Posts tonen met het label zwaaien. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zwaaien. Alle posts tonen

woensdag 28 mei 2025

LINKS RECHTS.

 Het is een handicap. Met dansles vond ik het altijd het ergst. ‘Begin met rechts’ zei de dansleraar en prompt stapte ik met mijn linkerbeen naar voren, soms bovenop  het voetje van mijn danspartner. Ik heb nooit leren stijldansen. Ik kon links en rechts nooit zo goed uit elkaar houden. Ook kon ik met dansen, de passen niet onthouden. Op de stijldansvloer voelde ik me een stijve hark. Iedereen om mij heen was vrolijk aan het zwieren en zwaaien en ik, en natuurlijk mijn partner, maar vooral ik stond in verwarring stil langs de kant.

 Stijldansen kon ik dus niet maar ik kon wel degelijk dansen: vrij dansen … dansen, zonder regeltjes, op muziek van Pink Floyd of the Stones. Dan maakte ik op de dansvloer wilde bewegingen met mijn hoofd, mijn armen en mijn benen ….. springen deed ik ook en dan kreeg je het omgekeerde effect: de stijldansers stonden langs de kant beteuterd naar mij te kijken, naar mij, die stijve hark, die ineens wèl bleek te kunnen dansen …. alleen anders.

Behalve wild dansen was er nog een soort dansen dat ik uitstekend beheerste. Dat was ‘slijpen’. Veel regels had je daar niet voor. De belangrijkste voorwaarde was de muziek. De groepen Moody Blues en Procul Harum  maakten lekkere slijpmuziek. De muziek moest in een uiterst slow tempo zijn. En voor het goed slagen van het slijpen moest je het doen met iemand, die dat ook heel graag met jou wilde doen. Je ging zo dicht mogelijk tegen je partner aan dansen, met je handen op haar billen en als het goed is (en je bent niet te lang) dan slaat zij haar armen om je heen ….. en naarmate het muzieknummer vordert, dansen jullie steeds dichter tegen elkaar aan. Ook jullie onderlijven zijn dan inmiddels stevig tegen elkaar aangedrukt. Er worden schurende bewegingen gemaakt.

Wild dansen was eigenlijk het allerleukst maar slijpen was het allerlekkerst op de dansvloer. En het fijne was: links of rechts deed er helemaal niet toe.

 

 

maandag 12 december 2022

MIJN HOMETRAINER

M’n hometrainer.

 

Ik zit thuis de Volkskrant te lezen, als er op mijn bel wordt gedrukt. Het is Hasna, mijn Iraanse buurvrouw, 62 jaar, hoofddoekje, brilletje, tamelijk klein , dik,  breed maar heel erg aardig. Ze is me al heel vaak eten komen brengen. Meestal nog lekker ook. Hasna staat vrolijk lachend te zwaaien op de galerij achter mijn keukenraam. Ook nu heeft ze weer een bordje eten voor me in haar hand.  Ik zwaai glimlachend  terug en open de voordeur.

‘O wat heerlijk, kom je me nu alweer verwennen?!’ zeg ik. Ik zie op de berg rijst een kippenpootje, een paar stronkjes bloemkool en eetlepel spinazie liggen. Hasna duwt me het bord in mijn handen en ze probeert me  met een lachend en tegelijk vragend gezicht, in haar onbegrijpelijke mengeling van Farsi en Nederlands, iets duidelijk te maken. Het enige woordje dat ik in haar hele verhaal  versta is ‘fiets’.

En weer volgt er een hele riedel van Hasna, wederom met het woord ’fiets’ centraal en nu wijst ze met haar wijsvinger naar zichzelf. ‘Oh, zal dat het zijn?’ denk ik.  Zij rijdt zelf op een driewieler, zo’n grote driewieler voor volwassenen, die niet (meer) goed kunnen fietsen. Ik denk dat ik haar nu begrijp: ik mag haar driewieler lenen.

‘Nee, nee, dat hoeft echt niet, hoor, ik heb zelf een heel goeie fiets.’ zeg ik. Het bordje eten zet ik even op de keukentafel.

 

Hasna volhardt in haar verhaal. Meer elementen worden me nu duidelijk. Ik hoor haar zeggen ‘zoon’ en ‘één maand’ en dan wéér ‘fiets’. Ik kan daar toch ook niet direct chocola van maken. Dan heeft ze plotseling genoeg van mijn onbegrip, duwt me zachtaardig doch resoluut opzij, loopt brutaalweg mijn woonkamer in en stapt meteen op mijn hometrainer af. Hasna doet een poging het ding op te tillen maar die is veel te zwaar voor haar alleen. 

 ‘Ik dik … ik fietsen thuis …   zoon kopen fiets … één maand,’ zegt ze en kijkt me bijna wanhopig aan. Nu pas begrijp ik haar verhaal. Ze wil mijn hometrainer voor een maandje lenen, tot haar zoon er een voor haar gekocht heeft.  

 

Helaas moet ik haar teleurstellen. Ik gebruik die hometrainer zelf iedere dag,  omdat ik anders dichtslib. ‘Maar,’ zeg ik, ’je mag hier wel  elke dag komen fietsen, hoor,  als je wil.’ Hasna verstaat kennelijk het Nederlands beter dan dat ze het spreekt, want ze moet hard om mijn voorstel lachen. ‘Nee, nee,’ zegt ze en ze gaat in het haar typerende schommelende loopje weer naar buiten. Ik excuseer me nogmaals dat ik de hometrainer echt zelf nodig heb. Dat begrijpt ze wel. Ze wijst nog naar het bordje eten op de keukentafel en zegt: ’Eten ….eten …lekker warm.’

‘Ja, lekker, nog bedankt, hè, Hasna.‘

 

Alléén het kippenpootje eet ik op, lekker, lekker. De rest van dat eten heb ik in de wc geflikkerd. Ik houd namelijk helemaal niet van de combinatie bloemkool en spinazie.

 

Dan duik ik weer snel in mijn krantje.