Toen ik nog een jongeman was, beschouwde ik bejaarde mannen
over het algemeen als armzalige stumperds. Grijs, kaal, gerimpeld, krom, stram,
mank, jampot-brillenglazen, kruk, dikke pens, handfiets, hoedje, petje, stropdas, wit overhemd, Javaanse Jongens, sigaren, pijptabak
met toffeesmaak. Tot op het bot zo bang voor schade aan het autootje voor de
deur door roekeloos voetballende jongelui.
Ik heb er als jongeman nooit zo erg op gelet maar
liefkozingen bijvoorbeeld ??? Werd er op straat ooit wel eens gevreeën? En iets als vreugde. Ik heb de mensen om mij heen zelden zien tralen.
Toen ik jong was, deden m’n gedachten wel eens een sprong
naar voren, naar de tijd, dat ik pakweg 75 jaar zou zijn. Dan dacht ik dat mijn leven net zo ‘z’n
gangetje’ zou gaan als dat van die oude mensen in mijn jeugd: ziek, zielig, nooddruftig,
saai, traag, chagrijnig, verveeld, van de ene feestdag naar de andere hobbelend,
eindeloos in trance, babbelen over ziek zijn en beter worden, en eenzaam èn
moederziel alleen zijn.
Ik had nooit verwacht, dat mijn leven op mijn 75e
nog zo feestelijk zou zijn. Met leuke activiteiten, sportief, cultureel, sociaal
ook. Volop leven in de brouwerij. Ik zeg wel eens, en niet eens gekscherend: ‘ik
kom elke dag een uur tekort.’
Ik heb toffe mensen om me heen. Doe leuke dingen. Bier drinken, fietsen,
wandelen, bios, sportschool, theater, fotograferen, koken, uit eten. Met mannen
of vrouwen, maakt niet uit. Ook in mijn uppie kan ik me goed vermaken: boeken,
krant lezen, koken, eten, planten, tv kijken, stukje schrijven.
Het was voor mij als jongeman absoluut onvoorstelbaar, dat een
oude krakkemikkige man van in de zeventig nog een beetje verliefd zou kunnen worden
op een vrouw in zijn omgeving.
Nu ik zelf zo oud ben verbaast, me dat niet meer. Niet op
allemaal, maar zeker op vier van de zes vrouwen waar ik mee om ga, ben ik ‘een
beetje verliefd’. Op de één iets meer dan de ander. Dat dan weer wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten