Ik had graag op koningsdag een leuk hoedje gekocht bij een marktkraampje. Er was werkelijk zo veel fraais te koop, van reversspeldjes tot bruidsjurken. Maar géén leuke hoedjes. Ik heb hard zo’n hoofddekseltje nodig, omdat ik geen haardos meer heb liggen, die mij beschermt tegen zonnebrand. In de Braveloods lees ik een artikel, waarin staat dat de dichtstbijzijnde kringloopwinkel: Opnieuw & Co vandaag geopend is.
Zondags tussen negen en één, maak ik mijn huis en mijn lijf schoon. Ik ben daar pas om een uur of twee. Ook dààr volop van alles en nog wat maar wederom geen leuk hoedje. Sterker: er is zelfs niet eens een vervelend of lullig hoedje te koop. Niks geen hoedjes!
Er staat nog wel wat anders op het programma vandaag. In die
zelfde goed-nieuws-krant, de Braveloods, wordt gemeld dat Tuincentrum Zwinkels vandaag open is. Dat
komt mij goed uit, want dat tuincentrum is vijf kilometer fietsen bij mij vandaan. Al geruime tijd heb ik een ‘grote-plant-wens’ voor op mijn
balkon. Een robuuste plant, die krachtig in de aarde staat te midden van de o, zo
kwetsbare kleine balkonpotjes.
Lang zoeken hoef ik niet. Als ik van mijn fiets afstap, zie
ik uit mijn linkerooghoek twee potten-verzamelingen. Zwarte potten met kleine oleanders
en zwarte potten met grote oleanders. Ik kocht de kleine variant. 1 Meter hoog.
35 euro. Die grote past sowieso niet in m’n fietstas. Fietsen met m’n nieuwe plant
lukt helemaal niet. Ruim één uur lopen is het (met de fiets aan de hand) naar huis.
Doodvermoeiend.
Maar wat staat hij strak en stoer op mijn balkon. De tien geraniumpjes
zijn niet allemaal zo blij met hem. Kleine potplantjes communiceren niet zo
makkelijk en vrijuit met oleanders. Van
één van hen, duidelijk een brutaaltje, hoor ik, dat het overige kleine grut in
hem een premature ijsheilige ziet, wat ijskoud betekent dat hun laatste uurtje geslagen
heeft. Probeer dat dan maar eens uit die kleine potjes te praten.
Half zes. Ik ben op tijd klaar om voor de tv neer te ploffen: de kampioenswedstrijd van Liverpool. dat is de club van mijn in die stad geboren
vriend Derck. Zijn kluppie wint met 5 – 1 en is kampioen van Engeland. Ik bel
Derck meteen op, feliciteer hem en zing ‘You ‘ll never walk alone’. Dat laatste
had voor hem niet zo gehoeven.