Posts tonen met het label fazant. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fazant. Alle posts tonen

dinsdag 8 april 2025

EEN MEDITATIEVE WANDELING.

Een dagje er op uit met de trein. Niet te ver. Naar Delft Campus. Geen retour.  Terug wàndel ik naar Rotterdam Beurs. Er valt weinig over te vertellen. Ik had de trein van tien uur op station Alexander. Moest overstappen op Centraal en was om half elf in Delft Campus.

In het eerste kwartier was ‘t erg druk. Hinderlijk. Maar eenmaal buiten Delft, in Abtswoude, was het heel rustig. Nu eens kwam een fietser me tegemoet, dan ging er weer een me voorbij. Veel weilanden. Lege weilanden. Voorheen huppelden daar koeien. Dáár greep het gras nu zijn kans om groot te groeien. Toch móésten er koeien in de buurt zijn. Bij een boerderij werd karnemelk, melk en boter te koop aangeboden.  Slechts op één weiland, iets meer naar het westen  graasden tientallen schapen.

Net buiten Abtswoude  ontwaarde ik op enige meters afstand een fazant. Een vrij zeldzame vogel in deze contreien. Met name het mannetje heeft een bijzonder fraaie bruin-rood-groene verentooi. Het dier deed me gelijk denken aan een heerlijke maaltijd, die  ik ooit eens met de kerst gemaakt heb. Ik overtrof mezelf. Fazant met zuurkool, heerlijk.

Om half twee at ik mijn twaalf-uurtje. Ik zat op een bank bij een  speeltuin. Ik at, dronk en keek naar de spelende kinderen. Hun ouders bekeken mij argwanend.  

Onwillekeurig werd het een meditatieve wandeling. Ik wàs lopen. Langs struiken, slootjes, bomen, gras en vogels. Te midden daarvan telde ik mijn ademhaling, van één tot tien. Adem in door mijn neus. Adem uit door  mijn mond.

Er kwamen dan momenten voorbij, dat ik bijkans zweefde. De zwaartekracht liet mij ietsjes vieren. Bij vlagen was ik ook van gedachten vrij. Mijn mind duwde me als vanzelf naar Rotterdam-Beurs. Één onsmakelijk beeld keerde tijdens het  meditatief lopen herhaaldelijk terug. Het beeld van mijzelf, zittend op mijn knieën, brakend voor de wc-pot. Ik had op de Pannenkoekboot twee veel te dikke pannenkoeken verorberd. Mijn ogen waren groter dan mijn maag geweest.

Ik liep weer normaal, zal ik maar zeggen.  Ik herkende de Schiedamse wijk Spaland. Thea, een oude vriendin van me,  woonde daar. Nu nog steeds. Brutaalweg belde ik bij haar aan. Ze was thuis. Ontving me heel hartelijk. We dronken Earl Grey thee. Of ik er een stukje pannenkoek bij lustte. Neen, Thea doe maar niet. Ze leek gelukkig. Heeft twee kleindochters.

‘Nou dan ga ik maar weer’. Hugh hugh. ’Doe Theo de groeten’.

Nog twee uur is het lopen naar Beurs.

maandag 27 februari 2023

TWEELING BUGGY.

Ben op de fiets, op weg naar de wildhandel op de hoek van de Jonker Fransstraat; voor een fazant. Ik fiets net even achter een dame met een tweeling buggy. Ze ziet er leuk uit…..’ziet er lekker uit,’  dacht ik eerlijk gezegd. Niet zo groot, 1.70m, grijze  maillot, stevige, mooi gevormde benen; een  spannend kort zwart rokje. Een warm ogend, grijs jack heeft ze aan en….. heel opwindend vind ik ook haar groene punkhaar. Ze zet met een ferme ruk de buggy dwars voor de Action, die naast de wildhandel zit en kijkt me, waarschijnlijk geheel per ongeluk aan, pal in mijn gezicht. Ik ook in het hare. Alles, letterlijk alles  oogt jong en aantrekkelijk aan die dame maar potverdikkeme nog an toe … dat gezicht … o,o,o,. dat gezicht was niks meer of minder dan een verfomfaaid bekkie.  Dat was wel het laatste wat ik verwachtte van iemand die met groen punk haar achter de buggy loopt te duwen. Ongetwijfeld is zij ook van de aanblik van mij geschrokken. O, ik maak me geen enkele illusie, hoor, met dat ouwe, gerimpelde, kale koppie van me. Haar schrik zal wat minder heftig zijn geweest omdat mijn zeer spaarzame haren nog gewoon grijs zijn en niet punkgroen. Maar naar dat laatste raad ik natuurlijk maar. Ik laat haar verder begaan In die Action.  Ga eerst even mijn fazant scoren

Ze manoeuvreert met de tweelingbuggy de Action in om te shoppen, al laverend op de smalle paden tussen de schappen. Een winkelwagen kan oma er absoluut niet bij hebben. De buggy wordt als zodanig gebruikt. Zonder pardon wordt de tweeling bedolven onder pakken luiers en reuzenverpakkingen pleepapier. 

Onverantwoord is het toch, nietwaar, om een bejaarde dame met een  tweelingbuggy los te laten rondlopen in het drukke centrum van Rotterdam? Het kan natuurlijk net zo goed zijn dat oma zelf zo eigenwijs is. Dat ze het als het ware weet af te dwingen bij haar kinderen,  dat ze één dagje in de week met haar kleinkinderen op stap mag. Je weet niet precies hoe dat gaat. Voor het zelfde geld werken de kinderen. Móét oma lief  een of meer dagen in de week komen oppassen op de kleinkinderen en loopt ze met de pest in haar lijf, in haar strakke rokje, met haar paarse geverfde haartjes, achter de buggy.  

En dan hoor ik opa Henk, half kaal, grijs kransje, zeggen: ‘Als je maar niet denkt, Merie,  dat ik zó nààst jou en áchter die kinderwagen ga lopen! Mij niet gezien. Ik voel me dan glad voor lul lopen.’

‘Ach stel je toch niet zo aan Henk, sinds ik dat ene dagje per week voor onze kleinkinderen zorg,  voel ik me  juist weer kiplekker, een beetje jong opnieuw, zeg maar gerust: gelukkiger. Het zou jou ook goed doen, jongen. Zeker weten, ouwe mopperkont! Weet je wat jou ook goed zou doen, Henk? Je haar zwart laten verven, dat zou je een stuk jonger maken, weet je dat?...  en een andere broek … je zit altijd maar in die morsige armoedige grijze slobberbroek … koop toch eens wat vlottere broeken, man. Een spijkerbroek, iets van corduroy of van leer en een klein beetje strakker!’

Opa Henk luistert al niet meer. Driftig is hij weer aan de slag gegaan met zijn suduko puzzel. Oma is inmiddels ook klaar bij de Action en op weg naar huis. De tweeling heeft het gepresteerd de rollen pleepapier van de buggy af te meppen. Oma staat zowat in haar blote kont de pakken  wc-papier op te rapen.

Ik fiets met mijn fazant naar huis. Weer nader ik haar van achteren. Discreet wend ik mijn hoofd af.