Ik ga in augustus op vakantie naar Edinburgh. Daar heb ik een
paspoort voor nodig. Moet ik vanmiddag laten maken. Dat kan in de Deelgemeente-winkel
Alexander.
Ik ben te vroeg. Een half uur. Zoals ik zo vaak véélste
vroeg ben. Wat zou dat toch zijn? Ik merk pas te laat dat ik weer te vroeg zal
zijn. Als ik van te voren zou weten, dat
ik te vroeg zou zijn, zou ik wel een boek of een krant meenemen. Nooit heb ik
wat om de tijd te doden. Ja, nu heb ik het verrukkelijke weer.
Op het bankje voor die paspoortwinkel is nog net één plekje
vrij. Ik ga daar zitten in mijn korte broek. Precies tussen een jonge vrouw,
die er leuk uit ziet, in haar vrolijke zomerrokje en een minder appetijtelijke oude
dame met een blauwachtig permanentje.
Ik wil in augustus met bruine benen naar Edinburgh. Dus ga
ik met mijn blote benen languit in het zonnetje zitten. Ondertussen probeer ik wat
te verzinnen om met die leuke vrouw in contact kan komen. ‘Het weer’ vind ik te
makkelijk. ‘Haar leuke rokje’ bijna grensoverschrijdend. ‘De opengebroken
straat’. Ja … dat zal wel lukken … en net als ik adem haal om wat te gaan zeggen,
komt een jongen van een jaar of tien op haar af gerend:
‘Ma, ze hebben daar óók een bal, ik ga mee doen’.
‘Oh, wat leuk. Zal ik met je mee gaan?’. Hij antwoordt niet.
De vrouw loopt een paar stappen van ons bankje af. Kijkt haar zoon na, die
verdwijnt achter een houten trottoirafzetting verderop. Ze blijft daar staan.
Die oude vrouw grijpt haar kans nu ze alleen met mij op dat bankje zit. Ze biedt me een folder aan. Een jehova folder over de here god. Jehova’s zijn het ergst.
‘Ik wil helemaal niks met jehova-getuigen te maken hebben, mevrouw'.
‘Jehova-getuigen ontkennen of verdoezelen grensoverschrijdend
gedrag, misbruik van kinderen, geweld binnen het huwelijk. Abortus is taboe’, mevrouw.
‘Van wie heeft u die informatie? Dat zijn roddels en complottheorieën,
meneer.’
‘Jehova’s mogen geen gebruik maken van de normale rechtbank. Ze hebben hun eigen justitie. Ouderlingen, die recht spreken: slagers, die hun eigen vlees keuren’.
Mijn informatie is onbetrouwbaar volgens haar. ‘Lees
de bijbel (gods woord) er maar op na. Dat homoseksualiteit niet mag staat daar
ook in. Wij bekeren homo’s tot hetero’s door gebed, duiveluitdrijving’.
‘Volslagen idioot!’ zeg ik. Als ik dan tegen haar lieg dat ik
een flikker ben, weet ze niet hoe snel ze weg moet komen.
Het halfuurtje wachten is voorbij gevlogen, met dank aan de
dames en de knetterende zon. Mijn benen zijn weer wat bruiner. Het is tijd om
mijn paspoort op te halen.