Normaal gesproken schrijf ik dit soort verhaaltjes laat in de middag of ’s avonds. Soms ook ‘s nachts. Maar vandaag zit ik om 's ochtends tien uur al voor mijn pc op het toetsenbord te rammen. Ik ben nog niet helemaal wakker want het wemelt in die paar zinnen al van de fouten. Gelukkig ziet de lezer daar niks van, want voordat ik dit stukje de wereld in stuur heb ik al die fouten er uit gefilterd.
Maar goed … . ik heb deze dag nog niet veel mee kunnen maken,
laat staan iets interessants om over te schrijven.
Nou ja vooruit:… ik heb een beetje meel en water toegevoegd aan het
zuurdesempapje, dat nodig is, om het zuurdesembrood dat ik wekelijks bak te
laten rijzen. Maar dat is nu niet bepaald leesvoer waar de gemiddelde lezer op
zit te wachten. Dat gaat denk ik voor àlles op wat er op zo’n ochtend als deze
gebeurt. Dus je kan nog stoppen met lezen.
Zoals elke andere ochtend ga ik naar de sportschool. Als ik
de kleedkamer binnenkom staat een clubje mannen, de een nog bloter dan de ander
druk te lachen en te praten. Het klinkt een beetje nerveuzig. Ze maken zich
klaar om het sportzweet van hun lijven af te spoelen. Als ik mijn handdoek uit
mijn sporttas pak komt er een sporter de kleedkamer in, die kennelijk tot dat
zelfde groepje behoort. Hij maakt met veel aplomb enkele lollig bedoelde
opmerkingen, waar alleen hijzelf (luidkeels) om moet lachen. Enigszins verongelijkt gaat hij zitten
en trekt zijn korte sportbroekje en –shirt
uit.
Ik wens de heren in de kleedkamer nog een ‘fijne dag’.
Voordat ik aan het eerste apparaat begin, moet ik een schoonmaakdoekje pakken
en nat maken. Daarmee poets ik elk toestel dat ik bepoteld heb schoon.
Oké. Dan ga ik aan de slag en doe in één uur tijd mijn
oefeningen aan tien apparaten. Meestal loopt dat uurtje uit tot vijf kwartier
omdat het wel zo leuk is om zo af en toe met een mede-sporter een praatje te
maken. Bijvoorbeeld met Elisabeth, Ria, Frans, Henk, Rob, Peter, Els, Ans en
Ernie. Sociaal en sportief.
Vandaag sprak ik kort met een sporter, die (net als ik) tien
jaar geleden al, in deze toen spicsplinter nieuwe sportschool, actief was. Hij is
hier al die jaren blijven hangen. Ik brak na een jaar al mijn schouder, waardoor
ik vele jaren niet kon sporten. Sinds ruim een half jaar kan ik weer lekker
meedoen, onder het motto: ‘doe wat je kan’.
Poeh … dit doe ik in ieder geval nooit meer. Zo
vroeg wat gaan zitten schrijven, dat ken echnie..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten