Posts tonen met het label afwas. Alle posts tonen
Posts tonen met het label afwas. Alle posts tonen

maandag 9 juni 2025

GEEN OPA JOS.

Het zijn ‘prettige feestdagen’. Vandaag wordt mijn jongste zoon vijfenveertig. Met een zoon van die leeftijd ga je je oud voelen. Hij woont met mijn twee kleinzonen Bent en Makkie, in Dordrecht. Daar ben ik vanmiddag. Na tweeën is de koffie bruin. De appeltaart gekruimeld. Extra leuk is het dat die middag ook mijn ex, oma Winny er zal zijn. Winny belt me zelfs vanmorgen op of we samen vanaf station Blaak naar Dordt kunnen reizen. Een prima idee.

Mijn band met de kleinzonen is tot op heden belabberd. Als gevolg van de scheiding tussen mij en Winny ben ik jaren lang hun opa niet geweest. Als ik een jaartje terug weer met Bent en Makkie herenigd word, weet ik me geen raad met mijn opa-rol. Die twee jongens weten zich daarentegen weer geen raad met mij. Die kids, één van elf en één van zeven, staren me aan alsof ik een verwarde man ben die even bij hun binnen mag komen, voor een bakkie koffie.

Dat trok later wel weer wat bij, maar ik bleef tè geforceerd bezig: geld geven voor verjaardagen en goede rapporten, kijken naar voetbalwedstrijdjes, tot uitleg vragen over een game op de mobiel. De jongens reageerden duidelijk: ‘dat is inderdaad die opa Jos. Jammer maar helaas: wij gaan mooi verder met onze  game. 

‘Oh, opa Jos, nog bedankt voor het geld voor mijn verjaardag’

Aan het getob komt vanmiddag een eind. Ik neem me voor me geen opa-rol meer aan te meten. Ik kom gewoon binnen als Jos. Ga me niet per sé bemoeien met de boys. Ik geniet, puur voor mezelf van de appelkruimeltaart. Als er een voetbal voor mijn voeten valt, peer ik hem direct op de gootsteen tussen de vuile afwas.

We gaan een kaartspelletje doen: ’pesten’. Een kut-spelletje. Ik speel het extreem-fanatiek. Met veel lol. Dat was geen ópa Jos, maar Jòs. Zó wil ik er zijn voor mijn kleinzonen. Ik ga dadelijk zeggen, dat ze me voortaan ‘Geen opa Jos’ moeten noemen’.

We spelen vanmiddag ook nog ‘bingo’, een kansspel dat veel en graag door beginnend dementerende ouderen en geestelijk licht gehandicapten gespeeld wordt. We bingoën met zijn vijven. De drie volwassenen hebben hun verstand op nul en hun blik op oneindig. De kleinzonen genieten met volle teugen en komen zo af en toe niet meer bij van het lachen.

maandag 3 oktober 2022

EEN KLAP IN HET GEZICHT (1)

‘Je mag blij wezen Teun, dat ik al die jaren bij je ben gebleven, uit medelijden, ja en omdat ik je de hand boven  het hoofd heb willen houden maar dat is nú afgelopen……..’ zegt Laura, zijn vrouw, onder de afwas tegen hem. Toen werd het even zwart voor zijn ogen en gaf hij haar een klap in haar gezicht. Haar linkerwang loopt behoorlijk rood aan, er sijpelt wat bloed uit haar mondhoek maar na een half uurtje is er, nadat ze al het sop van haar wang af heeft geveegd,  alweer niks van te zien. Alleen nog een beetje bloed van die tand door haar lip. Ze gilt alsof er een moordaanslag op haar gepleegd is:

‘OEAAAAAAAAAAAAAAAAA’ oorverdovend,  een minuut lang. Niet eerder heeft hij iemand zo’n mep gegeven. Daar is ook nooit aanleiding voor geweest. Ook zijn zonen, Bennie van vijf en Jerrie van zeven, heeft hij nog nooit geslagen.  Zoiets zit gewoon niet in zijn bloed. Misschien is het ook wel van schrik,  dat ze zo gilt.

Des te vreemder is het, dat hij nu, een paar weken na de ‘mep’, een aangetekend schrijven ontvangt van een advocatenkantoor. Laura heeft echtscheiding aangevraagd, omdat hij een gevaar is voor zijn eigen kinderen en nu ook voor haar, gezien zijn agressieve gedrag.  Ze durft de jongens niet meer bij hem alleen te laten 'na een lange reeks van mishandelingen'.

‘Nù mankeren ze even niks’, aldus het schrijven. ‘Alle kwetsuren van de kinderen zijn inmiddels geheeld. Behandelende artsen worden voorgelogen over de oorzaak van de verwondingen. Botbreuken en andere verwondingen zijn dus niet het gevolg van ongelukjes op wintersport, van stoeipartijtjes op school, van het uitglijden in het zwembad,  baldadigheden onder elkaar thuis, onvoorzichtigheid in het verkeer en noem maar op. Neen! Alle kwetsuren en verwondingen zijn toegebracht door hun eigen vader … uit frustratie… in blinde woede.’

'Zohooo, dus ik ben hier in huis dus de kwaaie pier’, lacht Teun wrang. Laura vertelt nu plots een heel bijzondere en andere waarheid. Dè waarheid? Háár waarheid! Aan háár advocaat: al die  nu nog traceerbare botbreukjes zijn het gevolg van Teuns sadistische neigingen!’

Volgens Laura zitten die neigingen in zijn genen. Geërfd van zijn vader. ‘Kampneigingen’ noemde zijn moeder dat, als zijn vader hem weer eens in een vlaag van verstandsverbijstering een stomp in zijn maag verkoopt of hem een bloedneus bezorgd. Zelf zit Teun van zijn negende tot zijn veertiende jaar in Nederlands-Indië in een jappenkamp. En die Jappen zijn niet mis! Hebben geen enkel mededogen met kinderen. Ze laten Teun een middag lang ,in de brandende zon,  met één arm aan een boomtak laten bungelen, omdat hij een eitje pikt uit het kippenhok … tot aan zijn dood heeft hij last gehad van die arm.

(wordt vervolgd)