Ik zie de bibliothecaresse op haar horloge kijken. Dat betekent dat de bieb zo dicht gaat en ik hier weg moet. Ik ben vandaag flink opgeschoten met mijn ‘Max Frisch- werkstuk’. Max Frisch, is een Duitse schrijver die het boek ‘Herr Biedermann und die Brandstifter’ schreef. Onder andere over dat boek gaat mijn werkstuk. Het boek is een symbolisch verhaal over de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland. Meneer Biedermann, een net burgermannetje, heeft gehoord dat er brandstichters in de stad zijn. De brandstichters verdienen volgens hem de doodstraf! Ondertussen komen er vreemde, onaangename mensen bij hem in huis. Hij laat ze gewoon hun gang gaan. Hij is beschaafd, stuurt ze niet weg. Hij wil mensen kunnen vertrouwen. Vele ongenode gasten komen met blikken benzine het huis in van Biedermeier. Hij is zo onnozel om deze mensen met benzine lucifers te geven. De brandstichters steken dan het huis van Biedermann in de fik en successievelijk gaat het hele stadje in vlammen op.
Herr Biedermann und die Brandstifter’ bevat de boodschap,
dat we niet altijd zomaar mensen blindelings moeten vertrouwen. Niet altijd
door een roze bril moeten kijken. Niet naïef zijn. Niet alles geloven. Alert,
kritisch zijn.
Een ander deel van dit werkstuk gaat over ‘lastige vragen’
van Max Frisch.
Ik kies er vier:
1. ’Zou je liever dood zijn, of liever nog een poosje leven
als een gezond dier? Als welk dier dan?
Ik ga het liefst gewoon dood. Ik zou nog wel een paar
jaartjes even willen leven als een gezonde ooievaar. Zo hoog op een paal met
vrouw en kinderen om me heen. Zomaar wat rondvliegen, af en toe een baby ergens
bezorgen, een paar kikkers uit de sloot halen en met m’n gezin oppeuzelen. Dat
lijkt me wel wat.
2. ‘Beschouw je jezelf als een goede vriend?’
Ja, ik ben een
trouwe, zorgzame, attente, ideeënrijke, behulpzame, gezellige en ondernemende vriend. Maar je moet
me alleen niet boos maken!
3. ‘Wat zou je uitgevonden willen hebben?’
Een gitaar. Een laagdrempelige gitaar, waar ik zonder
veelvuldig oefenen al snel leuke deuntjes op kan tokkelen. Een luchtgitaar
misschien? Nee, die is al zo lang geleden uitgevonden.
4. ‘Zou je door een vrouw onderhouden willen worden? Door
haar erfenis of door haar werk of waarom niet’.
Ik ben voor het naar draagkracht verdelen van de lasten.
Uitsluitend uitgaande van het netto gezamenlijk
inkomen.
De bibliothecaresse maakt me er op attent dat het onderhand
…