Posts tonen met het label houtwerk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label houtwerk. Alle posts tonen

dinsdag 6 mei 2025

HUIS.

Huis.

Jaren lang was zij mijn huis. Zij was mijn thuis, mijn onderdak. Al mijn spullen,  gewoon haar spullen. 

Het dessin van het behang. De kleur van de verf op het houtwerk en dat van de saus op de wanden … ze bekeek het aanbod en maakte haar keuze… ik keek met haar mee. Wist dat ze de perfecte kleurencombinatie zou vinden voor haar huis, mijn huis.

Die schommelstoel was duur. Ging eigenlijk ons budget te boven. We zouden er nog een nachtje over slapen. Ze was die nacht helemaal weg van die stoel. Nog meer ‘weg’ dan overdag. Ik had mijn twijfels. Niet alleen om het geld. Ook of hij niet te kolossaal was voor de kleine  woonkamer. Nee, ze zag die robuuste grenenhouten schommelaar staan, waar hij staan moest. Haar ogen straalden toen ze me de plek aanwees waar ze de stoel wilde hebben. Ze kwam naar me toe, sloeg haar arm om me heen, keek me lachend aan en vroeg met een lief stemmetje: ‘En, wat vind jij er van, Jos?’

‘Weer een schot in de roos, schat!’

Zelf had ik geen ideeën over woninginrichting. Ik twijfelde constant. Hoe ver iets naar links of naar rechts of hoger of lager of gewoon bij het grof vuil moest. Ik had geen idee. Daarom was ik zo blij met haar. Dat zij het huis was, waar ik in mocht wonen. Zij wist á la minute wat mooi bij elkaar passen zou. Kleuren. Voorwerpen, hoeveel, hoe groot, hoe klein? Nieuw of tweedehands.

 ’Ga mee kijken Jos!?’ Zei ze wel. Dan ging ik ook mee. Zij ziet alle  leuks gewoon meteen. Ik niets daarentegen. Hoewel, van veel lelijks was ik me nu ook weer niet bewust.

’s Avonds keken we naar een quiz op de tv, dacht ik. Zij keek toch niet. Zij liet al die leuke spulletjes de revue nog eens passeren. Na de quiz tekende ze de nieuwe  woonkamer voor me.  Ze is zo blij, dat ik met haar heb meegedacht. Over de nieuwe inrichting van haar huis, mijn huis.

Ik heb inmiddels al weer heel wat jaren een eigen huis. Blijk ik qua woninginrichting meer in mijn mars te hebben dan ik altijd dacht; als ik zo om me heen kijk, tenminste.


woensdag 21 juni 2023

GEEN HOTEL.

Vanmorgen vraagt mijn vriendin zich af, hoe vaak ze me nog moet vragen om de koelkast eens te ontdooien en wat te doen aan die verstopte wastafel.

‘Geen idee,’ ik heb werkelijk geen idee wanneer ik daar tijd voor heb. Ik kan me trouwens ook niet  herinneren dat ze het mij ooit gevraagd heeft. Dat hoeft ook helemaal niet want  het zijn gewoon mijn taken. Ik ga ze dit jaar heus nog wel een keer doen.

Dan vindt ze het nodig om mij op luide, verontwaardigde toon, duidelijk te maken dat het hier (daarmee bedoelt ze ons huis)  geen ‘hotel’ is.

Alsof ik dat zelf niet weet. Ik zeem in dit huis de ramen en maak het houtwerk  gelijk schoon. Ik kook drie keer per week, doe alle dagen de vaatwas (zij droogt af), koop op zaterdagochtend de wat zwaardere boodschappen, ik koop voor zes weken tegelijk kattenbaksteentjes; maandelijks verschoon en ververs ik de kattenbak, wekelijks breng ik de volle vuilniszakken en onze papierbak naar het afvalverzamelpunt in de straat; één keer per maand leeg ik onze glasbak in die van de gemeente, een paar straten verderop. Verder doe ik de donkere, witte en gekleurde was … hang die op, haal die af en ruim die op. Dit laatste doe ik samen met mijn vriendin, dat zal zo’n beetje neer komen op fifty/fifty. Aan al dat soort  werkjes zou ik  absoluut niet beginnen als ik in een hotel zou zitten. Zo gek ben ik nou ook weer niet.

‘Overigens’, vraag ik haar nu op mijn beurt, ‘een paar maanden terug,  ben ik  twee à drie weken bezig geweest met  het schoonmaken en witten van het plafond. Het zou niet bij me opkomen daar aan te beginnen als ik het idee had in een hotel te wonen: dan laat je daar iemand voor komen’. Ik ben niet ingehuurd en toch lekker aan de gang gegaan als lenteschilder. Betalen hoefde  je me niet want net als jij wóón ik hier. Vreemd  vond ik wel, dat er geen schouderklopje af kon voor mijn schilderwerk.

‘Aha, een pluimpje! Dààr was het meneer dus om te doen. Het ging jou niet om de schilderklus. Het ging er jou om een pluimpje van mij te krijgen.’

‘Nou ja, ik bedoel, dat ik het nogal vreemd vond, dat jij niet wilde zien dat ons huis gewit werd. En …. of je daar nou iets goeds of iets kwaads over gezegd zou hebben, dat zou me nou echt geen reet kunnen schelen. Het leek haast wel of je bewust negeerde wat ik aan het doen was.’

Moe en dorstig van al dit slap gezeik, ga ik een glas Spa Rood in schenken.

‘Doe voor mij ook gelijk een Spaatje Rood?’ vraagt mijn vriendin.

‘Ja, daaaaag’, zeg ik, ’het is hier geen hotel!’