Posts tonen met het label airco. Alle posts tonen
Posts tonen met het label airco. Alle posts tonen

vrijdag 9 augustus 2024

UITGESERVEERD

 Ik heb een Bossche Bol op. Iedereen die hoorde dat ik naar Den Bosch ging moest mij, behalve aan ‘zoete lieve Gerritje,’ herinneren aan die smakelijke Bossche Bollen. Smakelijk maar moeilijk binnen te krijgen. Er landt nogal eens een klodder slagroom op de kleding, kin of neus. Echter, de Bossche Bol die ik kreeg was makkelijk te verorberen.. Hij was gehalveerd en lag op een groot bord te midden van aardbeien, kersen, schijfjes kiwi stukjes meloen en sporen honing. Heerlijk. Deze halve bol was het dessert van een uitstekend drie gangen menu. De eerste gang was carpaccio, de tweede baars, met onder andere truffels en frietjes.


Ik kwam op een druk moment in dat restaurant. Alle tafeltjes op het terras waren bezet. Binnen was nog wel plaats … met airco. Ik was alleen, dus in plaats van babbelen ging ik een tijdschrift zitten lezen. Ik zat daar nog maar twee tellen of er stond al een glas bier voor mijn neus. Na een half uur lezen had zich nog niemand bij me gemeld. ‘Wanneer kom je mijn bestelling eens een keertje opnemen, ober?’ Zei ik ,vrij bot.

Ik zat er inmiddels een uur toen had ik mijn carpaccio ‘al’. Het was half acht en om kwart over acht moest ik in het theater zijn. Met een dreigende blik zei ik tegen de bediende dat ik hier uiterlijk acht uur weg moest en dat ze dus het hoofdgerecht en het dessert ruim voor die tijd moesten uitserveren.

Ik nam me voor om zonder af te rekenen het restaurant te verlaten als ze daarin niet zouden slagen. Dan zouden ze zonder twijfel wel razendsnel in actie komen om me in de kraag te grijpen. Maar tot mijn grote verbazing kon de bediening tempo maken. Om tien voor acht stond ik buiten. Vijfenvijftig euro lichter.

Ik was ruimschoots op tijd voor de ultra dynamische wervelende zang en dans-show DEEP/END van Club Gewalt en de Dansers.

dinsdag 20 december 2022

GEZINSHERENIGING

Uw vrouw zit naast mij op de passagiersstoel. Hier in uw woonplaats, weet ze nog goed de weg. Ze geeft aanwijzingen (‘Hier, bij het volgende weggetje, linksaf’) uw dochtertje hangt op de achterbank tegen het portier, - in mijn achteruitkijkspiegel zie ik hoe haar ogen af en toe dichtvallen – nog even en ze slaapt.  Het is warm in de auto. De airco is uitgevallen en er is geen tijd om de ANWB er naar te laten kijken. Om uiterlijk drie uur vanmiddag moeten we in Jeuvelen zijn, om bij de plaatselijk supermarkt nog wat eten en drinken in te slaan. Dan is het nog een uurtje naar Dorzo, waar u vlakbij zit. Zonder uw vrouw zou het moeilijk worden. Uw vrouw is zich terdege van de ernst van de situatie bewust. Uw vrouw kijkt mij af en toe zelfs met een kwaaie blik aan waarschijnlijk omdat ze vindt dat ik niet genoeg opschiet. Maar nòg meer snelheid maken, zou vragen om ongelukken zijn. Daar begin ik niet aan. Trouwens, uw dochtertje is inmiddels in slaap gevallen.      

In Jeuvelen vraagt uw vrouw of ik bij de visboer een scholletje voor u wil kopen. Een scholletje, uw lievelingsvis.  Omdat het kopen van dat scholletje wel erg veel tijd kost, gaan uw vrouw en uw dochtertje eens even poolshoogte nemen.  Zien ze me daar als een gek liggen schreeuwen en met mijn armen en benen spartelen, op de toch al zo gladde vloer van de viswinkel. De visboer weet niet goed hoe hij op de situatie moet reageren en uw vrouw en uw dochtertje, gedragen zich of ze van doen hebben met iemand die ongelukkig ten val is gekomen. Maar ik weet zelf wel beter: ik heb  een epilepsie-aanval.

Nadat ik een kwartiertje bij de visboer op een stretcher gelegen heb, kunnen wel weer de weg op. Want we moeten op tijd bij u zijn. Ik heb uw vrouw en uw dochtertje ongewild behoorlijk laten schrikken. Maar u hoeft zich geen zorgen te maken. We liggen op schema. Binnen een half uur zijn we in het bosrijke Dorzo.

Ik vraag me af hoe het nu met u is. Uw opluchting zal groot zijn, als ik u help te klimmen over het hek waar achter uw snikkende  vrouw en dochtertje op u wachten. De gezinshereniging  is ontroerend. U zult zelf weer achter het stuur gaan zitten. Koers zetten in de richting van de roerige, bewoonde wereld. Maar niet voordat u uw scholletje heeft verorberd.

Ik blijf achter het hek. Zwaai het drietal uit en loop terug naar de bunker, daterend uit de Tweede Wereldoorlog. Ik open de zware betonnen deur  en stap de karig verlichte, benauwde ruimte in. Sluit de deur weer.  Er staat een bed, er is een toilet en door wat uitgekapte voegen in de bunker komt (weinig) frisse lucht naar binnen ... er is genoeg te eten en te drinken .

Zeven dagen, zó lang, wilde u hier, in opgesloten  eenzaamheid, verblijven. Maar na drie dagen komt er veel meer dan alleen die vier muren op u af. U smeekt mij bijna om met de sleutel naar u toe te komen om u te bevrijden.

Ik blijf nu een paar dagen in mijn bunker. Goed, zo’n meditatieve isolatie, na die epilepsieaanval. Zeker als je zoals ik, zelf de sleutel in handen hebt.