Posts tonen met het label noodgedwongen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label noodgedwongen. Alle posts tonen

dinsdag 20 mei 2025

FENIX.

 

Vergissen is menselijk. Dinsdag is mijn zwemochtend. Van tien tot elf kronkel ik me langs de opgewonden babbelende, veel te dikke 80-plus dames. Zwemmen doen ze niet. Zij waden slechts door het extra lekker warme water van hun doelgroepenbadje. Door mijn noodgedwongen gekronkel zwem ik wel mooi driehonderd meter per uur extra. Dus ik zeur verder niet over hun gedrag.

Als ik vanmorgen, zo rond half elf, mensen, die ik van zwemmen ken, in de richting van het zwembad zie lopen, realiseer ik me, dat het dinsdag is. Ik had in het zwembad moeten liggen. Zit ik hier te roeien in de gym. Heb nu geen zin meer om te gaan zwemmen. Ik neem straks wel een frisse duik ut mijn roeiboot.

Na het sporten staat deze dinsdag in het teken van Fenix. Het gloednieuwe museum, Rotterdams trots. Ik heb met mijn vriend Ruud afgesproken om daar heen te gaan. Fenix overrompelt ons. Om te beginnen: de Tornado. Een wervelende, oogverblindende  trap,  ontworpen door de Chinese architect Ma Yansong. De trap voert de bezoekers naar de boven liggende verdiepingen. Op elke verdieping openen zich magistrale vergezichten op al wat mooi is in Rotterdam. Enorme zalen met verrassende kunst uit vrijwel elke discipline en alle windstreken. Het wekt geen verbazing dat het thema van de expositie ‘migratie’ is. De kunstwerken komen in deze supergrote ruimten uitstekend tot hun recht. Ook voor de bezoekers is het een geheel nieuw ervaring om niet hijgend in elkaars nek van kunst te kunnen genieten.

Heel bijzonder is de zaal, waarin van 2000 koffers een doolhof is vervaardigd. De oudste koffer dateert uit 1898 en kwam met de Trans-Siberië Express naar Nederland. De nieuwste zijn kleurrijke modellen, die vorig jaar nog werden gebruikt. Het team van Fenix reisde door Nederland, de Verenigde Staten en Canada om kofferdonateurs te ontmoeten, hun koffers te verzamelen en de verhalen vast te leggen. Met een audiotour kan je de herinneringen die deze koffers met zich meedragen beluisteren.

Aan de wand achter het kofferdoolhof is te lezen hoe Rotterdam in de loop der jaren met migranten is omgesprongen. Van heel ver terug in de historie tot en met 17 mei jl.: de dag dat Maxima deze ‘Migratie-tentoonstelling opende.

In Fenix , op de Paul Nijghkade in Katendrecht, is nog zo veel meer moois en zinvols te ontdekken. Mis dat niet! Ruud en ik gaan daar zeker nog meer van genieten.

 Bekijk ook de prachtige website: fenix.nl

maandag 22 augustus 2022

TE GOEDER TROUW.

Tinus:

Ben jij eigenlijk wel te goeder trouw, hè?  Eerlijk gezegd betwijfel ik dat sterk.

Rinus:

Neen heus, beste man, heus, dáár hoeft u echt niet aan te twijfelen. Als er hier werkelijk  iemand te goeder trouw is, dan  ben ìk dat wel.

Tinus:

Ha! Hahahaha! Dat kan iedereen wel zeggen van zichzelf. Maar dat heeft natuurlijk geen enkele bewijskracht. Toch?

Rinus:

Als ik bij mijn oma op bezoek ben en zij gaat, helaas, noodgedwongen naar de toilet, dan neem ìk niet stiekem wat speculaasjes uit haar koektrommel, oh nee, ik zou het waarachtig niet durven en als ik het wel zou durven: dan zou ik het dus gewoon niet doen. Zo ben ik niet! Ik ben immers te goeder trouw!

Tinus:

Bewijs?? Jaaahaaaa, bewijs het maar eens; dat ken je  niet, hè? Dus ik mag aannemen, beste man,  dat, ook al sta  je moederziel alleen in een juwelierszaak … geen verkoper te zien … geen camerabeveiliging … nog steeds te goeder trouw dan zeker, hè?

Rinus:

Nog steeds te goeder trouw. Ik zweer het. Het komt niet in me op mijn zakken hier te vullen. Zo zit ik niet in mekaar, hoort u, zo zit ik absoluut niet in mekaar. Het zou me wel heel bijzonder van ú tegenvallen als ú in deze kwestie niet te goeder trouw zou blijken te zijn en er bijvoorbeeld zomaar vandoor zou gaan met een flinke hand kostbaarheden. Zou u dat werkelijk doen of maak ik hier een fatale denkfout ten aanzien van uw mogelijke gedragingen in een onbemande, onbeveiligde juwelierszaak.

Tinus:

Wel zeker dubbel en dwars, wel zeker zou ik dat doen. En niet slechts één maar wel twee van deze grote handen vol zou ik meenemen.

Rinus:

Ohhh, wat valt me dàt vreselijk van u tegen, meneer. Weet u, weet u? U stònd alleen in die winkel. Maar … als bijvoorbeeld iemand als ik ook in die winkel zou staan, zou ik u zonder enig pardon bij de lurven vatten grijpen en bij het politiebureau afleveren. Zo! Kom nu even!. Ik laat toch niet zo’n noest arbeidende juwelier van zijn handel  beroven en al helemaal niet door zo’n te kwader trouw mens als u willens en wetens bent. Neemt u me niet kwalijk, zeg.

Tinus:

Niet kwalijk … niet kwalijk … ik neem dit je honderd procent kwalijk! Je trekt nu wel heel halsstarrig van leer. Waarom heb je mij niet uit laten spreken in dezen. De juwelier krijgt binnen het uur van mijzelf, in hoogsteigen persoon, te horen dat ik twee handen juwelen heb kunnen meenemen, door ‘s mans eigen nalatigheid. Meneer is namelijk zelf niet in zijn zaak aanwezig.

‘Houd de politie er buiten, juwelier,’ zeg ik hem, ’dan kom ik u vandaag nog al de juwelen weer terugbezorgen, meneer de slordige, onvoorzichtige, ondoordachte juwelier. Een gewaarschuwd man telt immers voor twee. U dacht misschien met een dief te maken hebben gehad, meneer de juwelier. Maar die gedachte was dus niet juist. Hoewel misschien  toch ook weer wel. U zult mij uw hele leven blijven herinneren als de dief, die te goeder trouw was, beter nog:  te beter trouw!' 

Rinus: 

Maar vertel me nu eens oprecht, beste man,  die juwelen, die ik laatst voor heel veel  geld en, jawel, te goeder trouw van u kocht, om mijn lieve vrouwtje mee te verblijden. Zegt u mij eens eerlijk, hè … dat waren toch zeker te goeder trouw gestolen sieraden?

Tinus:

Ik zou haast zeggen……nee, ik zeg het je gewoon: ‘Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten.  Zo, steek die maar in je zak. Als je  die tenminste hebt.'