Dit stukje is een beetje paniekvoetbal. Waarom? Ik weet helemaal niks om over te schrijven en de tijd dringt, want om 20.45 uur moet ik foebele kijken: Hongarije - Nederland. Dat duurt tot circa 22.30 uur en dan hoef ik echt niet meer aan een schrijfsel te beginnen. Nee! Sorry!
Over acht minuten begint het al. Ik kan nu beter stoppen met schrijven. Zet de tv aan. De heren voetballers komen het veld op. De tegenzin straalt overduidelijk af van de gezichten van de in het blauw gehulde Oranjespelers.Ik heb een half uurtje, zitten kijken naar het lamlendige spel van die elf Hollandse voetbalmiljonairs. Ik werd er kotsmisselijk van. Ze kunnen wat mij betreft de kleren krijgen. Voor dat lamzakken-voetbal ben ik niet voor mijn tv gaan zitten. Agressie, felheid , jagen. Spelplezier, dat wil ik zien. Daar ga ik voor zitten kijken. Ook in het stadion. Zo schuiven wij, toeschouwers, die miljoenen naar jullie. Daar kunnen jullie zo riant van leven. Stelletje oliebollen.
Als een kind ben ik zo blij, dat ik zag hoe Johan Neeskens herdacht werd. Johan Neeskens, een van de beste Nederlandse voetballers ooit. Hij was een speler die nooit versaagde. Altijd jaagde. Voorop ging in de strijd en zijn medespelers meesleurde in zijn energie. Daarom vind ik het dubbel zo labbekakkerig hoe die misselijkmakende Hollandse veelvraten vanavond in Budapest aan het spelen zijn. Een posthume belediging aan het adres van Johan Neeskens.
Voor Johan Neeskens zou er één minuut stilte worden gehouden. Dat werd het niet. Het werd 'slechts' tien seconden handen klappen. Dat was meer dan voldoende. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. Alweer niet.
Het is nu de vijfendertigste minuut van de eerste helft. Ik paniekvoetbal dit stukje af. Zet een lekker muziekje op en ga lezen. Ben in een geweldig boek bezig: Bonita Avenue, van Peter Buwalda. Goed binnen te houden.