maandag 30 juni 2025

DOOR HET STOF.

 Gisteren was ik in Enschedé. Wat was het heet! Ik had nog een ‘keuzevrije dag’ bij de NS. Dat betekent gratis reizen van Rotterdam naar Enschedé en weer terug. Normaal kost dat meer dan 60 euro. Dat scheelt nogal wat! Ik ging daar heen voor een goed toneelstuk. Alleen in Enschedé te zien.

Ik had gekozen voor de middagvoorstelling. Die begon om drie uur.

 Paniek op station Almelo! Een invalide (twee handen met elk drie vingers en slechts één been ) Marokkaan (zo te zien). Hij zou hulp krijgen bij het uitstappen. Maar er was in de verste verten geen hulp te zien.  Hij moest hier overstappen op een trein naar Duitsland. Onze trein was inmiddels al op weg naar het eindpunt Enschedé. Dáár stond de hulp voor die paniekzaaier klaar. Paniek gezaaid voor niks. Hij moest er dus pas hier uit. Dit was al een aardige toneelstukje op zich. Maar daar kwam ik niet voor.

De voorstelling: ‘Door het stof’ heet die, is in het Willem Wilminktheater. Toen ik eenmaal wist waar dat theater was ben ik hier even rond gaan kijken. Er viel niet zo veel te zien hier. Het lijkt een beetje op Schiedam, met iets meer nieuwbow in het centrum. Overduidelijk is dat Willem Wilmink hier een soort heilige is. Er is een theater, een straat en  een plein naar hem vernoemd. In deze streek is hij een populaire dichter. Landelijk is hij meer bekend van de grappige liedjes die hij schreef voor kinderprogramma’s op tv.

Maar goed, ik kwam niet voor Willem Wilmink maar voor dat toneelstuk. Dat stuk speelt zich af in het verleden van Twente. Het stuk laat de harde wereld van de textielindustrie zien. Daar bemiddelt een jonge katholieke priester tussen rijke baronnen en arme arbeiders. ‘Door het stof’ is een verzonnen verhaal, geïnspireerd op zijn tijd en idealen. Thema’s zijn sociale ongelijkheid, religie en arbeidersstrijd. Geen letterlijk geschiedenis maar een eigentijdse interpretatie van een bewogen tijdperk.

Het stuk was zeer de moeite waard. Heel speciaal was de verdeling van de voorstelling over twee zalen. Het leven van de bourgeoisie werd verbeeld in het Willem WIlmink-theater. Voor het leven van de arme arbeiders moest het publiek verhuizen naar een ander (nabij gelegen) theater.

De hitte had me lui gemaakt. ‘Lazy on a Sunday afternoon.’(the Kinks)

In de trein terug viel ik in slaap. Moe maar voldaan kwam ik in Rotterdam aan.


Een klein toepasselijk rijmpje van Willem Wilmink

 

Ik ben lekker lui vanavond

Ik heb een slome bui vanavond

Denk maar niet dat ik nog iets doe.

Ik ben liever lui dan moe.

 

Lekker liggen op mijn bed

met geen mens die op mij let

Alles wat ik anders móét

Gaat vanavond niet door, net goed.
































 

Een klein toepasselijk rijmpje van Willem Wilmink

 

Ik ben lekker lui vanavond

Ik heb een slome bui vanavond

Denk maar niet dat ik nog iets doe.

Ik ben liever lui dan moe.

 

Lekker liggen op mijn bed

met geen mens die op mij let

Alles wat ik anders móét

Gaat vanavond niet door, net goed.

zondag 29 juni 2025

EEN HETE DAG.

Het eerste uur dat ze wakker zijn, zeggen ze vrijwel niets. Het is ook niet normaal om op dit tijdstip van de dag veel te zeggen. Heel even kijken ze elkaar aan ... ‘lekker bakkie’ … was het enige dat ze tot nog toe gezegd hadden, na het kopje koffie, dat ze was aangeboden door de organisatie.

Het is half zes in de ochtend. Het lijkt klaarlichte dag. De zon is bijna op. Het wordt een hete dag. Nu al is het warm. Twee anderen zijn een half uur eerder vertrokken. Toen was het ook al licht, zij het iets minder.  De rest van de groep mag pas weg rond zeven uur. Die zijn niet te benijden. De rest van de groep wandelaars is veel rapper dan de vier, die eerder mochten vertrekken. Weldra zullen die worden ingehaald door de rest, net als zij binnenkort die twee vòòr hen zullen inhalen. Toch gaat het hen er niet om voorop te lopen. Winnen is geen doel, voor geen van de wandelaars trouwens. Meedoen is belangrijker dan winnen.

Gisteravond laat hoorde hij dat zijn dochter Helma over tien dagen naar huis mag. Ze is zo blij als een klein kind. Eindelijk weer ‘eigen baas’ na een ziekenhuisopname van bijna vier weken. Na een val van haar fiets, ze viel op haar hoofd, wordt ze erg depressief. Na enige dagen menen haar psychiaters verschijnselen te herkennen, die duiden op een postnatale depressie. Zeer tegen haar zin, maar voor haar eigen bestwil en dat van haar tien dagen oude Marieke, moet ze worden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis Sancta Immaculata in Oegstgeest. Marieke moet ze thuis laten. Woedend gooit ze een stoel door de ruit van haar kamertje. Net voor ze met de losgekomen glasscherven haar pols door kan snijden wordt ze ‘gered’ door de verpleging.

Zijn zus loopt lekker rustig, glimlachend. Haar gedachten zullen bij het aanstaande huwelijk van haar zoon Leo zijn. Moeders trots, die Leo. Hij woont alweer een aantal jaar in Nieuw-Zeeland. Ze mist hem erg. Over drie weken stapt hij in het huwelijksbootje met de superschone Iraanse jongedame Parvanan, wat vlinder betekent.

Het allermooiste is dat zij er samen met haar Dien bij kan zijn, daar in Wellington. Wat verheugt ze zich op die bruiloft en wat is ze blij met Dien, die toch maar mooi haar vliegangst gaat overwinnen.

De twee die vòòr hen liepen hebben ze inmiddels ingehaald. Als ze achterom kijken, zien ze de grote restgroep met rasse schreden naderen.


zaterdag 28 juni 2025

OPVLIEGER.

Onderweg naar het popkoor kom ik Els tegen. Een van de vele zangeressen.  Ze zit op een bankje langs de Alexanderlaan. Ik zeg niks en plof naast haar neer.

‘Wat mot je?’ vraagt ze.

‘Waarom zit jij hier te zitten?’

Ze haalt haar schouders op: ’Gewoon’, zegt ze.

‘Je vindt het toch zeker niet erg dat ik naast je kom zitten?’

 Begint ze ineens te hinniken, een ‘stom soort van lachen’. Ik buig voorover zodat ik haar beter kan aankijken.

‘Je zit me toch niet uit te lachen hé, Els?’  

‘Neen, joh’, hinnikt ze nog na. Ik ben hier ff gaan zitten omdat ik overvallen werd door een opvlieger. Ik kon geen stap  meer zetten’. En weer begon ze te lachen nu meer te ginnegappen.  ‘

‘Ik ben d’r nog steeds niet aan gewend. Duurt nu al tien jaar. Nou ja bijna dan’.

Els heeft me al eens verklapt dat ze 55 is. Dus vanaf haar 45e loopt ze al te etteren.

 ‘Ik had het kunnen weten, Jos. Geen zin om op te staan. Eigenlijk moet ik helemaal niet zingen. Mijn lijf zegt: neen. Maar ik luister niet. Ik blijf over mijn grenzen heen gaan. Een collega van me, ook in de overgang, belt. Ze  heeft slecht geslapen en … ‘ik duik er nog maar even in, hoor’ Els. Dan sta ik er weer mooi alleen voor met mijn opvliegerlijf’.

‘Ja, net zoals je nú hier zit. Je had beter thuis kunnen blijven.’

‘Thuis had ik in mijn eentje gezeten. Van het zingen straks krijg ik weer energie.

‘Okee, Els, zo ervaar ik dat ook, dat klinkt positief. Mijn ex, heeft nooit last van de overgang gehad. Wel van haar menstruatie (zij noemde het ‘opoe’). Voor ons alletwee waren dat telkens weer zware dagen. Veel chagrijn, hoofdpijn, misselijkheid, meisje lacht meisje huilt, moe, kotsen, de dunne, ruzie maken, passief en super eigenwijs.  Met de overgang hebben we nooit geen last gehad. Zij slikte hormoonpillen daardoor verliep die periode voor ons opvliegerloos. Ze stopte met die pillen toen bekend werd dat het kankerverwekkers waren’.

‘Daarom ben ik er nooit aan begonnen, Jos. Toen jouw ex met die hormoonpillen begon was het gevaar van kanker nog niet bekend. Ik moest die shit absoluut niet in mijn lijf hebben

 … oooh, godverdomme, daar komt er weer een, Jos .. dsjiezus!’ 

vrijdag 27 juni 2025

Dancing Queen (Reprise)

 

Dancing Queen.

In een huis, aan de overkant, danst een vrouw in haar lingerie. ‘t Is half twaalf in de avond. Haar bewegingen zijn sierlijk, groot en slow. Tot halverwege haar bovenbenen kan ik haar zien. Vuurrode lingerie heeft ze aan. Ze heeft donker haar … een blanke huid. Haar voeten stevig op de grond. Haar bovenlijf en heupen swingen op de muziek … àls er al muziek is, daar in dat huis. Misschien zingt ze zelf. Of ze beweegt op de muziek in haar hoofd. In haar verbeelding swingt ze met haar geliefde ... iets van Pink Floyd of Enigma hoort ze. Ze danst met haar rug naar me toe. Haar glanzende haar valt tot halverwege haar rug.

De vrouw gaat helemaal los. Ze springt ritmisch op en neer, haar armen zijn  één met de muziek ... àls daar tenminste muziek is. Soepel draait ze met haar heupen naar rechts, naar links, in ’t rond.

Ze  zal zo tussen de dertig en de veertig zijn. Dichter bij de dertig dan de veertig. Waarom? Ja, die super soepele bewegingen, hè … en zeker ook dat afgetrainde lijf. Ze zal één meter tweeënzeventig zijn. Geen buikje èn van deze afstand géén zwembandjes te zien … ook geen rimpels of grijze haren.  Haar borsten en billen lijken stevig ... hard bijna. Dat zegt natuurlijk niks, want ook haar knalrode lingerie kan corrigerend werken.

Eerlijk gezegd, sta ik me een beetje op te geilen, hier, in mijn eigen woonkamer. ‘Zou ik nou echt de enige van de buren zijn, die hier getuige van is?’ Kan me haast niet voorstellen.

Àls die ‘dancing queen’ muziek op heeft staan, dan gaat ze nu uit haar ‘plaat’ bij de swingende klanken van  the Police, Led Zeppelin of de Stones. Ik ben nieuwsgierig naar haar gezichtje. Op zo’n afstand krijg je daar niks van mee.

Uit mijn verzameling vakantiespullen, heb ik  de verrekijker opgediept. Eindelijk komt die thuis ook es een keertje van pas!

De dame voelt nu héél dichtbij. Ze danst wild, met haar rug naar het raam. In een flits draait ze zich om en trekt met één beweging haar pruik af. Op haar kin, dat ik nu héél scherp in het vizier heb, groeit een grijs ringbaardje.

‘Verrek! Het is een kerel …’ Hij zwaait lachend naar me. Gegeneerd zwiep ik de overgordijnen dicht.

 

donderdag 26 juni 2025

RAUWE PAPRIKA EN UI.

M’n oudste zoon komt vandaag langs. Direct uit zijn werk komt hij naar me toe. Hij werkt hier vlak bij. Naast station Alexander. Zo eens per maand zien we elkaar. Hij eet dan mee van het lekkers dat ik maak. We praten over voetbal, politiek, stand-up-comedy, muziek, zijn broer (mijn jongste zoon),  zijn moeder (mijn ex) en wat verder nog ter tafel komt.

Hij komt ook eens in de maand langs om mijn financiële administratie te doen. Misschien wel stom eigenlijk, want zelf heb ik daar lange tijd mijn brood mee verdiend. Maar nu ben ik blij dat ik het aan hem kan over laten. Hij is van alle financiën up-to-date op de hoogte. Doet nog dagelijks cursussen, terwijl ik het boekhouden al een halve eeuw achter me heb gelaten. Ik werd toentertijd ook heel moe van vijf dagen in de week, acht uur per dag in de boekhouding staan. Mijn zoon heeft daar geen moeite mee.

Ik  ben meer de creatieve toer op gegaan. Met alleen maar theater, schrijven, cinema, sporten, koken (en eten) kom ik elke dag al een uur te kort. Dus, ook al zou ik er qua kennis, goed toe in staat zijn, dan zou ik domweg nog geen tijd hebben om te gaan zitten boekhouden.

Vanmiddag heb ik met een vriend afgesproken in Het Loo. Daarom begin ik al vroeg in de ochtend met het vervaardigen van een smakelijke pizza voor mijn zoon en mij. Een bakplaatpizza nog wel! Geïnspireerd door de bekende dierenarts dokter Oetker. Die dokter levert de spullen voor de pizzabodem. Ik bedenk, verzamel en snij de rijkelijke vulling: bleekselderij, tomaat, ui, knoflook, groene en rode paprika, champignons, basilicum, mozarella en salami.





Om twee uur had ik met mijn vriend Louis afgesproken bij Het Loo. Alleen ...Het Loo is om twee uur nog dicht. Ze gaan op donderdag pas om drie uur open. Dus heb ik Louis meegesleept naar mijn huis, alwaar we mijn laatste twee pilsjes hebben opgezopen.Om vier uur verlieten we mijn huis om boodschappen te gaan doen. Louis bij Albert Heijn. Ik bij Jumbo. Voor wat spaatjes.

Terwijl de pizza gebakken wordt, arriveert mijn zoon. Ik maak nog gauw twee frisse salades, rasp wat oude kaas, deponeer tien olijven (allemaal met pit!) op een schoteltje. Ik zet twee flesjes spa rood en twee glazen erbij op de salontafel.

Om zes uur gaan mijn zoon en ik ‘aan tafel’. ‘Lekkere pizza’, zo oordelen wij beiden, ‘ondanks de rauwe paprika en ui’. 

woensdag 25 juni 2025

VAN BRIENENOORD.

Elke dag wil ik iets bijzonders doen. Iets anders dan alleen maar ontbijten, krantje lezen, koffie drinken, sporten, boodschappen doen, koken en wèèr koffie drinken. Soms moet ik daar diep over nadenken en dan kom ik op het idee om een toneelstuk te gaan bekijken in Enschedé. Soms weet ik in een flits, dat ik een nachtwandeling ga maken in het Kralingse Bos.

 Vandaag hoef ik niet zo lang na te denken over wat ik ga doen. Dat komt zo. Ik doe vrijwilligerswerk bij de Stichting Corridor: elke dinsdagmiddag ga ik met een autistische man op stap. Ik krijg daar een kleine geldelijke vergoeding voor èn de Rotterdampas. Eens in de paar weken organiseert die stichting een excursie voor zijn vrijwilligers. Deze keer gaan we met zijn achten naar het Eiland Van Brienenoord

.’t Is inderdaad een eiland in de Maas. Onder de kolossale van Brienenoordbrug. Miljoenen auto’s scheuren daar dagelijks met veel lawaai overheen. Merkwaardig genoeg waan ik me in een mooi park. Slaag ik er soms zelfs in me wijs te maken, dat ik het helse gedender boven me niet hoor. Met name op de momenten dat de loslopende Schotse Hooglanders bescheiden om aandacht vragen. En wanneer het moeilijk is om het Jacob Kruiskruid en de orchideetjes niet te plukken. Maar zeker ook als ik  gegrepen word  door de gave street-art op de betonnen ondersteuning van de brug. 




De smartelijke, monotone gospelzang van de vrouw van kleur, die God zo vergeving lijkt te vragen voor haar zonden. Het geluid van de vrouw gaat me door merg en been en overstemt het geraas van boven.

Ik schrijf wat in m'n kleine schriftje.

 ‘Wat schrijf je?’ vraagt Enida.

‘Woorden. Woorden voor een stukje. Misschien schrel wat over jou,’ zeg ik haar’.

‘Ik ben uitgeschreven’, zegt ze. ‘Ik heb één keer een héél schrift volgeschreven. Alles wat ik tegen mijn ex wilde zeggen. Hij wilde niet praten. Was ontzettend jaloers.

 ’O Jos, kijk een zandoogje!’

Ze fotografeert vandaag alleen vlindertjes die ze nog nooit heeft gefotografeerd.

‘Toen ik alles van me afgeschreven had, verscheurde ik het schriftje en stak het, samen met die duizenden woorden, in de fik. Mijn hoofd was toen leeg. Geen probleem meer met mijn ex’’.

 Ze slikte en wees tegelijk naar een aan-fladderende vlinder.

‘Kijk Jos, een Atalanta! Die heb ik al lang, hoor. Zie je vaak hier’



dinsdag 24 juni 2025

BIER DRINKEN.

Meestal is het niet omdat ik zo’n dorst heb, maar zo af en toe ga ik toch naar Het Loo mijn vaste kroeg. Òf ik schiet willekeurig een cafeetje in. Voor een pilsje en de sociale contacten.

In Het Loo ga ik meestal met mijn vrienden zitten zuipen. Niet met allemaal tegelijk. Nu eens met Louis, dan weer met Jan, Joep, George of Loe. Dat ‘zuipen’ klinkt nogal ruig, maar meer dan een liter pils per middag krijg ik niet weg. Die anderen ook niet trouwens. Financieel gezien is mijn limit: 14 euro voor een liter bijpraten!

Ik ga zo naar de bios maar eerst drink ik even wat in het KINO-Café . Groot lokaal. Muziek van The Band op de achtergrond. Uitvergrote foto’s van Prince en Adèle, zie ik in de gauwigheid. Uit mijn rechter ooghoek, zie ik een vrij tafeltje. Daarnaast staat een tafel met twee laptops erop.

Ga daar eerst even rustig zitten. ‘De kat uit de boom kijken’.

‘Oooooh!! Verzucht de jonge dame aan het tafeltje schuin links voor me. Drie studentikoze types zitten daar te ‘mens erger je nieten’… en bier te drinken.

Aan veel tafeltjes hier zitten mensen met boeken of laptops, te werken, studeren.

Er is hier ook een keuken. Fris en gezond ogende broodjes (sla, tomaat, ei) worden daar verkocht. Ik krijg trek. Ga een broodje kopen. Neem een Westmalle Tripel mee, veel te duur eigenlijk (5,50 euro) maar voor één keertje zo lekker ….

Als ik terug kom met mijn brood en bier, zit aan het tafeltje naast me een jongedame op een laptop te tikken. Ze is geheel in het zwart gekleed. Net als ik. Het verschil is dat zij haar hoofd ook bedekt heeft. Het enige dat ik van haar zie is haar vriendelijke en oogverblindend mooie gezichtje. Ik ga niet te dicht bij haar zitten met mijn biertje en mijn broodje.

‘Ik ben hier met mijn zus’, zegt ze spontaan in foutloos, enigszins bekakt Nederlands, ‘ze is nu even shoppen’

‘Ga je zo ook naar de film? vraag ik.

‘Nee, ik ben hier aan het studeren. Ben met mijn scriptie bezig’.

‘HBO of Universiteit?’

'Universiteit’

 ‘Kan je je hier wel goed focussen? Het is best wel druk’.

 ‘Moeilijk soms. Maar samen met mijn zus gaat het altijd perfect. ’

 ‘Waar gaat je werkstuk over?’

 ‘Over ‘de ideale werkplek,’ lacht ze.

 ‘Succes!’

 ‘Naar welke film ga je?’

 'Perla’.

 ‘Nou, veel plezier!’

 ‘Dank je’

 Ik heb mijn biertje nog niet op. Dat neem ik mee de bios in. 

maandag 23 juni 2025

NIET TOEVALLIG?

Vanavond ben ik op de Parade. Het jaarlijkse vrolijke theaterfeestje op het Museumplein in Rotterdam. Het is nog tot en met 29 juni en dan verhuist de Parade naar Den Haag.

Wanneer ik aan iemand vertel, dat  ik naar theater ga, krijg ik daarop onmiddellijk de vraag: ‘Met wie ga je dan?’ Meestal zeg ik dan: ‘ met Jantje, Pietje of Marietje’. Maar ik ga ook vaak alleen. Ik zeg er dan meteen achteraan, dat er daar genoeg andere mensen zijn om te leren kennen. Òf ik loop daar een bekende tegen het lijf òf een bekende mij. 

Dat laatste gebeurt toevallig vanavond. Nou ja, het is eigenlijk niet eens toevallig meer te noemen. Bij culturele evenementen kom ik de laatste tijd steeds Loes tegen. Bij dans, theater, museum en nu dus bij de Parade.  Als ik ergens aankom sta ik als het ware al om me heen te kijken of Loes er ook is. Vanavond dus weer. Ik ken haar van Academie voor Expressie. Ze zat een klas lager dan ik. Ze was net met een groepje vriendinnen in de gekmakende draaimolen geweest. Dol in d’r hoofd is ze er nog van. Ik was op weg naar de wc als ze me roept. We maken even kort een praatje want ik moet erg plassen.

Loes en haar vriendinnen gaan net als ik naar Elfie Tromp, die een ‘Adèle Bloemendaal’-act  (Wat heb je gedaan Daan? etc)opvoert. Heel hilarisch. Het was maar een half uurtje. Elfie Tromp komt in september met een show van anderhalf uur. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Loes ook trouwens.

 Na Elfie Tromp bied ik Loes wat te drinken aan. Daar heeft ze wel zin in. Ze neemt afscheid van haar groepje en we gaan op het terrasje nabij Elfie Tromp’s theatertent zitten.

Gelijk bij onze ontmoeting zie ik al aan Loes d’r ogen, dat ze verrukt is om me te zien. Ik moet ook toegeven: ik zie er prima uit! Onderweg al, van huis naar de Parade, krijg ik complimentjes. Ik ben zoals altijd gekleed in het zwart. Maar het bijzondere van vanavond is: een sjiek colbertje en een toffe hoed. Beide in het zwart natuurlijk.

Met mij alles goed hoor! Dat je lekker in je vel zit, daar gaat het om. Dat ziet iedereen in één oogopslag. Loes dus ook We drinken gezellig een biertje en maken er verder een gezellige avond van. 

zondag 22 juni 2025

KWIJT.

Zaterdag was een heel relaxte dag. Het was snikheet maar ik had er geen moment last van. De dikke Volkskrant zitten lezen. Gedoucht. Uitgebreid geluncht voor ik naar Den Haag ging. Daar schreef ik gisteren al wat over.

Ik was er halverwege de middag. Ik wilde namelijk precies weten waar dat theater was. Ik kan er niet tegen, als ik, vlak voor de voorstelling begint, nog moet gaan  lopen zoeken naar waar ik moet wezen. Dat wist ik dus al  om vier uur en die voorstelling begint pas om half acht. Ik ben toen naar het Malieveld gewandeld. Heb daar een prachtige grote oude boom uitgezocht, die mij heerlijk verkoeling bood. Ik vond het verbazingwekkend dat er maar zo weinig mensen in dat prachtige hogebomenpark de schaduw op kwamen zoeken. Ik bleef daar tot het tijd was om naar de schouwburg te gaan. Een kwartiertje lopen is het. ‘Only the lonely’ begint om half acht. 

Ik lees even in het boek ‘Lente’ van mijn favoriete Noorse schrijver Ove Lars Knausgärd. Ga nog heel even op mijn rug liggen en beantwoord nog wat appjes. Toen was het al zowat bij zevenen. Tijd om naar het theater te gaan. Mijn oog viel op een tientallen meters lange rij mensen voor een bestelbus. Dichterbij gekomen lees ik ‘Soepbus’. Kennelijk een voorziening van de Gemeente Den Haag, voor hen die het nodig hebben.

Dat 'Only the lonely' prachtig was heb ik gisteren al geschreven.

Ik was laat in Rotterdam. Moest nog wat schrijven. Eer ik in bed lag was het half drie.  Erg lang had ik nog niet geslapen of ‘nature called’: Ik moest plassen. Ga mijn bed uit, en …  hóé ik ook zoek, Ik kan mijn eigen wc niet vinden. Ik herken een kastje, de eettafel, het behang op de  muur, de voordeur, planten, een kiepraampje. Ik verlies nu urine en ben mijn wc nog steeds kwijt.  Voordat ik het helemaal niet meer kan houden, pak ik een dikke Volkskrant en loop daar helemaal op leeg. Ik gooi mijn natte pyjamabroek in de wasbak. De zeiknatte krant gaat in de vuilnisbak en ik schiet gauw in mijn blote kont m’n bed weer in en slaap verder.

Dit lijkt het begin van het eind.

Als ik zondagochtend om negen uur wakker word, moet ik zoals gewoonlijk gelijk naar de wc. Die weet ik dan probleemloos te vinden.

zaterdag 21 juni 2025

ONLY THE LONELY

Vandaag ben ik voor de tweede keer deze week in Den Haag. Zondag demonstreerde ik met 150.000 anderen tegen het genocidale Israel. Daar schreef ik al over. Vandaag kom ik daar voor theater.

Het stuk heet ‘only the lonely’ met in de hoofdrol een kolossaal al jaren leegstaand kantoorgebouw tegenover het Binnenhof. Voor de avonden dat dit stuk speelt wordt dit gebouw het Lonely Hearts.Hotel genoemd.

De bezoekers checken in en maken vervolgens in kleine groepen, in twee uur een wonderlijke reis,

door een droomlandschap waarin het thema eenzaamheid centraal staat.

Het eigenaardige hotelpersoneel wil ons graag van onze eenzaamheid afhelpen door middel van deze gezamenlijke ervaring, met aansluitend een eenvoudige maaltijd. Only the Lonely is een ambitieus project, dankzij de vele scènes, spelers (waaronder een koor) en vooral  de ontiegelijke grootte van het unheimisch lege kantoorgebouw en ook door de vele en prachtige decorstukken.

In zo'n caleidoscopische voorstelling zijn er altijd elementen die beter werken dan andere. Sommige scènes zijn wat voorspelbaar. Zoals  een gesprek met een stugge Chatbox over gevoelens en een oppervlakkig monoloogje van een ruimtevaarder in een ruimtestation.

Maar hoe absurdistischer hoe beter. Er dwaalt een man met een konijnenhoofd door het pand, zonder uitleg over wat of wie hij is.

Een schoonmaker voert intieme ’healings’ uit achter glazen muren. Een hotelmanager duikt op onverwachte momenten op om haar eigen eenzaamheid te verbeelden in vervreemdende performances of met elektropop liedjes.

Een vanzelfsprekende hoofdrol is weggelegd voor het gebouw zelf, dat fenomenaal is aangekleed. De vergaderzitjes, achterkamertjes, en opslaghokken, zijn stuk voor stuk kamers van eenzaamheid geworden. Zodat de reis tussen alle scènes door minstens even theatraal is Het is moeilijk geworden om onberoerd te blijven in deze schaduwwereld.

 Soms eenzaam maar nooit alleen.




 

vrijdag 20 juni 2025

PRIJZEN.

Dolly Parton heeft een Amerikaanse prijs, een award gewonnen, Het zal wel iets te maken hebben met de omvang van haar borsten, nietwaar? Waarmee anders?

 Peter, een medewerker van ons buurthuis heeft van de koning een lintje gekregen. Een flink aantal actieve buurbewoners heeft de koning een brief geschreven waarin hij op de hoogte werd gesteld van hoe’n fijn mens de Peter wel niet is.

Toevallig loop ik Peter dezer dagen tegen het lijf. Ik moet die man feliciteren met zijn lintje. Ja, het is toch geen kattenpis als de koning je zo waardeert. Als het de koning  behaagt, zoals het vaak gezegd wordt.

Peter was in zijn nopjes met mijn welgemeende proficiat. Hij vertrouwde mij toe dat alles en iedereen in zijn omgeving gezwegen had over het  koninklijk eerbetoon. Hij was met een smoesje naar zijn werkplek gelokt: zijn broer zou in ondertrouw gaan. Kostelijk. Hoe kom je d’r op. Zijn broer van 59. Dat was natuurlijk helemaal niet waar. Peter was totaal verrast. Blij verrast.

Aan alles was te zien dat Peter door de hele lintjesregen een blijer mens was geworden. Lange tijd oogde hij niet happy. Hij was zwaar ziek geweest. Dat maakte hem wat neerslachtig.

Maar de Peter van nu, laat ik hem de ‘lintjes Peter’ noemen, die is vele malen gelukkiger, vrolijker, energieker. Eerlijk gezegd is dat een grote zegen voor onze hele buurt. De Peter van nu is zomaar een regelrechte verbinder tussen het buurtleven en het buurthuiswezen. Wat willen we dan nog meer? Dan hebben we niks meer te wensen, toch?

Persoonlijk heb ik nog nooit een prijs mogen ontvangen … en …dat maakt me geen mallemoer uit. De dingen die ik doe, doe ik niet voor prijsjes.

Als ik de ‘Lees-toch-trofee’ zou winnen voor mijn grappige stukjes, zou ik zeggen: ‘stop hem maar in je reet’. Ik kan daar niks mee. Zelfs als er een groot bedrag aan de prijs vastzit:  bedankt! Ik schrijf puur voor mijn eigen lol.

Die Lieke Marsman, een jonge gedichten schrijfster, heeft een prijs gekregen voor haar hele oeuvre. Ze is pas in de dertig en nu al een prijs voor haar hele oeuvre. Ik weet wel waarom. Omdat ze kanker heeft en niet meer zo lang zal leven. Dan heeft ze die prijs alvast. Daar kan ik wel inkomen.

Het heeft verder helemaal niks met haar kanker te maken maar Ik wil wel even kwijt dat ik geen jota begrijp van wat ze schrijft, geen ene moer … en als mensen zeggen dat het prachtig is, dan liegen ze! Want Lieke’s werk is onbegrijpelijk. Lees maar:

 

Angst zonder gedachten, de geest
loopt als een pakezel
de verschroeide aarde op – niets
valt er te overpeinzen nu.
Voldongen feiten om ons heen.

Hoop is een alchemist: de dichtste steen
ontzegelt het. Als uit een ei: klein
verenpakketje, bebloed nog, onooglijk.
Het eerste verzet wordt het luidste protest.
Er is een nieuwe wereld mogelijk.

Snappie?

En van mij mag die Lieke een lintje krijgen, hoor. Al is het alleen maar omdat ze zoveel mensen laat ja-knikken boven haar abacadabra. Maar mij niet! Hartelijk dank.

donderdag 19 juni 2025

BEVOOROORDEELD

Bij de spoorbomen van metrostation Prinsenlaan zitten drie agenten gehurkt bij een mens? Een dier? Vanaf het perron richting centrum, kan ik het niet zien. 

Het zou mij niet verbazen als het een man was. Een verwarde man. Want er hangt al een tijdje zo iemand rond bij mijn metrostation. Ik noem Prinsenlaan ‘mijn’ metrostation, omdat al mijn uitstapjes en reisjes beginnen op dàt station. Tenzij ik ga fietsen of lopen natuurlijk.

Het is nogal lekker bevooroordeeld om te denken dat het die verwarde is die daar bij die spoorbomen zit. Maar goed, het zou me niet verbazen.

Een jaar terug was hij ook al op onze perrons maar toen was hij nog niet zo verward als de laatste paar maanden. Toen kwam hij nog gedwee op reizigers af en vroeg (bedelde) om een paar muntjes, om zijn slaapgelegenheid te kunnen betalen. Van mij kreeg hij nooit  wat want ik had nooit cash op zak. Hij kon toen nog goed luisteren naar èn een beetje lachen om mijn suggestie een pinapparaat aan te schaffen. Destijds bedelde hij ook niet constant. Hij kon minutenlang sjekkies zitten draaien en roken. Ook ging hij zo af en toe nog de metrowagons in om zijn hand op te houden.

Onverzorgd heeft hij er altijd uitgezien. Lange vette zwarte haren, ongeschoren, vuil, tot op de draad versleten kleding, veelal spijkerstof. Alleen het timide, het gedweeë is hij kwijt. De blik in zijn ogen is razend. Hij kan in mijn woonbuurt rondlopen alsof hij op weg is iemand een pak slaag te geven. Niet dat ik hem dat ooit heb zien doen of gehoord heb dat hij  zoiets gedaan heeft. Dat niet. En soms, terwijl hij zo getergd rondloopt begint hij woorden, zinnen te schreeuwen, die door merg en been gaan. Terwijl hij vloekt, schreeuwt en scheldt blijft hij als door de duivel bezeten door de wijk denderen. Hij heeft het tegen niemand persoonlijk. Hij kijkt niemand aan. Het is wel schrikken als je hem zo bezig hoort en hij komt je tegemoet of loopt langs je heen. Hij ziet je niet eens.

Het is een klein kereltje. Net een verdwaalde, eenzame, verlaten en vervuilde, wanhopig, schreeuwende kleuter. Al maanden nu is hij de weg kwijt. Schreeuwen blijft doen hij tot hij er dood bij neervalt.

Maar hij was het niet, daar bij die slagbomen. Het bleken ganzen te zijn. Een dood. Een gewond. Jammer. Maar daar hebben we d’r al genoeg van. Toch?

woensdag 18 juni 2025

WONDERKUSSEN.

 

Een wonderkussen heb ik besteld via de web-shop Derila. Dit kussen belooft mij een diepe langdurige en vooral snurkloze slaap. Zonder gesnurk word ik niet wakker van een droge mond. Voor de prijs hoef ik het niet te laten. Vijftig euro. Binnen twee weken in huis.

Een dag nadat ik dat kussen bestelde, biedt Derila mij een speciaal voor dat wonderkussen vervaardigde wonderkussensloop. Deze sloop zou het kussen het koel doen aanvoelen. Een tientje voor die wondersloop. Maar daar beginnen we nog maar niet aan. Nòg niet althans. Eerst maar ff kijken wat het kussen doet.

Tja en, ongelogen, wèèr een dag later, maakt Derila me attent op weer een ander artikel: de anti-snurk-pleister. Niet voor op de bovenarm of op de rug. Neen, gewoon op de mond. Die pleisters bedekken de gehele mond zodat via de mond geen snurkgeluid naar buiten kan. Zo’n pleister moet daar ook de hele nacht blijven zitten. Ik vraag me af of ik dat kan hebben en, eerder nog: hoe krijg ik die pleister vastgeplakt, want ik zit natuurlijk al met die snor en dat baardje m mijn mond. Of moeten die er van Derila allebei af? Allemaal vragen. Weg er mee!

Eerst maar eens dat mirakelse kussen ervaren. En dat gaat vanavond gebeuren. Want vanmiddag is het bezorgd.

Ik zit, rond een uur of half vier, op een heerlijk beschaduwd plekje in het Kralingse Bos te lezen, als ik hoor dat ik een mailtje heb. De pakketbezorger heeft het pakket voor mijn deur neergezet. Dan kan iedereen die langs loopt het dus grateloos meenemen. Dat wonderkussen ter waarde van vijf tientjes.

Dat kan een pakketbezorger toch niet maken, hè?! Zo’n pakje onbeheerd voor een deur zetten. Ik natuurlijk gelijk naar huis. Het is maar een kwartiertje met de fiets. Kom ik bij mijn huis: geen pakket!  Ik hoop stiekem dat één van mijn buren het pakket voor mijn deur heeft weggehaald. Dan komen ze straks bij wel mij bellen. Zo ging het ook. Rond half acht belde buurvrouw An bij mij aan met het pakketje onder haar arm. Ze had mijn pakketje veilig gesteld.

Vannacht ga ik het dus uitproberen dat wonderkussen..

Bij die pakketdienst ga ik een klacht indienen.

dinsdag 17 juni 2025

BELLE.

Aan het begin van deze mooie juni-avond zit ik te genieten van de try-out van de musical ‘Belle en het Beest’. De voorstellig wordt gespeeld door 35 leerlingen van basisscholen in onze buurt.

Aangenaam wordt ik verrast door de aanwezigheid van enkele van mijn naaste  buurvrouwen. Ik verras hèn weer met mijn aanwezigheid hier. Opvallend is de samenstelling van het publiek: van de circa dertig aanwezigen, zijn er slechts twee man. Hoezo? Vraag ik u af.

Een begeleidster vertelde vooraf dat er veel animo was om mee te doen. Met meer dan honderd kinderen werd het ‘Belle-project’ gestart. Na enkele weken van spelen en oefenen met elkaar, ontstond er een vaste kern die het stuk op de planken gaat brengen. Deze groep is ruim een half jaar intensief begeleid (geregisseerd) door medewerkers van het Jeugdtheater Hofplein. Die trainingen vonden plaats in Prinsenhof. Daar wordt nu ook de try-out gespeeld. Het verhaal is simpel:

Belle, een slimme jonge vrouw wordt verliefd op een beestachtig wezen. Belle en het Beest draait om de kracht van liefde en het belang van innerlijke schoonheid boven alles. Belle en het Beest is inspirerend omdat de film een ander beeld laat zien van de liefde.

 Het enthousiasme spat er van af. Een en al dynamiek en spelplezier. Een uitstekende vondst is het om elk personage (behalve Belle) te laten spelen door vier spelertjes. Elk groepje wint zo duidelijk aan creativiteit.

Voor de ojectieve toechouwer steken twee spelertjes met kop en schouders boven de anderen uit. Natuurtalenten. Het meisje dat Belle speelt heeft alles in huis. Een natuurlijke , relaxte présence, een fijne stem (zang en spraak), mooie soepele bewegingen. Alles is bij haar vanzelf raak.

 Een van de speelstertjes van het strijdbare viertal (klein, bol hoofdje en klein paardenstaartje) viert haar rol met alle expressieviteit die ze in huis heeft. En dat is nog al wat. Ze peakt met al haar acts. Haar aanstekelijk enthousiasme, haar expressieve, inmiddels rood aangelopen, bolle gezichtje en haar dansende paardenstaartje blijven op het netvlies staan van menig toeschouwer.

Niet alleen deze twee spelertjes verdienen schouderklopjes. De hele groep, bestaande uit 27 nationaliteiten verdient een groot compliment.

Het  is voor mij een zeer grote weldaad deze kinderen met zulk een diverse achtergrond hier bezig te zien. Te ervaren hoe groots ze zijn op wat ze met elkaar wilden maken.

Waar een wil is, blijkt een weg te zijn. 

maandag 16 juni 2025

VISSPULLEN.

Hij mag graag vissen. Had ik geen idee van. Ik ken hem al jaren. Nooit met een hengel gezien. Ik heb het over m’n broertje!

Mijn broertje en ik hebben het  over vissen en hengels. Dat komt zo omdat mijn buurman Theo me vroeg of ik iemand wist voor zijn visspulletjes. Vissen was bijna zijn alles geweest. Maar nu is het over. Alle hengels doet hij nu weg. Hij hoeft er niet de hoofdprijs voor te hebben.

Toen ik het daar zo met Theo over had, wist ik nog niet dat m’n broertje graag een hengeltje uitgooit. Hij is meteen enthousiast. Dat merk ik aan zijn gestotter. Altijd als hij enthousiast is gaat hij erger stotteren … ook als ie zit te liegen trouwens.

Begin juni was m’n broertje bij me. We gaan samen, in zijn auto, naar een verjaardag. Onderweg wil m’n broertje weten of ik het er nog met de buurman over gehad heb. Over die hengels.

Nee, waarom zou ik. Ik heb zelf helemaal geen interesse in die visspullen. Ik houd ook helemaal niet van dat vissen met die haakjes. Ik hèb ooit in mijn even wel eens gevist. Met een schepnetje. Daarmee ving ik stekelbaarsjes en boerenlulletjes.

Maar … ik begreep hem verkeerd. Hij had zelf wel belangstelling voor die spulletjes.

Ik heb Theo en m’n broertje met elkaar in contact gebracht.  Ze hebben afgesproken dat m’n broertje op maandagmorgen 16 juni, tussen 10 en 12 uur naar Theo komt. Om die hele vishandel van Theo over te nemen. Ze moeten nog een prijsje afspreken maar daar komen ze wel uit. Theo is al lang blij want er komt wat plek vrij in zijn berging. Ook zijn vrouw Jeannette verheugt zich daar op.

Theo en Jeannette hebben vanmorgen van tien tot twaalf zitten wachten op hem. Tevergeefs. Om kwart over twaalf: stuurt m’n broertje een app. Naar Theo en ook naar mij:

‘Ik heb pech met mijn auto. Ben gisteren weggesleept. Mijn auto wacht een dure reparatie. Ik heb mijn geld nu hard nodig voor m’n auto. Kan het niet uitgeven aan hengels’.

Zelfs door het appje van m’n broertje heen hoor ik hem erger stotteren dan anders.

Ik schaam me rot voor Theo en Jeannette. 

zondag 15 juni 2025

ROOD.

Vier weken geleden was ik ook al in Den  Haag. Ik stond daar met , met 99.999 anderen in een rode lijn. Toch blijft de Nederlandse overheid ‘Israël’ de hand boven het hoofd houden en is Nederland medeplichtig aan de volkerenmoord (genocide) in de Gaza.

Vandaag ben ik dus weer gegaan, nu met 149.999 anderen, om de druk op de Nederlandse overheid op te voeren. Ik heb niet de illusie, dat na twee van die grote demonstraties, de overheid om zal gaan.

Het kan ook helpen om bedrijven te boycotten, die medeplichtig zijn aan de genocide in de  Gaza: HP, Siemens, Chevron, Caltex, Texaco, Google, Barclays, Disney, MacDonald, Pizza hut, Domino’s Pizza en Burger King.

De organisatie heeft de demonstranten wederom verzocht iets roods aan te trekken om de onderlinge eenheid te symboliseren. Maar net als vier weken terug ben ik in het zwart. Ik hèb niks anders! Althans, dat dacht ik. Want als ik bijna in Den Haag ben, realiseer ik me dat ik wel degelijk iets roods in huis heb. Namelijk: mijn Sparta-petje. Volgende keer beter. Dan ga ik voor G.A.Z.A.!

De demonstranten vormen een dwarsdoorsnede van de Nederlandse samenleving.  Dat vind ik prachtig.  Dat geeft ook aan hoe breed dit protest gedragen wordt.

Onderweg worden voornamelijk Engelstalige leuzes gescandeerd. Eerlijk gezegd houd ik daar niet van. Nederlandstalige leuzes heb ik liever. Maar goed, het past ook weer wèl bij de internationale deelname aan deze demonstratie.

-        Holocaust is no excuse for genocide

-        Every time the media lies! Another child in Gaza dies.

Met een surveillerende politieagente praat ik even terloops. Ze moet meelopen, opletten en snel doorseinen als er iets mis dreigt te gaan.

Enige tijd later ging het opeens goed mis. Ik loop tegen een Amsterdammertje aan, zo’n paaltje in het trottoir weetjewel en val plat op mijn bek. Met bloedrode knieën, ellenbogen en handen als gevolg … zo voldoe ik dan onbedoeld toch nog aan het verzoek van de organisatie.

Klein leed natuurlijk in vergelijking met … . Met zo veel hulptroepen om me heen, die gelijk op zoek gaan naar pleisters en desinfecterende middelen. Maar dat is niet nodig, want ik viel vlakbij een EHBO-post.

Ik loop de demonstratie moeiteloos uit. Geen centje pijn.

Ja, nu ik dit zit te schrijven, au … overal pijn.

‘Geen aanstelleritis!’

Het goede gevoel van deze middag stilt die pijntjes gewoon!

zaterdag 14 juni 2025

FILMFEESTJE.

FILMFEESTJE

Vandaag  wordt de vijfenzestigste verjaardag gevierd van bioscoop Cinerama. De organisatie trakteert mij en de andere bioscoopliefhebbers op lekkere hapjes en drankjes. Maar veel belangrijker is dat Cinerama trakteert op een eenmalige herhaling van succesfilms uit het verleden. Daar heb ik er vier uitgepikt:

-        The big Lebowski

-        You ‘ve got mail

-        Grand Hotel Budapest

-        Een documentaire over Jules Deelder

 The Big Lebowski.

The Big Lebowski wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de gebroeders Joel en Ethan Coen. De film, die talloze bizarre wendingen heeft, draait om een ultiem relaxt figuur, Jeff “The Dude” Lebowski , die per abuis wordt aangezien voor een miljonair met dezelfde naam, wiens vrouw nogal wat schulden heeft gemaakt. Als ‘The Dude’ thuis wordt overvallen door een stel gangsters die zijn vloerkleed bezoedelen, besluit hij op zoek te gaan naar zijn steenrijke naamgenoot om een schadevergoeding te vragen. Hij wordt daarbij vergezeld door zijn bowlingvriend Walter Sobchak , een Vietnamveteraan met overduidelijke tekenen van PTSS.

De persoonsverwisseling zet een keten van bizarre gebeurtenissen in gang. The Dude en Walter raken verstrikt in een web van afpersing, ontvoering, verduistering, avantgarde-kunst en de gekste intriges. Zelf heb ik zo nu en dan geen idee waar ik naar zit te kijken … vermakelijk is het zeer zeker.

Grand Hotel Budapest.

Monsieur Gustave, de zwierige conciërge van vijfsterrenhotel Grand Budapest probeert in 1932 samen met piccolo Zero uit handen van de fascisten te blijven. Voor het eerst schemert er in Andersons jongensboekwereld iets van de boze buitenwereld door. Wat nog niet wil zeggen dat The Grand Budapest Hotel niet meer herkenbaar is als een Wes Anderson-film. De malle personages, bonte kleuren en hyperrealistische omgeving zijn gebleven. Net als de droogkomische humor, de tomeloze energie en de bijzondere aandacht voor vorm en aankleding.

You ‘ve got mail.

Twee tegenpolen in het dagelijks leven ontdekken elkaar via een anoniem e-mail contact. De eerste ontmoeting, is leuk om te zien gelardeerd met een spervuur van beledigingen. Een Romcom dus over virtueel kennismaken en grootstedelijke beslommeringen. Dragend voor deze film is de natuurlijke wijze waarop Meg Ryan haar rol invult. Wat een heerlijke actrice.

Deelder

Leuk om een heel jonge Deelder te zien met lag haar en baardje, bij een van zijn eerste optredens.

Als vader draagt hij, met zijn dochter Ari op zijn arm een gedicht over haar voor.

Later in de documentaire zien we dochter Ari als manager van haar vader; ze corrigeert hem dan op enkele uitspraken die Jules doet in een radio-interview.

Grappig is de zin die Deelder uitspreekt over zijn bezoek aan Columbia: ‘Er is waarschijnlijk nooit zo veel drugs Colombia binnengesmokkeld als op de dag dat ik voet op Colombiaanse bodem zette’. Hilarisch is Deelders gedicht waarin hij wel honderden  verschillende woorden voor kut(je) achter elkaar opzegt: ‘O, kutje, o, spleetje, o, poesje, o, gleufje  … enz (dit zijn er nog maar vier) In de documentaire werkt het erg op de lachspieren als een Colombiaanse dichter hetzelfde gedicht doet het Spaans.

  

't Was een mooie dag. Waanzinnig druk in Cinerama. Nog een paar ouwe bekenden gesproken.

Van de films viel me achteraf Grand Hotel Budpest wat tegen. Van die andere drie heb ik wederom genoten.

vrijdag 13 juni 2025

NESSELANDE

Op deze snikhete vrijdag heb ik wat te weinig bewogen naar mijn zin. Ik besluit deze avond een uurtje lekker relaxed te gaan wandelen in de richting van Nesselande. Echt super wandelweer is het niet. Dertig graden en makkelijk ademen? ….Nou nee!

 Ik ben er bijna. Na een uur en een kwartier lopen. Bezweet. Ik ben wel toe aan een kwartiertje rust. In de richting van het Nesselandstrandje loop ik. Het gaat tegen half  negen. Veel strandgangers geven er de brui aan. Ik loop tegen de grote stroom strandverlaters in. Het zijn er zeker honderden en als ik dichterbij het standje kom zie ik dat er daar nog eens honderden actief zijn. Evenals op de boulevard.

 Ik vind zowaar een leeg bankje.  Drink hier rustig mijn bidon met citroensiroop leeg. Geniet van de flanerende mannen en vrouwen, die mooi lopen te zijn.

 Als ik genoeg gezien en gedronken heb ga ik terug naar het metrostation. Daar staat een aantal politiewagens. De agenten, een tiental, staat opgesteld langs de route naar het station. Op de twee perrons staat twee treinstellen klaar. De treinen kunnen niet niet vertrekken omdat ze te vol zitten. Niet iedereen past in de wagons.

 Er ontstaat een soort ballet. Wanneer de ene trein lijkt te kunnen vertrekken rennen passagiers van de andere trein naar die vertrekkende trein, waardoor die trein weer niet weg kan. En dat gebeurde zo  een aantal malen. Tot grote hilariteit van de ‘dansers’.

  Pas als de politieagenten zich er mee gaan bemoeien gaat het werkelijk lukken. Ze controleren of alle deuren dicht zijn en houden passagiers tegen die toch nog mee willen.Als dat gebeurd is kan er vertrokken worden.

 Ik zeg het niet graag zo . Maar het is nu eenmaal zo. Dan hoef ik het toch niet in te slikken, toch? Dat treinstel waarin ik stond was voor 100% met de donker gekleurde medemens gevuld. Op mij na dan. Ik ben echt de enige bleekscheet in die metro.Zij van kleur: dik en  dun, met en zonder petje, met en .zonder grote, dikke billen, met en  zonder kroes, en met die populaire, diep in de bilnaat verdwijnende maillots.

 Tsja, en dan was het strand en de boulevard dus nog steeds overvol. Dat ballet op het metroperron zal zich later op de avond weer herhalen. De metro kan de Nesselade-strand drukte niet aan.


donderdag 12 juni 2025

CINERAMA 65 JAAR.

In 2025 bestaat mijn favoriete bioscoop en tweede huiskamer Cinerama precies 65 jaar, en dat gaat gevierd  worden! Op zaterdag 14 juni presenteert het filmtheater daarom een hele dag en nacht met klassiekers, waaronder Do the Right Thing , Dr. Strangelove, Grand Budapest Hotel en The Big Lebowski, om maar een paar hoogtepunten te noemen.

En er is meer: een gratis toegankelijk Rotterdams programma, karaoke én ‘Heel Cinerama Danst’ met DJ’s tot diep in de nacht.

Klasssiekers.

Vanaf 11.00 uur kan je voor 6,50 euro genieten van een klassieker op het witte doek. Er is zelfs een Rotterdam-zaal met films over onze stad, die je gratis kunt bekijken. En een verjaardag is niet compleet zonder…? Taart! Bezoekers die er zelf een bakken en meenemen om te delen, krijgen een filmticket cadeau.

Avondprogramma en raad de plaat

Om 13.00 uur wordt er geproost op Cinerama. Wie wil, kan daarna nog de hele dag (en nacht) door. Met livemuziek, dj’s en karaoke duurt het feest tot in de late uurtjes, Het filmtheater blijft tot 4.00 uur open.

Een historisch pand

Het pand aan de Westblaak is in 1956 ontworpen door de architecten B. Hoogstraten en G.E. Lette. In 1957 opende bioscoop Scala de deuren met Charlie Chaplins A King in New York als eerste film. Drie jaar later veranderde Scala in Cinerama, dat recent werd uitgeroepen tot ‘Echt Rotterdams Erfgoed’. Toch is de toekomst van het filmtheater onzeker, omdat het huurcontract van Kinepolis in 2025 afloopt.

Er zijn vanuit het bedrijf en Rotterdammers die de bioscoop graag bezoeken grote zorgen of het pand en de culturele functie blijven. De actiegroep Cinerama moet blijven zet zich in voor duurzaam behoud van het filmtheater. Hiervoor verzamelden ze meer dan 27.000 handtekeningen, die de actiegroep overhandigde aan de wethouders van bouw en cultuur.

Meer informatie en tickets vind je op de website van Cinerama.

VERDOSE.

 

 

 

  


woensdag 11 juni 2025

TE HOOG.

Met mijn fietshelm nog op ga ik om vijf voor half vier, op een bankje naast Hotel New York zitten. Ik ga mijn twaalfuurtje verorberen. Ik verwen mezelf met een krentenbol, een Elstar en een bidon gevuld met citroensiroop.

Ik zit net even in het verlengde van Rijnhavenbrug. Een gids vertelt aan haar groepje de historie van dit stukje Rotterdam. Ze ontkomt er dus niet aan te vertellen over de voormalige hoerenbuurt Katendrecht aan de overkant. De oorspronkelijke naam van deze brug, ‘de Rijnhavenbrug’ wordt in de volksmond al snel ‘de Hoerenloper’. Het tuttige Duitse damesclubje moet er enigszins besmuikt om lachen.

Inmiddels zit een dame naast me. Op het andere puntje van de bank. Mooie vrouw. Jaar of 45.  Ze heeft op mijn bakje een nieuwe tijdelijke werkplek gevonden. Een werkplek bovendien, waar ze mag roken, want af en toe zuigt ze aan een -e-sigaret. Het is een fijn zonnig plekje.  Ik kan hier alleen mijn mobiel maar raadplegen als ik met mijn rug naar het zonnetje ga zitten. 

De dame naast me is bezig een appartement te verkopen. Een appartement in het giga flatgebouw ‘de Rotterdam’ vierenveertig verdiepingen hoog op de Wilhelminakade.  Het appartement dat ze verkoopt is op de 34e etage en is verbouwd van drie- tot tweekamerwoning. Er zit een nieuwe keuken in en de badkamer is opnieuw betegeld met de crèmekleurige tegels 'die jij wilde'.

'Nou, dan zien we elkaar morgen op de vierendertigste. Ik zal in de deuropening staan. Okee, tot morgen Marina'. Einde gesprek.

Ik heb intussen mijn twaalfuurtje op en maak aanstalten om naar huis te fietsen.

De dame naast me zit nog druk aantekeningen te maken op haar mobiel. Ik bedenk me, om straks, als ze uitgewerkt is, tegen haar te zeggen: ’Zohoo, hebt u even een fijn werkplekje gevonden, mevrouw.’

Maar zij is me vòòr en zegt: ’Ik jaag u toch niet weg, hè meneer , met mijn gerook en gebabbel?’

 'Oh, nee,  zeker niet ... ik wou u net zeggen, dat maar boft met zo'n lekker werkplekkie in de zon ... dus eh ...  Marina gaat dat appartement op de 34e  verdieping kopen voor 750.000 euro?

‘Ja waarschijnlijk wel’.

’Het geld heb ik wel liggen. Maar 34 hoog? Ik zou niet durven.’

Het is vier uur. Relaxed fiets ik terug naar mijn huisje. Vier hoog. Hoog genoeg.

dinsdag 10 juni 2025

ZWEMPAK.

Op deze derde Pinksterdag is het ondiepe warmwater spartelbadje voor zeventig plussers extra gevuld. Alsof de vurige tongen, behorend bij deze christelijke feestdag, in de grijze, kale koppies van de zwemmers gaat neerdalen. Nog vòòr ik een schoolslag gezwommen heb, loop ik Tonnie tegen het lijf. Ik ken haar nog van een wijkkoor, waarin ik een jaartje heb mee gebruld.

Tonnie is een klein dik dametje van in de tachtig. Ik meen te zien dat ze een nieuw vrolijk gekleurd zwempak aan heeft, maar dat ontkent ze, bijna verontwaardigd. Blijkbaar is voor haar de toon gezet want als ze eenmaal door is, zwemt ze direct naar mij toe. Ze kiest mij als haar slachtoffer voor haar zwem-/praatsessie. Het is precies tien uur als ze tegen me begint te praten. Ik zwem op mijn rug achteruit. Zij loopt al babbelend achter me aan. 

Aanvankelijk heeft Tonnie nog oog voor wat er zich in het water afspeelt. Een van de dames, waarschijnlijk van islamitische huize, zwemt in kleding, die alles bedekt, op haar gezicht na. ‘Storend’, vindt Tonnie dat, ‘het zwembad zou het moeten verbieden'.

Ik ben het niet eens met haar. Prima vind ik dat zwemkostuum. Nederland is al behoorlijk veranderd en zal wel blijven veranderen, door de komst van verschillende groepen migranten. We zullen er aan moeten wennen dat Nederland er stukje bij beetje anders uit zal gaan zien. Meer gemêleerd.

Ze sputtert dan nog, dat voor haar die ‘gelukszoekers’ beter op kunnen hoepelen.

‘We zijn toch allemaal gelukzoekers, Tonnie? Jij en ik ook!'

Ze is waarschijnlijk niet gewend om van haar omgeving tegenspraak te krijgen. Ze tolt even raar met haar ogen, slikt even en schakelt snel over op een voor haar veiliger onderwerp. 

Tonnie houdt een schier eindeloze monoloog over een huwelijk van drieënveertig jaar met een tot vervelens toe, overspelige, veel verdienende echtgenoot. Meneer, een Don Juan, is Internist, nu eens hier, dan weer daar. Met in elk ziekenhuis een of meerdere liefjes. Tonnie is afwisselend verdrietig, boos en woedend. Op het laatst trapt ze hem de deur uit, vermorzeld ze zijn bril en scheiden ze officieel.  Maar ja … ze is verliefd op die man. …dus …  enkele maanden later sluit ze hem weer in haar armen.

Om kwart voor elf, kap ik Tonnie af. Genoeg geluisterd. Tijd voor een par baantjes schoolslag.

maandag 9 juni 2025

GEEN OPA JOS.

Het zijn ‘prettige feestdagen’. Vandaag wordt mijn jongste zoon vijfenveertig. Met een zoon van die leeftijd ga je je oud voelen. Hij woont met mijn twee kleinzonen Bent en Makkie, in Dordrecht. Daar ben ik vanmiddag. Na tweeën is de koffie bruin. De appeltaart gekruimeld. Extra leuk is het dat die middag ook mijn ex, oma Winny er zal zijn. Winny belt me zelfs vanmorgen op of we samen vanaf station Blaak naar Dordt kunnen reizen. Een prima idee.

Mijn band met de kleinzonen is tot op heden belabberd. Als gevolg van de scheiding tussen mij en Winny ben ik jaren lang hun opa niet geweest. Als ik een jaartje terug weer met Bent en Makkie herenigd word, weet ik me geen raad met mijn opa-rol. Die twee jongens weten zich daarentegen weer geen raad met mij. Die kids, één van elf en één van zeven, staren me aan alsof ik een verwarde man ben die even bij hun binnen mag komen, voor een bakkie koffie.

Dat trok later wel weer wat bij, maar ik bleef tè geforceerd bezig: geld geven voor verjaardagen en goede rapporten, kijken naar voetbalwedstrijdjes, tot uitleg vragen over een game op de mobiel. De jongens reageerden duidelijk: ‘dat is inderdaad die opa Jos. Jammer maar helaas: wij gaan mooi verder met onze  game. 

‘Oh, opa Jos, nog bedankt voor het geld voor mijn verjaardag’

Aan het getob komt vanmiddag een eind. Ik neem me voor me geen opa-rol meer aan te meten. Ik kom gewoon binnen als Jos. Ga me niet per sé bemoeien met de boys. Ik geniet, puur voor mezelf van de appelkruimeltaart. Als er een voetbal voor mijn voeten valt, peer ik hem direct op de gootsteen tussen de vuile afwas.

We gaan een kaartspelletje doen: ’pesten’. Een kut-spelletje. Ik speel het extreem-fanatiek. Met veel lol. Dat was geen ópa Jos, maar Jòs. Zó wil ik er zijn voor mijn kleinzonen. Ik ga dadelijk zeggen, dat ze me voortaan ‘Geen opa Jos’ moeten noemen’.

We spelen vanmiddag ook nog ‘bingo’, een kansspel dat veel en graag door beginnend dementerende ouderen en geestelijk licht gehandicapten gespeeld wordt. We bingoën met zijn vijven. De drie volwassenen hebben hun verstand op nul en hun blik op oneindig. De kleinzonen genieten met volle teugen en komen zo af en toe niet meer bij van het lachen.

zondag 8 juni 2025

GOUD.

Gisteravond rond negen uur arriveerden mijn broer, John en ik bij Buzz, de tent waar een andere broer, Ron, zijn 60e verjaardag viert. Het was me helemaal ontschoten maar in de uitnodiging voor dit feestje was ook een dress-code vermeld: goud, passend bij het kroonjaar van de jarige.

 Ook al zou ik er aan gedacht hebben, ik was niet in goud gegaan, om de simpele reden dat ik, de laatste tien jaar, uitsluitend in het zwart gekleed ga. Natuurlijk had ik net als veel van de andere feestgangers, iets kunnen aanschaffen, voor deze gelegenheid maar daar ben ik weer te rechtlijnig voor. Ik heb nog even overwogen om voor deze avond het overwegend zwarte Stones t-shirtje met die likkende rode Stones-tong voorop aan te trekken. Toch maar niet gedaan. Jaren geleden kocht ik dat shirtje. Nog nooit heb ik het aan gehad. Ik gebruik het liever als een soort wanddecoratie dan als kledingstuk. Van opgeleukte t-shirts als kledingstuk, of het nu met tèkst is òf met een afbeelding, houd ik sowieso al niet.

 De vrienden en kinderen van de jarige hadden zich wel in het goud gehuld. Jasjes, broeken, brillen, stropdassen, jurken, diademen, schoentjes en op sommige gezichten, vooral bij de dames ontwaarde ik gouden glittertjes.

De jarige had een discjockey ingehuurd: praten was godsonmogelijk.  Ik betrapte mezelf er op, dat ik deze avond zo sprak als een asielzoeker die pas drie weken Nederlandse les heeft gehad. In plaats van een gewone zin te maken, zoals bijvoorbeeld: ‘ik vind die muziek wel leuk maar alleen een beetje te hard,’ knal ik er slechts vijf  woorden uit: ‘ MUZIEK ...LEUK ….MAAR….TE    HARD … en daar trek ik dan een passend (vies) gezicht bij. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me dat niet alleen een beginnend asielzoeker/taalstudent zo praat, maar mijn broertje Marco ook. Hij is een mongool. Hij kan niet anders.

Voor het overige is het werkelijk een vrolijke aangelegenheid. Er wordt smakelijk gegeten, gedronken en  om non-verbale grapjes gelachen. Swingen is vanavond veruit belangrijker dan babbelen. Iedereen danst en zingt uitbundig mee op Rob Kemps snollebollekens-hit:  ’naar links … naar rechts’  . Het was het hoogtepunt van de avond. 

Het feestje is gepland tot vannacht één uur, maar al even voor elven zijn de meeste gasten al vertrokken. Zij lopen het patatje-mèt mis, dat verrassend als laatste hapje wordt geserveerd in Buzz in Vierpolders

 Om één uur vannacht word ik thuis bezopen afgezet door mijn broertje John. Lekker geswingd ook vanavond.

zaterdag 7 juni 2025

WAH ZEGGIE?

Deze zaterdag is alles gericht op het bezoek aan mijn broer Ron, die vandaag zestig wordt. Hij geeft een feest in Vierpolders. Waar? In Vierpolders!! Begin dit jaar heeft hij al zijn vrienden en familieleden al uitgenodigd.

Ik heb er even over nagedacht of ik wel zou gaan. Ik heb niks tegen mijn broer Ron. Een leuke vent. Zeker als je samen met hem in een klein clubje bent. Dan kan je gezellig met hem praten, samen leuke dingen doen. Prima allemaal. Maar de vriendengroep rond Ron, daar heb ik het niet zo op. Zowel de mannen als de vrouwen vind ik stoerdoenerig en poenerig. Hun lachen en praten is doorgaans overdreven luidruchtig. Het is een lachen, waarvan ik me afvraag: ‘moet dat nou echt zo orenpijnigend hard?’.

Met dat harde praten van hun  ben ik op zich wel content. Dan versta ik tenminste goed wat er gezegd wordt. Mijn gehoor is de laatste jaren namelijk flink achteruit gegaan. Ik zit in de fase, dat ik tot vervelens toe moet vragen: ‘Wah zeggie?’ ‘Assie val dah leggie,’ zouden Ron z'n vrienden dan ongetwijfeld geantwoord hebben. In mijn eigen omgeving krijg ik nogal eens de hint om eens bij Specsavers langs te gaan voor een gehoorapparaatje. Dan doe ik net of ik niks hoor.

Het feestje is in Vierpolders, vijfendertig kilometer van Rotterdam. Te ver om te fietsen of te lopen. Ik heb John (59), een andere broer van me, mèt 'n auto, gevraagd om me op te pikken. En dat doet hij.

 John woont  en werkt in Hilversum. Hij moet deze zaterdag eerst nog werken. Daarna komt hij naar mij toe, in Rotterdam. Tussen zes en zeven zal hij hier zijn. Hij doucht, eet wat bij mij en doet andere kleren aan. Tegen achten vertrekken we en om een uur of negen zijn we in Vierpolders.

Een paar maanden terug vroeg ik nog aan Ron of hij cadeauwensen had. Die had hij niet. Hij vond het alleen al leuk dat ik, zijn vijftien jaar oudere broertje, zou komen.

Zelf vind ik het echter niet zo fijn om met lege handen te komen. Ik werd me er toen, niet zonder gêne van bewust, dat ik niet wist wat ik voor hem moest kopen. Dat ik Ron na al die jaren nog niet goed genoeg kende.

John opperde gisteren, toen we wat afspraken voor vandaag, dat we Ron samen een kaart geven, met van ieder van ons wat geld er in. Lekker makkelijk, nietwaar?

Ieder twintig gaan we doen. Het begin van ’n miljoen, toch?!

vrijdag 6 juni 2025

NIET TE PRUIMEN.

 O, wat zien ze er verleidelijk uit, in de kraam van de goed gemutste marktkoopman. De rood-gele glimmende pruimen lachen me verleidelijk toe. Hun zoetsappige smaakt vevult mijn mond. Ze liggen naast de wat nors ogende paarse familieleden.

‘Ze zijn nu nog wat hard’ zegt de man maar leg ze een tijdje in de zon, dan zijn ze in een mum van tijd rijp. ’Doet u maar een pondje.’ Hij weegt een pond (6 pruimen) af en doet ze in een milieu-onvriendelijk plastic zakje.

Als de marktkoopman even niet kijkt, durf ik wel even te knijpen in de paarse pruimen. Ze voelen niet goed. Mijn vingers seinen naar mijn mond: ‘Melig! Niet te pruimen.’

Vandaag moet ik ook, even verderop, bij de Zuidvruchtenkraam gedroogde pruimen zonder pit kopen. Altijd een pondje. Daar doe ik een maand mee. Aan gedroogde pruimen kan ik me geen buil vallen. Oké, de ene maand zijn ze wat zoeter en voller van smaak dan de andere maand. Rijp zijn ze altijd en ook lekker zacht.

Het is elke dag het eerste dat ik eet: twee gewelde gedroogde pruimen. De dag ervoor heb ik twee gedroogde pruimen in een bakje water. gelegd  Die zijn dan geweld als ik ze wil verorberen. Ze smelten als het ware op m’n tong. Glijden heel gewillig naar binnen. Daarna eet ik de rest van mijn ontbijtje.

Dat ik de dag begin met die twee gewelde, gedroogde pruimen komt door een huisarts, die ik jaren geleden had. Ik had darmklachten en regelmatig ‘de stop’. Zo erg soms, dat ik af en toe met mijn vingers de ontlasting uit mijn anus moest drukken of pulken. Toevallig had mijn dokter zelf ook zulke klachten gehad. Die gingen over nadat hij was begonnen met die gewelde, gedroogde pruimen. Ik doe het nu al járen. Alles wat ik eet glijdt keurig netjes mijn lichaam weer uit.

Thuis gekomen blijkt de goedlachse marktkoopman een beschimmelde pruim in het zakje te hebben gestopt. Kloothommel! Heb ik er nog maar vijf over. Die leg ik in het zonnetje want ze zijn nu nog zo hard dat je er een vogeltje mee dood zou kunnen gooien.

donderdag 5 juni 2025

GYNAECOLOOG.

 

Leuke foto! Ben jij dat meis? Daar voor die Mercedes?

 

Ik sta er goed op, hè?

Hoe oud denk je ik toen was?

Hè? Hoe oud zeg je?

Tachtig?! Neen , echt?

Nee je houdt me voor de gek.

Nee, serieus nou!

58. Ja precies goed.!

 Neen, die Mercedes was niet van een crimineel of van een profvoetballer maar van mijn toenmalige vriendje Marcel, je weet toch wel die gynaecoloog, waar ik toen bij liep met mijn eierstokken. Op die foto zijn we bij het simpele bungalowpark de Holderdans, in Bardosem. In het geniep. Zijn vrouw (79) en zijn volwassen kinderen mochten van niks weten.

 Wat had dat arme vrouwtje er een verdriet van dat Marcel van haar af wilde na bijna 50 jaar huwelijk. Tranen met tuiten. Maar ik hield voet bij stuk. ‘Jullie scheiden of onze wegen scheiden’ simple comme beau jour!

 Heb je mij gezien op die profieltekening, meis? Ik ben daar zestig geworden. Vijf jaar later ga ik van mijn vrouw af en nog geen half jaar later ben ik aan het latten met Emma. Te gek, zeker in het begin, zoals altijd hè? Leuke meid hoor Emma, alleen veel te licht geraakt. Ik haat die Wilders dus ik noem hem op een gegeven moment een kankerlul. Emma woedend. Ze wil het woord kanker nooit meer horen in haar huis. Dan moet je net bij mijn zijn. Ik pak mijn regenjas, mijn paraplu, want het giet en ik spreek mijn laatste woorden in haar huis: ‘ik ben helemaal klaar met jou, kankertrut.’

 Wat anders. Hoe kom je nou enigszins tegemoet aan de wensen van een flink oudere vriend, meis?

 Met de handkar. Al vind ik dat persoonlijk een gedoe van jewelste.

 En meis, wat vindt jou gynaecoloogje daarvan?

 Je bent de eerste die het hoort …. Niet verder vertellen hoor …. of ik geef je aan …hihi

Gisterenmiddag ... ’t was zo verstikkend benauwd … is hij  er in gebléven … ik zweer het je.

Te vaak wilde dit oude baasje zich nog te graag laten gelden, de schat.

Heeft jouw vriendje die leuke foto nog gemaakt, meis? Met jou en die Mercedes?

Nee, toen was het net afgelopen met hem. Hij ligt nu plat op de achterbank. Een willekeurige voorbijganger vroeg ik een foto te maken. Kijk es hoe fris en fruitig ik er bij sta. Van het leven met een man die zo veel ouder is dan jij, wordt je niet echt blij. Maar het is nu eindelijk een feit, ik ben hem kwijt, ik ben hem kwijt.

woensdag 4 juni 2025

EHBH.

 ‘Het ligt er aan wat voor weer het is.’  Meestal gaan we ’s woensdags naar de bioscoop of een eindje wandelen maar nu had Rinus voorgesteld om naar de Rotterdam Rooftop Roetsj te gaan. Dat is een superhoge glijbaan aan de achterkant van het Maritiem Museum vlakbij Beurs. Daar kan je dan af gaan als je dat wil. 

Hij kon niet weten dat het niet zo’n heel goed  idee was. Ik heb al jaren last van hoogtevrees.

‘Heb je dat dan ook al op zo’n lullig zwembad glijbaantje of ben je alleen bang op tientallen meters hoogte?’ ‘Neen, Rinus, ik heb al hoogtevrees als ik op het perron van de metro sta te wachten, maar dáár heb ik het nog enigszins onder contrôle.’

‘Niet om stoer te doen, hoor,’ zegt Rinus, maar die angst ken ik niet. ‘Ik klim net zo makkelijk een ladder op om bijvoorbeeld op drie hoog de ramen te zemen …. of als ik in een bergachtig gebied op vakantie ben, heb ik er geen moeite mee om op een bergpad langs een diep ravijn te wandelen.’  

Mij lijkt het niet alsof hij aan het opscheppen is.

‘t Is raar, want ik heb zes jaar lang op de zestiende verdieping gewoond, daar voelde ik me gewoon safe. Alleen soms, als het hard waaide en de lamp aan het plafond ging slingeren, kreeg ik het een beetje benauwd. Ik ging daar ook niet graag het balkon op met stormachtig weer. 

Hoogtevrees had ik niet van jongs af aan. Het wàs er opeens. Ik moest zo nodig een jong poesje redden dat op ons dak angstig zat te mauwen. Het beestje zat op een gegeven moment veilig en wel te spinnen in mijn woonkamer, terwijl ik als verstijfd stond in de dakgoot op de derde. Durfde noch voor noch achteruit. Dat was nog op het Zwaanshals. Ik was bang! De brandweer heeft me toen uit de nood geholpen.

‘Nou wat doen we? Durf je de Rooftop Roets aan?’

‘Gaan we doen!’ doe ik stoer. Boven op dat dak bij de glijbaan krijgen we een matje om mee naar beneden te glijden. Roetsj! Rinus is al zowat beneden.

Ik word bevangen door een soort stramheid, mijn adem stokt.

‘Tong tussen je tanden, hard bijten en hoepla! Naar beneden op je roetsjmatje!’ Kennelijk ben ik al roetsjend mijn  bewustzijn verloren. Heel eventjes maar .

Tot vreugde van Rinus en de vrijwilligers ben ik al snel weer opgelapt in het tentje van de EHBH (Eerste Hulp Bij Hoogtevrees).