Onderweg naar het popkoor kom ik Els tegen. Een van de vele zangeressen. Ze zit op een bankje langs de Alexanderlaan. Ik zeg niks en plof naast haar neer.
‘Wat mot je?’ vraagt ze.
‘Waarom zit jij hier te zitten?’
Ze haalt haar schouders op: ’Gewoon’, zegt ze.
‘Je vindt het toch zeker niet erg dat ik naast je kom zitten?’
Begint ze ineens te
hinniken, een ‘stom soort van lachen’. Ik buig voorover zodat ik haar beter kan
aankijken.
‘Je zit me toch niet uit te lachen hé, Els?’
‘Neen, joh’, hinnikt ze nog na. Ik ben hier ff gaan zitten
omdat ik overvallen werd door een opvlieger. Ik kon geen stap meer zetten’. En weer begon ze te lachen nu meer
te ginnegappen. ‘
‘Ik ben d’r nog steeds niet aan gewend. Duurt nu al tien
jaar. Nou ja bijna dan’.
Els heeft me al eens verklapt dat ze 55 is. Dus vanaf haar
45e loopt ze al te etteren.
‘Ja, net zoals je nú hier zit. Je had beter thuis kunnen
blijven.’
‘Thuis had ik in mijn eentje gezeten. Van het zingen straks
krijg ik weer energie.
‘Okee, Els, zo ervaar ik dat ook, dat klinkt positief. Mijn
ex, heeft nooit last van de overgang gehad. Wel van haar menstruatie (zij
noemde het ‘opoe’). Voor ons alletwee waren dat telkens weer zware dagen. Veel
chagrijn, hoofdpijn, misselijkheid, meisje lacht meisje huilt, moe, kotsen, de dunne, ruzie maken, passief en super
eigenwijs. Met de overgang hebben we nooit
geen last gehad. Zij slikte hormoonpillen daardoor verliep die periode voor ons
opvliegerloos. Ze stopte met die pillen toen bekend werd dat het
kankerverwekkers waren’.
‘Daarom ben ik er nooit aan begonnen, Jos. Toen jouw ex met die
hormoonpillen begon was het gevaar van kanker nog niet bekend. Ik moest die shit
absoluut niet in mijn lijf hebben
Geen opmerkingen:
Een reactie posten