Posts tonen met het label blikken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label blikken. Alle posts tonen

zondag 20 april 2025

GESTOLDE TIJD.

Op weg naar de Lidl loop ik langs een tuin waar een man hard aan het werk is. Onze blikken kruisen elkaar en we zeggen beiden 'goedemiddag, meneer'. En gaan dan ieder  weer ons weegs. 

Met mijn half volle boodschappentas loop ik dezelfde route van de Lidl weer terug naar huis. Dezelfde persoon tuiniert nog. Vrij impulsief vraag ik hem of hij er plezier in heeft ... en gelijk er achteraan 'doe je dit voor je werk of is dit jouw tuin?' 

Ja, ik woon hier. 

O, dan doet ie het vast voor z'n lol! 't Is wel een zooitje die tuin. Hoogste tijd voor actie. Maar hij zette de hark tegen zijn heg en draaide een zware van de weduwe. Schichtig staat hij te vermijden, dat ik zijn rook binnen krijg. 

'Blaas maar lekker in mijn gezicht hoor. Vind ik heerlijk. Hoe heet je eigenlijk, ik heet Jos'. 

'Arjan.'

We schudden elkaar de hand.

'Als je geen tuinman bent, wat doe je dan voor werk? Of ben je soms al met pensioen,' vraag ik een beetje brutaal. 

Nee, hij is eenenzestig. Heeft nog veel werk liggen ... stapels schrijfopdrachten ... vergaderingen ..., hij wijst in de richting van zijn huis. 't Loopt zo langzamerhand een beetje uit de hand. Maar ja ... vandaag heeft de tuin nu eenmaal prioriteit. 

O, werk je thuis? Ben je ZZP'er?

'Nee, doe allerlei dingen'. 

Hij laat zich blijkbaar niet graag uit over wat ie zoal doet. 

'Zakelijke dingetjes, ja ... af en toe doe ik ook gedichtjes ..... 

Gedichtjes, wauw, wat leuk ...  hij doet gedichtjes?! 

En dan probeert hij me af te leiden door over de idiotie van regerende politici te gaan oreren ... 'een geëngageerde dichter' nog wel. 

Ik vertel dat ik óók schrijf. Beetje simpel. Dat wel. Dagboekachtig. Met een spoortje fictie. Zoals dit stukje bijvoorbeeld. Elke dag een stukje van ca. 400 woorden. Arjan vraagt mijn blog. Dat krijgt hij. 

'Mag ik ook iets van jou lezen, Arjan?'

'Wacht even.' Arjan wipt zijn huis in en komt even later terug met een boekje vol  met zijn gedichten. Uitgegeven in eigen beheer. 'Als je het mooi vindt, mag je het houden. Zo niet, dan gooi je het maar terug in mijn tuin.

Ik heb nu de helft uit van zijn boekje. Prachtig! Mooie observaties van allerlei facetten des levens. Nu eens bitter, dan hilarisch of verdrietig. Nuchter, realistisch. Telkens weer (k)raak helder. 

Arjan zegt in 40 woorden waar ik er 400 voor nodig heb. Hieronder een voorbeeld.

 

 

Afscheid nemen

Handen gevuld met tranen

Een vriend, die met een enkele opmerking

Jullie vriendschap beëindigt

Tot aan de grond toe verpest

En zo valt alles in het water

Je toeverlaat

De persoon die je door en door vertrouwen kon

En nu is dit gevoel in een keer weg.

Uit:    Arjan Doorgeest: Gestolde tijd.






































































































 

donderdag 3 april 2025

GEVLUCHT. (reprise)

Twee weken geleden ontmoette ik Ali in de sportschool. We zijn  aan het crossen. Naast elkaar. Onze blikken, vriendelijk, kruisen elkaar. Voor de grap zeg ik, dat hij me toch niet meer kan inhalen.

‘Sorry?’  zegt  hij, ‘don’t understand  ... English  please?’

‘It was a joke. You will never pass me, I said’.

Het is blijkbaar niet zijn humor en ik geef toe:  ik ben wel eens lolliger geweest.

We stappen zo’n beetje tegelijkertijd van het cross-toestel af. Allebei flink bezweet.

We stellen ons aan elkaar voor. Ali is hier voor het eerst. Ik sport hier al jaren.  We drinken wat. Hij koffie, ik thee.  We praten wat.

Ali blijkt een zesentwintig jarige asielzoeker uit Somalië. Ali kwam op zijn vlucht eerst in Kenia en daarna in Duitsland terecht. Zijn vrouw en zoontje  kwamen niet verder dan Kenia.

Na een maand Duitsland zat hij eerst een jaar in het AZC in Emmen. Hij had daar zelfs een baantje. Werkte ’s nachts als bakker. Nu zit hij werkloos in een flatje in de Rotterdamse Provenierswijk. Bij de sportschool om de hoek.

 ‘Work, difficult, very difficult.’

‘ Word dan vrijwilliger, man!’

‘Yes, but volunteer also is very difficult’. Ik praten Dutch taal very bad ... I only speak English and  Arabic language … so I can not  be volunteer!’

Ali en ik gaan wekelijks een uurtje Nederlands met elkaar praten. In de bieb. Hij wil wel! Via wat gegoogle heeft hij een digitale taalcursus gedownload. Elke dag doet hij er een uurtje zijn best op. Nu al een jaar lang.

‘Dutch taal makes me crazy!’

Ondanks zijn sporten en een beetje Dutch leren, verveelt hij zich een ongeluk. Vrienden of familie in de buurt heeft hij niet. Hij staart wat uit het raam van zijn flatje. Met uitzicht op een doods straatje. Af en toe komt een fietser voorbij. Zo nu en dan ruist die ene boom. Alleen als de basisschool uit gaat bruist het straatje. Het is dan een vrolijke boel. Ali's hoogtepunt van de dag. Tegelijkertijd mist hij dàn juist zijn zoontje erg.  Die kleine jongen van hem had daar lekker mee kunnen spelen.

Als de straat weer doods is, pakt Ali een momentje voor zichzelf. Hij trekt zich met zijn laptop in zijn slaapkamer terug. Met een activiteit waar hij geen hele dágen mee vult. Tien minuten hooguit. Dan is hij daarmee klaar voor hooguit een paar dagen.

Vandaag praten we bij hem thuis. Bel een paar keer aan. Geen reactie. Vreemd. We hebben toch afgesproken. Zou hij vergeten zijn? Of is hij zó met zijn laptop in de weer, dat hij alles om zich heen vergeet?

woensdag 23 oktober 2024

HOARDER?

Als je het videootje te zien krijgt van mijn appartement van deze middag, denk je dat ik veranderd ben in een ‘hoarder’. Waarom’? Omdat mijn hele kamer vol ligt met van alles en nog wat. Er staan kratten met boeken, cd’s, dvd’s. Één kast staat met zijn achterkant tegen een andere leeg gehaalde kast en kronkelend door de woonkamer ligt een tien meter lang stuk plastic. Een omgeflikkerde stoel met jassen eroverheen.


Een prachtig portret van mezelf, dat me jarenlang hing aan te kijken vanaf de woonkamerwand, staat nu opgesteld achter de gangdeur, alsof ik het niet meer wil zien. Dat klopt. Ik ben op zoek naar een ander geportretteerd figuur die me tien jaar lang wil aanstaren. Misschien Vincent van Gogh wel. Ik zie nu op die video: er is iemand in mijn woning aanwezig. Iemand die hier niet thuis hoort. Zou zij deze troep veroorzaken?

Ze hinkel-de-pinkelt met een ladder, tussen al die troep door. Loopt stukken behang van de muren af te rukken en flikkert die in het wilde weg om zich heen. Het is niet om aan te zien die troep. Wie gaat dat allemaal weer een beetje ordelijk maken? Er worden waterleidingen los geschroefd. Tevergeefs gaat ze zitten proberen plinten te verwijderen.
In de keuken staan vijftien rollen papier klaar. Ze pakt die rollen uit en knipt ze in stroken. De muren smeert ze in met dikke Bulgaarse yoghurt-pap en daarop plakt ze die stroken. Hinkel-de-pinkelend en zichzelf luid toezingend: Pretty woman van Roy Orbison, is ze daarmee bezig. Tot ze alle muren en een deel van het raam beplakt heeft … het staat eigenlijk niet eens zo gek.

Dan worden er blikken geopend. Blikken blauwe smurry. Die smijt ze op de muren. Niet op alle. Op de helft van de muren bij benadering. Heur armen, kleren, gezicht en haren zitten allengs vol blauwe plekken. Ook het driezitsbankje heeft een metamorfose ondergaan: rood met blauwe spikkels. Er is duidelijk in de blauwe smurry gestaan, gezien het aantal voetstappen in de woonkamer en op het kleed.

Plots duikt zij op voor de video camera. Ik zie en hoor haar zeggen: ‘Dat is nou waarom ik zo graag klus bij een ander, dan hoef ik zelf de zooi niet op te ruimen’.