woensdag 3 juli 2024

RABARBER, RABARBER.

‘t Is een wonder. Mijn vriendin Paula heeft gekookt! Niet meteen aardappelen met groente, vlees en jus, nee, dat niet, maar het had zeker iets met koken te maken, wat ze deed. Ze heeft rabarber gemaakt. Nou is rabarber niet het allermoeilijkste gerecht. Maar voor iemand die al jarenlang volhoudt een hekel te hebben aan koken en het bovendien nooit dóét, moet dit een hele klus zijn.


De groenteboer had haar belazerd. Hij had haar een portie slappe rabarber in haar handen gestopt. Het was het laatste restje uit de kist. Daar was niks mee te beginnen. De andere dag is ze teruggegaan en heeft ze een portie kakelverse rabarber geëist. Paula deed haar beklag over de troep die hij haar gisteren in haar schoenen had geschoven. De man deed eerst net of zijn neus bloedde maar koos later toch eieren voor zijn geld en gaf Paula de rabarber uit coulance gratis mee.

Als je zo’n tijdje niet kookt moet er wel haast iets misgaan, zo’n eerste keer weer. Ze had er teveel water bij gedaan. Een groot probleem was dat niet. Want het te veel aan rabarbersap in de rabarbermoes kan weer gebruikt worden als rabarberlimonade. Dat heeft ze zo ook gedaan. Het smaakte werkelijk heerlijk. Ook de rabarbermoes van Paula was niet te versmaden. We aten die avond de rabarber als toetje. Ze was alleen vergeten krijt in de rabarber te doen. Rabarber onttrekt namelijk kalk aan je lichaam … en krijt is kalk, dus wordt met krijt de kalkvoorraad in je lichaam weer aangevuld en kunnen je nagels gewoon lekker blijven doorgroeien.

Als hoofdgerecht aten we die avond een salade, die zij bij de slager had gekocht. Een salade met asperges, ei en tomaat. Heel lekker. Paula had daar niks aan gedaan. Gekocht alleen. Daar wil ik niks kwaads over zeggen. Want dat valt nog beslist niet mee, gezien de lange rij wachtenden bij de slager.

Paula kookte. 't Was met recht een wonder. Dat gaat ze nooit meer doen

dinsdag 2 juli 2024

VERJAARDAGSFEESTJE.

Zo dadelijk gaan de gasten komen. Tatatata. Ik heb besloten mijn verjaardag dit jaar op 1 juli te vieren. Ik ben eigenlijk 13 juli jarig maar dat ben ik na 74 jaar zat. Hopelijk denken m’n vrienden en kennissen niet ik een grapje maak. Ik meen het echt serieus. Kadootjes hoef ik dit jaar niet. Raar? Zeker! Maar zo zit ik nu eenmaal in elkaar!


Ik heb heel wat ingekocht. Twee kratten bier en vijf flessen wijn. Voor de frisdrankdrinkers is er Fanta, tonic light en Cola. Één trouwe gast, op zich een leuke meid, drinkt uitsluitend ( kot-kots) Rivella. Maar met alleen die drankjes ben ik er nog niet.

Ik heb twee appel-kruimelvlaaien gekocht. Voor degenen die niet van vlaai houden heb ik wat krakelingen liggen. Bij het bier (Westmalle trippel) en de wijn (Saint-Èmilion) heb ik blokjes kaas en stukjes Gelderse worst (ja, ik ben nog van de oude stempel). Ik zorg normaal ook nog voor een lijvig stuk leverworst waar mijn gasten zelf, grote hompen vanaf kunnen snijden maar vandaag dus niet.

Voor de wijndrinkers neem ik verschillende lekkere kaasjes mee: camembert, Roquefort en een paar stokbroodjes. Natuurlijk ben ik ook nog bij de slijter langs geweest voor een jonge jenever, een literflesje en daar laat ik het bij, want ome Koos is de enige die daar (veel te veel) van drinkt.

Ik heb de visite rond acht uur uitgenodigd. De eersten die aan de koffie met vlaai zitten zijn altijd dezelfden: tante Mien en ome Wim. Lieve, hartelijke een tikje onnozele mensen, doen geen vlieg kwaad, maar voor de gezelligheid hoef je ze niet uit te nodigen. Ze komen binnen, gaan op de beste plekjes zitten, drukken een hapje weg, slaan een drankje achterover en kijken vriendelijk lachend rond.

Het wordt druk. Mijn zus Olda komt gelukkig zo. Zij gaat me helpen, de schat. Ger en Joke, Peter en Karla (met een K) en Hans en Grietje, komen kort achter elkaar binnendruppelen. De laatste die aanbelt is ome Koos , de grootste afnemer van mijn sterke drank. Hij is ook weer de eerste die opstapt. Een lege fles jonge jenever laat hij achter.

De sfeer zit er goed in. Er wordt gelachen, gegeten, gedronken. We genieten vanavond van de vet-gave singer-song writer ‘Klinkt Goed’. Er wordt volop meegedeind en –geneuried.

Ik krijg bijna zin in een herhaling van dit feestje op 13 juli.

maandag 1 juli 2024

VERWIJSBRIEFJE.

Mijn broer John (59) belde me zaterdagochtend. Oorspronkelijk zou hij samen met mij, m’n ex en m’n vriend Derck naar het bluegrassfestival gaan. Maar hij had acuut last gekregen van z’n nekhernia. Hij kreeg de diagnose al een paar maanden geleden maar die was hij, bij gebrek aan pijn, helemaal vergeten. Enthousiast met zijn hoofd ‘shaken’ op wervelende klanken, was er dus niet bij.


Mijn broer John is verzot op festivals. Je kan hem er midden in de nacht voor zijn bed uit trommelen. Natuurlijk was hij op Pinkpop geweest. Ed Sheeran en Aviva vond ie ‘vet gaaf’.

Heel toevallig was hij begin juni op het Wantijfestival in Dordrecht geweest. Daar was ik ook. We hebben elkaar gemist maar we beiden genoten van Claude, de sympathieke zanger van de vrolijke drietalige liedjes (Frans-Nederlands-Engels). ‘Écoute-moi’ en 'Ladada (Mon Dernier Mot)'.

John en ik hebben elkaar veel te vertellen. We spreken elkaar niet zo veel. Van alles passeert in hoog tempo de revue: vakantieplannen, mijn nieuwe schouder, stoppen met roken, een nieuwe fiets en een nieuwe vriendin.

Op sommige onderwerpen gaan we wat dieper in. Zoals John’s 'stoppen met roken'. Drie maanden rookte hij niet … en toen … op een feestje … zag hij iemand … en rook hij … toen kreeg hij trek en ging weer voor gaas. Éen pakje shag van 50 gram kost hem 26 euro en dat blaast hij in tweeëneenhalve dag de lucht in. Maar ja, zo redeneert hij, ik heb nog nergens last van, hoesten doe ik ook nauwelijks, dus … is hij een tevreden roker en zeker geen onruststoker.

John heeft sinds kort weer een vriendin. Een onderwijzeres. Toen ik dat hoorde moest ik hard lachen, want mijn broer houdt helemaal niet van geleerde, bijdehandte vrouwen met meer opleiding dan groep acht basisschool ... òf ze is niet geleerd, òf niet bijdehand … òf allebei niet, dat weet ik nog niet omdat ik haar nog niet ontmoet heb ... ’dat komt nog wel’ zegt John: ‘alles op zijn tijd’.

Van mijn nieuwe rechterschouder wist John al af. Ik kan helemaal niks met m’n rechterarm. De schavuit vroeg me brutaalweg hoe dat nou met aftrekken ging. ‘Niet dus’, antwoordde ik, ‘ daar heb ik gisteren bij de dokter een verwijsbriefje voor gevraagd’.

zondag 30 juni 2024

BLUEGRASS.

Voor m’n ex en mijn vriend Derck heb ik al weken kaartjes in huis. Ik wil mijn neus niet stoten omdat het straks misschien uitverkocht is. Sinds ik de kaartjes heb (15 euro per dag; per persoon) verheug ik me er des te meer op: het Rotterdamse Bluegrassfestival. Als altijd het laatste weekend van juni. Dit jaar voor de tweede keer op het schaduwrijke, met bomen omzoomde Noordplein.


Gedurende drie dagen kunnen meer dan 10.000 liefhebbers van twaalf tot twaalf genieten van deze muziek. Bluegrass is folk- countrymuziek, met jazzinvloeden, waarbij de banjo, gitaar, viool en harmonieuze samenzang vier belangrijke elementen vormen.

Het genre ontstond in de jaren vijftig. De laatste jaren is bluegrass wereldwijd aan een opmars bezig.

De sfeer op het festivalterrein is ontspannen. We weten dat we geen eigen eten en drinken mee naar binnen mogen nemen. Bij de entree krijgen we ieder een kaartje waarmee we het statiegeld voor een glas kunnen betalen bij aankoop van het eerste drankje.

De muziek is vrolijk. Er zijn optredens van onder andere Dom Flemons alias The American Songster, de virtuoze Canadezen van Slocan Ramblers, prachtige folk uit Alaska van Annie Bartholomew en The Kody Norris Show als absoluut spektakelstuk.

Het is muziek waar je niet stil bij kan blijven zitten. Dat gebeurt dan ook niet, ook al is de gemiddelde leeftijd van de festivalbezoekers zeker 50+. Dat drukt de pret allerminst. Er wordt volop geswingd, meegebruld en ritmisch meegeklapt. Ook door ons natuurlijk.

Op zaterdagmiddag dreigt een stortbui maar gelukkig dropt de donkere wolk slechts enkele grote regendruppels boven het festivalterrein. Wel precies op het moment, dat op het hoofdpodium Bertolf & Friends een jamsessie houdt met onder andere een glansrol voor de vooral bij jongere festivalgangers populaire Douwe Bob. Hij doet zijn liedje ‘Rotterdam’.

Eten en drinken mochten we niet mee nemen. Op het festival terrein zelf is gelukkig volop te koop. Best pittig prijzen voor ons. Vier euro voor een drankje en bijna negen euro voor een broodje.

Dat ze hier ook theater, kinderactiviteiten en workshops programmeren hoeft voor ons niet zo nodig. Wij komen toch alleen maar voor goeie bluegrass muziek.


** Luister op YouTube of Spottify naar ‘Country Gazette’ als je een indruk wil krijgen van Bluegrass muziek.
*** of google ‘bluegrass’

zaterdag 29 juni 2024

ONDRAAGLIJK, UITZICHTLOOS LIJDEN.

Enkelen van mijn trouwe lezers vragen me hoe het met Koe gaat. Het is al weer bijna twee maanden geleden dat ik door het ernstige ongeluk van tante Aal, haar vriendelijke, oude, half blinde konijn Koe te logeren kreeg. Tante Aal moest revalideren maar Koe mocht niet mee in het Zorghotel.


Helaas is tante Aal tijdens haar revalidatie overleden. Het was nog vrij onverwachts. Ze was net 88 geworden op 15 juni. Haar zoon was speciaal voor haar verjaardag met zijn vriend uit Nieuw-Zeeland overgekomen. Op 18 juni overleed ze. In haar slaap.

Haar zoon, nog maar net weer terug in Nieuw Zeeland, belde me, was in tranen maar hij en zijn vriend konden onmogelijk bij de crematie zijn. Hoewel het misschien niet het juiste moment was om over Koe te beginnen, zei tante Aals’ zoon, dat zijn vriend allergisch was voor konijnenhaartjes. Hij kon Koe beslist niet in huis nemen dus … of ik het konijn van zijn moeder zolang het nog nodig was wilde blijven verzorgen. Volgens hem kon ik Koe altijd nog laten euthanaseren, want daar is het beestje ‘slecht’ genoeg voor. Koe lijdt overduidelijk: ondraaglijk en uitzichtloos. Ik zei dat ik daar heel anders over dacht en beëindigde het gesprek.

Ik heb Koe er niks van laten merken. Volgens mij heeft ze niks van het overlijden van tante Aal meegekregen. Ze is nog net zo rustig en vriendelijk als toen tante Aal nog leefde.

In die paar maanden hier is Koe echt een vriend van me geworden. Hij zit zo af en toe met dat ene goeie oogje van hem, zo lief naar me te kijken. Alsof hij de problemen begrijpt waar ik het met hem over gehad heb. Hij heeft grote luisterende oren.

Ik ga hem echt niet laten inslapen. Ik ben veel te blij met Koe, hoewel hij ook wel wat ondeugende trekjes heeft. Zo maak ik bij elke schoonmaakbeurt van zijn kooi een ’schoon wc’tje’ … daar gaat hij dan, altijd met opzet, denk ik, naast zitten piesen of poepen. Elke dag mag hij een tijdje uit zijn kooi. Soms verstopt Koe zich op zo’n plekje dat ik uren moet zoeken om hem te vinden. Vandaag zat hij zich bijvoorbeeld in de groente-fruit- en tuinafvalpak volte vreten. Tsja!.

Van mijn visite krijg ik regelmatig te horen dat er een konijnenpislucht in mijn huis hangt. Zelf ruik ik dat niet meer. Gek, hè?

vrijdag 28 juni 2024

EEN STUKJE VOORLICHTING.

Ik kwam om informatie te krijgen over een buitenruimteplan van twee scholen in mijn buurt maar door het gezeik van een aantal opgetrommelde, omwonende, dubieus gemotiveerde ouwe zuurpruimen, is er geen fractie informatie tot mij gekomen.


Aan de overkant van het flatgebouw in de Rodaristraat, waar ik woon, worden nabij de Prinsenlaan, binnenkort twee gloednieuwe scholen opgeleverd. Een basisschool, de Jan Antonie Bijloo en een VMBO, de Thorbeckeschool. Met het nieuwe schooljaar gaan de deuren open voor de leerlingen. De gebouwen zijn al klaar. Aan de buitenruimte: de speelobjecten, het groen, de paden wordt deze dagen met man en macht gewerkt.

Gezien de ligging van beide scholen is het voor de hand liggend dat er één buitenruimteplan komt. Omwonenden van beide scholen werden 25 juni jl. in de Thorbecke uitgenodigd kennis te nemen van het plan voor de buitenruimte. Verheij Integrale Groenzorg en, namens de scholen de Stichting BOOR presenteerden de informatie.

Aanwezig bij die presentatie waren zes bewoners van de Rodaristraat en ongeveer twintig van de Prinsenlaan. Allereerst zij opgemerkt dat het voorlichtingsmateriaal ronduit inferieur was: de powerpoint-presentatie was voor de aanwezigen niet lees-/herkenbaar. De presentator was ongeschikt voor zijn taak: niet enthousiast, matig Nederlands sprekend . In één zin van twintig woorden presteerde de man het om vijf keer iets ‘een stukje’ te noemen ….’. Een stukje gras. Een stukje groen. Een stukje bank. Een stukje tuin. Een stukje heuvel. Een stukje parkeren. Een stukje pad. Een flink stukje irritant.

Doch veel irritanter was, dat de aanwezige bewoners van de Prinsenlaan deze bijeenkomst doelbewust traineerden. Informatie over de buitenruimten kon daardoor niet gegeven worden. Het enige waar deze ernstig verzuurde mensen in geïnteresseerd waren is als volgt samen te vatten: ‘Hoe dwingen we de (zwarte) leerlingen van de Thorbecke VMBO zo ver mogelijk van onze flats weg te blijven en hoe worden deze kinderen zo snel mogelijk het metrostation in gedreven.’

De bijeenkomst, die een uur zou duren, verliet ik na een half uur. De andere Rodaristraatbewoners die het uur wel uitzaten, waren, naar ik vernam, ook niks wijzer geworden. Het Prinsenlaan - gezeik hield aan tot het eind. Jammer, want ik had en heb nog steeds behoefte aan ‘een stukje’ informatie over die buitenruimte.

donderdag 27 juni 2024

GAAF MAN.

Uitgeput van een intensief uurtje ‘sportschool’, heb ik zojuist mijn bezwete kleren uitgetrokken. Nog alsmaar zwetend zit ik met de ellebogen op mijn bovenbenen uit te puffen. Ik weet dat er nog een paar sporters in deze kleedruimte zijn, maar ik zie of hoor ze niet. Ik ben helemaal ‘zen’… ‘in mezelf gekeerd’ ...totdat … een super-enthousiaste jonge man, met spiksplinternieuwe Nikes en een king size witte handdoek om zijn nek, de kleedruimte komt binnen stormen:

‘Gaaf, man, waanzinnig gaaf! De volgende keer ga ik weer bodypump doen. Echt gaaf!
Dan komt je lichaam weer helemaal in balans, man. Bodypump! Mijn vriendin vertelt me:
'Kickfun is great, keihard ook. Samen met bodypump. Perfect.' Andersom precies zo. Het zijn van die groepsdingen op muziek. Zeker weten, man: als ik bodypump erbij doe, heeft mijn lichaam alles, totally perfect’.

‘Hé, man …’, zegt een van de jongens die zich aan het omkleden is: ‘ … is lang geleden, man, goed je weer te zien, gast. Moeilijkheden?’

‘Neen, tijdje gewoond op Cabo Verde, met Angela, je weet wel, die vriendin van mij … die chick … van Cup a soup … van die reclamespot, weet je …

‘O ja zo, … tof die chick, man!’

‘Vreselijk arm daar! Kan je je niet voorstellen. Heet, droog, nauwelijks iets eetbaars.

‘Je bent veranderd man … die baard … zeg me, waarom die baard, man?’

'Om me kin ... nee, grapje ... problemen, hè … zo word ik minder gauw herkend.’

‘Ik herken je gezicht helemaal niet. Maar je stem …. ja, je stem herken ik uit duizenden. Ik ga je zeggen, man, doe normaal, praat zacht. Ik ben niet doof! Jij praat dom hard. Je staat twee meter van me weg. Iedereen hier valt stil door jou … waar heb dat nou voor nodig man?’

De jonge man houdt zijn mond. Verongelijkt gaat hij zitten. Gooit zijn handdoek naast zich neer en bukt zich om de veters van zijn mooie Nikes los te maken. Zijn kennis loopt hoofdschuddend naar de doucheruimte.

Ik ga daar ook effe naar toe.