Posts tonen met het label hinderlijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hinderlijk. Alle posts tonen

dinsdag 15 april 2025

NIET HET HELE VERHAAL.

Vandaag suist met regelmaat de kwestie Parijs hinderlijk door mijn hoofd. Mijn vriendin Marjolein en ik zouden samen een paar dagen naar Parijs gaan. Mijn vertrouwen in haar heeft een deukje opgelopen, sinds ze een paar weken terug plompverloren onze Parijs-trip cancelde. Enthousiast was ze aan het speuren geweest naar een betaalbare busreis, hotel en excursies voor Parijs. Ze had al het een en ander gevonden en toen ineens 'floep' ...  trok ze de stekker er uit.   

'Je ziet op tegen de reactie van je buren, van je ouders, van je zus, of van je oude vriend Edward. Of, misschien is het wel je eigen wispelturigheid. Het zijn niet alléén die 2,3 of 4 reizen naar Zweden, die er opeens aan zaten te komen. Of die grote rekening, die er ineens was. Er moet meer zijn', denk ik. Neen! Er is meer! Haar verhaal is niet het hele verhaal.

'Zet het uit je hoofd', zegt Marjolein. 

Neen. Ik kan het niet loslaten.

Ik merk dat ik dezer dagen niet zo blij met haar ben. Niet zo'n behoefte heb aan een bakkie samen.
 
Mijn 'ja, lekker', klinkt minder enthousiast dan voorheen, als ze me te eten vraagt.

Als ik iets leuks las, in de krant of in een tijdschrift, iets interessants voor haar, dat knipte ik dat voor haar uit, kon ze 't lezen. Heb ik nu zo'n zin niet in. 

Als ik, heel soms, iets lekkers had gemaakt, gaf ik haar een portie of een stukkie ... maar dat doe ik niet meer zo ... minder of niet. 

De vriendschap  bekoelt wat.


  


  

dinsdag 8 april 2025

EEN MEDITATIEVE WANDELING.

Een dagje er op uit met de trein. Niet te ver. Naar Delft Campus. Geen retour.  Terug wàndel ik naar Rotterdam Beurs. Er valt weinig over te vertellen. Ik had de trein van tien uur op station Alexander. Moest overstappen op Centraal en was om half elf in Delft Campus.

In het eerste kwartier was ‘t erg druk. Hinderlijk. Maar eenmaal buiten Delft, in Abtswoude, was het heel rustig. Nu eens kwam een fietser me tegemoet, dan ging er weer een me voorbij. Veel weilanden. Lege weilanden. Voorheen huppelden daar koeien. Dáár greep het gras nu zijn kans om groot te groeien. Toch móésten er koeien in de buurt zijn. Bij een boerderij werd karnemelk, melk en boter te koop aangeboden.  Slechts op één weiland, iets meer naar het westen  graasden tientallen schapen.

Net buiten Abtswoude  ontwaarde ik op enige meters afstand een fazant. Een vrij zeldzame vogel in deze contreien. Met name het mannetje heeft een bijzonder fraaie bruin-rood-groene verentooi. Het dier deed me gelijk denken aan een heerlijke maaltijd, die  ik ooit eens met de kerst gemaakt heb. Ik overtrof mezelf. Fazant met zuurkool, heerlijk.

Om half twee at ik mijn twaalf-uurtje. Ik zat op een bank bij een  speeltuin. Ik at, dronk en keek naar de spelende kinderen. Hun ouders bekeken mij argwanend.  

Onwillekeurig werd het een meditatieve wandeling. Ik wàs lopen. Langs struiken, slootjes, bomen, gras en vogels. Te midden daarvan telde ik mijn ademhaling, van één tot tien. Adem in door mijn neus. Adem uit door  mijn mond.

Er kwamen dan momenten voorbij, dat ik bijkans zweefde. De zwaartekracht liet mij ietsjes vieren. Bij vlagen was ik ook van gedachten vrij. Mijn mind duwde me als vanzelf naar Rotterdam-Beurs. Één onsmakelijk beeld keerde tijdens het  meditatief lopen herhaaldelijk terug. Het beeld van mijzelf, zittend op mijn knieën, brakend voor de wc-pot. Ik had op de Pannenkoekboot twee veel te dikke pannenkoeken verorberd. Mijn ogen waren groter dan mijn maag geweest.

Ik liep weer normaal, zal ik maar zeggen.  Ik herkende de Schiedamse wijk Spaland. Thea, een oude vriendin van me,  woonde daar. Nu nog steeds. Brutaalweg belde ik bij haar aan. Ze was thuis. Ontving me heel hartelijk. We dronken Earl Grey thee. Of ik er een stukje pannenkoek bij lustte. Neen, Thea doe maar niet. Ze leek gelukkig. Heeft twee kleindochters.

‘Nou dan ga ik maar weer’. Hugh hugh. ’Doe Theo de groeten’.

Nog twee uur is het lopen naar Beurs.

woensdag 19 februari 2025

ONTBIJT.

Er is een tijd geweest dat ik ’s ochtends in de keuken een paar boterhammen klaar maakte, een potje thee zette en het daarna op het dienblad mee naar de woonkamer nam. Ik liep dan vlug even naar de brievenbus voor de krant en ging in m’n makkelijk stoel zitten lezen en ontbijten. Dat doe ik dus niet meer. Ik eet mijn ontbijtje leunend tegen het aanrecht en kijk door het keukenraam naar buiten. Ik sta daar meestal tussen 8 en 9 uur.

Ik woon vlakbij de lift. Op mijn galerij zijn nog negen andere woningen. En als ik daar in de keuken sta te eten, zie ik iedereen voorbij komen. Ik heb geen gordijnen ofzo. Alles en iedereen kan mij dus ook zien staan. De ene buur zwaait vriendelijk, de ander doet net of tie me niet ziet, weer een ander wenst me smakelijk-eten en anderen zijn vòòr achten al op pad of komen hun huis pas uit ná negenen.

In dat uurtje zie enkele honderden kinderen door hun ouders naar de basisschool, waar ik op uitkijk, gebracht worden. Het verbaast me hoeveel kinderen (ook de oudsten) nog door hun ouders met de auto voor het schoolplein worden afgezet. Niet alleen als het koud, nat of mistig is maar ook als de mussen bijna dood van het  dak vallen. Wanneer ik die kids dan naar school zie lopen, merk ik dat ze toch allemaal prima functionerende beentjes hebben. Dus wat zou er op tegen zijn ze lekker van huis naar school te laten lopen. Het verkeer wordt dan niet hinderlijk opgehouden en de straat krijgt minder uitlaatgas te verwerken.  

Op de fiets en lopend worden ook veel kinderen naar school gebracht. Daar ben ik wat milder over. Schoner voor het milieu. En ja, op een gegeven moment is een kind groot en wijs  genoeg om zelfstandig naar school te lopen of te fietsen. Verstandige ouders geven hun kind  ook dat vertrouwen.

Overigens ben ik heel blij met die school. Volop geniet ik een paar maal per dag van de vrolijke levendigheid en de uitbundig kolkende zee van geluiden voor mijn bejaardentehuis. 

vrijdag 24 maart 2023

KLEINE MANNEN (2).

Zijdelings heeft Professor Wubbels, na intercollegiaal overleg met zijn Hongaarse confrère , Treeg Sredliw, professor in de thermofysische geografie, vastgesteld dat hij, in tegenstelling tot één van de conclusies in een Russisch onderzoek, geen verband heeft kunnen leggen tussen ‘het steeds hinderlijker wordende gedrag' van kleine volwassen mannen en de opwarming van de aarde. Waarvan acte. Dáárachter kan de kleine man zich nu niet meer verschuilen.

Ik krijg, vooral uit de hoek van de kleine volwassen mannen, nogal eens het verwijt naar mijn hoofd geslingerd, dat ik gemakkelijk praten heb met mijn 1.98m en dat die lange mannen  óók niet allemaal de makkelijksten zijn. Een ongeluk zit natuurlijk niet altijd en niet alleen in het kleine mannenhoekje.

Inderdaad, dat klopt, doch getalsmatig is de overlast van de langere man te verwaarlozen. Het bezig zijn met dit vraagstuk wordt voor mij persoonlijk een klein drama. Ik heb namelijk twee kleine inmiddels volwassen kleinkinderen, een tweeling van  1.67m. Kleinzerig ben ik allerminst maar toch doet het me pijn. Ik ben dan wel bijna twee meter lang: maar ik heb maar een klein hartje. Ook mijn kleinkinderen zullen straks onder het nieuwe keiharde kleine mannen-regiem vallen ... en tsja ... ook hier geldt:  de goeden moeten onder de kwaden lijden.

Het probleem is acuut en moet met spoed worden aangepakt. De wil is aanwezig. De regering, de Tweede Kamer en ook het Openbaar Ministerie lijken bereid rücksichtslos op te treden met betrekking tot dit vraagstuk. Tot in de kleine uurtjes wordt overlegd over een actiepakket  ‘te nemen maatregelen’.

Het motto van de actie is: 'We krijgen ze wel klein.'

Her en der zijn al wat actiepunten genoemd.

-     meldplicht voor alle volwassen mannen onder de 1.68m. Alle media berichten hierover.

-     vorderen van een kleine honderd sporthallen, verspreid over het hele land en alle grotere voetbalstadions in Nederland. Hier wordt deze mannen tijdelijk geïnterneerd, geregistreerd, geïnventariseerd en wellicht ook nog gevaporiseerd (niet alle stadions zijn op dit laatste ingericht).

-     onder streng toezicht huisvesten in semipermanente woningen van jonge gezonde kleine volwassen  mannen; deze mannen worden ingezet voor het project: ‘Moderne Slavernij’. Het gaat hier voornamelijk om kleinschalige projecten, ten eerste het faciliteren van het GD-projekt' (zie later), ten tweede van de 'Zorg' en ten derde van het 'Milieu'. Na een korte scholing moeten die sterkere  mannen daar kunnen worden ingezet.

-    Voorbereiden en implementeren van het project 'Gedwongen Doneren'.

De minder gezonde kleine man valt, indien bruikbaar, onder het project: ‘Gedwongen Doneren’ (GD-project). Onze ziekenhuizen, nooit voor een kleintje vervaard,   staan voor een gigantische klus. Niet alleen het uitnemen van de organen van de kleine man maar ook het plaatsen daarvan bij patiënten voor wie ze zomaar van levensbelang kunnen zijn.

Toch staan veel langere patiënten sceptisch tegenover de ontvangst van 'zo'n orgaan'. In de brochure 'klein maar fijn' probeert het ziekenhuis de twijfels die er zijn weg te nemen.

-     Zorgdragen voor een zinvolle bestemming van de  zwaar verminkte of overleden kleine man. De verwachting is immers, dat na de gedwongen donatiefase, het restlichaam van het mannetje niet levensvatbaar meer zal zijn.

Een zinvol einde van de kleine man.

Het project 'zinvol einde,’ levert voorstellen voor het zo effectief mogelijk benutten van de lichamelijke overschotjes. (hierna volgen enkele mogelijkheden.) 

-     Aanbieden van rest-lichaampjes aan stammen menseneters in Afrika en Nieuw-Guinea. Ook in Klein-Azië wordt nog naar een zinvolle bestemming gezocht.(Voor koeling wordt zorggedragen.)

-     Aanschrijven van dierentuinen en safariparken. Deze instellingen kunnen nog in min of meer goede conditie verkerende mannetjes inzetten als ‘op te jagen wild'. In goede conditie verkerende krokodillen, leeuwen, tijgers en wie weet nog andere roofdieren, misschien ook wel roofvogels, zullen deze kleine dwingelandjes met liefde opjagen en verorberen.

-    Ze voeren aan aaseters, waaronder hyena's en gieren. Mochten onverhoopt deze aaseters ontevreden zijn over het gebodene dan kan ze voorgehouden worden:  'wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.'

 -   LevenIoze mannetjes in zee dumpen boven haairijke gebieden.

 -   Ze cremeren als een ander zinvol einde niet meer haalbaar is.

Nog wat aanbevelingen:

-     Voor het werkelijk welslagen van deze operatie is het noodzakelijk dat hier de grenzen gesloten worden voor de allochtone volwassen kleine man en zijn zonen. Het hoeft allemaal niet halsoverkop; het kan ook in kleine stapjes.

-     Alle kleine vrouwen en hun dochters zullen gesteriliseerd moeten worden.

Naar schatting zal Nederland, in een kleine vier jaar, 'kleine mannen vrij' zijn. Het wordt hier dan ongetwijfeld een stuk prettiger toeven. Het klinkt misschien allemaal wat hardvochtig, gewelddadig, wreed en dat is ook goed! Deze zaak is absoluut geen klein bier! 

donderdag 19 januari 2023

ALLEENGAAND MAAR NIET EENZAAM.

 

Het is nooit mijn bedoeling geweest om alléén door het leven te gaan. Desalniettemin ben ik sinds twee jaar alleengaand.

Ik heb er wel aan moeten wennen. Aanvankelijk ben ik passief, uit het lood geslagen door het einde van m'n relatie. Maar daarna pak ik weer van alles op. Fitness, vrijwilligerswerk, de wandelclub, theater en biosbezoek. Veel van mijn tijd besteed ik aan het schrijven  van verhalen zoals dit.  Sinds kort zing ik op een buurtkoor. Ik heb inmiddels een leuk stel vrienden en vriendinnen om me heen. Er zijn natuurlijk ook wel dagen dat ik niemand spreek of zie.  Maar dat ervaar ik niet als benauwend of hinderlijk.

Bijna twee jaar heb ik nu geen romantische relatie. Wat betekent dat voor mijn leven? Ik sta er alleen voor. Gezelschap heb ik niet continu en als ik dat wil, zal ik dat moeten uitnodigen of opzoeken.  Als ik iets wil zal ik in actie moeten komen.

 Hierboven geef ik aan hoe ik mijn tijd nu door kom. Ik ben daar wel tevreden over. Af en toe is er  iemand, die niet kan geloven, dat ik gelukkig ben en dan tegen me zegt: ‘Je vindt heus nog wel iemand, hoor.’ Irritant! Ik ben niet eens  op zoek! Eerlijk gezegd heb ik me nog nooit zo lekker gevoeld als nu: ‘in mijn uppie’.

Veelal wordt aangenomen dat vooral mensen die alléén wonen eenzaam zijn. Dat komt best wel eens voor. Maar eenzaam zijn binnen een relatie komt veel vaker voor. In de laatste relatie, die ik had,  heb ik me jarenlang heel eenzaam gevoeld.

Vriendschappen zijn voor iedereen belangrijk. Net als ieder ander verlang ik ernaar door andere mensen te worden gezien, begrepen en erkend. Van vrienden wordt nogal eens verwacht dat ze  altijd voor je klaar staan. Dat is behoorlijk veel gevraagd. Andere mensen, vrienden ook,  zijn daartoe niet in staat of bereid, in die mate, waarin ik dat zelf graag zou willen.

Hoe zijn mijn vriendschappen ontstaan? Heel simpel en toevallig ook:  we zaten in de eerste klas lagere school naast elkaar; ik vroeg een euro aan je  voor een pilsje; we werden buren; collega’s; we gingen naar dezelfde film.

Ik ben nu gelukkig, voel me compleet. Ik sta open om liefde te geven, liefde te ontvangen. Als het nodig is, weet ik de ander te vinden.

Alleengaand ben ik maar niet eenzaam.

zaterdag 25 juni 2022

LAARZEN OP DE TRAP

 

Het is zeven uur  in de ochtend. Ik haal de krant uit de brievenbus en begin aan mijn dagelijkse ochtendgymnastiek: de trap op naar de  vijftiende verdieping. In stevig tempo. Ik heb hinderlijk last van ‘de stop’. Mijn dokter zegt dat dat wel goed komt als ik meer ga bewegen.’ Dan bedenk ik dit traplopen … en verdomd het werkt.

Op de eerste etage is alweer enige maanden geleden in grote koeienletters op de muur gekalkt: ‘SLAVEN UIT GUINEE BISSAU UIT 1432’. De meeste vreemde dingen in onze flat worden gedaan door lui die hier niks te zoeken hebben. Een bewoner doet zoiets niet. Die bevuilt zijn eigen nest niet. Ik houd het op heimelijke indringers.

Die klote woningbouwvereniging … de eerste de beste dag dat ik die leuze zie, meld ik het … ja, ze halen de leuze gelijk weg, zeggen ze …  zeer frustrerend … ja zeggen en nee doen … ze zijn laks daar ... vijf weken en vier telefoontjes verder  is de leus weggewit.

 Ben alweer op  de zevende … een gebruikt condoom keurig netjes in een hoek van de traptree geschoven, het spermaspoor is half opgedroogd. 

‘Mèt condoom: tien, zonder: twintig euro,’ hoor ik het hoertje de auto in nog schreeuwen. De flat staat vlak bij een afwerkplek… zou deze trap dan ook al afwerkplek geworden zijn? Het zou me niet verbazen. Er wonen hier slordige bewoners, die de deur van trappenhuis zo maar open laten staan. Een slim hoertje heeft de sleutels ontfutseld van een bewoner … een zuipschuit. Daar zijn we lekker mee met zo’n dronken droppie als buur. Het kost wel weer een nieuw deurslot.

 Eergisteren zat er een, zo te zien, ongebruikt condoom over de klink van de  entreehaldeur geschoven.  Vreselijk grappig, net zoals het opblazen van een condoom, maar zo langzamerhand heb ik  het wel gehad met de condoomhumor.

De negende …  ik raak al behoorlijk buiten adem . Stophoest-papiertjes, groen, een stuk of tien, verdeeld over drie treden.

Op de tiende,  liggen aan elkaar geplakte vloeitjes, klaar om een joint mee te bouwen, een leeg pakje shag, wat tabakskruim en uitgedrukte peuken.

 Een sterke urinegeur komt me tegemoet op de elfde; die plas is daar nog niet zo lang geleden gedaan. De damp slaat er nog  van af.

 En nooit, nooit zie ik ze: de blowers, de zeikers; de neukers; de leuzenkalkers, terwijl ik hier toch van maandag tot en met vrijdag, vijf ochtenden per week de trap op loop. Weliswaar uitsluitend tussen zeven en acht … dat loopt natuurlijk wel in de gaten.

 Ik hijg verder. Op de dertiende staan twee paar laarzen, hoge witte en lage zwarte. Alsof ze uitgeschopt zijn door een stel meiden, die hier na een nacht pezen, lekker achterver willen gaan zitten. De eigenaressen van die laarzen, kunnen toch niet ver zijn. Door de draadglasruiten meen ik in de portiek van de dertiende  vaag een figuur te ontwaren. Ik duw de deur vlug open maar daar staat alleen een vuilcontainer. Door nu naar mijn verdieping, de vijftiende.

 ´Begin de dag met een paar slokjes warm drinken, thee, koffie, water is ook prima. Eet dan, voorafgaand aan je ontbijt,  twee gewelde pruimen … maar het belangrijkste is toch: beweging!´ zegt mijn dokter. Dan nu ontbijten, krantje lezen en een uurtje fietsen naar mijn werk. Maar eerst even naar de wc.