Ik heb een grote pan met water op het gas gezet. Voor straks. In het teiltje, ons luxueuze zinken ligbad van een meter bij zestig centimeter. Elke vrijdag avond stopt ma ons in bad. Voor het slapen gaan. In de sociale woningbouw anno 1950 zijn begrippen als douche en badkamer nog ongehoord. Voor een gròte wasbeurt waren daar speciaal de buurtbadhuizen voor.
Het teiltje wordt midden in het iele keukentje gezet tussen
het aanrecht en de keukenkast. Dan wordt er een laagje koud water in gegoten,
Daar bovenop een paar pannen kokend heet water. Nog wat koud water toevoegen tot
het lekker is om in te zitten. Ma stelt met het puntje van haar ellenboog de juiste temperatuur vast. Ze zeept ons met een washandje in.
Zusje Anneke, de
jongste, gaat als eerste. Ze is drie. Het water is dan nog lekker warm. Anneke boft altijd. Mijn andere twee zusjes die waren toen zeven en
acht. Die wilden samen in dat teiltje. Het werd altijd een plensboel. Net als
altijd en overal zaten ze elkaar in dat teiltje te zieken. Met een waterballet
als gevolg. En boze buren.
Ik ben de oudste. Ben nu pas aan de beurt. Lauw water. Ik zet
nog een pan water op. Ma had haar handen vol aan het droogzwieren van de gezusters.
Ik ben al in mijn blootje. Krijg het een beetje koud. Pak mijn
pan met kokend water. Iets te schichtig.
Hij dreigt uit mijn handen te vallen en in plaats van dat ik hem laat vallen wil
ik hem opvangen. Lekker snugger. Had hem beter kunnen laten vallen. Dat
ziedende water stroomde over mijn handen.
Het was 1958. Van een brandwondencentrum had nog nooit
iemand gehoord. Wat had ik toen zoiets
nodig! Goeie dokters. Aan allebei mijn handen hingen de vellen erbij. De artsen wisten niks beters te verzinnen dan
me drie keer per dag met m’n handen in een koudwater badje te laten zitten.
Koud water??? Gewoon koud kraanwater
temperatuur. Kouder bestond niet bij ons thuis. Een koelkast was er niet. Niks
van luxe. Mijn moeder moest mijn handen met brandzalf, een soort vaseline, insmeren. Wat een zalf was dat, zeg! De brandwonden werden zo weer in de
fik gezet. Gruwelijk. Ellenlang duurde het. Hoe lang ben ik vergeten. Helemaal niks kon ik
met mijn handen.
Later bleek ik super-onhandig te zijn. Ook nu nog. Lang tijd
dacht ik dat dat door het kokende water kwam.
Ik weet nu dat het gewoon in mijn genen zit. Dat dan weer
wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten