Met mijn splinternieuwe inductieoven moet ik toch ook eens een iets anders doen dan alleen maar eitjes bakken. Dus heb ik voor het eerst van mijn leven een appeltaart gebakken. Ik kocht een vrolijk gekleurd pak Koopman’s appeltaartmix met op die verpakking de bereidingswijze ‘appeltaart voor dummies’.
Het begint al niet goed. Het bakblik dat ik voor de taart gebruik is groot. Met als diameter 25 centimeter. Ruimschoots te groot voor dat beetje Koopmans meel in dat kartonnen pak. Wel is er weer genoeg meel voor de taartbodem en de taartrand maar niet voor het leuke glanzende rasterwerkje over de zachte smeuïge appelstukjes heen. Erg rampzalig blijkt dat ook niet. Want bodem en taartrand waren smakelijk genoeg en geven voldoende stevigheid aan de appelige inhoud..
Zo’n grote taart is moeilijk alléén op te peuzelen dus ben ik hem gaan verdelen onder enkelen van mijn dierbaren. Ik had acht grote taartpunten. Er gaan er vier naar mijn lieve buurvrouwen. Een naar mijn (vandaag jarige, hiep, hiep, hoera) Liverpool vriend in het Oude Noorden, één naar mijn ex en de twee overige punten heb ik zelf naar binnen geschrokt. Mijn verdiende loon: het eerste en het laatste stukje van de taart.
De reacties zijn overwegend positief. Wat de appels betreft: ik had fifty-fifty Elstars en Goudreinetten gebruikt. Beter is het om alléén Goudreinetten gebruiken, kreeg ik te horen. Die zijn wat smeuïger en zuursiger. De een vond de taart wat te zoet, een ander had er liever wat meer suiker in gehad. Van rozijnen hadden er meer gemogen, net als kaneel. Zelf vond ik ook dat er wat meer kaneel in had gekund. Deze keer deed ik er drie theelepeltjes in. (Ik heb heel bangelijk de bereidingswijze van Koopman gevolgd.) Volgende keer doe ik er gewoon (mijn eigen zin) vier theelepeltjes kaneel in. De één vond dus dit en de nader weer dat. Maar over het algemeen had men (ook ik) gesmuld.
Wat ik voor mijn volgende appeltaart zeker zal veranderen is de grootte van het bakblik. Dat wordt kleiner: 24 inch. Kan ik ook eens zo’n glanzend rastertje construeren. En de toe te voegen kaneel dus. En heel misschien laat ik stiekem de suiker helemaal achterwege. (Als Koopman het maar niet merkt.)