zaterdag 31 mei 2025

WAARVOOR GEVLUCHT?

 

Doodmoe ben ik van Georgis. Een Syrische asielzoeker. Ik heb hem taalles gegeven. Ben bevriend met hem geraakt. Maar dat gaat denk ik niet zo lang meer duren. Hij gaat steeds meer zeiken over moslims. Die deugen volgens hem allemaal niet. Hij lijkt soms Wilders wel. Dat is het niet alleen. Hij communiceert als een blind paard. Hij beantwoordt appjes niet of te laat. Nu ook weer: Ik wil om zes uur gaan fietsen. Het is tien voor zes. Meneer heeft nog niks laten weten. Op het allerlaatste moment appt hij: ik fiets met je mee. Zo irritant.

We gaan samen naar het Arab Film Festival 2025. Naar een Syrische film getiteld: Salma.

 Hij woont in Rotterdam, in zijn uppie, in een afgedankt kamertje van een voormalig verzorgingshuis. Beter wat dan niks, toch? Want tegenwoordig is er niks voor asielzoekers. Zijn ex-vrouw en zijn drie dochters wonen in Alblasserdam.

Georgis gaf in syrië scheikunde aan de universiteit. Doet hij nu niks meer mee. Hij kan alleen in het Arabisch praten over scheikunde. Geen enkele Nederlander die daar wat van snapt.

Hij wil niet meer werken aan zijn Nederlandse taal. Hij is bijna zestig. Hij vindt het wel welletjes zo. Hij is makkelijk. Voor moeilijke dingen vraagt ie mij te hulp: of ik voor hem wil bellen, mailen of appen. En ik ben dan zo’n goedlul, die dat nog doet ook.

 Hij werkt als gratis klusjesman. Bij een vrouw van zevenentachtig heeft hij op Hemelvaartsdag laminaat gelegd. In een buurthuis geeft hij schaakles; daar deelt hij gratis voedsel uit aan mensen die het financieel slecht hebben …. Hoe heet dat ook al weer? … O ja de voedselbank. Dat laatste vindt hij heel goed werk. Als ik bij hem op bezoek ben dan zegt hij soms wel tot drie keer toe dat Nederland  een goed land is … met zoiets als de voedselbank. Op zo’n manier wil hij mij complimenteren met mijn land. Daar zit ik nou niet op te wachten.

 Ik heb liever dat hij eens goed nadenkt waarom hij zo de pest aan moslims heeft. Als ie zo doorgaat kap ik met hem. Ik word die man een beetje zat. De film vond ik drie maal kut. Georgis vond hem prachtig want de hoofdrolspelers zijn twee geweldige acteurs ... lyrisch is hij over ze …  toneelspelers uit de Assad-tijd!!!

 Waar is die man tien jaar terug voor gevlucht?

 

vrijdag 30 mei 2025

ZIJ.

Hoop dat zij er staat, op het perron. Haar grote donkere bril draagt ze niet altijd meer. Haar grappige lach is herkenbaar uit duizenden. Als ik met de metro ga, scan ik in een splitsecond het perron. Hoop dat zij er staat te wachten, dat we, bij lekker weer, samen kunnen reizen naar Hoek van Holland Strand … 

Op de vrije plaats naast me wil ze niet zitten. Veel liever blijft ze staan. 

Ben ik haar typje niet … niet knap genoeg? Hartjes op Facebook gaf ze foto’s van mijn gezicht

Hoopvol kijk ik naar de toegang van haar flat. Misschien komt ze naar buiten, zwaait ze naar me. Vraagt ze: ‘loop gezellig met me mee naar het Kralingse of Schollebos?’ Maar dat zal niet gebeuren. Ze is boos op mij. Nu misschien niet meer ... misschien heeft ze me vergeven?

Ik kreeg een ‘onder onsje’ op Facebook, van iemand zoals zij. Dezelfde naam, het zelfde gezicht,  diezelfde grote donkere bril … alleen met een ander geboortedatum … precies vijfentwintig jaar jonger.

‘Wil je Facebook-vriend met me worden?’ ‘Ben jij het echt. Wil je echt weer vrienden met mij worden?’ ‘Ja,’ was het antwoord. Ik wantrouwde het en deed verder niks. Noch van de oude, noch van de jonge, meer wat vernomen.

Ze is ook ‘n What’s app-contact met foto zonder bril. Ook fraai.

Ze las altijd mijn column in Facebook. Ik schrijf nog steeds elke dag. Nu in mijn blog. Direct na publicatie wordt het stukje gelezen. Soms midden in de nacht.

 Is zij dat? ‘Je hebt talent’, zei ze, meer dan eens. Is zij dat? Of een onbekende?

 Als zij het is, dan zal ze zwijgen.

donderdag 29 mei 2025

OOIT VERWARD

Eens per maand zit hij bij zijn psych. Hij is een zogenaamd verward persoon. Niet zo erg dat hij in de krant gestaan heeft of zo. Dat hij mensen beroofd heeft, aangerand, misbruikt of zelfs vermoord  Hij is ook niet met een pistool een tv-studio binnengedrongen om een presentatrice de stuipen op het lijf te jagen.

Nee, hij is meer ‘huis- tuin-en keuken’ verward. Hij vergeet van alles; bijvoorbeeld: zijn drol weg te spoelen, zijn gulp dicht te ritsen of hij gaat zonder kunstgebit naar zijn werk.

Hij is des duivels als iemand hem ‘homo’ noemt.  Dan springt hij, op zijn blote voeten, hoog op en komt dan zo hard, op de plavuizen vloer terecht dat zijn beide hielen verbrijzeld zijn.

Op een veel te vol geplande dag scheert hij zijn kop helemaal kaal ... trekt een oud Sparta-shirtje aan en gaat zo naar z’n werk. Daar kust hij impulsief al zijn collega’s (ook de mannen) op de mond, waarna zijn leidinggevende hem adviseert een paar dagen thuis te blijven. Hij was niet helemaal ‘toppie’ volgens zijn bazin.

Dat was hij ook niet toen hij, lang geleden, zijn kinderen op 5 juni (precies een half jaar voor Sinterklaas)naar de Maas stuurde om de Sinterklaas-verkennersboot te gaan bekijken. Hij vertelde zijn kinderen, dat Zwarte Pieten informatie kwamen inwinnen in verband met de te geven cadeaus  op  5 december. Met zijn kinderen ging hij als een speer naar de Maas maar er was natuurlijk geen stoomboot te zien. Een verward verzinsel. De psych schreef wat pillen voor, ...die spoelde hij door de plee, verward als hij was.

Dan valt hij weer om. Breekt zijn schouder en dan schrijft een arts, om zijn pijn te bestrijden, morfine voor. Dat mag hij helemaal niet hebben in combinatie met z’n andere pillen. Het gevolg van die verkeerde pillen-mix is dat hij gaat slaapwandelen’. In zijn pyjama, op zijn blote voeten, in de regen, in de nacht. 

Na een wandeling van een uur staat hij tenslotte weer voor zijn voordeur. Verward. Zonder huissleutels. Het kan niet anders. 

Hij moet nu zijn buurvrouw uit haar bed bellen.


woensdag 28 mei 2025

LINKS RECHTS.

 Het is een handicap. Met dansles vond ik het altijd het ergst. ‘Begin met rechts’ zei de dansleraar en prompt stapte ik met mijn linkerbeen naar voren, soms bovenop  het voetje van mijn danspartner. Ik heb nooit leren stijldansen. Ik kon links en rechts nooit zo goed uit elkaar houden. Ook kon ik met dansen, de passen niet onthouden. Op de stijldansvloer voelde ik me een stijve hark. Iedereen om mij heen was vrolijk aan het zwieren en zwaaien en ik, en natuurlijk mijn partner, maar vooral ik stond in verwarring stil langs de kant.

 Stijldansen kon ik dus niet maar ik kon wel degelijk dansen: vrij dansen … dansen, zonder regeltjes, op muziek van Pink Floyd of the Stones. Dan maakte ik op de dansvloer wilde bewegingen met mijn hoofd, mijn armen en mijn benen ….. springen deed ik ook en dan kreeg je het omgekeerde effect: de stijldansers stonden langs de kant beteuterd naar mij te kijken, naar mij, die stijve hark, die ineens wèl bleek te kunnen dansen …. alleen anders.

Behalve wild dansen was er nog een soort dansen dat ik uitstekend beheerste. Dat was ‘slijpen’. Veel regels had je daar niet voor. De belangrijkste voorwaarde was de muziek. De groepen Moody Blues en Procul Harum  maakten lekkere slijpmuziek. De muziek moest in een uiterst slow tempo zijn. En voor het goed slagen van het slijpen moest je het doen met iemand, die dat ook heel graag met jou wilde doen. Je ging zo dicht mogelijk tegen je partner aan dansen, met je handen op haar billen en als het goed is (en je bent niet te lang) dan slaat zij haar armen om je heen ….. en naarmate het muzieknummer vordert, dansen jullie steeds dichter tegen elkaar aan. Ook jullie onderlijven zijn dan inmiddels stevig tegen elkaar aangedrukt. Er worden schurende bewegingen gemaakt.

Wild dansen was eigenlijk het allerleukst maar slijpen was het allerlekkerst op de dansvloer. En het fijne was: links of rechts deed er helemaal niet toe.

 

 

dinsdag 27 mei 2025

ZO PLAT ALS EEN PANNEKOEK.

 De ekster wipt onder de hortensia’s vandaan het trottoir op. Ik ben op weg naar de pedicure om haar mijn schimmelnagel te laten zien.  Dat kan die ekster natuurlijk niet weten. Dat interesseert hem helemaal niets. Hij weet onderhand dat hij niet bang hoeft te zijn voor zo’n groot mens als ik. Voor grote mensen überhaupt niet. Kinderen is een ander verhaal. Toch werpt de vogel een snelle blik op mij, voor hij weer wegwipt onder de hortensia’s.

 In die splitsecond dat ik de ekster heen en weer zie springen, hangt er iets paniekerig te kronkelen uit zijn snavel. Dat kan niet anders dan een worm zijn. Ik loop te ver weg om te zien waar de ekster precies heen gaat. Eet hij de worm zelf op? Of eten zijn jongen de worm? Ik weet niet of hij jongen heeft. Het zou best kunnen in deze periode. Ik blijf even staan om te horen of er hongerige geluiden van eksterjongen uit het struikgewas opklinken.

 Ja, ik hoor wat. Dat is het geluid van moeder roek, die haar jongen vliegles geeft. Wat een lawaai maken ze. Ik hòòr ze hier alleen. Vanaf mijn balkon op de vijfde zie ik de familie roek vol overgave bezig: klein stukkie vliegen uit de boom ... landen op het gras ... pik-pik wat eten tussen de grassprieten  … weer een klein stukkie vliegen … pik-pik … eten …  en een stukkie moeder achterna … en maar twetteren.

Eksterjongen, die krijsen om een stukkie worm, hoor ik niet. Vader ekster zal zijn worm dan wel zelf verorberd hebben. Of hij heeft de worm gedeeld met zijn vrouwtje, als zij er nu is.

Ik zie iets akeligs  langs de stoeprand. Daar ligt een ekster. Een mannetje? Een vrouwtje? Geen idee. Maar wèl dood! Zeker weten. De vogel is plat. Zo plat als een pannekoek. De platte dode ekster ligt op de plek waar gewoonlijk een autoband staat. Het arme beestje slaapt diep als de auto hem plat walst.

Was deze vogel, zaliger, bevriend met de wipekster van zoëven?  Zijn worm is, nu  zeker en vast, opgegeten. Voldaan wipt ekster nu op het lijkje af. Pikt hier en daar wat eten op voor straks.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                                                                

maandag 26 mei 2025

DE STEKKER ERUIT.

Schelden, kwetsen, pesten, straffen, stoppen, tegenhouden, verbieden, terugsturen. Misschien vergeet ik nog iets, dat  Wilders zo vaak en zo graag doet. Verdeeldheid dat is wat hij wil zaaien. Anderen de schuld geven van allerlei problemen. Woningnood, cellentekort, personeelstekort in de zorg, hoge zorgkosten,  hoge huren, migratie. Zijn partij zit nu in de regering maar is onmachtig iets op een behoorlijke manier samen te regelen. Dat ligt natuurlijk nooit aan Wilders, die, en dit terzijde,  dikke maatjes is met oorlogsmisdadiger Poetin en de criminele dwaas Trump, maar àl-tijd ligt de schuld bij anderen. Hetzij bij andere regeringspartijen, hetzij bij migranten en dan met name bij moslims.

Vandaag dreigt Wilders de stekker uit de regeringscoalitie te trekken. Het aan banden leggen van de instroom van migranten schiet niet snel genoeg op, naar meneer zijn zin zin. De PVV heeft via de regering ,inmiddels al meer dan een jaar, de kans gehad om er iets aan te doen. Maar … met die PVV-Fabertjes -aanpak (ik ben beleid!): weinig kans! Extreem-onnozel

Laat die PVV maar lekker uit de regering stappen. Laat trouwens dat hele kneusjes-kabinet Sloof maar op hoepelen. Dat kabinet heeft in meer dan een jaar nul komma nul voor mekaar gekegen. Niks, nada!  Alleen … ach gottegottegot, dat armetierige Fabertje, dat onbedoeld komische nootje in dit kabinet, dat ga ik missen, hoor. Maar over het geheel genomen: opgeruimd staat netjes.

Hoe moet het land dan verder? Wat mij betreft is het absoluut niet nodig om  nieuwe verkiezingen te houden. Met de laatste verkiezingsuitslag, van november 2022, is het mogelijk om een centrum-linkse meerderheidsregering te vormen. Dus met PvdA/Groen links, VVD, CDA, SP, Dierenpartij, en D66. Stuk voor stuk partijen met veel bestuurlijke know how in huis. Die kunnen beleid maken en uitvoeren. Dat hebben we nodig in Nederland.

Weg wezen Wilders, ik kan je missen als kiespijn.

zondag 25 mei 2025

RODDEL.

I.

Mijn definitie van roddelen is praten over iemand die er niet bij is. Dat is bij mij dus niet altijd kwaadspreken over iemand. Meestal niet trouwens, omdat ik het helemaal niet prettig vind om lelijke dingen over mensen te vertellen of zo maar wat te verzinnen. Ik zeg niet dat ik nóóit kwaadspreek. 

Al weer jaren geleden begon mijn toenmalige naaste buurvrouw Nel, wat met onze overbuurman, Frans. Ik was daar niet zo blij mee. Allebei waren ze single. Frans gescheiden. Nel, was nog maar pas naast me komen wonen met haar zoontje Wop (3) en een enorme Duitse herder. Op zichzelf niks bijzonders eigenlijk.

Ik wist dat er iets niet pluis was met Frans. Hij was gescheiden en zijn twee kinderen waren hem door de kinderbescherming afgenomen wegens huiselijk geweld. De hele buurt kende het verhaal inmiddels wel maar Nel weet nog van niks. Nadat ik Frans een paar zomerse dagen achtereen in zijn blote body en zwembroek bij Nel in de tuin had zien zitten, vond ik het de hoogste tijd om Nel in te lichten over Frans. Ze wist nog nergens van.

De volgende  dag kwam Frans woedend mijn tuin in zetten en liep driftig op mij af. Ik stond een beetje te schoffelen. Frans pakte ter hoogte van mij borstbeen ruw mijn t-shirtje vast en siste me toe: ‘Ik heb mijn kinderen nóóit wat aangedaan. Als je dat verhaal nog één keer rondbazuint, maak ik je helemaal kapot, kankerlul’.

De vriendschap tussen Frans en Nel was gelijk over.                                 

Over Frans wordt in de straat nog veel geroddeld. Maar niet door mij. Ik kijk wel uit.

II.

In een wooncomplex wordt al gauw gefluisterd:

‘Hebbie dah gezien? Afgelopen zaterdag? Het was nog licht. Zag ik Karel, die ouwe baas van de derde ... ja joh, die altijd in z'n korte broek loopt ... langs wippen bij Rina. Weetjewel, dat rare typje van de vierde, die rooie. ‘Een bakkie doen, noemen ze dat…ja ja, tot zo laat in de avond zeker ?…en een paar dagen later gaat die rooie bij Karel pizza zitten eten … ja, ja … dat moeten we allemaal maar geloven? … Nou, okee, ze zullen best een bakkie doen en een stukkie pizza eten maar daar blijf het de res van de avond tuurlijk niet bij. Leert mijn de mannen kennen. Gelooft mijn nou, mensen,  op het laatst duiken ze gewoon met elkaar hun nest in. Hoewel … ik vraagt me serieus af of die Karel hem nog wel overeind krijg. Hihihi.


Woest was Karel toen hij het hoorde. Maar hij deed net of hij gek was. 


zaterdag 24 mei 2025

AANKOMEND TALENT.

Het is vrijdagavond stervensdruk in het theater. Ik kom zelf voor de kleine zaal waar een voor mij onbekende cabaretière optreedt. Wat voor grootheid in de grote zaal staat? Geen idee’. Ik vraag het de juffrouw van de garderobe.

‘De drie J’s.’

‘Welke 3-J's?'

De juffrouw van de garderobe weet me niet meer te vertellen dan dat de drie J’s drie Jannen zijn.

In de foyer verdringen zich bijna vijfhonderd blanke ouwetjes. Grijze kalende koppies. De enige Jan die publiekstekker zou kunnen zijn voor deze verzamelde opa’s en oma’s is Jantje Smit. Maar zit niet bij dit drietal. Nou ja ...

 De drie J-bejaardenkudde begeeft zich naar de grote zaal.

In de kleine zaal treedt Annick Boer op. Ook van háár had ik  nooit gehoord. Hoe is het mogelijk!? Zo’n groot talent! Onbegrijpelijk dat ze nu nog in dit kleine theater Isala optreedt. Een 54-jarig 'aankomend jong talent'.

Van cabaretier Richard Groenendijk, die de hele avond, met z’n dikke kop voor me zit, hoor ik dat Annick, het leeuwendeel van haar carrière in musicals heeft gespeeld. Onder andere in de musicals  Titanic, Doe maar, Little Shop of Horrors en Ja Zuster, Nee Zuster. Ze is geknipt voor musicals. Heeft een grandioze stem en acteren gaat haar ook goed af. Het musicalpubliek kent haar goed. Ik haat musicals. 

Haar show van vanavond is geweldig. Voor mij is ze geen aanstormend talent meer. Ze is gewoon meer dan rijp om mee te doen op het level van bijvoorbeeld Brigit Kaandorp. Annicks persiflage van een echtpaar op zijn retour is buitengewoon hilarisch en herkenbaar.

 Na afloop plof ik met gratis (!) drankje neer naast een stel veertigers, dat verveeld 'ins blaue hinein' zit te staren. Stiekem hoopt het stel op een vlot jong stel naast hun op de bank om  mee te babbelen. Plaats genoeg! Maar … helaas! Ze moeten het met mij doen. Een in de zeventiger jaren van de vorige eeuw van huis weggelopen figuur. Compleet met kettinkjes, armbandjes en een bandage over de kale plekken op zijn hoofd..

 Zijn jullie bij dat cabaret geweest, in die kleine zaal?

Ze fleuren zichtbaar op. Kijken mij en elkaar blij aan. Als duo klinkt het bijna: ‘Ja, was leuk, hè?’

 ‘Nou nee, ik was  in de grote zaal. Bij de 3-J’s. Zwaar kut,’ lieg ik. Geen zin in slap gezeik met dat stel.

vrijdag 23 mei 2025

UITGESTOKEN TONG.

Een boekenbon van 15 euro had ik nog liggen. Vorig jaar juli gekregen van buurvrouw Lucille, voor mijn verjaardag. Hoe zal het trouwens met haar zijn? Ze zit alweer twee maanden in Suriname. Bij haar oude vader. Ze blijft nog een maand weg. 

Ik had nooit gedacht dat zij Bouterse een toffe kerel zou vinden. ‘Hij heeft veel goede dingen gedaan.’ Als ik de naam Bouterse hoor, denk ik alleen maar aan de decembermoorden, die hij op zijn geweten heeft. Iets pósitiefs kan ik me niet bedenken. Ja, dat ie de pijp uit is nou. Dat vind ik positief. ‘Opgeruimd staat netjes.’

Uitgerekend met die boekenbon van Lucille wil ik een boekje gaan kopen van een Suriaamse journaliste, Arita  Siltasongh. Kort geleden kreeg ze van haar moeder te horen dat haar opa en oma fout waren in de Tweede Wereldoorlog.

Ze was daar, begrijpelijk, nogal van in de war. Om de eerste schrik te verwerken heeft ze er een essay over geschreven. Daar ben ik erg nieuwsgierig naar. Dus begeef ik me met boekenbon naar Donner. Het boekje is uitverkocht.

Het zou niet mijn idee zijn maar als het een beetje wil kan Arita.de nettowinst van haar werkje bijvoorbeeld doneren aan een Stichting van Holocaust-slachtoffers. Heel macaber om geld te doneren aan zo’n Stichting, terwijl de Joodse nakomelingen van de Holocaust van ’40  -  ‘45  momenteel een tweede Holocaust creëren onder de Palestijnen in Gaza.

 Van Donner naar de bieb is maar een kwartiertje. Daar zit Trees. Op de canapé, achter de ‘Nederlandse Romans’. Terloops zie ik dat ze Zoutkust zit te lezen. Welke zichzelf respecterende Nederlandse vrouw op leeftijd heeft dat boek niet gelezen? Ik begrijp dat je eigenlijk pas meetelt, als vrouw in vrouwenland, wanneer je alle drie de Zoutkusten gelezen hebt. Zoooooo moooooooi!!

 Aardige vrouw Trees. Ze lijkt 102 maar ze is, naar eigen zeggen pas 68. Ze is klein, tenger, en heeft een uiterst gerimpeld hoofdje met halflang geblondeerd haar.  Normaal zien we elkaar in de kroeg. Nu hier dus, met … en dat is helemaal nieuw voor mij,  een t-shirt met het logo van de Rolling Stones: die uitgestoken rooie tong. Geen idee dat ze Stones-fan was. We hebben dezelfde concerten in de Kuip gezien, de vorige eeuw. Dat maakt de band wat steviger. Ik zie, bij gebrek aan het origineel, tegenwoordig graag Stones-coverbands. Trees niet. Ze heeft liever Mick zelf. Ook al is hij 82. Ze tekent er voor om ook zo oud te worden:

‘Als ik maar net zo gezond blijft als hij’, zegt ze met iets van angst in haar ogen.

donderdag 22 mei 2025

BRAM EN FREEK.

Alles en iedereen wordt duurder. Dus ook Bram Ladage. Zijn patat is voor mij al ruim 50 jaar onovertroffen. Een medium patatje pindasaus koop ik altijd. Vanmiddag betaal ik daar 8,80 euro voor. Het kan zijn dat mijn geheugen me in de steek laat, maar ik dacht, dat ik er heel lang geleden één gulden voor betaalde. Met mayo. Toen had tie nog geen pindasaus.

 

De laatste paar jaar neem ik, als ik die frietjes op heb, nog een lekkere milkshake aardbeien. De grootste. Mmmm … heerlijk. Ook pittig qua prijs: 4,50 euro. Maar zóóó lekker. Ik heb vanmiddag bij die Ladage-tent op het Binnenwegplein, zitten smullen.

 

‘Ga je dan helemaal van Het Lage Land naar het Binnenwegplein fietsen  om een patatje pindasaus te kopen?’ Zal je dan vragen.

‘Nee, natuurlijk niet’, zeg ik dan. ‘ Ik heb eeb afspraak met Freek, mijn tandarts. Die  zit twee keer vallen bij Ladage vandaan.  Ik sterf van de pijn aan mijn tandvlees. Als ik pinda’ zit te knauwen. Om precies te zijn: het is het tandvlees onder de achterst kies van mijn rechter onderkaak. Het enige dat Freek ziet was is piepklein ontstekinkje. Daar geeft hij me een antibioticakuur voor.

 

Na dat bezoek aan de tandarts word ik als het ware op de automatische piloot naar Bram op Binnenwegplein gevoerd. Waarom weet ik nu nog niet. Omdat ik trek heb waarschijnlijk.

Ik vind het gezellig om bij die speciale Ladage-kraam  te kopen. Hij heeft een goede ‘hand’ van mensen aannemen. Ze zijn leuk met elkaar en met de klanten.

 

Het valt me de laatste jaren op dat ook de niet blanke medemens Bram massaal heeft ontdekt. Op de rand om de grote bloembak bij de patatkraam zie ik vooral veel moslimvrouwen samen met hun vriendinnen en jonge kinderen genieten van Bram’s lekkernijen.

De meeuwen, die daar in de buurt rondvliegen hebben het gemunt op de nog niet zo ervaren ‘nieuwkomers’. De vogels snaaien met speels gemak patatjes uit de vingertjes van de jonge kinderen.

Ik vraag me af of Bram nog leeft. Hij is volgens mij even oud als ik. Ook daar ben ik niet helemaal zeker van. Ik zal het eens aan mijn zus vragen. Bij haar heeft Bram nog op dansles gezeten. In dansschool Regina in het Zwaanshals. Misschien dat ze nog contact gehouden hebben. 

Swingen kon die Ladage destijds misschien nog wel beter als frituren. Althans dat heb ik wel eens horen zeggen.

woensdag 21 mei 2025

KRUIDJE ROER ME NIET.

Voor het optreden van een groep Poolse acrobaten koop ik twee tickets.. De groep treedt op in het kader van de Circusfestival.  Eén kaartje voor mij en één voor mijn zoon. Hij is gek op circus. Maar… hij is ziek! Dus zit ik met dat kaartje. Nu heb ik genoeg vrienden en vriendinnen die een avondje met me uit zouden willen. Maar wie er nou blij is met een avondje acrobatiek: I don’t know.

Met Mieke kan ik naar de Doelen. Klassieke muziek vooral. Beslist geen opera. Vind ik trouwens ook geen bal aan. Sonja, daar hoef ik geen moment aan te twijfelen: dans, moderne dans. Wandelen ook wel. Irene is altijd in voor cabaret of stand-up-comedy, allebei goed.

 Maar …aan wie kan ik dat kaartje voor de circus-act kwijt?

Op de gym praat ik zo af n toe met Lies. Een buurvrouw ook. Leuk. Slim. Alleen een kruidje roer me niet soms. De ene keer loopt ze je strak voorbij. Zonder een woord te zeggen. De andere keer loopt ze een meter of tien achter je en roept ze: 'Hé, loop es niet zo snel!'doe eens rustig!’.

We weten al lang hoe we heten. Nog nooit heeft ze mij bij mijn voornaam genoemd. Geen idee waarom niet. Ik heb trouwens het gevoel dat zij zich er niet zo lekker bij voelt als ik haar met Lies aanspreek. Ik kom dan  misschien te dichtbij voor haar. Misschien is het het leeftijdsverschil. Ik ben twintig jaar ouder.

Desalniettemin vraag ik Lies mee naar het circus. Nee heb ik. Ja kan ik krijgen. Tot mijn grote verbazing, zegt ze,: ‘Ja leuk! Hoe laat spreken we af, beneden in de hal?’

 Wat een act!! Groots was het. Gewaagd. We zijn beiden verrukt. Maar … op mijn vraag of ik haar nog eens een keer kan uitnodigen voor een circusact, zegt ze: ‘Nee, dank je.’ 

Jammer vind ik het óók dat ze tot slot van de avond  niet wat komt drinken bij mij thuis. ‘Daar hou ik niet van,’ zegt ze bits. 

‘Voor mij hoef je niet bang te zijn, hoor Lies.’ Waarop ze giechelend hinnikt: ‘Met mannen die zoiets zeggen moet je goed uitkijken.’. Ik reageer niet direct. Ik ben een secundaire reageerder. Haar woorden doen me pijn.

Het kan verkeren met Lies. Een paar weken geleden vertrouwde Lies me in het zwembad nog toe, dat ze, behalve mij, geen enkele buur bij haar binnen zou laten. Dat klonk me wel aangenaam in de oren. Een goeie klik. Inmiddels voel ik wel wat meer afstand.

dinsdag 20 mei 2025

FENIX.

 

Vergissen is menselijk. Dinsdag is mijn zwemochtend. Van tien tot elf kronkel ik me langs de opgewonden babbelende, veel te dikke 80-plus dames. Zwemmen doen ze niet. Zij waden slechts door het extra lekker warme water van hun doelgroepenbadje. Door mijn noodgedwongen gekronkel zwem ik wel mooi driehonderd meter per uur extra. Dus ik zeur verder niet over hun gedrag.

Als ik vanmorgen, zo rond half elf, mensen, die ik van zwemmen ken, in de richting van het zwembad zie lopen, realiseer ik me, dat het dinsdag is. Ik had in het zwembad moeten liggen. Zit ik hier te roeien in de gym. Heb nu geen zin meer om te gaan zwemmen. Ik neem straks wel een frisse duik ut mijn roeiboot.

Na het sporten staat deze dinsdag in het teken van Fenix. Het gloednieuwe museum, Rotterdams trots. Ik heb met mijn vriend Ruud afgesproken om daar heen te gaan. Fenix overrompelt ons. Om te beginnen: de Tornado. Een wervelende, oogverblindende  trap,  ontworpen door de Chinese architect Ma Yansong. De trap voert de bezoekers naar de boven liggende verdiepingen. Op elke verdieping openen zich magistrale vergezichten op al wat mooi is in Rotterdam. Enorme zalen met verrassende kunst uit vrijwel elke discipline en alle windstreken. Het wekt geen verbazing dat het thema van de expositie ‘migratie’ is. De kunstwerken komen in deze supergrote ruimten uitstekend tot hun recht. Ook voor de bezoekers is het een geheel nieuw ervaring om niet hijgend in elkaars nek van kunst te kunnen genieten.

Heel bijzonder is de zaal, waarin van 2000 koffers een doolhof is vervaardigd. De oudste koffer dateert uit 1898 en kwam met de Trans-Siberië Express naar Nederland. De nieuwste zijn kleurrijke modellen, die vorig jaar nog werden gebruikt. Het team van Fenix reisde door Nederland, de Verenigde Staten en Canada om kofferdonateurs te ontmoeten, hun koffers te verzamelen en de verhalen vast te leggen. Met een audiotour kan je de herinneringen die deze koffers met zich meedragen beluisteren.

Aan de wand achter het kofferdoolhof is te lezen hoe Rotterdam in de loop der jaren met migranten is omgesprongen. Van heel ver terug in de historie tot en met 17 mei jl.: de dag dat Maxima deze ‘Migratie-tentoonstelling opende.

In Fenix , op de Paul Nijghkade in Katendrecht, is nog zo veel meer moois en zinvols te ontdekken. Mis dat niet! Ruud en ik gaan daar zeker nog meer van genieten.

 Bekijk ook de prachtige website: fenix.nl

maandag 19 mei 2025

CHRIS GEEFT DE GEEST.

Chris is dood. Chris, mijn Christusdoorn. Chris, vijfenvijftig jaar  mijn huisgenoot. Nu is hij niet meer. Mijn trots en glorie was het. Bewonderd, ook door al mijn bezoek.

Om zijn ongewoon grote omvang. Wat wil je ànders van een gezonde vetplant van die leeftijd.

Om zijn ontelbare lieflijke kleine rode bloemetjes, waar hij in alle seizoenen mee pochte. Ja, Chris was een ijdeltuit van jewelste.

Maar … o wee, kom niet te dicht bij, want zijn doornen zijn niet voor de poes. Een elektromonteur die onder het kozijn, vlak onder Chris,  wat moest bekabelen, gilde het uit van de pijn. Beetje te schielijk opgestaan. Zat een venijnige tak met doornen vast in zijn rug. Chris is dan wel zo fideel om die tak los te laten maar zijn doornen moest hij in die rug laten zitten. Die krijg je er niet zo maar uit. Geen pincet tegen opgewassen. Die doornen moeten er uit zweren. Tsja, dat is de minder gezellige kant van Chris.

Chris staat er nog fier bij, als ik er een klein Chrisje bij wil. Dat ziet Chris niet zitten. Hij wil geen stekelig stekkie doneren. Pas als ik hem z’n jeugdfoto’s laat zien, borrelen kennelijk vaderlijke gevoelens op. Hij gaat akkoord en hij levert.


De stek slaat aan. Ontwikkelt zich tot een kittig ‘Doorntje’. Klein maar fijn. Met alles er op en er aan. Frisgroene blaadjes, vrolijke, kleine, rode bloemetjes en geniepige doorntjes.

 

Mijn vriend Juan, die zo eens in de veertien dagen koffie bij me komt drinken, kan zijn ogen niet van dat kleine Doorntje afhouden.  Op een van onze koffie-ochtenden besluit ik Doorntje aan Juan te schenken. Hij is zo blij als een als een kind met  het kleine plantje.

Vanaf die dag gaat het bergafwaarts met Chris. Blaadjes vergelen, bloemen verschrompelen te snel, zijn ooit zo strakke takken verworden tot slap hangende stengeltjes. Met tuinhandschoenen aan snoei ik de slechtste takken weg.

Van Juan hoor goed nieuws over Doorntje. Ze groeit gestaag en oogt blij met maar liefst acht kleine rode bloemetjes.

Nieuwe aarde probeer ik. Nòg meer snoei ik hem terug. Ik zet hem op het balkon. In het zonnetje.

Juan zal nog bij zijn tuinman langs gaan. Hem vragen wat er loos kan zijn.

Zijn laatste blaadjes laat hij vallen. Chris geeft de geest.

Ik knip het dode hout van Chris in kleine stukken. Voor in de GFT-bak.

Ik mail Juan: ’Laat maar’.

zondag 18 mei 2025

WAT GIJ NIET WILT, DAT U GESCHIEDT ...

 Vanmiddag ga ik demonstreren. De Palestijnen steunen. In Den Haag. Op het Malieveld. Ik loop nu nog in mijn badjas te dweilen. Kwart voor twaalf. Ik schat zo in, dat ik met de metro binnen het uur, van mijn huis op Den Haag Centraal kan zijn. Dan is het nog tien minuten lopen naar het Malieveld.

Ik gooi die dweil en die emmer vlug-vlug  de badkamer in. Uiterlijk 12 uur moet ik de deur uit. Een kwartier om aan te kleden, te ontbijten, lunchpakketje te maken, bidons te vullen en wat te lezen (en leesbril) voor onderweg. 

De organisatie heeft de demonstranten opgeroepen om in het rood te komen. Zo maken we de Nederlandse regering duidelijk dat we één groot blok zijn.  Helaas kan ik daar geen gehoor aan geven. Ik heb niks roods. Ik loop altijd in het zwart. 

Om tien over twaalf vertrekt de metro pas. Om één uur in Den  Haag zijn? Dat red ik nooit. Ik stap op Metrostation Prinsenlaan in. Er zit al iemand met  een rode zweetband. Maar dat zegt nog niks. Bij elk station stappen er meer rood geklede mensen in. In metrostation Beurs wordt het zelf ‘pushen’. Ook borden gaan mee de metro in met leuzen als:‘Netanyao Moordenaar’ ‘Palestina Free’ en ‘Schoof ben je doof?’’. Ook staat iemand met een groot karton met foto’s van uitgemergelde Palestijnse kinderhoofdjes. Israël heeft immers ‘honger’als genocide wapen ingezet. 

Duizenden demonstranten arriveren met mij, na enen in Den Haag. Te laat dus. Maar er bestaat hier vandaag geen te laat.

Wat ik in Den Haag zie, emotioneert me zeer. Een immens groot schuifelend rood blok van meer dan honderdduizend mensen voor me. Vogels van allerlei pluimage. Ze klappen en yellen ‘Palestina Free’. Mijn vriend Janwillem moet hier ook ergens lopen. In deze drukte krijg ik geen verbinding met hem. Hoeft ook niet per sé. ’t Is wel goed. We spreken elkaar vanavond.

Een Palestijn op het podium zegt: ’In een gebombardeerde school, tref ik de dertien lijkjes van jonge Palestijnse kinderen aan. Daar dachten ze bij elkaar veiligheid te vinden.’.

Ik vind dat Israël in de oorlog tegen de Palestijnen oorlogsmisdaden pleegt. Dat wil overigens niet zeggen dat ik antisemiet ben. Ik snap alleen niet, dat de Joden, die op zo’n gruwelijke wijze hebben geleden, nu zelf hard bezig zijn de Palestijnen hetzelfde leed aan te doen.

.

Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet

zaterdag 17 mei 2025

VOGELTJES, DIE VROEG ZINGEN ....

 

Slecht geslapen vannacht: twee uur er in en om half acht al weer wakker.

Wat er om vijf over half acht gebeurt? Ik heb dan nog maar net mijn onderbroek aan. Begin ik geheel onbewust te zingen; en wat begin ik te zingen: ‘Jungen komm bald wider’. Ongelooflijk. Geen gouwe ouwe van de Stones of Bob Dylan, neen, Jungen komm  ….’van weet ik wat voor pipo.  Ik blijf dat lied een minuut of vijf, gedachteloos neuriën, tot opeens de stem van mijn moeder, zaliger, in mijn hoofd weerklinkt: ‘Jos, denk er om jongen, vogeltjes die vroeg zingen, zijn later voor de poes’.

Tsja, je kan het geloven of niet maar die ‘wijsheid’ gaat voor mij altijd op.

Ik kreeg een lekke band. Verknalde een schriftelijke overhoring. Verloor geld voor de tram. Blunderde als keeper. Liep een blauwtje. Vergat een stuk van een toneelrol en gaf mijn moeder een bos fresiaatjes, toen ze net ontdekt had, dat ik twee weken had lopen spijbelen. 

Al die keren had ik ’s ochtends vroeg een of ander lullig liedje lopen zingen of neuriën, realiseerde ik me achteraf. Iets van Adamo, Willeke Alberti, Dave Berry, Ria Valk en Gert of Hermien. Nooit eens neuriede ik eens lkkr tf nummer. Gek is dat, hè? En nu dus ook weer.

Wat er vandaag na die vroege vogeltjes mis ging?

Ik had wat boodschappen gedaan bij de Lidl-Binnenhof. Bij elkaar voor zo’n twintig euro. Ik wil betalen met Lidl-Pay. Daarmee kan je alleen bij Lidl betalen. Dat werkt gvd niet vandaag! Heb geen ander betaalmiddel bij me en Lidl is niet vrijgevig: 'alles voor niks' ... daar beginnen ze niet aan. Moet ik terug naar huis voor mijn pincard’. Half uurtje heen half uurtje terug.

 

Ik ben al een tijdje op zoek naar een leuk zomerhoedje. Ik kom bij C&A in de Oosterhof terecht en daar hangt er zo eentje. Leuk, luchtig en van stro. Voor vijftien euro. Vervelend: maat 60 is iets te ruim, maat 58 iets te krap is en mt 59 bestt. Gk hè? Ik kocht dat maatje 60 en hield hem gelijk op. 

Ik zet nota bene nog geen drie stappen buiten de Oosterhof of mijn maatje 60 laat zich van mijn hoofd wippen. Zwr kt! Gelukkig heb ik de bon nog. C & A doen gelukkig allebei niet moeilijk. Zonder problemen fiets ik met mtje 58 door naar Lidl Binnenhof om daar mijn boodschappen dan maar ff te pnnn.

Ik zit het dus niet te verzinnen:

 

Vgltjs die vrg zngn zn ltr vr de ps!

vrijdag 16 mei 2025

EEN RARE, VERWARDE, TANTE

 

Heb ik nog maar net mijn eten door mijn keel, zit ik al weer te schrijven. Ik lijk wel gek. Maar goed. Ik heb heerlijk keketen: een zelf verzonnen guiche (oftewel hartige taart) met paprika, tomaten, champignons, ui, knoflook, knolselderij, ei, boter, water, peper, meel natuurlijk voor de bodem en tenslotte heel veel geraspte kaas voor d’r boven op. Ja, dat lukt me tegenwoordig wel. Ik maak ook altijd een toetje. M’n eigen straggiatella: beetje hagelslag, paar kwakjes volle kwark, schepje suiker ff flink roeren en klaar: Straggia van Joshua! Vurrukkelijk! Om mijn diner helemaal goed af ronden drink een heet en sterk bakkie pleur. Dan even uitbuiken … maar niet heus … schrijven dus.

Als ik dit schrijf is het 18.37 uur precies. Ik moet om half acht de deur uit. Naar het Isala. Ik heb daar voor Klup een stand-up-comedy voorstelling georganiseerd. Er gaat één klupper met mij mee: Tina. Ik ken haar nog niet. Geen probleem. Vind ik leuk. Hoewel ... afgelopen donderdag ontmoette ik bij Bombing poems een vrouw (ook klupper) die  Tina kent. Zij   noemde Tina ‘een rare tante’ .. ‘niet helemaal sporend’.

Oh, nou, vind ik juist wel leuk. Ik hou wel van rare, verwarde mensen. Maar nu zit  ik natuurlijk de ‘hele’ avond met haar opgescheept. Zal mij benieuwen hoe dat uitpakt.

Om tien over acht ontmoet ik Tina. Vóór Isala. Het blijkt een leuk, spontaan mens te zijn. Niks raar of verwards. Hooguit prettig gestoord. We drinken wat en gaan de zaal in. Het is stand-up-comedy. ‘Gevaarlijk leuk’ om op de voorste rij te gaan zitten. Dat vinden we juist leuk. Doen we ook. Tina en ik verzinnen, dat we vijftig jaar getrouwd zijn en dat we deze avond hier van onze kinderen cadeau hebben gekregen. De stand-up-comedian pikt ons, inderdaad, als eersten er uit en wij liegen ons leugentje tegen hem. De comedian vraagt  een groot applaus voor ‘dit dappere echtpaar’. Wij glunderen! Tina speelt echt heel leuk mee!

Deze avond treden drie onbekende comedians op van wisselende kwaliteit. Deze avond was er één echt goeie. De andere twee zullen in de vergetelheid verdwijnen, vrees ik.

Onze favoriete comedian had een bijzonder leuke act over een vader die ging winkelen bij de Lidl toen zijn 13-jarige zoon daar zijn eerste 'vakkenvuldag' had. Ik verklap verder niks. Probeer er zelfs es iets omheen te bedenken, zodat het leuk wordt en tòch om te lachen.

Tina en ik hebben genoten. We dronken nog wat en verorberden de door Isala gepresenteerde bitterbal met smaak.

donderdag 15 mei 2025

A GOOD ONE.

Als ik niet zo’n pijn had gehad aan mijn tandvlees, was ik vanmiddag nooit naar de bioscoop gegaan. Daar was het veel te lekker weer voor! Wel een beetje kouder dan de dagen ervóór maar toch … veel te lekker in ieder geval  om in zo’n airco gekoeld zaaltje te gaan zitten.

Tsja, ik moest echt een afspraak maken bij mijn tandarts. Dat lukte telefonisch niet dus moest ik bij hem langs. Bioscoop Cinerama zit toevallig vlak naast de tandarts-praktijk. Als ik daar toch ben kan ik gelijk die film gaan zien. Daar las ik vanmorgen nog een goede recensie over. Ik heb het over de film ‘Good one’.

Good One’ is een prima debuutfilm, die begint als een vakantiekomedie en dan een ongemakkelijke wending neemt.

Een gescheiden vader, zijn 17-jarige dochter en zijn gestrande oude vriend: het drama sijpelt voorzichtig de film binnen. Ze is te jong om zo wijs te zijn. Zo slim. De 17-jarige Sam ontvangt de complimenten van vader Chris en zijn vriend Matt. Mannen van middelbare leeftijd, die zich tijdens een wandeltocht met Sam minder wijs tonen.

Good One, van India Donaldson, begint als een uitdagende  wandeling van een Chris, zijn dochter en Matt, vaders vriend. Beide mannen zijn gescheiden. Vader Chris, werkverslaafd en Matt, erg eenzaam, lijken gestrand in hun levens. Dat van Sam staat stevig in de startblokken: ze heeft een fijne relatie met haar vriendin en begint binnenkort met studeren. Het drama sijpelt voorzichtig de film binnen.

‘Je hebt me de hele trip nauwelijks iets gevraagd’, zegt Sam op ‘n dag tegen haar vader.

Deze film gunt zijn publiek veel denk- en voelruimte. Je zou een korte film kunnen samenstellen uit de fraaie close-ups van de zwijgzame Sam. Wat gaat er op die momenten in haar om?

Het tochtje neemt een erg ongemakkelijke wending. Een pijnlijke ervaring. Dit  zal Sam schoksgewijs volwassener zal maken. Zit ze daar, tussen die oude falende, in hun gedateerde perspectief opgesloten maar óók gekwetste mannen.

Het is een prachtige film. Voordat ik voor een afspraak naar de tandarts ga lees ik de recensie. Schitterend lijkt me. Die ga ik vanmiddag zien.

 

Een dame wekt me als de film is afgelopen. Halverwege ben ik in slaap gevallen.

 

‘Je hebt me de hele trip nauwelijks wat gevraagd,’ zegt Sam tegen haar vader Chris … dat is het laatste wat ik zag.

 

Volgende week donderdag 22 mei heb ik die afspraak bij de tandarts. Ga ik daarna nog eens naar die film. Want het is een ‘Good one’.


woensdag 14 mei 2025

BOMBING OF POEMS.

Ik ben vanavond op de Binnenrotte in Rotterdam voor Bombing of poems. Bombing of poems is de noemer waaronder het bombardement van 1940 op Rotterdam wordt herdacht. De gebeurtenis waarna Nederland zich aan de Duitsers overgaf. Op de Binnenrotte zullen duizenden gedichten worden gedropt van 100  dichters. Eerder werd zo’n dropping in andere grote steden georganiseerd: Berlijn, Madrid, Dubrovnik en Madrid. Wie de gedichten opraapt mag ze houden en ermee doen wat die wil.

Bommen vallen er dus gelukkig niet maar duizenden boekenleggers met vrije gedichten, variërend van ‘Himmelhoch jauchzend’ tot ‘Zum Tode betrübt’. Ik laat straks wat lezen.

Een onvergetelijk aandenken moet het worden aan een van  de meest tragische momenten uit de Rotterdamse geschiedenis. Nu vijfentachtig jaar geleden.  Dit bombardement kostte enkele honderden mensen het leven. Vele huizen werden aan puin gegooid. De Laurenskerk ook.

Bombing of poems symboliseert een krachtige transformatie van een stad die verwoest werd, door een echt bombardement en nu een woordendouche over zich heen krijgt van hoop,  schoonheid, en menselijke verbinding.

Enkele honderden mensen, misschien zelfs wel duizend,  zijn naar de Binnenrotte gekomen, om enkele gedichten uit het bombardement te kunnen oppikken. Het duurt lang maar een half uur te laat en kouder dan gepland wordt de eerste lading gedichten gedropt. Tergend langzaam dwarrelen de boekenleggers met gedichten richting Binnenrotte. Het is een koddige aanblik hoe volwassen mensen (van jong tot oud) en kinderen tegen elkaar opbotsen, in pogingen om een gedicht op te vangen. Na de tweede dropping gaan velen niet direct naar huis maar in de zijstraatjes op zoek naar poëzie.

Tegen tien uur is het afgelopen. Ik heb drie gedichten weten te bemachtigen.  Het aangename van de manifestatie vind ik de hoge mate van diversiteit: naast natuurlijk veel witte mensen, jong en oud, zie ik tot mijn voldoening ook veel mensen met een kleurtje, eveneens jong en oud. Dat ontbreekt er nog al eens aan.

 

Gedicht 1.

Een vuur dat stilte verlicht.

 Ik zal mijn lichaam verbranden met munten

Met biljetten met papieren van een onontkoombare leegte

Om een stad te stichten, die voortdurend uiteenbarst.

 

Gedicht 2.                                                                     

Het is wel moeilijk

om jouw tong goed te rollen

Ga dan proberen 

dinsdag 13 mei 2025

EEN ZOMERSE LENTEMIDDAG.

 

Dat er een zomerse lentemiddag zou komen, wordt door die veel te hard pratende weervrouw van het 6 uur journaal de huiskamer in geknald, zeg maar. Beetje negatief. Maar ik moet echt even kwijt dat Willemijn, die weervrouw, óók al door het NOS-virus: ‘dom-duidelijk’ is aan getast. De intens saaie NOS-Voetbal-knakker Gert van ’t Hof is ook met dat virus besmet. Hij is ondragelijk veel in beeld sinds Tom Egberts geschorst is. Terecht hoor, voor Tom. Moet ie zijn poten maar thuis houden.  

Wat ik precies bedoel met dat ‘dom-duidelijk' virus? Een voorbeeldje uit NOS-Voetbal:

 ‘Vanmiddag speelt Sparta …………weer ……..een…..van zijn bril …….jante ….wed ….strij ….den. Op die puntjes zegt de presentator dus niks. Tijdrekken!Moeten we even stil zijn …even naar niks luisteren. 

Hoe zou die zak thuis zijn? Tegen zijn visite lullen? Hallo …. Oom … Theo. Ik heb …  een ….heer…lijk ….. kopje koffie ….gezet en heb er een lekkere …..Tom ….Poes bij …ook voor tante ….Marie  … natuurlijk.’ Die Willemijn doet net zo ‘robottelijk’. Tv-kijker-vijandig.

Wat het weer betreft heeft Willemijn gelijk gekregen. Immers de hele dinsdag strak blauw, bijna bewegingsloze bomen, vrolijk kwetterende vogeltjes, op een enkele chagrijnig krijsende meeuw na en het vredig voortstromende water van de Maas.

 Ik vroeg me ineens heel even af hoe het kan, dat iemand een school binnenstapt en wild om zich heen gaat schieten. Dat hij alle mensen die hij ziet, kinderen en volwassenen, doodt,  terwijl de wereld zo  vredig en mooi is: vol vogelenzang en zonlicht, kabbelend water en lichtjes ruisende bomen.

Die vraag verdrong ik. Ik zou namelijk met Ruud gaan fietsen. Richting Katendrecht. Niet voor het één, dat er overigens al lang niet meer is, maar voor het ander: een bezoek aan de  s.s. Rotterdam. Het luxueuze cruiseschip van 1956 met prachtige ruime kamers  (hutten), gangen, zalen, terrassen èn een zwembad. De upper-ten heeft met dit schip jarenlang de wereldzeeën bevaren. Er is decennia lang met volle teugen van genoten.

Mijn vader heeft jarenlang in dienst van de Holland Amerika Lijn in de keuken mogen werken van dit poenige schip. Als pantry-bediende. Voor nòg minder dan een hongerloontje. Toch hoor ik hem nòg zeggen, dat het zijn leukste baan ooit was.

Er komt nòg meer zomerse lente. Hoeveel meer vraag ik me af.

maandag 12 mei 2025

SCHUIM.

Het is nodig. Ik moet me scheren. De scheerspullen staan op de badkamerkast. Een bakje met een Schick scheermesje en een spuitbus scheerschuim (extra zoet). Ik vul het bakje met kokendheet water. Zet daar het scheermes in. Ik pak de spuitbus. Schud hem flink. Neem hem in mijn linkerhand, druk, ook met links, op het knopje van de spuitbus. Ik heb maar een heel klein beetje nodig maar dat schuim is snel. In één seconde is mijn hele hand gevuld met schuim voor wel drie scheerbeurten.  Het schuim verdeel ik over mijn hals en mijn nek. Het schuim gaat naar m’n kin, kaak en wangen. Ook staat het schuim mij op de lippen. Ik lik de schuim naar binnen. Heerlijk. De haartjes daaromheen zullen gewoon blijven. Die vormen mijn baardje. Dat onderhoud ik  wel. Met een baardtrimmer, die alle baardhaarjes op gelijke hoogte afsnijdt. 

Nu eerst mijn hals- en nekharen. Het schuim doet goed werk op die plekken. Het verleidt de haartjes vocht uit het schuim te trekken , waardoor ze een stuk makkelijker kunnen worden geschoren. De afgeschoren haartjes gaan naar het bakje met heet water. Daar worden schuim en haartjes van het mes  afgeschud.

Voor  de voordeligste after shave schuim ik Kruidvat af. Meestal Axe Apollo, drie voor  de prijs van één. Ik neem dan maar gelijk zes voor de prijs van nul. Ja, ze verdienen toch al zat aan ons. En opletten doen ze daar helemaal niet.

Ook de neus-, oorhaartjes en de wenkbrauwen krijgen nog een beurt. Daar is geen schuim voor nodig. Dat doe ik met een kleine trimmer.

Dat zijn eigenlijk de enige gebieden, die ik tegenwoordig nog scheer. Qua scheerschuim een uitzonderlijk goedkope tijd voor mij. Heel vroeger scheerde ik niet alleen mijn hals en mijn nek maar ook mijn schedel, mijn benen en mijn schaamstreek. Daar ben ik mee opgehouden wegens gebrek aan belangstelling.

Daarbij: ik had elke week een nieuwe spuitbus schuim nodig. Ik probeer nu al jaren af te kicken van zoete schuim. Tevergeefs. Schuimkransjes, schuim merengues, schuimblokken en die kleine verleidelijke zachte schuimpjes in allerlei kleuren. Ik kan er niet afblijven. Mijn keukenkastje staat er vol mee.

zondag 11 mei 2025

SCHAAMTE.

 

Het is deze zomerse lente extra genieten van borders en grasperken. De naam grasperken dekt deze lente de lading niet.  De perken en borders zijn niet alleen begroeid met gras maar ook met kleurrijke onkruidjes. Het gele koolzaad is het meest dominant aanwezig. Maar ook is er volop hondsdraf, dat paarse bloemetje, dat zo goed helpt als smeerseltje tegen venijnige brandnetelprik. Er bloeit nog veel meer: boerenwormenkruid, margrietjes, boterbloemen, madeliefjes en paardenbloemen. Rode klaprozen zijn er nog niet zo veel maar ik heb ze al gezien.

Ik fiets. Maar stap nu even af. Zie een bankje, dat me bevalt.  Volop in de zon. Als ik wil gaan zitten, wipt een veel te grote  kraai mijn kant op. Blijft op ongeveer een meter van me af staan. Kijkt me brutaal aan.

Moet hij wat te eten? Of waarschuwt hij me? Is zijn nest hier in de buurt? Ik ga zitten. Als ik wat  wapper met mijn benen wipt hij een stukje weg. Maar hij blijft me aankijken. Ik wapper nog eens en maak een raar geluid met veel g’s er in. Het gezin dat langsslungelt houdt mij voor een verward persoon. Zij weten van die kraai niets af. De vogel pikt in een molshoop tussen mij en hem in. Hij vist er een dikke worm uit en vliegt op. Ik stond vast in de weg. Het bankje is kokend heet. Pijn aan mijn bovenbenen. Zit in mijn korte broek. De zon brandt. Heb m’n armen, benen en gezicht ingesmeerd met Nivea factor 5.

Ik heb een Elstar, vier kräckers met pindakaas, twee flesjes Spa Rood meegenomen, en een boek met de titel ‘Zomer’ van Knausgärd, een Noorse schrijver. Gelukkig is dat boek vertaald want ik ken geen Noors.

Opeens word ik overvallen door een gevoel van schaamte, over wat ik eerder schreef. Ik liet Marjolein Faber doodknuppelen.

Heb ik dat nou echt geschreven? En waarom dan? Ja, waarom? Ze is zo’n klein poppetje. Ja, ze is een lelijk, oerdom en gevaarlijk ultra-rechts, klein poppetje. Maar dan nog … doodknuppelen … dat doe je toch gewoon niet, man, … ik had die paar zinnen toch wel gewoon weg kunnen laten … niet gedaan … dom, dom, dom.

Het is echt bloedheet op dit plekje. Half drie. Ik heb trek. Begin met de Elstar. Krijg gelijk daarna trek in de kräckertjes. De kraai staat weer te loeren. Ziet wat knäckerkruimels. Pikt ze vluchtig op en foetsie is hij.

Heerlijk: nu een paar slokken ijskoude Spa Rood!

zaterdag 10 mei 2025

MOEDERDAG 2025.

Moederdag 2025.

Vanmiddag, (zaterdagmiddag) ben ik in het buurthuis Lage Land Er treedt een amateur-toneelgezelschap op.  De titel van het stuk is ‘Moederdag’. Tien spelers hebben, al improviserend, herinneringen aan hun moeder opgehaald. Deze middag spelen ze hun toneelstuk.

We krijgen een moeder te zien die niet kon loslaten, een arrogante moeder, een geweldig wijze moeder, een dove moeder, een stok-oude moeder, een alleenstaande moeder, een lesbische moeder, een verslaafde moeder, een overleden moeder, een godsdienstwaanzinnige moeder en een moeder die er nooit was.

Mooi gespeeld, indrukwekkend, ontroerend soms ook. Er klonk een klateren applaus op in de kleine zaal van het buurthuis. Tot twee keer toe mogen de toneelspelers terug komen om het applaus in ontvangst te nemen. Tot zover is er nog niks loos.

Als de spelers achter de coulissen verdwenen zijn vraagt de regisseur het publiek om iets over hun eigen moeder op te schrijven.

Ik schrijf dan:

Mijn moeder was een lieve vrouw. Ze is al weer 21 jaar dood. Dit jaar zou ze 96 jaar geworden zijn. Op het laatst was ze dement. Ik ben haar oudste zoon. Ik had nog drie zussen en zes broers. Voor mijn moeder was ik de belangrijkste persoon in huis.  Hoe weinig geld er ook was: ik kreeg van haar een mooie brommer  ... ze zette alles op alles om mij te laten studeren ... ze zorgde voor mooie kleren voor naar school.

Mijn vader was noch een prater, noch een luisteraar. Ik werd op zeer jeugdige leeftijd een gesprekspartner voor haar. Ze deelde nogal wat met mij o.a. 

...  over haar onvrede met Herman, haar man, mijn vader. Hij verdiende niet genoeg geld. Hij was als opvoeder vaak afwezig en meer een 'boebaas' dan een lieve vader.

... over de agressie van mijn opa (haar vader) jegens mijn oma (haar moeder).

… over haar zus, die zo graag non werd en uit het klooster wil stappen.

…  over mijn andere opa (de vader van mijn vader) die te gierig was om haar wat geld te lenen als ze blut was.

… over mijn oudste zus die jaloers was op de mooie nieuwe jurk van mijn op een na oudste zus.

… over Martin, mijn geestelijk gestoorde broer, één jaar jonger dan ik. Wat moet er met hem gebeuren als moeder er niet meer is? 

Het ging bij mij allemaal het ene oor in en het andere oor uit. Als ik wat mijn moeder zei tot me had laten doordringen was ik gillend gek geworden.

Dat mijn moeder zeer te spreken was over de voortplantingscapaciteit van mijn vader, drong pas veel later tot mij door. Ik was toen al al lang de deur uit.

Fijne moederdag.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

vrijdag 9 mei 2025

ROTTERDAM POPSTAD.

 

De tentoonstelling van Rotterdam Popstad toont een muzikale en visuele reis langs de hoogtepunten uit de Rotterdamse popscene. Met karakteristieke beelden, muziek brengt deze expositie de unieke popgeschiedenis van de stad tot leven. Het is een eerbetoon aan de veerkracht, creativiteit en eigenheid van de lokale muziekscene. Een expositie vol herkenning, verrassing en inspiratie. Voor iedereen die ooit naar een Rotterdams concert ging, zelf op het podium stond of gewoon nieuwsgierig is naar het muzikale DNA van de stad.


De expositie is t/m zondag 8 juni in Studio 2 van de Doelen gratis te bezoeken en is wekelijks geopend van donderdag t/m zondag van 14.00 tot 18.00 uur.

Ik heb zelf een groot deel van die bewust periode meegemaakt. Het enige, voor mij tamelijk nieuwe gegeven was de periode dat de Hawai-muziek en de bandjes van de uit Nederlands Indië overgekomen jongens en meisjes populair waren in het Rotterdamse .Dat was de periode na 1955.

Een toppunt in de Rotterdamse pophistorie was het Rotterdam Pop-festival in juni 1970. Er worden fraaie foto’s getoond met aansprekende teksten. Ik was er zelf met mijn toenmalige vriendin ook bij. We hadden, als twee van de weinigen, keurig een toegangskaartje gekocht.  Van de honderd duizend kaartjes zijn er slechts veertig duizend verkocht. Er werd onder de afrastering door gekropen en er voeren bootjes over de Plas, die mensen hielpen gratis het festivalterrein op te komen.

Het festival was een geweldige ervaring. Nederlandse, Engelse en Amerikaanse topbands traden daar op: Pink Floyd, Jefferson Airplane, the Byrds, Santana, Mungo Jerry, Country Joe and the fish en CCC incorporated.

Onvergetelijk voor mij zijn de acts van Pink Floyd en Mungo Jerry.

Pink Floyd trad op tegen het einde van de nacht bij het krieken van de dag. De band speelde  toen, terwijl de zon langzaam op kwam ‘Set control fort he sun’.Prachtig. Onvergetelijke die ochtend.

Mungo Jerry is voor mij onvergetelijk omdat hij met het nummer ‘In the summertime’ de festivalbezoekers zichtbaar tot een eenheid transformeerde. Tijdens zijn act  werden door duizenden aanwezigen continu witte plastic bordjes de lucht in gezwiept. Dat was een heel vrolijk gebeuren. 

Behalve Rotterdam 1970 vond ik het ook bijzonder dat in deze expositie ook een foto hing van het laatste optreden van de band Face Tomorrow. De band waar mijn zoon Ralf ook in gespeeld heeft. Trots.

Een aanrader deze expositie: klein maar fijn.

 

Google voor meer info op: popunie.nl/rotterdam-popstad


 

 

donderdag 8 mei 2025

DISNEYLAND.

Wat een drukte vandaag. Echt weer zo’n dag dat ik niet genoeg heb aan die 24 beschikbare uren. Ik moet het echt ff op een rijtje zetten: mediteren, sporten,  bloed prikken, naar de expositie ‘70 jaar Rotterdam-pop in Studio 2 van de Doelen, mijn maatje Derck (Liverpool 1949) een grappige column brengen over de Engelse voetbalkampioen uit zijn geboortestad en de Nederlandse trainer Arne Slot en koffie leuten bij een vriendin.   

Nu zit ik thuis, denk wat te kunnen gaan schijven, wordt er gebeld. Buurvrouw An staat voor de deur. Ze is gevallen heeft een bloedende snijwond midden in de kolossale blauwe plek op haar rechterarm. Of ik er pleisters op wil plakken. Twee grote pleisters plak ik over elkaar heen.

‘Als het blijft bloeden kom ik wel weer naar je toe voor een nieuwe pleister.’

‘Hoe ben je gevallen?... over een kleedje? … of een …?

‘Weet ik veel?!’

Het 6 uur journaal heb ik nog op staan. Halverwege wordt een nieuwsitem over de prijs van schoongemaakte spruitjes onderbroken.

‘Minister van Migratie en Asielzaken Marjolein Faber is tijdens een werkbezoek aan Disneyland in Parijs op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Op beelden van beveiligingscamera’s is te zien dat er herhaaldelijk met een honkbalknuppel op haar ingeslagen wordt door een uitzinnige Donald Duck-figuur. Na langdurig onderzoek trof de Franse politie op een damestoilet een Donald Duck-pak aan. Met daarin de stoffelijke resten van een jonge eendenfamilie met zes kleine  kuikentjes. Onderzocht wordt of er bruikbare DNA-sporen in het Donald Duckpak te vinden zijn. In politiek Nederland is de dood van Marjolein Faber als een bom in geslagen. De markante Faber werd met name door extreem rechts als een super getalenteerde politica gezien, die als geen ander de gevoelens van het lompenproletariaat wist te verwoorden en ook in beleid om kon zetten. Zij wàs in zekere zin zelf ‘beleid’. Elke migrant kon blindelings op haar maatwerk vertrouwen: tegenhouden, terugsturen, ontmoedigen en treiteren! Grote Klasse. Moedig ook.

 

 

 

 

 

woensdag 7 mei 2025

MEDITEREN.

 

Ik slaap met mijn rug tegen een zware koffer. Een truc tegen het snurken. Ik voorkom zo dat ik op mijn rug kom te liggen. Alleen dàn ga ik liggen snurken. Het helpt nog geen klote. De buurvrouw naast me heeft me vannacht horen ronken. Ik had al m’n ramen dicht.

Door dat gesnurk ben ik al om half zeven wakker. Ben weer gaan mediteren. Is lekker. Zo vroeg. Ga in de Lotus-houding zitten. Rechter- op linkervoet. Rechterpols op rechterknie, linkerpols op linkerknie. Zit kaarsrecht. Zet de wekker op een half uur. Kijk naar de wapperende vlam van de kaars. Die heb ik één meter vòòr me neergezet. Adem in door de neus. Adem uit door de mond. Tel de uitademingen van één tot tien.

Doodstil blijven zitten. Zelfs al landt een vlieg op m’n neus, zoemt er een mug bij m’n oor of wordt er gebeld. Ik observeer. Het is er en wordt weer los gelaten.

Mediteren is gedachteloos zijn in het hier en nu. Zitten. Een extreem moeilijke opgave voor het brein, dat aldoor moet bezig zijn en zo geheel tegengesteld is aan het mediteren.

Het brein is bezig met conflicten. Met vreugde en verdriet uit heden, verleden en toekomst. Met problemen oplossen en festiviteiten bedenken. Voor en na het mediteren is daarvoor alle tijd.

Mediteren is niet denken. Het brein verleidt meditatie tot al het denkbare te komen. Hij die mediteert ziet een fractie van een probleem langs komen en laat dat meteen weer los. Als het goed is.

Gedachteloosheid is er dan weer. Tot, plots, in een flits: is er een ruzie. En weg is die ruzie, een seconde later alweer. Als het goed is.

Gedachtenloosheid heerst weer tot een bezoeker zich vertoont in je mind en ook gelijk weer losgelaten wordt. Laat gaan en ga door met ademen. In: door je neus en uit: door je mond.

Als mediteren prakkezeren wordt, begin dan van voor af aan met je ademhaling te tellen van één tot tien.  

Tot je wekker afloopt. 

 

 

 

 

 

dinsdag 6 mei 2025

HUIS.

Huis.

Jaren lang was zij mijn huis. Zij was mijn thuis, mijn onderdak. Al mijn spullen,  gewoon haar spullen. 

Het dessin van het behang. De kleur van de verf op het houtwerk en dat van de saus op de wanden … ze bekeek het aanbod en maakte haar keuze… ik keek met haar mee. Wist dat ze de perfecte kleurencombinatie zou vinden voor haar huis, mijn huis.

Die schommelstoel was duur. Ging eigenlijk ons budget te boven. We zouden er nog een nachtje over slapen. Ze was die nacht helemaal weg van die stoel. Nog meer ‘weg’ dan overdag. Ik had mijn twijfels. Niet alleen om het geld. Ook of hij niet te kolossaal was voor de kleine  woonkamer. Nee, ze zag die robuuste grenenhouten schommelaar staan, waar hij staan moest. Haar ogen straalden toen ze me de plek aanwees waar ze de stoel wilde hebben. Ze kwam naar me toe, sloeg haar arm om me heen, keek me lachend aan en vroeg met een lief stemmetje: ‘En, wat vind jij er van, Jos?’

‘Weer een schot in de roos, schat!’

Zelf had ik geen ideeën over woninginrichting. Ik twijfelde constant. Hoe ver iets naar links of naar rechts of hoger of lager of gewoon bij het grof vuil moest. Ik had geen idee. Daarom was ik zo blij met haar. Dat zij het huis was, waar ik in mocht wonen. Zij wist á la minute wat mooi bij elkaar passen zou. Kleuren. Voorwerpen, hoeveel, hoe groot, hoe klein? Nieuw of tweedehands.

 ’Ga mee kijken Jos!?’ Zei ze wel. Dan ging ik ook mee. Zij ziet alle  leuks gewoon meteen. Ik niets daarentegen. Hoewel, van veel lelijks was ik me nu ook weer niet bewust.

’s Avonds keken we naar een quiz op de tv, dacht ik. Zij keek toch niet. Zij liet al die leuke spulletjes de revue nog eens passeren. Na de quiz tekende ze de nieuwe  woonkamer voor me.  Ze is zo blij, dat ik met haar heb meegedacht. Over de nieuwe inrichting van haar huis, mijn huis.

Ik heb inmiddels al weer heel wat jaren een eigen huis. Blijk ik qua woninginrichting meer in mijn mars te hebben dan ik altijd dacht; als ik zo om me heen kijk, tenminste.


maandag 5 mei 2025

BERGING.

‘Zo, wat heb jij een opgeruimde berging’. Zegt buurvrouw Rina, als ik mijn fiets pak. Ik zie Rina vandaag voor het eerst beneden bij de bergingen. Voor het eerst in tien jaar. Haar man, Dries, hangt daar veel rond. Hij knutselt aan zijn fiets, drinkt af en toe pilsje, doet soms een dutje. Altijd heeft hij Radio Rijnmond op staan. Of er regen op komst is, er files zijn, of een uitslaande brand, Dries houdt me op de hoogte.

Wat Rina nou ineens komt doen is me een raadsel. Ze vraagt of ik hem nog gezien heb. Ja, Dries ging toevallig naar buiten toen ik net naar binnen wilde gaan. Hoewel het dinsdagochtend is wenst hij me ‘nog een prettig weekend’.

84 is hij. Samen staan we in dat berging gangetje op te scheppen hoe sportief en gezond we zijn op onze oude dag. Hij fietst twee keer tien kilometer per dag. Ik niet. Ik zwem en loop. Niet hard. Waarom zou ik? Ik ben tòch altijd overal te vroeg!

Zo langdurig als Dries, zal je mij nooit in mijn berging zien rommelen. Soms, op heel warme benauwde dagen, denk ik wel eens: ’Ik neem een boek mee en ga lekker in mijn berging zitten lezen’.  Het is daar immers constant een paar graden koeler dan in mijn appartement.

Net als bij de meeste buren, staan er in mijn berging uitsluitend spulletjes, die ik niet of nauwelijks nodig heb. Op m’n fietsen na dan. Ik heb twee fietsen. Ook nog een reserve fiets. Die heb ik in de afgelopen tien jaar één keer gebruikt. Verder een fietspomp, bandenplakspullen, m’n fietshelm en een perfect houten tuinstoeltje. Van de volkstuin, die ik vijftien jaar geleden in Overschie had, samen met mijn toenmalige echtgenote. In mijn woonkamer is helaas geen plek meer voor dat stoeltje. Wat gereedschap heb ik er nog liggen. Een hamer, een bankschroef, wat schroevendraaiers. Ook staat er nog een splinternieuwe Senseo, dat dáár staat omdat het kutkoffie produceert. Ook hangt er een bijl. Je weet maar nooit.

Ik heb er wel eens over gedacht om ook wat pornoblaadjes in mijn berging neer te leggen. Het is toch maar behelpen met die blaadjes, in vergelijking met wat ik aan soft porno op mijn computer tevoorschijn zou kunnen toveren. Niet dat ik er gebruik van maak, hoor. Ik lees liever een goed boek van bijvoorbeeld Karl Ove Knausgärd, een fameuze Noorse schrijver.


zondag 4 mei 2025

VERZETSHELDEN.

 

Ik ga naar de dodenherdenking. Redelijk wat mensen. ’t Loopt eigenlijk precies zoals verwacht. Op het vuur, de herdenkingsrozen en de kou na. Altijd is het daar koud op 4 mei tussen half acht en half negen. Ik ga er in mijn uppie heen en denk in mijn uppie weer terug naar huis te gaan. Dat gaat dus niet zo. Dan zie ik Ruud. Ik had hem in elk park, op elk leuk wandel- of fietspad kunnen tegen komen, maar nee, hij is hier, bij deze herdenking. Hij kwam toevallig langs fietsen. Was bij het graf van zijn moeder geweest. Hij ziet al die mensen en dat vuur en wil daar het fijne van weten. Hij heeft zich de hele dag niet gerealiseerd dat het 4 mei is. Laat staan Dodenherdenking. Maar eenmaal op dit plein, is hij een en al aandacht voor het gebeuren hier.

Ook Joop is er. Laat ik hem voor het gemak een sportvriend noemen. Al een paar maanden zien we elkaar drie keer per week op de sportschool. Hij doet daar net als ik mee aan ‘fifty fit’, een groepsactiviteit voor vijftig plussers. Niet zo heel erg moeilijke oefeningen, maar prima voor zeventigers als Joop en ik. Zolang we de dag erna nog spierpijn hebben, blijven we fiftyplussen.

Joop maakt me er op attent dat in de kerk een mini-expositie is ingericht:

 ‘Straatnamen in het Lage Land genoemd naar Rotterdamse Verzetshelden in de Tweede Wereldoorlog.’

 Bijvoorbeeld: het plein waar de herdenking vandaag plaats vindt, is genoemd naar verzetsheld: Samuel Esmeijer.

 Janwillem, een buurtgenoot, die ik op de Dag van de Arbeid in Amsterdam ontmoette, had ik wel een klein beetje verwacht.

Ik ben weer eens te vroeg. Sta er al een minuut of tien. Ik word op mijn rug getikt. Janwillem! Met een handgebaartje van hem naar de vrouw naast hem, maakt hij me duidelijk dat zij zijn vrouw is. Ik stel me aan haar voor. Zij zegt ook hoe ze heet maar ik vergeet haar naam onmiddellijk.

Na afloop is er koffie mèt die expositie in de kerk. Daar hoop ik Janwillem en vrouw nog te kunnen spreken. Maar ze hadden er, na het defilé langs de kransen voor de gevallenen, blijkbaar genoeg van. Jammer.

Samen met Joop en Ruud bekijk ik de kleine expositie over die moedige, door de nazi’s vermoorde verzetshelden, waar in het Lage Land straatnamen naar zijn genoemd.

Vandaag herdenken we onder andere die dappere mannen.

zaterdag 3 mei 2025

DODENHERDENKING..

 

Vandaag. 4 Mei. Dodenherdenking. Ik  ga zoals gewoonlijk naar het Samuel Esmeijerplein, bij het winkelcentrum. Daar is elk jaar een sobere, veel te weinig bezochte herdenking. Vele groeperingen uit de deelgemeente Alexander zijn present. Er wordt vuur ontstoken. Woorden gesproken door prominente buurtbewoners. Kransen gelegd. En er wordt op passende wijze gemusiceerd en gezongen. De plechtigheid begint om half acht.

De slachtoffers van de holocaust worden dan herdacht en de mensen die gedood zijn in de Tweede Wereldoorlog. Ik ga dat anders doen, want ik ben de baas van mijn eigen mind. Ik ben daar straks wel om half acht. Maar ik ga daar niet uitsluitend de holocaust-slachtoffers en de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog herdenken. Het herdenken op zich vind ik prima. Maar niet alleen de doden herdenken van 40 – 45. Ik kan het voor mijn gevoel niet maken om de holocaust loodzwaar te gaan staan herdenken, hoe vreselijk het ook was, terwijl Israël anno nu bezig is genocide in het kwadraat te plegen op de Palestijnen. Met als wapen ‘honger’.

Okee, het was  buitengewoon kwaadaardig wat Hamas (de Palestijnen) flikten in oktober 2023. Die terroristische aanval kostte 1134 Israeliërs het leven, waaronder 39 kinderen. Er waren 700 gewonden. Dat was een misselijk makende aanval. Maar de wraak van Israël staat niet in verhouding tot wat Hamas aanrichtte. Van oktober 2023 tot nu, doodde Israël 45.000 Palestijnen  en 14.500 Palestijnse kinderen. Dat is niet alleen wraak. Het lijkt meer op volkerenmoord.

Die holocaust krijgt in mijn herdenking best nog wel een waardige plek. Ik ga die holocaust-slachtoffers virtueel vragen of zij óók niks geleerd hebben van de streken van Hitler en zijn foute maatjes. Ik ben benieuwd naar hun antwoord.

4 mei 2025 ga ik àlle slachtoffers herdenken, die van de holocaust en zeer zeker ook degenen die gesneuveld zijn èn degenen, die èlke dag weer zullen sneuvelen door oorlogsgeweld.  

Meer dan ooit in mijn leven ervaar ik dreiging van dictatoriale machthebbers, China, de Verenigde Staten en Rusland, die met hun oorlogen dood en verderf kunnen zaaien. Als Nederlander kan ik niet veel meer doen dan me sterk blijven maken voor een humanistische democratische samenleving.

Dat komt bij zo'n herdenking dan ook bij me op.