Varendaals. Maria was destijds, eind zestiger jaren, tegelijk zwanger met mijn moeder. Maria wilde graag een jongen maar kreeg een meisje. Mijn moeder baarde een jongen. Maria wilde oorspronkelijk met haar ruilen, totdat ze zag dat die jongen, mijn jongste broertje, een mongooltje was.

Bijna een uur staan we nu al te kletsen buiten en we hebben elkaar vast nog meer te vertellen, daarom spreken we af om aanstaande zondag een bakkie te doen bij haar thuis.  

woensdag 17 mei 2023

INTUÏTIEF WANDELEN.

Heb ik me toch weer te zomers aangekleed op deze zonnige maar verraderlijk kille maandagmiddag.  Ik was zelfs nog van plan geweest om in mijn korte broek te gaan. Dat heb ik maar uit mijn hoofd gezet, omdat ik mijn ultra-witte benen niet aan de anderen van onze wandelclub durf bloot te stellen.

We zijn met zijn tienen en we hebben er, aan het gebabbel en gelach te horen, allemaal veel zin in. Het is zelfs zo gezellig dat we af en toe vergeten om om ons heen te kijken. O ja, dat vergeet ik helemaal  nog op te schrijven: we wandelen door ons  mooie Kralingse Bos, intuïtief begeleid door Sonja.

Het is genieten van die kleurrijke bermbloempjes langs vrijwel alle wandelpaden: vergeet-me-nietjes, ooievaarsbek, boterbloem, boerenwormenkruid, brem, koolzaad, margrieten, paardenbloem,  meidoorn … het is gewoon te veel om op te noemen.

Lang niet alle gesprekken zijn te volgen. Het zijn ook niet altijd de vrolijkste onderwerpen … soms gaat het over de (naderende)  dood. Twee wandelaars praten over verdrietige zaken: ze hebben het over kennissen en gebruiken woorden als ‘uitgezaaid’ en ’uitbehandeld’. Het bos, die fleurige bloemen verzachten enigszins de bijbehorende smart.  Het is hard, die naderende dood, in de lente.

De act van Theo Maassen, die ik dit weekend zag, sluit daar op aan. De cabaretier deed alsof hij zelf de uitgebloeide paardenbloem was, die hij in zijn hand hield. Alle pluisjes zaten er nog aan. Hij blies tegen de pluisjes, die vervolgens allemaal opvlogen en  langzaam naar de grond dwarrelden.  ’Het lijkt me mooi om zo te sterven … al mijn pluisjes  hechten zich in de aarde en komen volgend jaar weer terug.

Nou ja! Hadden we het toch bijna niet gezien: zo’n twee á drie meter boven ons hoofd een bewoond ooievaarsnest. Een echtpaar. Jongen waren niet te zien, waarschijnlijk moesten er nog eieren uitgebroed of gelegd worden.

Midden op ons mooie wandelpad ligt een aangevreten dooie rat.  Met een geroutineerde voetbeweging wip ik hem (of haar) als mest tussen de bermplantjes.

Na een dik uur wandelen, gaat het tempo omhoog. Koffie-, cappuccino-, chocomel- en biertijd is nabij. Ondanks de kilte blijven we bij de Nachtegaal buiten zitten aan ‘onze’ ronde babbel-tafel. Vol trots tonen Carla en Trudie foto’s van hun (achter)kleinkinderen. Rob laat ons ook een foto van een van z’n achterkleinkinderen zien: dat blijkt een jong taks-hondje te zijn van zijn zus. Altijd grapjes die man.

Ik vertel dat ik over twee weken een paar dagen ga fietsen rondom Valkenburg … een senioren-single midweek. ‘Single??’ vroeg een van mijn buurvrouwen, met een zweem van teleurstelling in haar stem: ‘Hoezo? Ben je op zoek dan?’ Welneen joh, op zoek ben ik niet maar wie weet  wat er op mijn pad komt. Over drie weken weten we meer.

De Nachtegaal is altijd de laatste étappe van onze wandeling. Van daar lopen we naar huis. Zeer  ongeriefelijk hier is de immense hoeveelheid ganzenpoep op het trottoir. Veel te veel ganzen. Alleen al in dit weekend heb ik zeker dertig ganzenkuikens achter hun vader en moeder aan zien waggelen en zwemmen.  Niet allemáál maar een flink aantal van hen mag van mij geruimd worden.

dinsdag 16 mei 2023

BALLETJE HOOG HOUDEN (2 SLOT)

 ‘Negen,’ zegt Berny, ‘ik ben negen, morgen.’  Sorry, negen, natuurlijk jij bent morgen al negen!’ De postbode zegt dan lachend: ‘Ik kan de bal zeker wel vijfentwintig keer hoog houden! Zal ik het je eens laten zien?'  Dat vindt Berny wel wat; hij staat met open mond te kijken naar die balvaardige postbode … dat ie dat kan zo veel keer achter elkaar, knap hoor!

‘Voor mij is het niet zo moeilijk hoor,’ zegt de postbode, ‘ik heb vanaf mijn zevende jaar heel veel geoefend en ik zal het maar eerlijk zeggen: ik ben heel lang geleden betaald voetballer geweest bij Sparta. Het is mij wel eens gelukt om de bal wel tweehonderd keer hoog te houden, echt waar. Maar dat lukt me nou niet meer.’ Nu haalt de postbode 32 keer! Dan raakt de bal een tak van de vijgenboom en schiet ie te ver weg voor hem. Als jij zo goed blijft oefenen haal jij ook vast de tweehonderd nog wel eens … en Berny gaat weer enthousiast aan het oefenen. Dan klinkt er opeens een paniekerige gekrijs  vanuit een van de bovenramen.

‘Berny dort gehtst jou Schwester, jungen …  sie ist nähe das Wasser …. Doe sollst wohl gut deine  Schwester … !!’ O jee, hij was Cathy helemaal vergeten door dat stomme balspelletje:

‘Waar is ze nu … bij het water zegt de buurvrouw. Ik zie haar helemaal niet’ Berny in paniek!

‘Nein, sie ist jetzt ins Wasser … schnell!! Sofort geht sie unter Wassernimmt…..es gibt einer schneller Strömung heute…..schnell Berny, schnell,’  kreist de Kroatische buurvrouw.

Berny rent naar het water en ziet zijn zusje net kopje onder gaan. Hij kan gelukkig goed zwemmen, ook reddend zwemmen. Zonder na te denken springt hij in het water, zijn zusje achterna … hij heeft haar snel ingehaald … pakt haar hoofdje, draait zich op zijn rug, legt Cathy’s hoofdje op zijn buik en zwemt rugslag naar de kant.’

Cathy huilt en kotst het vuile water uit. Huilen, huilen doet ze van de schrik. Haar bloemetjesjurkje, viesbruin nu, plakt aan haar lijfje. Daar is mama weer. Ze schrikt en wordt gelijk woedend op Berny. Ze houdt hem bij zijn bovenarm vast en slaat hem wel vier keer hard op zijn kop:

‘Naar binnen jij … naar je kamer. ’Noem je dat op je kleine zusje passen!?  Ben jij nou negen jaar geworden, grote lummel, dat je er bent! Ik kan ook helemaal niks aan je over laten.’ Dan zoent mama Cathy wel twintig keer achter elkaar. De buurvrouw zegt boos tegen mama:

‘Die Kinder sind noch viel zu klein, Dame, die Kinder kunnen noch nicht allein bleiben!!!’  Mama reageert er niet op, drukt Cathy stevig tegen zich aan en gaat naar huis. In de consternatie laat ze haar fiets met boodschappen buiten staan. Die zullen ze nou toch zeker niet jatten? Nouhou???? Nee, want de Kroatische buurvrouw ontfermt zich er al over.

Berny is inmiddels vlug naar huis gerend om nog meer woede van zijn moeder te ontlopen. Hij  vergeet zijn bal mee te nemen, die ligt nog op het gras. Die is hij gewoon kwijt.

‘Nou ja, liever die bal dan Cathy,’ denkt hij bij zichzelf. 'Morgen koop ik van het geld van opa en oma wel een nieuwe. Maak ik dat nieuwe record 'balletje hoog houden' wel op mijn verjaardag.'

maandag 15 mei 2023

Balletje hoog houden. (1)

Balletje hoog houden. Heel geconcentreerd was Berny daar mee bezig. Je ziet jongens, mannen het zo vaak doen, het solitaire balspelletje, dat zoveel techniek en concentratie vergt: proberen te voorkomen dat een bal, meestal een echte wedstrijdvoetbal, de grond nog raakt, nadat de bal door de speler is losgelaten; daarbij mogen alle lichaamsdelen worden gebruikt behalve de handen en de armen.

Bij de achtste keer ging het mis. Hij raakt de bal iets te hard met de punt van zijn schoen waardoor de bal buiten zijn bereik in de hortensia’s van de buurman terecht komt.

Niet getreurd Berny begint gewoon weer van voor af aan. Zijn record staat op zestien. Een uurtje geleden pas gescoord. Gisteren haalde hij er nog maar negen. .

Zijn moeder moet boodschappen doen voor het eten van vanavond. D’r is verder niemand thuis en die kleine meid, de tweejarige Cathy kan moeder absoluut niet alleen laten in huis. Meenemen naar de winkel is al helemaal geen optie; dan zou het allemaal  veel te lang gaan duren en ze is al zo laat.

'Ga jij maar even met je zusje spelen, Berny. Je bent nu  al zo'n grote jongen.'

Over een half uurtje ben ik weer terug. Berny  stopt met 'balletje hoog houden' en gaat met zijn kleine zusje ‘balletje naar elkaar toe rollen’ doen.

‘Ga maar met je benen wijd zitten,’ zegt Berny tegen zijn zusje en hij doet voor wat ze moet doen. Zo gaat hij op ongeveer twee meter bij haar vandaan zitten ook met zijn benen wijd; zijn gezicht naar Cathy toe. Hij rolt de bal naar haar en spoort haar aan de bal naar hem terug te rollen. Dat gaat een paar keer goed maar Cathy vindt er niks aan, staat op en gaan bloemetjes plukken. Er staan heel wat madeliefjes en boterbloemen op het gazon. Berny is al lang blij. Kan hij weer verder met ‘balletje hoog houden’.

Berny wordt morgen negen ………. ‘tien, elf, twaalf’ ……….hè, wat jammer nou, de bal schampt zijn knie en schiet de bal met veel effect richting de portiek, waar de postbode aan het werk is.

‘Is er ook post voor mij, postbode? Ik woon op nummer 263 … ben morgen jarig … misschien krijg ik nu al kaarten….‘

Hij is een leuke postbode:

‘Gefeliciflapstaart, ’ zegt hij jolig, ‘je hebt een kaart en een brief, jongen’ en geeft ze alvast aan Berny.  De brief is van zijn opa en oma; er zit 15 euro in.

‘Hoeveel keer kan je de bal al hoog houden,’ vraagt de postbode aan Berny ……..

‘Zestien’ zegt hij.

‘Niet slecht voor een jongen van acht….’

‘Negen,’ zegt de Berny, ‘ik ben negen, morgen.’

 Sorry, negen, natuurlijk jij bent morgen al negen!’ De postbode zegt dan lachend: ‘Ik kan de bal zeker wel 25 keer hoog houden! Zal ik het je eens laten zien?'  Dat vindt Berny wel wat; hij staat met open mond te kijken naar die balvaardige postbode….dat ie dat kan zo veel keer achter elkaar, knap hoor!

 

Morgen deel 2 (slot)