maandag 31 maart 2025

Gehackt (half om half).

Het afgelopen weekend was voor mij vrijwel permanent billen knijpen. Hoezo? Mijn mobiel deed zo raar en was op den duur volkomen kierewiet. Als ik het apparaat aanzette kreeg ik meteen een slecht- nieuws melding. Mijn bloeddruk, hartslag en BMI waren niet in orde. Gevaarlijk zelfs. Abonneer je. Dat deed ik natuurlijk niet. Ik ben niet gek!

Ik wilde net de Momo-app op mijn mobiel openen.  Momo is een club die boekjes en appjes maakt voor mensen met stedentrip-plannen. Zoals ik dus. Naar Edinburgh. In augustus. Ik had een boekje en een app bij ze besteld. Dat boekje had ik. Maar die Edinburgh-app nog niet. Dat wilde ik met de Momo-app melden. Maar die hele Momo app was zoek.

Mijn anders zo relaxte telefoon maakte intervalspurtjes door zijn volledige bestand. En alsof mijn mobiel een one-armed-bandit was, stopte die spurt op een volkomen irrationeel moment.

Ook het Spotify-icoontje was weg. In deze doffe ellende zou een muziekje de sfeer immers wat kunnen opklaren. Bij toeval ontdekte ik, dat ik die muziekfabriek toch kan beluisteren. Ik laat Google zoeken naar ‘Spotify abonnement’ en jawel daar is tie. Ik ging gelijk op zoek naar Jack Johnsons beste nummers en kreeg  zijn allerbeste: ‘Better together’.   

Zoals met Spotify  ging het met alle icoon-appjes. Ik was doodsbenauwd, dat ik al mijn afspraken kwijt zou zijn. Mijn telefoonnummers , whats-app-contacten en mailadressen. Ook mijn bank-app, o godzijdank, ook die was via de Google zoek-site te vinden. Ik kon er  mijn rekening inzien en facturen betalen. Dat deed ik natuurlijk niet, want die hack- klootzakken gluurden natuurlijk mee. Wachten tot ik mijn pincode gebruik. Dan slaan ze toe. Ja, met dat soort spinsels loop ik dan rond, zo’n weekend.

Ik heb op mijn telefoon de betaling staan voor mijn vakantiereisjes naar Edinburgh en Berlijn. En vier tickets voor een serie stand-up comedians in het Isala theater. Stom, had ik ze maar uitgeprint. Maar wie verwacht nou zoiets? Nu is het nog pas zaterdag. De klok gaat straks een uur vooruit. Is het eerder zondag, een pluspuntje.

Ook whats-app is icoonloos. Toevallig zie ik, via Google,  een appje van een van mijn kleine broertjes. Of ik op zijn verjaardag kom, over drie maanden. Wordt ie al zestig …

Die hackers gaan me vast chanteren of ze jatten mijn bankrekening leeg. Ik weet zeker dat ik niet bestand ben tegen een leven als dakloze. Daarom vraag ik aan mijn buurvrouw, hoe ze dat dan gaat aanpakken. Ze maakt er een eind aan, als ze het zat is. Dat zegt ze tenminste altijd. Maar nooit hoe.   

‘s Maandags gingen de winkels gvd pas om 13.00 uur open. Dan sta ik op de soep bij de Media Markt. Volgens de vriendelijke Media Markt medewerker was ik niet echt gehackt: ‘Zo half om half,’ zei die. Ik had  mijn mobiel te vol gepropt met apps.  

De vriendelijke jongeman plukte geduldig alle onnodige apps van mijn mobiel. Die doet het weer perfect. En dat geheel grateloos.

zondag 30 maart 2025

CONSENT.

Ik verveelde me meestal een ongeluk als Theo en Agnes bij ons op bezoek waren. Theo en Ida kunnen het uitstekend met elkaar vinden. Ze zijn min of meer collega’s van elkaar: architecten, top-architecten in het Rotterdamse. Haar belangrijkste actuele werk is  de 21 verdiepingen tellende woontoren (een half miljoen per appartementje) in de wijk Prinsenland. Theo houdt zich meer en liever bezig met de sociale woningbouw in Rotterdam-Noord. Het is zo langzamerhand traditie dat Ida en Theo op zo’n avond een potje schaken met elkaar. Ida wint meestal wel maar zo te zien vindt Theo dat geen probleem. Naar mijn idee is hij al blij met haar gezelschap.

Het logisch gevolg van dat geschaak is dat ik het leeuwendeel van de avond met Agnes opgescheept zit. Omdat ik zelf geen idee heb waarmee, laat ik haar de tijd opvullen met  een onnavolgbare woordenstroom. Meestal over lekkere lotionnetjes, goeie series, verzorgende shampootjes en smakelijke receptjes. Tot ze een keer zei dat ze een broodje gebakken had. Een tijgerbroodje. Ik ben onmiddellijk uit mijn half slaap gewekt.

‘Ik bak zuurdesembrood,’ zei ik.  Lekkerder brood bestaat er niet!’ Dat wilde ze dus ook leren bakken. Met frisse tegenzin stemde ik er mee in. We spraken een avondje af dat Ida een vergadering had.

Het rijsmiddel, zuurdesem, had ik al klaar. Verder is het dan het afwegen van de andere ingrediënten, het invetten van het bakblik, het  gevulde bakblik een uur in de oven zetten op 200 graden en klaar is Kees. Ze volgde het hele proces, ik mag wel zeggen, met hart en ziel. Agnes stond er letterlijk met haar neus boven op. Zo zelfs, dat ze, ik dacht eerst per ongeluk, zo af en toe, zachtjes tegen me op botste, ook soms met haar borsten. Ik liet Agnes  liet het meest arbeidsintensieve klusje doen; het kneden van het deeg. Ze had er duidelijk schik in. Haar eerste broodje werd uiteindelijk héél smakelijk.

We aten die avond nog een nog  warm sneetje brood met oude kaas. Een wijntje erbij, ook al zo lekker.  Agnes was, dacht ik, duidelijk in de stemming voor meer. De wijn deed zijn werk. Ze kwam op de bank dicht naast me zitten, lachte, maakte blije geluiden, praatte natuurlijk hurry-up en raakte me bijna overal teder aan. Het liet me allemaal niet onberoerd.

We belandden in de slaapkamer en gingen op bed liggen. Ik trok haar slipje uit. Ik liet mijn broek tot op mijn knieën zakken. Op handen en knieën hing ik over Agnes. Voorzichtig probeerde ik hem er bij haar in te hangen.

‘Wat doe je, Jos?’

‘Ik ga hem  …’

‘Neen, Jos, beter nog van niet.’

‘Okee dan.’ Ik draai van Agnes af en krijg van haar een knuffel.

'Je bent een schat, Jos'.



zaterdag 29 maart 2025

NACHTWACHT.

Gisteravond zag ik de laatste voorstelling van de negen die ik voor de maand maart  had besteld bij het Theater Rotterdam. Een lijvig stuk. Van  zeven uur tot half elf.  Het was ‘Nachtwacht’ een schitterende voorstelling. Het was een mix van spel, dans, livemuziek en rauwe emotie. Ik werd meegesleurd in een zware storm, waarin een familie zich bevindt. Het is een verhaal over ouder worden, sterven en de poging om los te breken uit de ons toebedeelde levenspatronen.

Het spel sleurde me mee van de avond in de nacht in een bedwelmende sfeer. Steeds zwakker wordt een hartslag, die even stokt, en dan weer aanzwelt tot een onstuitbare beat. Ik kon niet anders  dan mee bewegen met de rituele reis op het pad dat leidt tot het onbekende. Het oude vervaagt daar langzamerhand. Een uitbarsting, een uitbundige bevrijding, volgt. Dan wordt alles onthult door het eerste licht van een nieuwe dag.

De voorstelling is kritisch maar toont ook mededogen met het Nederlands zorgsysteem en de mensen die dag en nacht hun best doen om dat te geven, waar wij zelf vaak niet toe bereid zijn.

De hoofdrol wordt gespeeld door ster-acteur Jack Wouterse. Hij speelt een man in de laatste maanden van zijn leven. Door familie, geesten en echo’s uit het verleden wordt hij omringd.  Hij gaat zijn eigen gangetje. Vooral zijn kinderen hebben het moeilijk met de overgang naar een nieuwe tijd. Zij  zitten precies tussen doen wat er van ze verwacht wordt en hun drang naar het kiezen van hun eigen weg. Tussen het oude en het nieuwe dus

Enerzijds verwijst ‘Nachtwacht’ naar Rembrandts meesterwerk, met daarop de iconen van een voorbije tijd. Het werk laat tegelijk ook de geboorte van machtspatronen zien, die de personages vandaag nog proberen te verbreken.

Anderzijds verwijst ‘Nachtwacht’ vooral naar het waken rond het sterfbed van een autoritair familiehoofd. Ondanks alles wat er gebeurd is, komen alle leden van de familie samen voor een imposant afscheidsritueel. Daar kan ineens toch ruimte bestaan voor bevrijding. Aan het einde van de nacht is de kans om opnieuw te kiezen wie je bent.

Het hele ensemble was in bloedvorm. Jack Wouterse was steengoed. Maar dat is niks nieuws. Dat is hij altijd al. Helaas is hij veel te zwaar.  Voor mij was Sarah Janneh dè uitblinker bij de dames. Zij speelde de kleindochter van stamvader Jack. Acteren, dansen en zingen: als de beste! Ik vind het alleen jammer, dat ze zo walgelijk dik is.

vrijdag 28 maart 2025

NORMAAL GESPROKEN.

Normaal gesproken schrijf ik dit soort verhaaltjes laat in de middag of ’s avonds. Soms ook ‘s nachts. Maar vandaag zit ik om 's ochtends tien uur al voor mijn pc op het toetsenbord te rammen. Ik ben nog niet helemaal wakker want het wemelt in die paar zinnen al van de fouten. Gelukkig ziet de lezer daar niks van, want voordat ik dit stukje de wereld in stuur heb ik al die fouten er uit gefilterd.

Maar goed … . ik heb deze dag nog niet veel mee kunnen maken, laat staan iets interessants om over te schrijven.

Nou ja vooruit:… ik heb een beetje meel en water toegevoegd aan het zuurdesempapje, dat nodig is, om het zuurdesembrood dat ik wekelijks bak te laten rijzen. Maar dat is nu niet bepaald leesvoer waar de gemiddelde lezer op zit te wachten. Dat gaat denk ik voor àlles op wat er op zo’n ochtend als deze gebeurt. Dus je kan nog stoppen met lezen.

Zoals elke andere ochtend ga ik naar de sportschool. Als ik de kleedkamer binnenkom staat een clubje mannen, de een nog bloter dan de ander druk te lachen en te praten. Het klinkt een beetje nerveuzig. Ze maken zich klaar om het sportzweet van hun lijven af te spoelen. Als ik mijn handdoek uit mijn sporttas pak komt er een sporter de kleedkamer in, die kennelijk tot dat zelfde groepje behoort. Hij maakt met veel aplomb enkele lollig bedoelde opmerkingen, waar alleen hijzelf (luidkeels) om moet lachen.  Enigszins verongelijkt gaat hij zitten en trekt zijn korte sportbroekje en  –shirt uit.

Ik wens de heren in de kleedkamer nog een ‘fijne dag’. Voordat ik aan het eerste apparaat begin, moet ik een schoonmaakdoekje pakken en nat maken. Daarmee poets ik elk toestel dat ik bepoteld heb schoon.

Oké. Dan ga ik aan de slag en doe in één uur tijd mijn oefeningen aan tien apparaten. Meestal loopt dat uurtje uit tot vijf kwartier omdat het wel zo leuk is om zo af en toe met een mede-sporter een praatje te maken. Bijvoorbeeld met Elisabeth, Ria, Frans, Henk, Rob, Peter, Els, Ans en Ernie. Sociaal en sportief.

Vandaag sprak ik kort met een sporter, die (net als ik) tien jaar geleden al, in deze toen spicsplinter nieuwe sportschool, actief was. Hij is hier al die jaren blijven hangen. Ik brak na een jaar al mijn schouder, waardoor ik vele jaren niet kon sporten. Sinds ruim een half jaar kan ik weer lekker meedoen, onder het motto: ‘doe wat je kan’.

Poeh … dit doe ik in ieder geval nooit meer. Zo vroeg wat gaan zitten schrijven, dat ken echnie..      

donderdag 27 maart 2025

KAAPKWARTIER.

Met mijn vriend Ayoub was ik op een doodgewone donderdagmiddag als deze, in het Kaapkwartier. Vlak naast metrostation Rijnhaven. Eigenlijk is dat gewoon nog Katendrecht maar die naam schrikt veel mensen af. Het doet ze denken aan de hoerenwijk, die Katendrecht vroeger was. Maar vanmiddag had het hier allemaal niks met prostitutie te maken.

In het Bayhouse aldaar, een groot appartementen- woningen en winkelcomplex wordt in de nog leegstaande winkelruimte een expositie geopend  met werk van 180 Rotterdamse kunstenaars. Mijn vriend Ayoub is één van hen. Hij heeft hier een paar werken hangen: een fraaie compositie van  dinky-toys, een collage van knopen en een van knuffels. Héél origineel.  

De expositie wordt druk bezocht door (helaas) voornamelijk witte Rotterdammers. Ina Klaassen, de directeur van Boymans opent de tentoonstelling. Zij benadrukt in haar openingswoord het belang van vrije kunsten en creativiteit in een periode, waarin wereldwijd, door met name de ultra-rechtse regimes daar zwaar op bezuinigd wordt. Ze verwijst naar totalitaire staten waar uitsluitend kunstuitingen gedoogd worden die een nationalistisch en propagandistisch karakter hebben.

Onder de aanwezigen bevindt zich een in het Rotterdamse uitgaansleven bekende travestiet. Hij is vandaag zèèr pikant gekleed, in zijn knalrode ultrakorte minirokje over zijn zwarte netpanty. Hij is een kunstobject op zich. Zijn stem doet zijn  frivole verschijning echter verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Het is een verfrissende, vernieuwende en inspirerende expositie. Er is een veelheid aan stijlen te bewonderen. In elke expositieruimte, zijn de kunstenaars aanwezig om te vertellen over hun werk en vragen te beantwoorden.

De expositieruimte  ziet uit op het  Rotterdamse  strand in aanleg.  Jazeker, over een paar jaar kun je hier chillen op een gloednieuw stadsstrand. Het gedeeltelijk dempen van de Rijnhaven startte bijna twee jaar geleden en is onderdeel van de grote verandering in dit Rotterdamse gebied, tussen het Nieuwe Luxor en het metrostation Rijnhaven. Zo komen er dus dat strand en een nieuw park van 6,5 hectare in het water. Hierin drijven allerlei ‘dingen’, zoals restaurant Putaine, een kantoor en de tiny houses. Een tiny house  is een kleine woning met een gebruiksoppervlakte van maximaal 50 vierkante meter en heeft een maximale grondoppervlakte van 35 vierkante meter. Naast meer groen worden er ook zo’n 2.500 nieuwe woningen gebouwd. Over het percentage sociale woningbouw wordt nog gesteggeld. Ik vrees dat de nieuwe woningen onbetaalbaar zullen worden, als de politieke verhoudingen in ons land niet veranderen.

Ayoub moet al snel weer weg uit Kaapkwartier. Ik krijg dat ‘Kaapkwartier’ haast mijn bek niet uit. Ayoub moet zijn kinderen uit school halen aan de andere kant van de stad, waar wij wonen. Ik blijf hier nog even genieten. Ik kom nog een nichtje van me tegen. Leuk. Een kunstminnend typje.

De EXPO Kaapkwartier loopt van 27 t/m 30 maart in het BayHouse. De Fenix Food Factory biedt dagelijks van elf uur tot half zes gelegenheid tot contact met Rotterdamse schrijvers en dichters.

woensdag 26 maart 2025

SCREWDRIVER.

Ik had twintig sinaasappels en twintig citroenen gekocht. Heerlijk het sap van die vruchten. Van mijn buurvrouw kreeg ik in januari jl. een mechanische citruspers. Ze at liever een niet uitgeperste sinaasappel. Het proeven en voelen van het vruchtvlees, de beet dàt vond zij juist verrukkelijk.

Sinds ik die pers heb, ben ik grote hoeveelheden uit gaan persen. Wekelijks leveren twee kilo sinaasappel en een kilo citroen respectievelijk twee en één liter sap op. Mmmmm! Één groot glas na het ontbijt en één groot glas, zo in de loop van de middag. In elk glas giet ik deciliter citroensap en vul dat aan met  sinaasappelsap. Ik drink tegenwoordig, vòòr het naar bed gaan, niets liever dan een screwdriver.

Doch, zoals aan alles, komt óók aan mijn citruspersje een eind. Het was maar een kwetsbaar persje en waarschijnlijk heb ik er in mijn enthousiasme veel te veel druk op gezet, om zo veel mogelijk  sap te krijgen. In de woorden van mijn buurvrouw had ik ‘dat citruspersje verziekt’.

Uitermate vervelend was, dat ik alle sinaasappelen, die geperst moesten worden, vooraf al had door gesneden. Tien sinaasappels, dus twintig halfjes zou ik gaan persen. Toen mijn persje het opgaf had ik al vijf helftjes geperst. Er lagen er dus nog vijftien te wachten op hun beurt. Gelukkig had ik nog een klein handpersje staan. Daar deed ik de vijftien halfjes  dan maar op … ik heb er nog pijn van aan mijn pols ...

Ik was inmiddels zo aan sapjes verslaafd geraakt dat ik snel moest zorgen voor een nieuwe mechanische pers. Het was even zoeken maar bij de Marskramer  zag ik een apparaat dat me wel wat leek. Het was een metalen Tefal-apparaat (dertig euro) met een soort plasgootje, waardoor al het geperste sap, gelijk  in een glas of in een kom kan druppelen. Ik had op de markt weer een grote hoeveelheid citrusvruchten ingeslagen. Vijftien sinaasappelen had ik doorgesneden om te persen. Dertig halfjes dus. Het liep geweldig. Het plasgootje gebruikte ik nu niet. Het sap ging gelijk in het reservoir onder de pers. Bij de twintigste halve sinaasappel aangekomen ging de machine langzamer draaien en bij de 25e sloegen bij mij de stoppen door. In de gebruiksaanwijzing las ik achteraf dat maximaal tien tot twaalf maal achter elkaar geperst had mogen worden. Ik had er al meer dan veertig op zitten. De pers zei verontwaardigd: ‘Bekijk het maar’. Hij was niet meer aan de praat te krijgen. Doorgebrand in zijn eerste persklus.

Bij de Marskramer deden godzijdank niet moeilijk. Ze namen het Tefalding  terug. Ik kocht een König, een betere hoop ik,  voor zeventig euro. Voordat ik hem ga gebruiken zal ik deze keer toch maar eerst de gebruiksaanwijzing even lezen.

Het is nu tijd voor een pittig screwdrivertje. Proost!

dinsdag 25 maart 2025

MIJN BUURVROUWEN TOP 5 (de top 2)

Op 2 Nathalie.

Nathalie zal ik eeuwig dankbaar zijn. Ik woonde nog hier nog maar net in de Rodaristraat of ik brak mijn schouder en beschadigde een zenuw. Ik moest geopereerd worden. Een dag later was ik alweer terug  in ons bejaardentehuis. Om de pijn te bestrijden moest ik de zware pijnstiller morfine slikken.

Die eerste nacht na de operatie moet ik (slapend!) mijn bed zijn uitgestapt. Ben ik in mijn pyjama, op mijn blote voeten, de flat uit gewandeld de regenachtige nacht in. Zo’n twintig minuten heb ik onder invloed van morfine geslaapwandeld.  

Een paar straten verder werd ik wakker. Het duurde even voor ik wist waar ik was. Ik woonde hier nog maar zo kort, drie weken pas. Op natte kousenvoeten ga ik terug naar mijn huis. Ik heb geen sleutels bij me, realiseer ik me. Heb ook geen idee van tijd. Bij mijn flat aangekomen bel ik aan bij Nathalie. Zij woont naast me. Ik heb wel eens een praatje met haar gemaakt op het balkon.

‘Hallo Nathalie, ik woon naast je. Ik ben mijn sleutels vergeten. Wil je alsjeblieft open doen’.

‘Weet je wel hoe laat het is,’ krijst zij.

‘Geen idee’ zeg ik.

‘Half vier!!’krijst ze weer maar ze doet vrijwel gelijk toch de deur voor me open.

Maar ….. ook van mijn eigen voordeur heb ik geen sleutel bij me. Nathalie (toen 70+) vindt het goed als ik midden in die nacht via haar balkon naar mijn eigen huis klauter. Met mijn net geopereerde schouder. Godzijdank ging het allemaal goed. Gelukkig was mijn balkondeur niet op slot.

Een eeuwig hoera voor Nathalie.        

 

Op 1 Linda,

 Zeer zeker van vandaag. Want vandaag  is ze jarig (82). Maar zeker ook omdat ze vanaf dag 1 dat ik hier woon mijn liefste buurvrouw is. Al tien jaar heeft ze mijn sleutelbos en al zeker tien keer heeft ze mijn deur moeten openen omdat ik mijn sleutelbos vergeten was. Als ik Linda niet had …. Elke ochtend klinkt vanaf de galerij een vrolijk ‘Hallo Jos’.  Ik ben niet altijd zo vroeg bezig in de keuken. Maar Linda weet gewoon dat ik ergens in huis aan het rommelen ben. In één oogopslag ziet ze namelijk  dat er op mijn aanrecht wat spulletjes bijgezet of verschoven zijn.  

Voor een schouderoperatie moest ik naar het ziekenhuis in Schiedam. Ik moest er om half zeven al zijn, ’s ochtends. De metro rijdt dan nog niet en op de fiets of lopen is ook geen optie. Linda stond er op om mij in alle vroegte met haar autootje naar Schiedam te brengen en me de volgende dag ook weer op te halen. 50 kilometer heen en weer; en dat twee keer. Geweldig!! Dat was het niet alléén: ze heeft een paar weken na die schouderoperatie de wond verzorgd. Zelf kon ik dat niet. Ik woon alleen. Linda was voor mij Trevvel en Wijkverpleging in één. Klasse. Een gouden buur!!

maandag 24 maart 2025

MIJN BUURVROUWEN TOP VIJF. (de nummers 5, 4 en 3)

Op 5 Tisa.

Tisa is mijn Surinaamse buurvrouw van een paar deuren verderop. Ze zit nu bij haar stokoude vader in Suriname en komt pas eind juni weer terug, dus ik kan alles over haar schrijven, want tegen die tijd ben jij toch alles al weer vergeten.

Toen ik hoorde dat zij al zeventig was, viel mijn mond open van verbazing. Ik dacht dat ze een jaar of veertig was. Maar dat is niet het belangrijkste. Als we elkaar op straat tegen komen babbelen we altijd even gezellig. Over haar schattige kleinkinderen, over diplomazwemmen en over haar vriend Desi Bouterse. Het allerleukste aan haar vind ik dat ze consequent strak voor zich uit blijft kijken als ze, over de galerij, langs mijn open keuken loopt. Nog nooit in die tien jaar dat ik hier woon heeft ze mijn keuken ingekeken en me gegroet. Fantastisch: zó consequent!

Op 4 Thea.

Ze is niet zo bekend. Begin 50 is ze en ze woont heel lang op de tweede. We zeggen elkaar al tien jaar lang vriendelijk gedag op het trappenhuis. We gaan allebei nooit met de lift. Sinds kort zit zij bij mij op de sportschool en leer ik haar beter kennen. Net als ik, schrijft zij ook. Alleen schrijft zij langere verhalen dan ik. Ik houd het op  400 woorden per verhaaltje, elke dag weer.

Thea werkt in de zorg. Je kan bij haar ook (1 op 1) terecht voor klankschalen-therapie. Op klankschalen maakt ze dan geluiden, die door je hele lijf vibreren en waar je heel relaxed van wordt. Bijzonder. Ze maakt ook bij mooi weer pittige ritjes op haar fietsje.  

Op 3 Wela.

Met Wela (ook begin 50) heb ik momenteel het meeste contact van alle buren. Wonderlijk is onze historie. Wela is de dochter van mijn buurjongen Cor in IJsselmonde. Ik woonde zo rond 1963 als tiener naast hem.

Mijn moeder en de vrouw van Cor, waren in 1970 tegelijk zwanger. Mijn moeder wilde graag een meisje en Cor z’n vrouw wilde graag een jongen. Als hun wens niet uit zou komen zouden ze de baby’s omwisselen. Hun wens kwam niet uit. Cor zijn vrouw beviel van een meisje, onze buurvrouw Wela. Mijn moeder baarde toen weliswaar een jongen maar de ruil ging niet door omdat mijn broertje  Marco een mongooltje bleek te zijn.

Dezer dagen koken we zo af en toe eens voor elkaar. Doen we een bakkie. Gaan we naar de bios. Zij is mijn buurvrouw en een vriendin.

Morgen mijn top 2

zondag 23 maart 2025

ONGELEGITIMEERD.

Ik gebruik nooit een winkelwagentje bij de Jumbo. Ik stop alles wat ik wil kopen in een grote rooie Dirck-tas. Eerst de spullen scannen, dan gaan ze m'n tas in. Ik reken af bij de scankassa, waar ik heel vaak word gecontroleerd. Met een steekproef van zes artikelen meestal.

Afgelopen zaterdagochtend  22 maart 2025. Mijn Dirck-tas zit vol en alles is afgerekend bij de scankassa van Jumbo Lage Land in Rotterdam. Geen controle van een Jumbo-medewerkster in haar zwarte bedrijfskleding deze keer.

Tot mijn schrik word ik nu, net buiten de winkelpoortjes, tegengehouden door een man in burger, die mijn kassabon en mijn volle Dirck-tas opeist.  ‘Controle’, zegt hij. Dat weiger ik. En hij herhaalt vervolgens wel tien keer wat hij van me wil: mijn kassabon en mijn tas. Ik blijf weigeren. Op een gegeven moment denk ik, als je die bon zo graag wil, dan raap je hem maar op. Ik verfrommel hem en ik  gooi die achter me op de grond.  Hij raapt hem op. Nu wil die nog steeds mijn Dirck-tas. Ik denk er niet aan! Hij dreigt met politie.

’Laat maar komen,’ zeg ik, ‘en trouwens, laat me je legitimatiebewijs maar  eens zien!’ Dat heeft hij niet. ‘Dan mag je me helemaal niet controleren’. Plots komt een persoon snel aangehuppeld. Die laat mij zijn legitimatiebewijs zien. Maar die controleert mij niet.

De ongelegitimeerde  man dreigt wederom met politie. ‘Alles is opgenomen, meneer. Ook dat u me net een duw gegeven heeft. Dat wordt een flinke boete.’ Nòg een extra dreigement voegt de man er aan toe: een permanent winkelverbod.

Met loeiende sirenes arriveert de politie. De naar ik aanneem bevoegde politieman geef ik mijn tas. De ongelegitimeerde man controleert onder toezicht van de politieagent mijn kassabon en mijn Dirck-tas controleren. Geen probleem. Alles is in orde.

De (onbevoegde) man mompelt, dat hij me geen winkelverbod zal opleggen.

Heel vernederend dit alles. Ik ga er werk van maken.   


zaterdag 22 maart 2025

EEN FRANSE LACHFILM.

Elly en ik zien en groeten elkaar regelmatig in het trappenhuis.  Nooit in de lift. Ook lopen we een enkele samen van het metrostation naar huis. We hebben het dan over koetjes en kalfjes:  over het weer (nu eens zus, dan weer zo), hoe lang we al in ons bejaarden huis wonen (zij 15 jaar, ik 10 jaar), waar we werken (zij: Aafje, ik: Corridor), hoe oud we zijn (zij: over de vijftig; ik ook) en over onze hobby’s (zij: fietsen, ik: ook en film kijken). 

Elly en ik leren elkaar beter kennen sinds ze begin dit jaar lid is geworden van Optisport. We trainen vaak op de zelfde tijd. Zo af en toe blijven we bij een apparaat hangen en babbelen wat. 

Ik vond het leuk om te horen dat Elly een sprookje geschreven had. Iemand is bezig het te illustreren. Het sprookje is al lang af maar ze heeft geen haast met publiceren.

‘Ik schrijf ook’, zei ik, ‘elke dag een verhaaltje’. Haar ogen gingen glimmen toen ik dat zei. Ze buigt zich meer naar me toe, om alles wat ik er over zeg, goed te horen. ‘Wat ik schrijf is een combinatie van fictie en dagboek. Elke dag een nieuw stukje zet ik op mijn blog’.

Ze reageerde niet erg enthousiast op wat ik haar vertelde over de Bob Dylanfilm ‘A complete unknown’ . Bob is een idool van mij. Elly kent hem wel maar ze is geen fan. Ze is van een jongere generatie. Toch verleidde een vriendin van haar om die film samen te gaan zien. Dat ze het beiden niet droog konden houden, vond ik leuk om te horen.

‘Kom vanmiddag ook kijken, Jos! Lachfilm in het buurthuis:  ’Un P'tit Truc en Plus’. Elly’s broer vond hem hartstikke leuk.  Okee, ik houd helemaal niet van lachfilms en al zeker niet van Franse lachfilms. Ik doe Elly een lol en ga kijken. Wat krijg ik te zien: twee criminelen op de vlucht, die zich verschuilen in een bus met vakantievierende mongolen. Halverwege de film stap ik op. Kotsmisselijk inmiddels … Elly trouwens ook … ook zij vond het een kutfilm, vuilnis, met een te hoog poep en pies gehalte en een belediging voor mongolen.

‘Sorry hoor Jos, maar mijn broer ….’

vrijdag 21 maart 2025

VREEMD (reprise)

 Irene houdt het nu ook met Lucas. Een blonde vetkuif met zonnebril, net grijs pak, streepjesoverhemd en stropdas. Irene is psychotherapeute. Altijd: truitje, vestje, spijkerbroek. Nooit: beha. Hij mag alleen bij haar slapen als hij zijn eigen hoofdkussen meeneemt. Dat kussen moet zijn hoofdvocht opvangen. Irene is een pot en polygaam. Maar vreemd gaan met een kerel … oh nee! Haar vriendin Bettie kan dat niet hebben, omdat ze nu op de bank moet slapen. Irene is dolverliefd op Lucas. Dat straalt helemaal van haar af.

Ze mokt niet. Wordt alleen stilletjes. Ze is een huiselijk typetje. Irene hield haar vanmorgen lekker vast: ’Je denkt toch niet, dat ik niet meer van jou houd, meissie? Jij bent en blijft mijn nummer één’. Lucas loopt al de hele ochtend in huis rond te lummelen. Irene is werken.

 ’Zoek je wat, Lucas?’ Hij heeft alle laadjes in de keuken opengetrokken.

‘Thee, brood, beleg.’ Ze pakt het voor hem. Maar niet van harte.

‘Klote voor je.’

’Zeg dat wel, ja. Die bank is veel te hard. Heb vannacht geen oog dicht gedaan. Nooit gedacht dat me dit zou overkomen. We hadden het net zo góéd samen en nu tel ik ineens niet meer mee. Jullie slapen bij elkaar, ik lig op de bank.  Ik voel me weggezet’.

‘Kan me voorstellen, Bettie.’

‘Je wéét toch van Irene en mij?! Waarom pap je dan met haar aan?’

‘Ik wist het, ja. Maar Irene dacht dat jij het niet erg zou vinden …

‘Hoe lang duurt nou dit al?

‘Een halfjaartje. ’t Klikt meteen.  Allebei vlinders in de buik. We vrijen in haar praktijk. Later komt ze bij me thuis. Weet je, Bettie, drie jaar geleden kreeg ik een hersenbloeding.  Komt nooit meer goed. Vijfentachtig procent afgekeurd. En … tsja, dat bakje om mijn nek, is om het vocht op te vangen, dat bij vlagen uit mijn hoofd loopt. Zonder bakje wordt mijn shirt kledder.

‘Als Irene een uurtje vrij is’, zegt Lucas, ‘wipt zij langs en dan zitten we  niet alleen handje pepermuntje naast elkaar op de bank. Ik vind Irene een prachtvrouw. Echt mooi is ze wel niet. Maar dat maakt niet uit. Ze straalt warmte en zorgzaamheid uit.’

‘Irene, verliefd op een vent! Dat kán toch niet?! Ze moest nooit wat van kerels hebben.’

‘Ja, Bettie, ik weet het. Zó vreemd, die vlinders in haar buik. Zeker door iemand als ik. Irene ziet misschien wel te veel in me.’

donderdag 20 maart 2025

PA.

Als ik dit schrijf is het 19 maart 2025. Vierennegentig jaar geleden werd mijn pa, Hermanus Mastwijk geboren in Tjimahi, een legerplaats in de buurt van het toenmalige Batavia, de hoofdstad van Nederlands Indië. Hij was de jongste zoon van KNIL- militair Jan Mastwijk en de huisvrouw Marie Mastwijk – Bezemer. Hij had twee broers Gerard en Jan en twee zussen Mien en Riet. Toen hij negen jaar was brak de Tweede Wereldoorlog uit. In Nederlands Indië was de belangrijkste vijand Japan. Al in het eerste jaar van de oorlog capituleerde Nederland. Mijn vader kwam toen in een concentratiekamp terecht. Omdat hij toen negen jaar oud was werd hij in het vrouwenkamp gestopt. Op dat moment had hij drie jaar lager school gehad. Verder zou hij in zijn leven, hij werd achtenzeventig, ook niet komen. In 1949 keerde het gezin Mastwijk terug naar Nederland. In Rotterdam werd tamelijk snel een woning gevonden in de wijk Oud-Mathenesse. Zijn ouders, mijn opa en oma, hebben hun best gedaan om mijn pa meer te laten leren maar hij geneerde zich er voor om als achttienjarige tussen de  tien-jarigen in de schoolbanken te gaan zitten. Van onderwijs voor volwassenen was toentertijd nog geen sprake. Hij ontmoette in 1949 Amanda Maria van den Oever . Hij moest met haar trouwen want kort na hun eerste ontmoeting bleek Amanda zwanger te zijn. Ik werd geboren in juli 1950. Drie jaar lang woonde het gezin van mijn ouders in, bij opa en oma van papa in Oud Mathenesse.

In 1953 kregen mijn ouders een huurwoning in Spangen. In de van Lennepstraat. Vlak om de hoek bij Sparta. Daar kreeg ik een geestelijk gestoord, en inmiddels overleden broertje, Martin, en drie zussen Lidy,  Manda en Anneke. Wij werden voornamelijk opgevoed door mijn moeder. Eerst, omdat  mijn vader werkte op een cruiseschip, waar hij de afwas moest doen. Later had hij, gezien zijn gebrek aan doorzettingsvermogen en aanleg, de rotste baantjes: schoolmelk bezorgen, lijsten maken, behangen, veren trekken, rollen beschuit inpakken, hulpbadmeester, tramrails schoonmaken, helpen in de keuken enz. Hij verdiende daar twee keer niks mee. Geld was er in huize Mastwijk nooit genoeg. Maar Herman deed altijd zijn stinkende best om zo veel mogelijk voor zijn steeds groter wordende gezin te verdienen. Onder andere door veel overuren te maken. Hij was meer aan het wèrk dan dat hij opvoedde.

In 1963 verhuisde het gezin, met vijf kinderen naar een vijfkamerwoning in Hordijkerveld, een nieuwbouwwijk in Rotterdam-IJsselmonde. In de periode 1963 t/m 1970 voltooide mijn vader zijn levenswerk. Hij produceerde met de super-enthousiaste medewerking van mijn moeder (die dol was op jonge kinderen), nog eens vijf jongens: Herman jr, Ron, John, Ed en de jongste Marco (inmiddels 54 jaar, een mongooltje).  Hermans totaal komt daarmee op tien te staan.

Proficiat Herman!    

woensdag 19 maart 2025

BEN JE BANG?

Ik vertoef de laatste dagen nogal eens in het theater. Dat komt omdat ik een de Toneelkaart 2025 van het Theater Rotterdam heb aangeschaft. Daarmee kan ik heel voordelig negen toneelvoorstellingen in de maand maart bezoeken. Gisteravond zag ik de show van Saman Amini (zeg maar Sam) een theatermaker en muzikant met Iranese roots en een langdurig AZC-verleden.

Opgewekt en nieuwsgierig toog ik naar het theater. Lekker makkelijk met de metro want ik had moeie benen. Ik had overdag al ruim drie uur gefietst. Een kwartier voor aanvang was ik er. Gelijk naar het toilet om mijn muts af te zetten en mijn haar te fatsoeneren. Ja, zo ijdel ben ik dus ook wel weer. Maar goed, mijn haar zit pico bello, als ik in een wandelgang een stem hoor waar ik kippenvel van krijg. Ik heb de persoon van wie die stem is nog niet gezien maar ik weet dondersgoed wiens stem het is. Het is de stem van Jean-Jacques. Maar waar is tie dan?

O ja, daar bij de garderobe staat hij zich op te winden met zijn vette kop, zijn uitgezakte lijf en zijn irritante slissende spraakgebrek. Hij moet zijn jas daar kwijt maar het is druk. Iedereen wil zijn jas kwijt. En er zijn voorpiepers die Jean-Jacques razend maken. Voor mij géén voorpiepen. Ik houd mijn jas tussen mijn benen straks.

Zo vlug als ik kan verwijder ik me van die garderobe. Ik hoop dat hij me niet gezien heeft. Ga in een hoekje achteraf zitten. Het is nog een paar minuten voor de zaal open gaat. 

De zaal is al zowat vol als ik naar binnen loop. Ik heb een stoel op rij één. Jean-Jacques zou me nu kunnen zien, maar ik hoor geen: ‘Hé Jos!’ roepen. Godzijdank.

De artiest, Sam, stelt me in zijn voorstelling de vraag of ik bang voor hem ben. ‘Ja, een beetje’ antwoord ik. Op dat moment had Jean-Zak in de zaal mijn stem kunnen herkennen, want wij hebben jaren lang met elkaar te maken gehad. Als tieners, familie, als buren, als voetballers. We hadden het af en toe best leuk met elkaar, maar hoe ouder we werden hoe geringer die momenten werden en hoe meer we elkaar gingen vermijden. Met de jaren werd Jean-Zak steeds zuurder, denigrerender, sarcastischer.

Ik ben er overigens bijna zeker van dat hij mij gisteravond gezien heeft en dat ook hij geen zin had in contact.

Ook na de voorstelling ging het prima. Even plassen en wegwezen. Geen Jan-Zak meer gehoord. 

Nog even een Rotterdampas-ijsje gekocht bij Capri met drie bolletjes. Voor dat ene bolletje extra betaalde ik 2,10 euro.

Ja, maar hoe was die voorstelling van die Sam nou?

‘Zwaar klote!’   

dinsdag 18 maart 2025

BLOED AAN DE PAAL.

Ik was zondagmiddag bij Freek de Jonge, de man met de jampotglazen in zijn bril. In het Isala theater in Capelle aan den IJssel. Geweldig optreden. De spirit van die man. Ruim tachtig is hij inmiddels. Het gemak waarmee hij nog steeds een volle zaal weet te boeien met zijn mix van traditioneel cabaret, liedjes, engagement en kolderieke conferences.

Ik heb hem gezien in de zeventiger jaren, toen hij startte met Bram Vermeulen. Neerlands Hoop in Bange Dagen noemden ze zich. Een dynamisch duo. Met een  komische stijl, veel chaos en terzijdes Sensationele nieuwkomers in de cabaretwereld.

Wim Kan was er, Wim Sonneveld, Toon Hermans. Dat waren Neerlands drie grote cabaretiers.Ik genoot destijds volop van hen. Zeker bij Toon Hermans was het lachen, gieren, brullen.

 Maar wat Bram en Freek neerzetten daar waren velen van mijn generatie laaiend enthousiast over. Het was niet alleen leuk. Ze maakten geëngageerd cabaret over het opgroeien en de jeugdcultuur in de jaren zestig en zeventig en over de politiek.

In 1978 had het Nederlands elftal zich geplaatst voor het WK-voetbal in Argentinië. Dat land was een dictatuur. De Argentijnen werden zwaar onderdrukt door dictator Videla. Tegenstanders van zijn regiem werden boven de oceaan het vliegtuig uit gegooid.  Met de actie ‘Bloed aan de Paal’ probeerde Neerlands Hoop  te bereiken dat Nederland niet zou meedoen aan dat WK. Het Nederlands elftal ging toch en werd nog tweede.

Freek begon zijn optreden zondag met een vraag aan het publiek: ‘Wie heeft er in november 2023 op de PVV gestemd?’ Er steekt er één een vinger op.

‘Zo weinig maar?’, vroeg Freek, ’heel raar, want volgens de CBS-cijfers heeft 25% van de Capellenaren op Wilders gestemd. Je zult wel heel bij zijn met Sloofs kleuterklasje-kabinet. Blij met die AZC-heks Faber. Blij met Duitsland dat in hoog tempo terugmarcheert naar NSB-tijden en blij met die malloot Trump, die de wereld in een paar weken tijd helemaal rechtsom doldraait’.

Freek pakt nog steeds de actualiteit er bij. Hij móét die met zijn publiek delen. Vannacht is in Valkenburg de Wilhelminatoren ingestort en begon de afgrijselijke brand in een disco in Noord Macedonië met 59 jonge slachtoffers. Dit was zo direct om te lachen maar in zijn geheel genomen wordt dit een optreden met veel lachmomenten.

Ga hem zien: Freek de Jonge in  ‘Zeeuwse Jaren’.

 

Voor de liefhebber: een ‘Bloed aan de Paal’- coupletje:

 

"We gaan naar Argentinië, waar dagelijks wordt gemoord

Maar daar is nu eventjes geen tijd voor zojuist heeft Rep gescoord

Zonder Cruijff in de finale, wie had dat verwacht

En op de eretribune zitten Wiegel en Van Agt"

maandag 17 maart 2025

BERLIJN, HOE NU??

Kort geleden schreef ik over mijn vakantiereisjes. In mei naar Berlijn in augustus naar Schotland. Weet je nog? Tot mijn grote verdriet kreeg ik van de vriendin met wie ik een paar dagen naar Berlijn zou gaan te horen dat ze toch niet gaat. Jammer. Ze had zelf al zo veel energie gestoken in het Berlijn-reisje: de reis, excursies, accommodaties, tweepersoonskamer met twee eenpersoons bedden en ga zo maar door. Allemaal nog niet geregeld maar toch informatie over vergaard. En dat alles voor Jan met de korte achternaam. Achteraf. Toch?

En waarom dan wel? Die vriendin heeft een dochter in Zweden.  Ze gaat dit jaar nog twee keer bij haar dochter op bezoek. In mei en waarschijnlijk met de Kerst.  Dat is op zich al prijzig genoeg. En dan liggen er ook nog eens een stel onbetaalde rekeningen. Dus: alles bij elkaar kan Bruintje die Berlijn-reis (toch gauw 4 à 500 euro)niet trekken. Haar kind blijft, hoe dan ook, haar nummer één!

Maar … ik vermoed nu, dat er iets anders meespeelt. De vriendin is teruggeschrokken voor de Berlijn-trip, na het lezen van mijn stukje ‘Vakanties’  èn ze ziet op tegen de reactie van haar omgeving.

Dus, ja, nu moet ik een nieuw Berlijn-maatje zien te vinden. Zoveel keus is er niet. Want wie wil er nu met deze oude vrijgezel in een tweepersoonskamer gaan liggen. Zelfs als de bedden een end uit elkaar staan? Ik kan het vragen aan mijn vrienden Yusuf en Munir, die heb ik Nederlandse les gegeven. Ik weet zeker dat ze met me mee willen maar dan ieder in eigen kamer. Dat wordt me te duur en dat zit bovendien ook  helemaal niet in hun cultuur, dat vrije. Ja … , oké …, als ik Harm vraag, dan zegt ie gelijk ‘ja!’. Daar zit ik nou ook weer niet op te wachten. Neen!

Bij Liesbeth, Bettina of Isabel zou ik een visje kunnen uitgooien. Bettina is te preuts maar Isabel durft het wel met me aan, denk ik. Zij vertrouwt me wel. Als de bedden maar uit elkaar staan. Tot Liesbeth voel ik me zodanig aangetrokken, dat ik in die tweepersoonskamer de bedden lekker tegen elkaar aan laat staan.

Ga ik in eerste instantie Liesbeth polsen.

zondag 16 maart 2025

LOF DER ZOTHEID.

Bea, een vriendin en ik, hebben lekker keketen met social deal korting bij Happy Italy.  Een tientje p.p. voor een tweegangen diner. Nadeel bij de social deal van Happy Italy is dat je eerst moet betalen en dan pas de etenstijd kan reserveren. Zo kon het gebeuren dat we zaterdagmiddag al om half vijf (later kon niet)moesten gaan zitten eten, terwijl om kwart over acht die avond de theatervoorstelling begon. Om half zes waren we klaar met eten, dus moesten we nog ruim tweeëneenhalf uur sightseeing Rotterdam doen. Markthal, Koopgoot, Bijenkorf. Rotterdampas ijsje.  Bijna nog een kek zwart colbertje met een wit streepje gekocht bij de tweedehandskledingzaak van het Leger des Heils op de Korte Hoogstraat. Was mijn maat niet, helaas.

Aan het eind van de wandeling wachtte dus het Theater. We hebben kaartjes voor Erasmus’ Lof der Zotheid van de theatergroep Veenfabriek. Uitverkochte zaal.

We zien drie actrices die samen één godin vormen. Ze zingen, dansen en spelen vaak sprankelend. In een ruimte die beheerst wordt door veertig radiotoestellen maken ze muziek. De stem is te horen van Mark Rutte die ons uitlegt dat we niet genoeg voorbereid zijn op oorlog voeren.

Is Rutte de naïeve zot? Wat is zijn politieke erfenis in Nederland? Wat is nú zijn werkomgeving?  Lof der Zotheid gaat lichtjes langs de zotheid in de wereld van nu.

Het stuk neemt de twijfel die Erasmus had over, wat de grote vragen van zijn tijd betreft. Met o.a.de tegenpolen Hervorming en – Rooms-Katholiek. Erasmus koos nooit.

Voor de drie-in-een godin geldt dat ook. Ze staan voor de eeuwige twijfel die ook velen van ons voelen. Was de oude wereld verkeerd? Is het nieuwe veelbelovend? Kunnen we keuzes vermijden? Wordt (niet) kiezen afgestraft? Dat wordt in dit stuk niet boos of somber uitgebeeld, in tegendeel. De drie actrices spelen vrolijk. De drie muzikanten  zien er soms uit als droevige clowns. Hun commentaar lijkt nogal op wat ook wij allemaal af en toe mompelen over degenen die ons leven bepalen.

De beschouwing over ‘de optimistische doemdenker’ , die wanhopig blijft hopen dat zijn voorspellingen uitkomen is sterk. Hij krijgt alsnog gelijk krijgt. Het wordt een gezellige chaos.

Bea en ik hebben genoten. Zij was er moe van en voldaan. Ik voelde me een beetje speedy.Die drie eenheid, die godin,  is een kostelijke vonds.


 Aangezien de drankjes in bios en theater tegenwoordig schandalig duur zijn, (circa vier euro) kopen we geen die niet meer. We lessen onze dorst door water te slurpen uit het kraantje van het wasbakje in de toilet. Ook nat, koel en zot.

 

zaterdag 15 maart 2025

MWWAHHH.

 

Gisteren viel pas na vele jaren het  kwartje.  Ik bedacht me waarom een noodzakelijke goeie klik gedurende het huwelijk tussen mij en mijn ex, in al die jaren (45) dat we samen waren, uitbleef.

Ze is slimmer dan ik. En nu in 2025 bedenk ik me pas dat dat een geslaagd huwelijk in de weg heeft gestaan. Een slimmere man, dan ik, zou haar meer uitgedaagd, geïnspireerd hebben.

Ze heeft een betere opleiding dan ik. In ons gezin had ze de betere banen en verdiende ze ook het meest. Ze is sociaal vaardiger, creatiever. Daar was ik trots op, op zo’n echtgenote. 

Zij is in onze huwelijksjaren goed voor me geweest. Ze heeft het me ook nooit  laten merken dat ze zich meer  voelde dan ik, als ze dat sowieso al voelde! Nooit! Ze wilde ook kinderen met mij. Daar ben ik ook trots op. Zij weet zelf waarom ze mij als goede vader van haar zonen zag. Daar hebben we het nooit over gehad.

Na 43 jaar huwelijk, met twee zonen, een van toen 33 en een van toen 35, ging ze tegenover me op de bank in de woonkamer zitten en kwam ze uit de kast: ‘Ik waardeer heus dat je bent wie je bent. Dat je elk jaar weer samen onze ontmoetingsdag wil vieren, waardeer ik ook echt. Maar …  gelukkig ben ik niet.’.

Gisteravond was ik met m’n ex en zonen bij de cabaretier Yunus, een stand up comedian. Yunus betrok mij bij zijn show. Hij vroeg mij hoe oud ik was, of ik getrouwd was en met wie … en nog meer vragen. Ik beantwoordde alles naar waarheid:

‘Ik ben 74. Getrouwd geweest met de 76 jarige vrouw, die hier naast me zit. Samen hebben we twee zonen, die hier naast ons zitten. De jongste maakt leuke muziek, de oudste was een redelijke voetballer. Tien jaar geleden zijn we gescheiden. Negen jaar hebben we elkaar nadien niet gezien. Sinds een jaar zien we elkaar weer wel zo af en toe.

‘Vind je dat leuk’ vraagt de cabaretier me.

‘Ja, daar ben ik blij mee!’ zeg ik enthousiast.

‘En u?’ vraagt Yunus beleefd aan m’n ex.

‘Mwwahhh’, antwoordde ze. Dat klonk nou niet bepaald lekker. Maar goed … op zich is ‘mwwahhh’ een veel beter antwoord dan: ‘Ik, niet zo!’

Toch?!

  

vrijdag 14 maart 2025

HET IS DE TOON ...

Bot, lomp, agressief, assertief, directief. Ik wil van iemand iets gedaan krijgen of aan iemand iets duidelijk maken. Het pakken van de juiste toon lukt me niet altijd. 

Mijn jongste zus heb ik al jaren niet gezien. Zij mij ook niet. In Spijkenisse woont ze. ‘Zo lang je daar woont,’ zei ik, al weer jaren geleden, ‘zal je me daar niet zien. Ik wil nog niet in Spijkenisse begraven worden’. Dat heeft ze opgevat als een persoonlijke belediging. Weet ik nog niet zo lang. Een paar weken terug stuurde ik haar een zoet getint mailtje: ‘Ik wil je heel graag weer eens zien, zus. Ik kom gewoon naar Spijkenisse. Zeg maar wanneer’. Tot op heden reageerde ze niet.

Een vriendelijk contact ontlook met een buurvrouw. Ik hielp haar aan een tafeltje, dat ze hard nodig had. Ik kreeg een door haar zelf gemaakt schilderij. Best mooi. Ik nodigde haar uit bij mij een bakkie te komen doen. Allemaal leuk en aardig. Totdat ik op facebook zag zij sympathiseerde met Wilders en zijn PVV. Abrupt was elk vriendschappelijk gevoel voor haar uit mijn lijf verdwenen. Afkeer van haar borrelde bij me op. Ik stapte direct op haar af om de koffie-afspraak te cancelen. Ze kreeg haar eigen schilderij weer van me terug. Dat moest ik absoluut niet aan mijn muur hebben hangen. Op een bijna verontschuldigende toon zei ik haar, dat ik met iemand met haar politieke sympathie niet voor mijn plezier om kan gaan, sorry. Ze was overdonderd. Ruim anderhalf jaar geleden speelde deze scene zich af. Elk contact wordt sindsdien gemeden.

Ik sta vlak voor haar in de lift. Tineke, een leuke, sportieve buurvrouw. Zó dichtbij kwam ik niet eens zo vaak bij mijn geliefde. Face to face staan we nu. Met een lief stemmetje stel ik haar de foute vraag:

‘Rook je, Tineke?’    

‘Neen, hoezo?’

‘Je hebt zoveel rimpels in je gezicht. Komt nogal veel voor bij rokende mensen’.

‘ Nou, ik rook dus niet! Ik wordt ouder. Dus komen er steeds meer rimpels'.

‘Oh ... ja’

Kort na de begrafenis van haar man Piet, vertelde Tineke me dat hij laaiend geweest was op mij, vanwege die rimpels in de lift. Tineke kon hem er ter nauwernood van weerhouden mij af te maken.

C’est le ton qui fait la musique …. maar niet altijd.    

donderdag 13 maart 2025

GEEN PROBLEEM.

Geen probleem.

Ik ben een kwartier te vroeg bij de kappersuniversiteit. De student achter de receptiebalie vraagt me waarvoor ik kom. Dat lijkt me op zich niet zo moeilijk te raden. Voor haar staat een oude man met lange grijze haren, die ook nog eens alle kanten op staan.

‘Ik heb een afspraak om half twee voor een knipbeurt. Ik ben dus wat te vroeg’.

‘Geen probleem’, antwoordt ze adequaat. Dat blijkt wel, want ik hoef maar vijf minuten in de wacht te staan of een van de professoren haalt mij op en brengt mij naar de student die mij gaat knippen. Het is klein mannetje hooguit 1.65 m en net als alle andere studenten geheel gekleed in het zwart.

‘Luc,’ zegt hij. Hij kijkt mij nauwelijks aan. Misschien schrijf je wel ‘Luuk’. Maakt niet uit.

‘Ik ben Jos’.

Hij wil weten wat ik vandaag wil.

Ik wil er een centimeter af laten halen. Luuk schrijft dat op. Hij staat schuin achter me. Ik kan hem net niet zien in de spiegel.

Hij wil ook weten of ik een verzorgende of een gewone shampo wil.

Luuk mag pas beginnen als de professor daar goedkeuring aan geeft. De professor, herhaalt nog eens wat ik al tegen Luuk heb gezegd en … dat het mij 17,50 euro  gaat kosten.

Zoooo, dus dat verzorgende shampootje kost 2,50 euro, want de standaardprijs  voor een universitaire knipbeurt is immers 15 euro. Nou ja, ‘t Is nu al besteld. Maakt niet uit.

Luuk nodigt mij, heel bescheiden, uit om achter hem aan te lopen naar de haarwasbakken. In eerste instantie is het water wat koud en voordat ik dat tegen Luuk zeg fluistert hij bijna: ‘Is het zo warm genoeg voor u?’’

Heel zachtaardig wast hij mijn haar. Hij dept het ook weer droog. ’Komt u maar met me mee naar de kappersstoel’.

Luuk sorteert dan uit zijn gereedschapskoffertje de scharen en kammen, die hij denkt nodig te hebben. Al kammend en knippend stuit hij op nogal wat klitten in mijn haar. Telkens als hij met zo’n klit bezig is voel ik het trekken op mijn kop.

‘Ik maak het je nogal moeilijk zo, hè Luuk?

Het is echter ‘geen probleem’, voor hem.

Het resultaat is goed. De professor vraagt me net iets te vaak of ik tevreden ben en scheert dan nog snel wat nekhaartjes bij me weg.

Luuk begeleidt me naar de kassa. Ik reken af.

‘Goed gedaan!’ zeg ik nog.

‘Geen probleem’, zegt Luuk.

‘Geen probleem???? Geen probleem???? Waarom niet gewoon: ‘Dank u wel!’.


woensdag 12 maart 2025

MIJN OP EEN NA OUDSTE ZUS.

 Manda was vandaag op bezoek. Mijn op een na oudste zus. 72 wordt ze alweer. Ze woont dicht bij mij in de buurt maar we zien of spreken elkaar zelden. Wel leest ze mijn stukjes trouw. We kunnen het tegenwoordig goed met elkaar vinden. Toen we nog heel jong waren, was het niet altijd koek en ei tussen ons. Wat herinneringen komen boven.

Ik heb haar wel eens van de Kralingse Plas naar huis (in Spangen) laten lopen. Zeven kilometer. ’t Was zeker twee uur lopen en heel warm.  We waren nog heel jong. Zij zeven. Ik tien. Haar grote broer.  Het geld dat onze moeder voor de tram had meegegeven was ik op het strandje kwijt geraakt. Pas toen we, helemaal kapot, uitgedroogd en hongerig, thuis waren vond ik het tramgeld in een zijzakje van mijn korte broek.    

Woedend reageerde ze als ik haar corrigeerde op haar taalgebruik: ‘Kijk naar je eigen!’ zei ze bijvoorbeeld. Dan zei ik: ’Nee, dat zeg je niet zo Manda. Het is: ‘Kijk naar jezelf!’. Als reactie daar op kreeg ik een suikerpot naar mijn kop. Net mis!

Als tiener bewonderde ze me wanneer ik in mijn kleine slaapkamer Stones-muziek draaide, posters ophing, wierook brandde en waxine lichtjes aanstak. Sfeer kwam ze dan af en toe bij me proeven.

Manda was met mijn gezin mee op vakantie naar een stacaravan op Texel. Mijn oudste zoontje  Freek  was toen peuter. 1981. Mooi weer toen. Veel bramen geplukt. Zo af en toe jogde ik. Moest daarmee stoppen. Een knieblessure. Van de arts daar kreeg ik pillen. Op de salontafel stonden op een gegeven moment een schaaltje bramen en het potje met mijn pillen. ‘Op!’ hoorden we Freek opeens zeggen. Het belletje ging bij ons nog niet meteen rinkelen. Freek had niet alleen het schaaltje bramen leeg gesnoept maar ook mijn potje met pillen. De dokter sloeg gelijk alarm: een dodelijke dosis. Hij bestelde een helicopter naar het ziekenhuis in Den Helder. Freeks maag moest onmiddellijk worden leeg gepompt. Manda past intussen op onze jongste zoon Ralf. Godzijdank  is alles op zijn pootjes terechtgekomen. Freek heeft het overleefd.

Voor mijn twee zonen, de kinderen van mij en mijn ex, is hun tante Manda een onvergetelijke overblijfmoeder geweest. Ze zorgde altijd voor een lekkere lunch in hun basisschoolperiode. Tot op de dag van vandaag, veertig jaar later, is Manda nog steeds hun meest geliefde tante.

Het leek haar goed, zei ze toen ze opstapte, dat we elkaar wat meer zouden zien. Leuk idee. Eens per maand? We zullen het zien.

dinsdag 11 maart 2025

SCHERMTIJD.

Hoeveel van mijn kostbare leven wil ik eigenlijk online doorbrengen? Van de jongere generaties wordt gezegd dat ze veel te veel tijd bezig zijn met  hun telefoon. Hoe jonger, hoe meer. Ik zie het dan van redelijk nabij aan mijn kleinzonen. Ik zie ze nooit zonder mobieltje. Als ik op visite kom, schenken ze me een paar tellen van hun aandacht. Daarna duiken ze weer in hun telefoon. Hun vader, mijn zoon,  sommeert ze wel om hun schermtijd te beperken maar ik heb de indruk dat hij een verloren wedstrijd speelt.

Ik ben van de generatie oude knarren en vind dat ik zelf al op veel schermtijd zit. Dagelijks besteed ik de meeste digitale tijd aan een verhaaltje als dit. Drie à vier uur. Verder check ik talloze malen per dag (meestal tevergeefs) mijn mail en app. Indien nodig beantwoord ik ze. Ik lees Teletekst Nieuws en Teletekst Voetbal. Beluister 4 uur (soms wel meer) Spotify en de podcast van Maarten van Rossum (bijna een kwartier). Mijn  smartphone ligt zo af en toe, als ik alleen thuis ben, luidruchtig op de salontafel te tetteren.

Ik heb hem ook vaak in mijn kontzak of in mijn binnenzak. Dan ben ik de enige die het geluid hoort met mijn oortjes in. Zo luister ik ook op straat, in de bios, op de fiets, in het openbaar vervoer. Ik zit dan niet achter een scherm maar ben wel online.

Hoeveel zal dat bij elkaar zijn? Bij benadering 12 à 13 uur per dag. Maar …. ik word die 13 uren niet digitaal opgeslokt. Terwijl ik dit stukje schrijf, de krant lees of de aardappelen schil, luister ik bijvoorbeeld naar Lady GaGa, die op Spotify haar mooie nieuwe cd MAYHEM ten gehore brengt of naar de podcast van Theo Maassen. En … meestal ben ik onderweg als ik mijn mail of app check en beantwoord.

Sinds 2008, de intrede van de smartphone, is  mijn gedrag veranderd en de generatiekloof lijkt breder dan ooit. De mensen op straat, in het openbaar vervoer … ik zie ze minder. Het mobiele verkeer gaat meestal voor. Dat wordt à la minute afgehandeld. Gaat ten koste van het sociaal contact.

Wanneer ik bezoek krijg, heb ik contact met mijn bezoek. We praten, eten, drinken. Online zitten we dan vrijwel nooit. We hebben het met elkaar hooguit over  de moderne worstelingen met het digitale tijdperk.   

De jongere generatie is liever bezig op de mobiel, met hun vele games, apps, geheime 2e telefoons, duistere online ‘challenges’.  Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen: hebben de oudjes het recht om te klagen, terwijl ze zelf ook diep in hun schermen verdwijnen?

maandag 10 maart 2025

VAKANTIES.

Ik ga dit jaar voor de verandering eens op vakantie naar een theaterfestival. Ik weet nog niet precies wanneer maar het is ergens in de zomer. Iedereen om me heen waarschuwt me om nooit meer te zeggen wanneer ik op vakantie ga en waar naar toe, omdat de kans dan groot is dat mijn woning door ongure elementen wordt leeg gehaald. Het zal waarschijnlijk begin augustus worden dat ik naar Edinburgh ga. Daar is dat Theaterfestival toevallig ook.  

De vliegreis en het verblijf heb ik vandaag geregeld. Toch maar vliegen. Vanaf Amsterdam. Dan ben ik er in anderhalf uur. Met de trein ben ik anderhalve dag onderweg. Nog even googlen wat ik nu met mijn vliegschaamte aan moet. Ik heb een mooi en betaalbaar plekkie geregeld in het centrum van Edinburgh. Ik bedoel, de plek is mooi omdat ie centraal in Edinburgh ligt. Alle theatertjes en andere evenementen-locaties liggen er in een straal van drie kilometer omheen.

Vier dagen Berlijn staat ook nog op mijn programma. In 1970 ben ik voor het eerst en tot nu toe voor het laatst in (Oost-)Berlijn geweest. Ik reisde toen met een Amerikaans reisgezelschap, dat scherp in de peiling gehouden werd door een Gestapo-bullebak aan de grensovergang van Oost- naar West-Berlijn. Ik had in mijn rugzak wat satirische Amerikaanse comics (stripverhalen), die ik tijdens een wandeling daar wilde uitdelen aan Oostduitsers. Maar voordat ik daar de kans toe kreeg had die bullebak de strips al uit mij rugzak gevist en bij het  oud-papier gegooid.

Berlijn is natuurlijk waanzinnig veranderd sinds in 1989 de muur tussen Oost en West werd gesloopt, en er één Berlijn, één Duitsland ontstond. Héél erg benieuwd ben ik. Ik hoor zulke enthousiaste verhalen van mensen die genoten hebben van de stad, haar cultuur, haar architectuur.    

Het is allemaal nog niet tot in de puntjes geregeld. Het zal waarschijnlijk mei of juni worden, Berlijn. Ik ga met een goede vriendin. Zij is al zo’n beetje begonnen uit te zoeken hoe we het gaan doen qua vervoer, verblijf en excursies. ‘t  Zal wel de bus van Bolderman ofzo worden. We nemen in ieder geval een tweepersoonskamer, ook al zijn we niet getrouwd en wonen we niet samen. We nemen een tweepersoonskamer, omdat, we ontiegelijk veel mèèr geld kwijt zouden zijn als we ieder apart een kamer zouden nemen. We zeggen gewoon van te voren dat ze in het hotel de bedden uit elkaar moet schuiven. En als dat niet lukt ga ik gewoon op de grond liggen maffen. Of zij. Tossen we elke dag om. Daar doen we niet moeilijk over.  

We gaan niet bij elkaar onder de dekens liggen. Voor geen goud. 

Bij het idee alleen al krijgen we het Spaans benauwd.

zondag 9 maart 2025

ZINGEN.

 Popkoor.

Ik kom vanochtend niet op gang. Mijn hoofd zit potdicht en mijn ademhaling gaat stroever dan anders. Ik moet iets gaan doen. Fietsen naar Nesselande bijvoorbeeld. Daar is straks, van half elf tot 12 uur het Badkamer(pop)koor. Voor een tientje per keer zing ik daar mee.

Het is normaal een half uurtje fietsen daarheen. Vandaag doe ik er drie kwartier over. Ik heb zware benen.

Een keer per maand wordt er gezongen, gemiddeld met z’n twintigen. Natuurlijk weer met veel te weinig mannen (4). Ook bij dit koor is het zo dat je niet per sé hoeft te kunnen zingen om mee te mogen doen. Bladmuziek lezen hoeft al je al helemaal niet te kunnen.

We zingen mee met de songs die de koorleider kiest en afspeelt op z'n geluidsinstallatie. De lyrics lezen we af van een groot powerpoint presentatiescherm.

Nog steeds voelde ik me niet helemaal jofel tijdens de eerste twee slome nummers:

Yesterday

I said something wrong, now I long for yesterday

En

Avond

Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij.

Maar de derde song: 

Hit the road Jack schudde me flink al behoorlijk wakker:

Hit the road Jack. And don’t you come back no more, no more, no more

Bij het vierde nummer  

Rock around the clock was ik warm gelopen. Ik merkte dat ik stond te zingen en te swingen, zoals ik ook wel eens 'in trance' doe tijdens een optreden van een coverband van de Stones.

We’re gonna rock, rock, rock, ‘till broad daylight

Mijn favoriete band, the Stones, staat tot op heden helaas nog niet op het repertoire.

Deze keer zongen we nog:

I want to break free

I can’t get used to livin’ without you by my side.

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder 

Voor degene met z’n mateloze trots. Op z’n risicoloze hoge toren.

 Kom van dat dak af .

Janne Jansen zijn vrouw was een koorddanseres

 Zoutelande

Ik ben blij dat je hier bent, ik ben blij dat je hier bent, ik ben blij dat je hier bent

 

Zingen doet wonderen.

Weer helemaal fris, opgewekt en vrolijk fietste ik naar de super. Bananen kopen. Vanochtend at ik de laatste op.

zaterdag 8 maart 2025

RIJGEN.

Van het Theater Rotterdam krijg ik een geweldige aanbieding: 9 voorstellingen in de maand maart komen kijken voor 75 euro. Dat is goed besteed aan zo’n krent als ik. Nog geen tientje per voorstelling! Gisteravond was het eerste stuk te zien: Rijgen, gespeeld door het Zuidelijk Toneel.

Ik dacht toen ik de schouwburg binnenstapte, dat ik een kat in de zak gekocht had, want de zaal was half leeg. Maar dat bleek beslist niet zo te zijn.  Het was zeer de moeite waard.

Rijgen is een opvallend opgewekte, lichte,  grappige voorstelling. Opvallend ook, omdat dit zeker niet gold voor het toneelstuk Reigen (1897) van de Oostenrijker Arthur Schnitzler, waar de makers zich op baseerden. Die Schnitzler was een goede vriend van Sigmund Freud. Met sarcastisch genoegen schetste hij in tien scènes een visie op de liefde die puur draait om seks en bedrog.

Het toneelstuk van vanavond gaat heel anders. Met een open blik wordt de kijkers allerlei hedendaagse vormen van liefde getoond: van een date op Tinder en een lang en gelukkig levend echtpaar tot vormen zoals sodomie en pedofilie. Dat gebeurt steeds met verbazing en een lach. Het gaat niet om de sensatie, maar om een blik op de drijfveren van de mensen, zoals eenzaamheid, verlangen naar intimiteit of bevrijding van de dagelijkse sleur.

De drie vrolijk en heel relaxed spelende acteurs, Louis van der Waal, Ariane van Vliet en Peter Seynaeve, zijn geknipt voor dit stuk. Ze spraken mij en de andere kijkers, direct aan. Ik dacht eerst nog even dat het een soort stand-up comedy zou worden maar er is geen sprake van meedoen van het publiek in dit spel der lusten. Eerder word je als publiek gevraagd mee te denken. Stel je toch al die verschillende verlangens en verliefdheden voor, lijken ze te zeggen. Dat is toch prachtig, die verschillende vormen?

Zeker!

--------------------------

Voor de liefhebber: een stukje tekst uit het stuk: Rijgen:

-----------------------

Peter:    Ik ben happy single. Een die aan zichzelf genoeg heeft.

Louis:    Ja, en seks?

Peter:    Natuurlijk hou ik van vrijen: flirten en vrijen. Als het gebeurt en goed is, is het welkom Maar uiteindelijk weet niemand beter dan ikzelf me naar een hoogtepunt te brengen, op het gewenste tempo en ritme en zo veel en zo vaak als ik wil. Trouwens, zelfs als je stapelverliefd bent, ben je tijdens de daad toch vooral met jezelf bezig! Het gaat om jouw genot, en het lichaam van de ander is niets anders dan een vehikel daarvoor. Nee, geef mij dan maar de zelf-bedruipende liefde.

Louis:    Volgens mij ben je nog niet de juiste persoon tegen gekomen.

Peter:    Ik geloof dat iedereen zijn eigen beste minnaar is. Niemand begrijpt beter wat ik voel en hoe op gevoel gereageerd moet worden. Niemand begrijpt beter wat ik nodig heb en wanneer. Niemand kan zo onvoorwaardelijk van me houden als ikzelf..

Ariane: Behalve je moeder misschien?

vrijdag 7 maart 2025

LANDJE PIK.

Sinds vorige week vrijdag, een inktzwarte vrijdag, ben ik er niet gerust op dat we de wereldvrede kunnen bewaren. De scène tussen de presidenten van Oekraïne Zelensky en Trump van de VS vond ik schokkend. Op een onbeschofte en leugenachtige wijze werd door Trump ingehakt op Zelensky. De Oekraïnse president werd het Witte Huis uitgestuurd en een dag later blokkeerde Trump alle wapenleveranties en weer een dag later het berichtenverkeer aan Oekraïne.

Europa reageerde aanvankelijk niet zo kordaat. Uiteindelijk kwam het toch over de brug met 800 miljard euro steun voor Oekraïne. Europa besloot een eigen leger te gaan vormen. In Nederland zelf ontstond een verbazingwekkende Kamerbrede eenheid voor steun aan Oekraïne. Alleen Wilders moest op het laatste moment nog even sputteren om te voorkomen dat zijn PVV hierdoor te veel van zijn kiezers (‘onze eigen mensen, die in armoede leven'), zou verliezen. Hypocriet.

Ondertussen deed Zelensky een knieval voor Trump en bedankte hem voor alles. Een spekkie naar Trumps bekkie. Zelensky noemde Trump toen zelfs ‘een groot leider’. Amerika kan de waardevolle aardmetalen in Oekraïne nu komen ophalen. Zelensky gaat wel een deal tekenen.

De lachende derde is in dit geval Trump’s vriend Poetin. Rusland kan nu rustig doorgaan met het vernietigen van Oekraïne en ondertussen Europese landen uitzoeken, die ook het graag wil inpikken.

Wat mij beangstigt is het imperialisme van de Russische oorlogsmisdadiger Poetin. Ik zie het al voor me: Rotterdamse, Amsterdamse woonblokken, bruggen, elektriciteitscentrales platgebombardeerd zoals in en rond  Kiev en Odessa. Veel slachtoffers en mensen die hier verminkt en ontheemd ronddwalen. Misschien ik ook straks en mijn dierbaren. Ik slaap sinds die zwarte vrijdag niet meer zo lekker.

donderdag 6 maart 2025

GESPETTER.

Een wandeling van mijn huis naar de Kop van Zuid duurt bijna twee uur.  Het is heerlijk weer. Aanvankelijk een beetje fris, met een strak blauwe lucht. Ik loop met Bea, een buurvrouw, van huis uit eerst richting Rotterdams groene trots: het Kralingse Bos. Gelijk al zien we op zo’n karakteristieke hoge nestpaal (paalnest?)  moeder ooievaar bezig haar ei uit te broeden. Vader ooievaar staat tussen een tros bedaarde reetjes rustig wat voedsel uit de grond te pikken.

Wij lopen over het fietspad, dat op dit tijdstip nog nauwelijks wordt gebruikt. Het is woensdag rond het middaguur.  We komen langs de speeltuin waar nog geen kind te zien is. De doelgroep van de speeltuin heeft vanmiddag, woensdagmiddag,  immers pas vrij van school. Met dit weer sterft het hier altijd van de jonge kinderen met hun ouders. Bijna allemaal yuppen, die je herkent de vele e-bakfietsen, die daar dan op het grasveld geparkeerd staan. Dat zal vanmiddag niet anders zijn.

Honden lopen er ook zat. Ze doen ons denken aan de honden die we zelf vele jaren terug hadden. Die van haar was groot en vrat ook vreselijk veel, het voedsel (kalkoenfilet en brood) was niet aan te dragen. Die van mij was een tamelijk kleine jachthond, die zichzelf uitliet in het dit bos. Voor zijn eten verslond hij grove stukken runderhart: in één hap, hup, rechtstreeks zijn maag in.

Toen Bea een openbaar toilet zag moest ze gelijk plassen. Ben toen ook maar even gegaan. Mooie schone toiletten tegenwoordig. In mijn jeugd was de Kralingse Plas zèlf het openbaar toilet. Er werd bij mooi weer door velen naar hartenlust in ‘gespetterd’.

We lopen het bos uit in de richting van de a-sociale wonigbouw van Nieuw-Crooswijk. Op het terrein van de voormalige hoveniersschool zijn woningen gebouw voor mensen die 1.200 euro huur per maand kunnen betalen. Dure e-bikes, e-bakfietsen en alleen maar elektrische auto’s daar in de buurt. Ze hadden dit wijkje beter Nieuw Kralingen of Nieuw Hillegersberg kunnen noemen.  Want Crooswijk associeer ik met een heel andere populatie.

Wij wandelen nu in Crooswijk. Langs de begraafplaats, de katholieke. Mijn ouders en mijn een jaar jongere broer liggen daar begraven. Ik groet ze astraal: ‘Dag pa, dag ma, dag Tinus’. Van de andere kant blijft het vanzelf doodstil.

In de Pannenkoekstraat kopen we in de Engelse speciaalzaak wat lekkere dingen. Bea koopt typisch Engelse broodjes. Ik koop doodgewone Hollandse digestieve kaakjes  met een extra bitter chocoladelaagje, dat wel. Mmmm.

De hele wandeling past helaas niet in dit stukje. Met hele grote stappen komen we bij ons eindpunt: bioscoop LantarenVenster. We gaan daar naar de de film: Maria Callas. 

Daarna hebben we een Social Deal bij Ketelbinkie. Lekker eten!  

Tenslotte gaan met de metro weer naar ons bejaardentehuis waar iedereen al in diepe rust lijkt te zijn.  

    

woensdag 5 maart 2025

HET FENOMEEN VAN RAYNAUD.

 Het Fenomeen van Raynauld.

Naar het ziekenhuis. Een klein stukje op de fiets. Vijf minuten hooguit. Daar wordt mijn zielige’ rechterhand onderzocht.

Ik heb last van dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus. In wachtkamer 2 is het doodstil. Tien mensen zitten daar. Zo ver mogelijk uit elkaar. Er is wel plaats voor twintig. Drie oudere echtparen, twee moeders met elk een kind en drie mannen-alleen, waaronder ik. Een van de mannen ziet een van de kinderen drinken kijkt het meisje aan en vraagt vriendelijk of de chocomel lekker is. ’Het is geen chocomel, het is cola,’ zegt het meisje koel. De man houdt verder zijn mond.  

Ik heb zelf geen zin in contact met de anderen in wachtkamer 2. De anderen ook niet met mij.  ‘Meneer Mastwijk’ wordt er geroepen. De assistente registreert met high-tech –apparatuur  alle bewegingen in mijn hand en vingers (ook links). De assistente is gekleed in een wit verpleegstersuniform. Ze werkt heel zorgvuldig en herhaaldelijk vraagt ze of ik pijn heb.  Ze zegt steeds precies (bijna tot vervelens toe) wat ze allemaal gaat doen. Die assistente is een stevige Russische of Oekraïnsche vrouw. Het type robuuste Hollandse boerin.

Ik moet weer terug naar wachtkamer 2. Er zitten weer allemaal andere mensen. Dat maakt me echt niks uit. Er is nu alleen geen meisje dat cola drinkt. De man die daar iets over zei, is er nu ook niet meer. Het kan heel goed zijn dat hij binnen zit bij een dokter. Jammer dat ik niks te lezen bij me heb. Vlak voordat ik wegging van huis dacht ik nog: ik neem de krant mee van vandaag. Toch nog vergeten te doen. Maar àls ik die krant had meegenomen, had ik hem nog niet kunnen lezen, omdat ik geen leesbril bij me had. En zonder leesbril kan ik die kleine lettertjes niet lezen in de krant.

Als de man van de chocomel uit de behandelkamer komt, wordt ‘Meneer Mastwijk’ geroepen. De arts zag niks bijzonders aan al die registraties van mijn rechterhand. Aan de hand van mijn klachten: dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus,  dacht de arts aan ‘het Fenomeen van Raynaud’. Vitamine D slikken (max 100 ug) zou, volgens Google,  symptomen van het Fenomeen kunnen reduceren. Ik zou al heel blij zijn als alleen maar die rooie neus van mij met vitamine D zou veranderen in een bleker neusje.

dinsdag 4 maart 2025

VINGEREN.

Morgen moet ik naar het ziekenhuis. Een vaatchirurg  gaat onderzoeken wat er met mijn rechterhand aan de hand is. Die hand is constant wat kouder, houdt wat te veel vocht vast en de vingers daar zijn stijver dan aan die andere hand.

Een hand ... vijf vingers. Alle vijf anders. We noemen ze ook anders.  Vier vingers hebben elk drie kootjes. Alleen de duim heeft er twee. Bij jonge kinderen verdwijnt die duim vaak in de mond. Op latere leeftijd geef je met een duim iemand een pluim of je houdt met de duim iemand eronder

De vinger naast de duim is de wijsvinger. Daar wijs je iemand mee aan, die ‘het gedaan heeft’ of ‘hem is’. Een kind steekt op school zijn vinger op als hij iets wil vragen aan de meester of juf. Hij heet nu wel ‘de wijsvinger’ maar het is ook de ‘likvinger’. De vinger waarmee je al het lekkers uit een pot kan likken. ’Likkepot’ heet de vinger in een heel oud en bekend versje (lees maar verderop). Tussen wijs- en ringvinger is de middelvinger, de grootste vinger en misschien wel de meest gebruikte tegenwoordig. Met het tonen van de middelvinger aan een ander, verfoei  je hem of haar.

Ook wordt de middelvinger samen met de wijsvinger, voor zover ik weet, aangewend voor seksueel genot, vingeren genaamd. Door wijsvinger en middelvinger tezamen op te steken op school vraagt een kind aan de juf of het naar de wc mag.

Met  het obscene gebaar: duim tussen wijsvinger en middelvinger maken sommige 'heren' hun bedoelingen met vrouwen duidelijk.

De kleinste vinger: de pink. Niet zo’n superactief vingertje. Wat onduidelijke taken. De pink wordt nogal eens gebruikt als peutervinger: in neusgaten, oren, tussen tanden en kiezen. Op ringvinger, tussen de pink en middelvinger wordt doorgaans een ring, trouw- of vriendschapsring geschoven.

Zal de vaatchirurg het traditionele vingerversje ook kennen? Ik vraag het hem morgen.

 

Naar bed, naar bed, zei Duimelot.

Eerst nog wat eten, zei Likkepot.

Waar kan ik dat vinden? zei Lange Jan.

In grootmoeders kastje, zei Ringeling.

Dat zal ik verklappen, zei 't Kleine Ding.

maandag 3 maart 2025

MUSEUMNACHT.

Van 1 op 2 maart was de museumnacht in Rotterdam. Van 10 uur ’s avonds tot half een ‘s nachts heb ik rondgelopen in het Rotterdamse Museumpark. Ik ga kijken bij het Nieuwe Instituut en  de Kunsthal ... Ik was niet de enige die ‘nacht’. Enkele duizenden. Heel wat Rotterdamse artistiekelingen, yuppen maar ook veel  import, jonge studentikoze import. Modieus gekleed. Beslist niet de grote groep Rotterdammers die zich tot extreem-rechts aangetrokken voelt.

Mensen zoals ik, in de zestiger jaren van huis gegaan, noem ik ze maar, waren er niet zo veel. Ik was ook een van de weinigen, die alléén dit nachtelijke avontuur was aangegaan. Ik heb op mijn route hooguit tien alleen gaande soortgenoten gesignaleerd. Geen enkele alleen gaande vrouw. In de Kunsthal, waar de weergaloze expositie ‘Diva’ voor de laatste dag te zien was,  werd ik op mijn rug getikt door Kim, een oude vlam van mijn zoon. Ze was met haar huidige vriend aan het swingen bij de(oorverdovende) hiphop. Ze vond het duidelijk leuk mij hier te zien. Vloog me om de hals. Had me hier niet verwacht. Nou ja, in de korte tijd dat ze me mee heeft gemaakt, had ze toch kunnen weten dat ik een beetje apart was. Zij was al bij het natuurhistorisch museum geweest. Dat móést ik  gaan zien. Prachtige foto’s en video’s van dieren het industriële havengebied. Helaas … geen tijd voor.

Op naar het Nieuwe Instituut. Een museum voor architectuur, design en digitale cultuur. Stampvol daar. Ook de toiletten, overal trouwens. allemaal transgender. Prima wel. Op weg naar de expositie ‘Tuinen van de toekomst’ staat Elza een foto te bekijken van mensen die tuinieren tussen de puinhopen van gesloopte gebouwen. Dat kan dus in de USA:  gebouwen wel slopen maar de puin niet opruimen. Dan maar tuinieren hebben de omwonenden op die foto  klaarblijkelijk gedacht. Ze zag er leuk uit. Elza geeft schrijfcursussen. Ik heb er ook een bij haar gedaan: ‘Schrijven voor nieuwsgierigen.’ Doet ze leuk. Leuke meid ook. Mijn columns vond ze nogal wisselvallig. Klopt. Ik moet op mijn oude dag nog veel leren. Zij gaat een column schrijven over deze nacht. Ik niet. Ze stelt me nog voor aan haar vriendin Annemarie, die een half uur bezig is geweest om even te plassen.

Ik moest ook. Ben onderweg maar even gegaan. Tegen een boompje. ‘t Was een mooie museumnacht. Kwart over één was ik thuis.    

zondag 2 maart 2025

DROMEN.

Hoera! Ik heb mijn slaappillen niet meer nodig! Na 25 jaar Lorezapam slaap ik weer zonder. Er gebeurt in mijn hoofd wel iets nieuws. Wat ik nog nooit in mijn leven bewust gedaan heb: ik droom. De dromen van de afgelopen nachten kan ik me nog goed herinneren. Ik heb ze namelijk gelijk toen ik wakker werd (ook een keer midden in de nacht) opgeschreven.

In de eerste droom, loopt een vrouw, in een vuurrode badjas.  Ze draagt een plastic zak vol bevroren bakjes en pakjes met bonen, gehakt en een kliekje boerenkool. Ik kijk zo door het zakje heen. Ze gaat in de richting van mijn kelderbox. Ze opent de deur en stuit op een vogelkooi even groot als de kelderdeur. De vogels schrikken. Er zijn precies  vierentwintig vogels, even veel als er kooien zijn. Er zitten meeuwen, duiven, eksters, kraaien, roeken, aalscholvers, Vlaamse gaaien. Door de consternatie springen de kooien open. Als één grote vogel vallen ze haar aan. Tevergeefs probeert ze de vogels af te weren met haar bevroren spullen. Maar ze valt om en de vogels  pikken haar tot bloedens toe in haar vlees. Hier stopt de droom helaas abrupt.

In een andere droom, minder leuk, raak ik mijn sleutelbos kwijt. Ik had die bos zo maar ergens in een slot gestopt en hem daar laten zitten. Waar weet ik niet. Ik ga zoeken in de winkelstraat. Elk slot bekijk ik. Ik ga naar de tweede handswinkel, waar mijn vader werkt. Hij is al jaren dood. Sleutels? Geen idee! Bij het politiebureau halen ze hun schouders op. De agent doet er wat lacherig over. Straks moet ik de nacht nog op straat doorbrengen. Ik ga langs bij de vriendin van mijn zus en  bij mijn kinderen. Zij kunnen me niet helpen. Dan ontwaak ik plotsklaps. De sleutelbos ligt op het slaapkamerkastje naast de schemerlamp.

De eerste droom is eenvoudig te verklaren. Ik heb een afkeer van zo’n soort mens. Haar kilte. In de tweede droom sluit ik mezelf buiten. De toegangsdeur  tot een leuker leven blijft dicht.

Met een leven zonder slaappillen maar met dromen kan ik wel weer even vooruit.