Posts tonen met het label potje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label potje. Alle posts tonen

woensdag 19 februari 2025

ONTBIJT.

Er is een tijd geweest dat ik ’s ochtends in de keuken een paar boterhammen klaar maakte, een potje thee zette en het daarna op het dienblad mee naar de woonkamer nam. Ik liep dan vlug even naar de brievenbus voor de krant en ging in m’n makkelijk stoel zitten lezen en ontbijten. Dat doe ik dus niet meer. Ik eet mijn ontbijtje leunend tegen het aanrecht en kijk door het keukenraam naar buiten. Ik sta daar meestal tussen 8 en 9 uur.

Ik woon vlakbij de lift. Op mijn galerij zijn nog negen andere woningen. En als ik daar in de keuken sta te eten, zie ik iedereen voorbij komen. Ik heb geen gordijnen ofzo. Alles en iedereen kan mij dus ook zien staan. De ene buur zwaait vriendelijk, de ander doet net of tie me niet ziet, weer een ander wenst me smakelijk-eten en anderen zijn vòòr achten al op pad of komen hun huis pas uit ná negenen.

In dat uurtje zie enkele honderden kinderen door hun ouders naar de basisschool, waar ik op uitkijk, gebracht worden. Het verbaast me hoeveel kinderen (ook de oudsten) nog door hun ouders met de auto voor het schoolplein worden afgezet. Niet alleen als het koud, nat of mistig is maar ook als de mussen bijna dood van het  dak vallen. Wanneer ik die kids dan naar school zie lopen, merk ik dat ze toch allemaal prima functionerende beentjes hebben. Dus wat zou er op tegen zijn ze lekker van huis naar school te laten lopen. Het verkeer wordt dan niet hinderlijk opgehouden en de straat krijgt minder uitlaatgas te verwerken.  

Op de fiets en lopend worden ook veel kinderen naar school gebracht. Daar ben ik wat milder over. Schoner voor het milieu. En ja, op een gegeven moment is een kind groot en wijs  genoeg om zelfstandig naar school te lopen of te fietsen. Verstandige ouders geven hun kind  ook dat vertrouwen.

Overigens ben ik heel blij met die school. Volop geniet ik een paar maal per dag van de vrolijke levendigheid en de uitbundig kolkende zee van geluiden voor mijn bejaardentehuis. 

dinsdag 29 augustus 2023

BEHAPBAAR STILLEVEN.

 

We zitten lekker gezellig te eten, Petra en ik. Met ‘lekker gezellig te eten’ bedoel ik het opeten van de makkelijke maaltijd die Petra heeft bereid. Ze roept zelf tegen iedereen, die het maar horen wil:

‘Ik ken helemáál niet koken, hoor’ en dat klopt ook helemaal. In feite doet ze niks anders dan bij de supermarkt ‘kant en klare’ producten kopen, die opwarmen en netjes, zeg maar pittoresk, op een bordje rangschikken. Zo presenteert ze me vandaag een bord met worteltjes (uit een pot), een paar (Kapitein Iglo) vissticks, een hamburger (uit een pak), een lepel mayonaise (uit een pot), frites (uit een Aviko-zak) met als groenvoer een mix van sla, tomaten en olijven. Het is een behapbaar stilleven. Voor zichzelf heeft ze ook iets dergelijks gecreëerd. Voor dit soort gelegenheden is naar mijn gevoel de uitdrukking ‘een vorkje mee prikken’ uitgevonden. Ik prikken een vorkje mee en we babbelen over onze wederzijdse partners, de kinderen, haar broers, zussen en vrienden.

Haar man, Dolf, is voor een week naar Duitsland, op studiereis. Hij is roostermaker op een heel grote scholengemeenschap en omdat ze in Duitsland van ouds her, heel goed zijn in het maken van ultra strakke roosters, moet hij daar de cursus ‘een strak rooster maken’ gaan volgen.  Petra is blij met die cursus, in die zin dat hij dan een weekje ‘opgehoepeld’ is’, zoals zij het uitdrukt. Dolf is helemaal geen slechte vent maar ik kan me voorstellen dat Petra het af en toe een beetje benauwd van hem krijgt.

‘Die worteltjes zijn trouwens heerlijk zoetig van smaak en zó waanzinnig gaar … bijna om te zuigen, Petra.’

Nee, aan Dolf is zo’n schilderachtig bord eten niet besteed. Hij wil niks anders dan (scharrel)kip met, au bain-marie: bloemkool, broccoli en worteltjes met zilvervliesrijst. Natuurlijk gaat ze niet voor zichzelf iets anders klaarmaken. Dat is een van de redenen, dat ze zo blij is dat Dolf even een paar dagen weg is. Dan kan ze zich lekker uitleven met haar pittoresk koken. Deze week heeft ze elke dag iemand anders aan tafel om van haar kookkunst te genieten. Vandaag ben ik aan de beurt.

‘Lekker, Petra, die knoflookolijven … van de markt?’

‘Nee, uit een potje van de Jumbo.’

Haar zussen en broers, haar ouders komen nog, maar er zijn ook mensen die Dolf niet hoeft te kennen. Bijvoorbeeld van haar vriendschap met Bernardo en Franco, die de cursus ‘Zumba’ geven, hoeft Dolf niks te weten. Ze is op allebei een beetje verliefd …  op Bernardo een beetje meer dan op Franco. Ze wil Dolf niet onnodig jaloers maken. Want Petra weet dondersgoed dat Dolf het meteen in de smiezen heeft als ze verliefd is. Dat kan ze niet verhullen. ‘Het is alweer jaren geleden, dat hij me verliefd heeft gezien: vrolijk, lichtvoetig zwierend  door het huis, stralend in mijn zwoele, meest uitdagende minirokje’.

‘Je moet die hamburger eens samen met een klodder mayonaise weghappen Leen, … dat is me toch lekker!’

zaterdag 19 augustus 2023

Dammen.

 Normaal gesproken dammen we op de woensdagmiddag, Peter en ik. Dan eens bij hem, dan eens bij mij thuis. Vandaag zouden we bij mij spelen maar het is zalig weer. We kunnen beter samen een eindje fietsen. Wat fruit en drinken mee. Dat lijkt me prima. Ook de damspullengaan mee. Misschien kunnen we op een schaduwrijkplekje een potje dammen. (Dammen doe je in ‘potjes’).

Tegen de middag belt Peter. Meestal krijgen zijn vissen de schuld als hij geen zin heeft om te dammen.

‘ Jee, moet je eens luisteren, ik vind het veel te warm om bij jou binnen te gaan zitten schuiven. Laten we gewoon eens een keertje over slaan …  het is bovendien al weer veel te lang geleden dat ik het aquarium schoongemaakt heb. Sorry, Jee, volgende week gaan we weer dammen!

‘Peter,‘ zeg ik, ‘groot gelijk, … en dan vertel ik hem mijn idee voor deze middag. Hij is gelijk om.

‘Goed plan, ik ga gelijk wat spullen bij elkaar zoeken … neem jij je damspel mee?’

Over vissen geen woord meer.

‘Nee, neem jij je damspel maar mee, da’s steviger. Dan zien we elkaar bij jou om één uur.

‘Okido, Jee, vergeet je pet niet, met die kale knar van je, ha ha. Zonder gekheid, de zon is scherp , je kop is in een mum van tijd verbrand. Nou, tot één uur dan.’

Het is nog ruim voor één uur. Peter is druk aan het sleutelen aan zijn mountain bike. Nu eens zit hij op zijn knieën, dan weer op zijn hurken of loopt hij om zijn fiets heen. Het lijkt alsof die fiets jaren niet gebruikt is. Hij controleert banden, remmen, stuur, zadel en bel.

Naast zijn mountain bike, op de stoep, ligt allerlei ‘troep’ voor onderweg: een bidon, bandenplakspullen, eten, drinken en zijn fototoestel. Vóór Jee zich meldt zit alles in zijn fietstassen.

‘Prima idee van jou, echt top, Jee! Moet me alleen nog even omkleden. Tot zo..’

 

Niet veel later is Peter weer terug, gekleed in een veel te strak kanariegeel wielrenshirt (rugnummer 1) en dito wielrennersbroek; zo een met een zeemleren kruis. Verder behoort tot zijn outfit: een grijze helm, waar z’n kleine grijze paardenstaart eigenwijs onderuit wappert.

Jee kan zijn mond niet houden: ‘Kijk nou toch eens aan, uitslover die je d’r bent! Kan dat nou echt niet een tandje minder, Peter? We gaan toch zeker vanmiddag de Mont Ventoux niet bedwingen!’

Peter grinnikt om de woorden van Jee. Nu, zo naast Peter staand, voelt  Jee zich opeens wat onzeker met  zijn opoefiets, de kaki driekwartbroek en zijn grote, blote voeten in Jezussandalen.

‘Hé Peter, we kunnen toch net zo goed, hier op straat, in de schaduw een lekker potje dammen?